9 waaronder voor Memorie verschillende posten zijn uitgetrokken, zegt de commissie, „dat zij een stilzwijgen daarover niet wenscht beschouwd te zien als eene goedkeuring in beginsel dier uitge trokken posten. Burg. en weth. verlangen volstrekt geene goedkeuring van deze posten. „Eerst later, wanneer omtrent de voorgestelde geldleening zal zijn beslist, zullen die posten één voor één aan de goedkeu ring van den raad worden onderworpen." Bij hoofdstuk IV afdeeling I art. 1 onderhoud van gemeente- eigendommen) merkt de commissie op, „dat tot kosten van on derhoud van de voormalige trekkerswoning een post uitgetrokken wordt van niet minder dan 142. De jaarlijks terugkee- rende groote kosten komen de commissie onevenredig hoog voor in vergelijking der voordeelen door dit gebouw afgeworpen, voordeelen, die naar haar oordeel veel minder zijn dan de on kosten. Daarom geeft zij in overweging nu de pacht toch in 1872 eindigt, of het niet veel voordeeliger voor de gemeente zou zijn, die woning te verkoopen, waardoor deze geraamde kosten van onderhoud zoudea kunnen vervallen." Burg. en weth. deelen niet het gevoelen der commissie, dat die onderhoudskosten onevenredig zou zijn met de pachtsom. De 9 H. 32 A. 90 C. zijn met inbegrip der woning verpacht voor 734,Berekent men de huur der woning op 4,'s weeks of 208,in 'tjaar, dan blijft voor de pacht van 9 hectaren over 526,of 58,per hectare, welke pacht waarlijk niet zoo gering is te achten. Trekt men van de huur der woning ad 208,de onderhoudskosten ad 142,af, dan blijft daarvan nog eene bate over van 66; Hierbij moet niet vergeten worden, dat die onderhoudskosten in 1872 bijzonder hoog zijn; in 1870 bedroegen die 72,50 in 1869 64,—. De gemeente heeft van Goes naar Wilhelminadorp een aan- eenliggend grondbezit en burg. en wetb. zouden het niet wen- schelijk achten, te midden van dat grondbezit die woning aan een ander eigenaar af te staan. Mogt de raad het gevoelen der commissie deelen, dan zullen- burg. en weth. in het laatst van 1872 dezen grondeigendom ver pachten met of zonder de bedoelde woning en zal het dan van zelf blijken, wat voor de gemeente voordeeliger uitkomt. Daar de pacht eerst ultimo December 1872 eindigt, zal toch altijd, in den onderhoud over dat jaar, moeten worden voorzien. De heer Meijlink zegtdat onder de grondendie J. Strijd in pacht heeftook begrepen is de groote stoofweide en de wei-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 13