4
aan de commissie de magt laten, die zij heeft.
De heer Fransen van de Putte licht de noodzakelijkheid der
voorgestelde wijziging toe. Als de heer Meijlink het voorstel
gelezen en begrepen bad, dan zou hij met zijne opmerking zijn
te huis gebleven. De wijziging toch is een gevolg van de aan
staande opening eener vierde school.
De heer Meijlink zegt, dat de commissie dezelfde regten behoudt,
en begrijpt niet waarom de verordening moet gewijzigd worden.
De Voorzitter antwoordt: dewijl vroeger op de school aan de
Kreukelmarkt, betalende en niet betalende kindereu toegelaten
werden en voortaan alleen de laatste, terwijl de school der 2e
klasse (Vlasmarkt) bestemd is voor de betalende.
De heer dr. Callenfels zegt geen bezwaar te hebben tegen de
wijziging van art. L, wel tegen die van art. 7. Zijns inziens
was het vroeger de commissie, die besliste, en zullen bet voort
aan burg. en weth. zijn die dit doen. Spreker vraagtheeft
de commissie niet goed gehandeld In dat geval vindt hij het
goed, dat haar de magt ontnomen wordt, anders niet.
De Voorzitter toont aan dat alles hetzelfde blijft, en wijst
den heer Callenfels op de slot-alinea van het tegenwoordig art. 7.
De heer dr. Callenfels betuigt, dat hij zich vergist had.
Het voorstel tot wijziging wordt in omvraag gebragt en aan
genomen met 10 stemmen tegen 1 stem, die van den heer Meijlink.
Wordt vervolgd.)
Goes.
drukkerij van F. kleeuwen'3 8c zoon.