BUITENLAND.
dak te verschaffen. Meer dan 100 dooden zijn
reeds tusschen de ruïnen gevonden; vele personen
sterven tengevolge van ontbering; 40 plunderaars
en rustverstoorders zijn gefusilleerd.
Toronto 11 Oct. Canada betoont eene levendige
sympathie voor Chicago. Het zendt zeer belang
rijke hulp.
New-York 12 Oct. Alles wat te Chicago van
eenige waarde was is verwoest. Er heerscht groote
paniek op onze beurs. De aandeelhouders in brand-
waarborgraaatschappijen zijn verslagen.
De brand is Zondag nacht begonnen in een stal.
Een veehouder was met eene lamp eene koe
gaan melken. Het dier schopte de lamp omver en
dit was de oorzaak van den brand.
De bevolking vlugtte als razenden, en verschei
dene personen werden onder den voet getrapt of
kwamen in de vlammen om.
Men begroot de slagtoffers op 500.
{Zie verder Buitenland.)
ONDER WIJ S.
Uitslag der najaars-examens gehouden te Middelburg.
Soort der Acten.
Hoofdonderwijzer
Hulponderwijzer
Hoofdonderwijzeres
Hulponderwijzeres
Huisonderwijzeres
(verschillende vakken)
Fransche taal (mann.)
Engelsche taal (id
Hoogduitsche taal (id.)
Wiskunde (id.)
Gymnastiek (id.)
Teekenen (id.)
Fransche taal (vrouwel.)
Engelsche taal (id)
Hoogduitsche taal (id.)
Gymnastiek (id.)
Handwerken (id.)
Gevraag-Hiet opgekom.
de Acten.of
Teruggetrokk.
6
19
21
1
4
3
9
3
4
10
2
2
4
2
1
1
9
95
Toege
laten.
6
16
1
3
3
5
2
Afge
we
zen.
7
4
1
11
2
2 1
1 1
1
1
_71_
60 24
Sints ons vorig berigt hebben nog acten verkregen als
hoofdonderwijzers: B. C. van Priel en P. Goedbloed, bei
den hulponderwijzers alhier, en voor de wiskunde P. van
der Meuten, leeraar aan de hoogere burgerschool alhier.
In de afgeloopen week zijn twee geschriften in
het licht verscheneu, die voor de geschiedenis van
Frankrijks ex-keizer zeer belangrijk zijn en Napo
leon III, alsmede zijne regering, in een alles be
halve gunstig licht plaatsen.
Het eerste der door ons bedoelde geschriften is
het werk van den heer Benedettibij het ontstaan
van den laatsten oorlog Fransch gezant te Berlijn,
getiteldMa mission en Prusse. Het bevat eene collec
tie dépêches, die de ex-gezant, sedert hij in 1864 als
gezant te Berlijn optrad, aan de Fransche rege
ring gezonden heeft. Uit een en auder blijkt, dat
men in Frankrijk den oorlog wilde, en den gezant
allerlei lastgevingen toezond, om de vredebreuk te
bevorderen, en wordt ten volle bevestigd, dat Be
nedetti slechts het werktuig van den hertog de Gra-
mont en van de Fransche oorlogspartij is geweest.
Geheel de Fransche overmoed, die dezen oorlog
deed ontstaan, cristalliseert zich in den last aan
den heer Benedetti naar Ems gezondenBrus
ques le roi!" (Brutaliseer den koning!)
Het tweede geschrift, dat wij op het oog heb
ben, is de verzameling van stukken betrekkelijk
het plan, dat een Belgische journalist, Oscar Les-
sines, zoon van een portier te Gent, gevormd had,
om namelijk België onder de kroon van Napoleon
III te brengen. Dit dossier getuigt van de laag
ste intrigues en werpt een leelijken smet op het
karakter van den ex-keizer. Terwijl toch Napoleon
geene gelegenheid liet voorbijgaan, om België te
vleijen met betuigingen van sympatie en verzeke
ringen zijner hoogachting, was hij in correspon
dentie met een individu, om dat land zijne zelf
standigheid te ontnemen. De eerste stap van Les-
sines in deze zaak was zijn aanbod een tijdschrift
op te rigten, getiteld: Le ga-ira (zoo heette een
berucht liedje der sans culottes in 1793) en dat
moest dienen ter wederlegging van hetgeen Roche-
fort in zijne Lanterne wereldkundig maakte. Dit
aanbod werd zoo gunstig opgenomen dat de eer
zuchtige jongeling een ander plan opvatte, nl. zijn
land aan het keizerrijk te verkoopen. Inmiddels
was hij in betrekking geraakt met de ex-koningin
van Spanje, voor welke hij artikelen had geschre
ven in den Figaro, en die hem een plaats gaf niet
alleen bij haar hof maar ook in haar hart. Toen
hij de concurrent of liever de medeminnaar van
Marfori geworden was, had Lessines niet veel moeite
om den voet in de Tuileriën te zetten. Hij liet
den keizer een opstel voorleggen, houdende aanwij
zing van de middelen om België zonder geweld
bij het fransche keizerrijk in te lijven, door nl. de
Belgische dagbladschrijvers, afgevaardigden, senato
ren enz. om te koopen voor de sommen, voor elk
hunner in de memorie aangegeven. Dit voorstel
kwam Napoleon III zoo aanlokkend voor, dat hij
onmiddelijk in de eerste dagen van Januarij 1869
aan Lessines een particuliere audiëntie verleende;
in zijn onderhoud met den keizer zette Lessines
zijn plan uiteen en nam op zich het ingediende
opstel met nieuwe mededeelingen aan te vullen.
Wat laatstbedoelden inhielden is nog niet bekend.
Om het slechte licht, dat op de gevoelens en
handelingen van Napoleon geworpen werd, nog hel
derder te doen zijn, is, kort vóór dat Benedetti met
zijne onthullingen voor den dag kwam, een ander
document bekend gewordent. w. een memoran
dum van Drouyn de Lhuys, den 8 Augustus 1866,
eenige weken vóór zijne aftreding als minister van
buitenlandsche zaken, gerigt aan Napoleon III, en
waarin hij, na de overwinningen van Pruissen in
den Boheeraschen veldtogt, in vollen ernst het vor
men van een onzijdigen Rijnstaat tusschen Frank
rijk en Pruissen voorstelt; tot dezen Staat zouden
belmoren Rijn Pruissen, Rijn-Hessen en Rijn-Bege
ren, en het daarmede beoogde doel was eene bot
sing tusschen de twee groote mogendheden te ver
mijden. Tevens verneemt men thans, dat omstreeks
denzelfden tijd (na Sadowa) de heer Drouyn de Lliuys
een vertrouwden agent naar Berlijn gezonden heeft,
om afschrift van dit memorandum aan Bismarck
ter hand te stellen en dezen minister te bewegen
zijne goedkeuring aan de oprigting van bedoelden
onzijdigen Staat te schenken. Als een merkwaar
dige bijzonderheid kan tevens vermeld worden, dat
in het te Berlijn ontvangen afschrift ook reeds een
souverein voor den ontworpen Staat werd aanbevo
len, en dat deze monarch in spe niemand anders
is geweest dan prins Leopold van Hohenzollern
later onwillekeurig de oorzaak of de voorge
wende oorzaak van den oorlog in 1870/1871.
De Fransche minister schetste in zijn schrijven
aan Bismarck de bijzondere hoedanigheden en eigen
schappen welke juist dezen prins allezins aanbeve
lenswaard maken tot het vervullen van de hem
toegedachte vorstenrol." Het document kwam 15
Augustus 1866 in handen van Bismarck; den 19
sloot deze de bekende tractaten met de Zuid-Duit-
sche staten en den 20 kreeg de Fransche agent
zijn manuscript terug, met het antwoord dat de
koning in geen geval van het gedane voorstel iets
hooren wilde. Waarschijnlijk was de tusschentijd
voldoende om de Zuid-staten genoegzaam over de
plannen en voorstellen intelichten, die van Fransche
zijde te hunnen koste steeds op nieuw bij de Pruis-
sische regering werden ingediend.
Uit Belgie zijn berigten van en omtrent ver
schillende werkstakingen. In de eerste plaats die
van de gazlantaarnsopstekers. Daar echter hun werk
zeer gemakkelijk door anderen kan verrigt worden,
heeft het gemeentebestuur dadelijk hen door pom
piers en werklieden doen vervangen zoodat het
publiek niet eens het gebeurde zou hebben opge
merkt, indien de burgemeester niet gemeend had het
bij een kennisgeving te moeten mededeelen. Kwade
tongen zullen beweren dat hij hiermede een ge
legenheid zoekt en vindt om de kiezers te doen
zeggen: »Wat hebben we toch een knappen burge
meester We moeten zorgen dat hij in het volgende
jaar herkozen worde In Brussel is geen nieuwe
werkstaking ontstaan, doch te Gent duurt die der
werktuigmakers voort; de voornaamste patroon is
echter bereid om toe te geven en tien uren in
plaats van elf uren voor hetzelfde loon te laten
werken. In de groote machinefabriek te Tubize
heeft de directeur gelijke concessie gedaan, toen
een werkstaking hem belette een groot aantal be
stellingen uit te voeren. Eindelijk wordt uit het
dorp Theux een werkstaking van. de koorkin
deren berigt; ook de jeugdige zangers en zange
ressen in de kerk willen meer loon hebben en
weigeren dienst te doen. De mis werd bediend
met den bijstand van tijdelijke helpersen daar
men zeer nieuwsgierig is hoe de zaak zal geregeld
worden, wordt de kerk drukker bezocht dan ooit
te voren.
Uit Engeland verneemt mendat in een der
laatste zittingen van het te Leeds gehouden con
gres voor de sociale wetenschappen prof. Ledny
Levy in de afdeeling »gemeenteregt" eene voor-
dragt heeft gehouden over een internationaal scheids-
geregt. De afdeeling voor staatswetenschap en han
delsverkeer behandelde de schatting en het beheer
der plaatselijke belastingen. Het belangrijkste was
dezen keer de afdeeling gezondheidsleer," niet
alleen omdat de beste middelen tot verbetering van
den physieken toestand der fabriekarbeiders ter sprake
gebragt werdmaar ook omdat de voorzitter, de
heer Godivinmededeelde dat een inwoner van
Londen zich bereid verklaard heeft dezelfde som
beschikbaar te stellen als wijlen George Peabody
tot verbetering van het lot en den gezondheids
toestand der arbeidende klasse. Zoodra een weg
gevonden is tot bereiking van dit doel zonder daar
door genoemde klasse te doen verarmen is deze
som, een half millioen pond sterling, ter beschik
king. Tot dusver is echter die weg nog niet ge
vonden geworden.
Te Chicago in Amerika heeft, zooals wij onder
binnenland" meedeelden, op den voorlaatsten Zon
dag een vreesselijke brand gewoed, waardoor 2/3
van de stad in asch gelegd werd. Die brand is
des nachts in eene veestal begonnen. Een knaap,
naar dien stal gaande om er eene koe te melken,
nam eene lamp mede, gevuld met zoogenoemde
kerosene-olie (eene zeer vlugtige soort van aard
olie); de lamp werd door de koe omgestooten, en
deed brand in den stal ontstaanhet brandende
vocht vloeide naar den kant der openbare straat
en bereikte de houten straatbevloeringen zoo kreeg
dat ongeluk de uitbreiding waardoor het eene ont
zettende ramp werd. Toen de brand niettegen
staande alle pogingen tot het blusschen der vlammen
al verder ging, werden de menschen als uitzinnig
van ontroering en schrik; er ontstond gedrang
en groote verwarringhet gevolg daarvan was dat
vele menschen onder de voeten geraakten en dood
getrapt werden, terwijl anderen in de vlammen
omkwamen.
Intusschen mogt men er, ondanks de uiterste
maatregelen bijv. het doen springen van hon-
meê hebt je ook verder geen zorg.
Zie dat is een gedeelte, het grootste gedeelte
van den zegen dien onze overheersching den Javanen
brengt.
Welk een ontwikkeling zou hier kunnen ontstaan
als dié oude kruidenierswinkel, het kuituurstelsel
genaamd, eens werd opgeruimd, waarvan zelfs een
des Amorie van der Hoeven, dien gij wel niet als
een geestverwant van mij zult beschouwen, zeide
dat het was: „eene uitdaging aan de voorzienigheid!"
Doch laat ik u nu liever iets vertellen uit een
nieuw boek dat mij onlangs geworden is en dat, of
ge liberaal of conservatief zijt, u een oogenblik
amuseren en tevens dienen kan tot waarschuwing
voor uw familie in Holland als ze u eens wat toe
zendt
In dat boek lees ik:
„Ik had aan mijne zuster in Holland geld gezon
den om tienduizend cigaren te koopen. Die cigaren
waren gekocht en verzonden en op zekeren dag
toen twee mijner vrienden bij mij waren, kwamen
twee kerels met eene groote kist aan.
Dat moesten de cigaren zijn en dat was ook zoo.
Naauwelijks was de kist in huis of zij stond ook
reeds opengebroken voor ons. Om vuur roepen, eene
van de zeer goed uitziende cigaren in de hand ne
men en aansteken, was het werk van een oogenblik.
En zoo stonden wij zeer vergenoegd bij de tien
duizend cigaren en rookten.
Maar al spoedig ging onze vergenoegdheid over
in een zeker misnoegen en de cigaren uit den mond
nemende en het hoofd schuddende, bekenden wij
gelijktijdig dat ze alles behalve goed smaakten, ja
dat zij stin één woordstde
hemel weet naar wat.
Ik liet er een paar honderd uitnemen en probeerde
er eene wat meer van binnen uit de kist, maar deze
was nog slechter.
Gij kunt begrijpen met welk gevoel van teleur
stelling en spijt ik naast mijne betaalde tienduizend
cigaren stond. Maar daar moest toch eene reden
voor zijn
Eene Havana-cigaar st niet, maar heeft zeker
bouquet, zeker geurige geest. Wij besloten de cigaren
uit te pakken.
Daar zoo wat in het midden der kist, midden
onder de 10,000 Havanezen lag een groote groene
Zwitsersehe kaas.
Gij kunt begrijpen dat, aan de linie, de Zwitser
onder zijn uitheemsch gezelschap niet op zijn gemak
was en toen deze begonnen te broeijen, hij ook van
zijn kant zijn, best deed om wat van zijn geur of
vet meê te deelen aan zijne reisgezellen.
Bij 't ontpakken bleek de Zwitser dan ook ver
anderd te zijn in Nicotine. Ik heb hem eigenhandig
in de rivier geworpen, omdat ik bang was dat een
van onze bedienden zich er aan zou vergasten, met
het gevolg voor eeuwig zijne bekomst te hebben.
En de Havanezen staan in de open lucht, in regen
en zonneschijn, in de verwachting dat de Zwitser
sehe idéen er wat uittrekken."
Ter informatie heb ik dit stukje ook aan Vermalen
voorgelezen, die het magtig jammer vond van den kaas,
zoowel als van de cigaren. Het geval gaf hem aan
leiding tot eene vergelijking. Als de kaas zorgvuldig in
blik had gezeten, dan zouden zoowel de kaas als de
cigaren goed zijn geblevennu was de ondoel
matige vereeniging noodlottig voor beiden. Zouden wij
met het kuituurstelsel onder de Javanen niet eens de
rol van de Zwitsersehe kaas kunnen vervullen Als
men let op onze positie hier in Indiëeen handvol
overheerschers tegenover 18 millioen overheerschten,
dan vooral moeten wij zorgen billijk en regtvaar-
dig die overheerschte volken te behandelen of de
vereeniging zou noodlottig voor beiden, althans zeker
voor ons, kunnen worden.
Als men denkt aan den ondragelijker! druk, aan
de vele misbruiken waartoe het kuituurstelsel, zelfs
zonder het te willen, aanleiding geeft, dan zou het
wel eens kunnen gebeuren dat, terwijl de Javanen
er niets bij wonnen, zij eindelijk in dat kuituur-
stelsel aanleiding vonden, om ons weg te jagen.
Men is bevreesd voor buitenlandsche gieren die
gaarne ons Java zouden hebben, maar wanneer bil
lijkheid en regtvaardigheid onze handelingen jegens
de Javanen bezielt, dan hebben wij in hen de sterk
ste bondgenooten, en talrijk genoeg om iederen bui-
tenlandschen gier te weren. En 't gewigt van het
bezit onzer koloniën, de voordeelen die zij aan het
moederland kunnen verschaffen, zelfs zonder kuituur
stelsel, zal ik u wel niet behoeven uit te leggen.
Maar, om nog eens terug te komen op mijn nieuwen
vrijarbeider die mij verhollandiseerd had, ik weet
het dat er ook vele vrijarbeiders (zoowel als amb
tenaren) hier komen, die door hun voorbeeld en
houding de beschaving meer tegenwerken dan be
vorderen. Van mijn buurman heb ik echter het
idéé dat hij het bewijs zal leveren, dat hier in Indië
ook bij de vrije arbeiders soliditeit en kennis noodig
zijn om te slagen en dat zij die meenen dat die
vrije arbeiders een troep fortuinzoekers zijn die hier
goud kunnen graven, zich deerlijk vergissen. Zoo
het u wat genezen kon van uwen afkeer van de
vrijarbeiders, zou ik u uitnoodigen eens een kijkje
te komen nemen, hoe zij alleen door stalen vlijt en
volharding hun weg door een tal van moeijelijk- 4^
heden moeten vinden.
Wordt vervolgd.)