1871. JV 82. Dingsdag 17 October. 58",c jaargang. 9 Ycplpck dei* Oosl-Indjsclie landmail. (xOESSCHI De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 e. met bijblad 10 e. COURANT Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1G regels 5 1, Dienst-aanbiedingcn, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags. Stukken welke men als ingezonden wensclit opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. BEKENDMAKING viin hei i. h'ineenke-bestuur T? Jc£ A JN I W in 13 BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES bren gen ter openbare kennis, dat de geneesheeren tot onder zoek van de ingediende rcclamesi der ingeschrevenen voor de hrauilweci', eenc zitting zullen houden ten raadhuïze, op Sioetdenlaif den S.ï> Oeiubee et s. tlex voor mi eieigs ten evf nre, kunnende tot dien tijd ter secretarie nog opgave geschieden van vrijstellin gen, die men vermeent te nebben, alsmede of men da[dienst verlangt af te. koopen of een plaatsvervanger te stellen. üoes, don 10 October 1871. Burgemeester en W ethouders voornoemd, M. P. BLAAUREEN. De Secretaris, HARTMAN. POSTEKIJEN. Via TRIËSï', Woensdag 13 October, per eersten trein naar Roosendaal. Via B It I a D I S I, Vrijdag 20 October, per laatsteu trein naar Roosendaal. v-(.rCTM1- JEgar BiNMENLAiMDSCHE BERIGTEN. BOES, 16 October 1871. Wij -hebben van het departement vau finantiën ontvangen de staten van de in-, uit- en doorge voerde voornaamste handelsartikelen, gedurende de maand Augustus 1871, welke staten aan ons bureau voor belangstellenden ter inzage liggen. Zaturdag morgen ten elf ure arriveerde binnen unze gemeente Z. Exc. de minister van Justitie, vergezeld van den hoofdinspecteur der gevangenis sen, me Greveling, tot het inspecteren van het huis van arrest alhier. Met veel belangstelling bezigtigden de hooge per sonen de gevangenis, alsmede de putboring die bij dezelve plaats heeft. Over een en ander werd her haaldelijk hooge tevredenheid betuigd. Na de in spectie werd Z. Exc. en don heer inspecteur een collation aangeboden, waartoe ook genoodigd wa ren de president onzer arrondissernents-regtbank en de officier van justitie, benevens de geestelijken die aan de inrigting dienst doen. Per spoor van 6 ure des avonds zijn de hooge gasten weder vertrokken. Men schrijft ons uit 's Heer Arendskerkedd. 14 October jl. Gisteren mogt de heer dr. ASchil ham, gemeente geneesheer alhier, het voorregt genieten zijn 30jarig verblijf in deze gemeente te herdenken. Van ver schillende zijden werden beul en familie haitelijke lelécitaties gebragt, benevens eene serenade door tiet mnziek-gezclschap „Prins Ilendri/c" van het nabu rig Heinkeuszaud. Op de meest heusche wijze wer den belangstellenden ontvangen en door den jube- laris dankzeggend beantwoord." Jl. Donderdag avond, ten half zes ure, kwam de heer J. de Booij student aan de Pol. school, dopr de Nikkersteeg op de Korenmarkt te Delft, toen hij aldaar, bij de brug, in de nabijheid dier steeg, eene massa menscheu aan den waterkant zag staan die met stokken iets in het water sche nen te zoeken. Op zijne vraag wat er gaande was, vernam hij, dat er een jongen in het water lag die bereids gezonken was. Na zich de plaats te hebben laten aanwijzen waar men vermoedde, dat de drenkeling liggen moest, aarzelde de heer de Booij geen oogenblik om zich te water te begeven en had liet, geluk, na eens te vergeefs onder water te hebben geduikt, bij eene herhaalde duiking den jongeling hoven te brengen, die, geheel bewuste loos en met modder bedekt, door niemand herkend werd. IJlings begaven zich daarop eenige omstan ders met den drenkeling op weg om geneeskun dige hulp interoepen. Bjj den heer chirurgijn van Munnehe.de gekomen, werden gedurende een uur lang door hembijgestaan door dr. Soutendam alle middelen in 't werk gesteld welke de kunst in dergelijke gevallen aan de hand geeft,' met het gelukkig gevolg, dat de jongeling weder tot het leven terugkeerde. Inmiddels had de heer de Booij zich naar huis gespoed, om van kleedereu te ver wisselen, en, terwijl hij daarmede bezig was, werd de tijding aangebragt, dat de jongeheer J. de Booij, 10 jaren oud, op de Korenmarkt iu het water had gelegen, maar gelukkig was gered en thans, onder geneeskundige behandeling van den heer van Afun- nekrede, weder tot zich zeiven kwam. Het bleek nu, tot niet geringe verbazing en blijdschap van den heer J. de Booij, dat luj door zijne kloeke en menschlievende daad een leven had gered dat hem dubbel dierbaar was het leven van zijn broeder! SCHETSEN OVER „DE OOST." VII. Brief van den kontroleur W. te D. aan den kontroleur Af. te K. Amice! Hebt ge de Balzac's Centenaire gelezen? zoo tja, dan zult ge weten, dat die Centenaire iemand was die van tijd tot tijd een jong meisje kookte of stoofde of oploste of zoo iets om er eene soort van tinctuur of extract van te maken. Die tinctuur ge bruikte hij en niettegenstaande liet ligchaam ver ouderde, bleef hij leven en telkens als hij die tinc tuur gebruikt had, gevoelde hij zich verjeugdigd. Iets dergelijks heb ik dezer dagen ondervonden. Stel u echter gerust: ik heb geen jong meisje ge stoofd, noch iemand in tinctuur veranderd. Ik ben dan ook niet verjeugdigd, maar eenvoudig verhol- landschd. Ik heb namelijk eene visite ontvangen van eeu joug mensch, die kort geleden uit Holland was aangekomen en eene betrekking heeft bij den heer Z. denfabrikant in mijne afdeeling. Het friesche, het naïve, het ietwat schroomvallige in dat jonge mensch waren mij eene aangename af wisseling in mijne eenigzins al te praktische omge ving. De jongen beviel mij wel en liet gesprek met hem oefende bepaaldelijk een verhollandiserendi n invloed oj» mij uit. Ik stel mij voor hem eerstdaags ■eens bij u te brengen. Welligt dat die frissche ver schijning u wat weeker maakt in uw gevoel omtrent tonze inlandertjés. Ja amice ik hoop bres te ■.schieten in dat ijzeren idee dat ge koestert om de Javanen eeuwigdurend te houden in dien staat van idndsehheid waarvan gij alleen heil verwacht. Met welk doel zijn wij als overheerschers hier in -^Indië? Als liet te doen is om op allerlei manieren de Indianen uit te zuigen en geld voor onze schat kist in Holland te slaan, dan, dunkt mij, konden wij wel hoe eer hoe beter met stoom er van door gaan, terug naar onze zandige kust.- t Zou een ellen dige roeping zijn. Zijn wij hier tot ons genoegen of tot ons nut, om onze schoenen te verslijten bij uitstapjes in de binnenlandenonze banden vuil te maken bij de vechtpartijen en opstandjes, onze soldaten te leeren oorlog voeren? Zijn wij hier om de Indianen te beschaven? Hen tot christenen te maken? Te kunnen zeggen, dat ze zijn onze veel beminde onderdanen Gij zult bemerken dat ik een gedeelte dezer woor den citeer, maar om de kwestie zuiver te stellen, antwoord ik op al die vragen „Wij willen van lien, met hen en door hen voor- „deel van ons Java trekken. Maar wij hebben geen regt op dat voordeel, en 't is een dwaas voordeel, als wij de Javanen niet tegelijk beschaven, want beschaving leidt tot behoeften en deze leeren ons werken. Om die beschaving te kunnen bereiken, moeten zij den zegen van den vrede onder onze tnensehe- lijke Europesche wetgeving kunnen genieten en daarom is liet goed dat zij onze onderdanen zijn. [let Christendom en de ware godsdienst zullen dan, met de beschaving, van zalven komen. Wij zullen het niet beleven, maar welligt onze kinderen mogelijk eerst onze kleinkinderen. Duizend jaren zijn als 'één dag en in het werk der beschaving moet men geduldig zijn; maar waar niet begonnen wordt daar kan ook geen volbren ging ontstaan. Noch huil bruine kleur, noch hun mindere beschaving geven ons liet regt de Javanen te minachten of te gebruiken voor het een of ander Men leest in de (Jnion de Charleroi: Een landbouwer in een naburige gemeente, die gedurende de laatste aardappelziekte, had opge merkt dat oen zijner vrienden, een leerlooijer, niet het minste nadeel door die ziekte aan zijn' aard appeloogst ondervond, kwam op het donkbeeld om van deze opmerking partij te trekken. Bij liet pooten der aardappelen wierp hij in elk gat waarin een aardappel gelegd werd een handjevol run. De uitslag was, dat die gedeelten van zijn land, waar hij run had aangewend, geheel van de ziekte verschoond waren gebleven, terwijl de ove rige velden zwaar door het kwaad werden getei- j sterd. Hij verzekert, dat de aardappelen die men onder run voor den winter oplegt, voor-het kwaad beschut blijven. De cholera heeft haar vreeselijk karakter verlo ren, als men ten minste de Times wil gelooven, waarin men het volgende leest: Een ingezeten van Florida, een onvermoeid na- tuurvorscher, heeft grondig het vraagstuk onder zocht en deelt mede, dat, evenals de gele koorts, de cholera ontstaat en gevoed wordt door kleine onzigtbare diertjes, die in de lucht zich bewegen. Als men dus de lucht doet trillen en schokken, zal men aan een dampkring die bezwangerd is met iusecten, zijne oorspronkelijke zuiverheid terugge ven en elke epidemie uit die oorzaak ontstaande vernielen. Ten bewijze daarvan heeft de heer Hardee, de uitvinder, voorgesteld te Charlestown de proef te nemen. Zooals men weet heeft de gele koorts daar groote veiwoestingen aangerigt: zij eischte honderd slagtoffers daags. De heer Hardee wil nu derwaarts gaan en zijn eigen leven er aan wagen. Hij vraagt slechts tien dagen en staat er met zijn eerewoórd voor in. dat hij de, ziekte zal verdrijven. Ziehier hoe hij het zal aanleggen. Hij zal voor de geheele stad Charlestown in Zuid-Carolina, met 50 000 inwoners, slechts eene enkele ton buskruid gebruiken en, gedurende tien achtereenvolgende nachten, eiken avond ten negen ure beginnende, vijf pond voor elke ontploffing aanwenden. Na tien dagen verzekert de heer Hardee, dat zich geen enkel geval meer in de stad zal voordoen. Telegrafische dépêches omtrent den brand te Chicago. New- York 11 Sept. De brand te Chicago is geheel gebluscht. Soldaten en burger-patrouilles handhaven de orde. Tenten zijn aangevoerd om 75000 personen een egoïstisch doel. Wij, liet blanke volk, het dagvolk der wereld, zijn verpligt hén voor te lichten iu de schemering waarin zij verkeeïen tusschen ons en het nachtvolkde negers. Zonder beschaving geen vooruitgang Zelf beschaafd zijnde en op de hoogste sport van eigenwaarde, van denken, gevoelen en willen staande, is ons als 't ware de weg voorgeteekend, welken wij jegens de Javanen hebben te bewandelen. Ik zie dan ook inet genoegen van tijd tot tijd nieuwe vrij-arbeiders komen 't Is waar zij komen niet juist om de menscheu te beschaven; ook zij willen gold verdienen, maar de aard van hun werk helpt reeds aan de beschaving mede, want terwijl ons kuituurstelsel den Javaan (en ons zeiven) ver laagt, doet de vrije arbeid hein eenig begrip van zijn eigene waarde krijgen. Nu weet ik het wel, dut gij juist zoo het land hebt aan die vrije arbeiders omdat zeer enkelen in een lOtal jaren soms fortuin maken terwijl wij, ambtenaren, twintig jaren moeten tobben voor een matig pensioen, maar ik kan mij geen lust tót be schaving van Indianen voorstellen, die alleen daarin zou bestaan, dat wij ons laatste stuk brood met hen zouden deelen. Dat zou eene slechte philantrophie zijn die wei nig overeenkomt met bet gezond verstand. Die zich dit ten doel stelt, zal bovendien werk genoeg in Holland kunnen vinden. Ataar het doel van het kuituurstelself Plant voor mij kotlij, onderhond den aanplant, pluk de koffijboonendroog ze, ontbolster ze eii breng ze mij in mijn pakhuis. Ik geef je t 13 voor de 125 arr.st. ponden goede koffij. Hoe duur ik deze koffij in Europa ofop Java verkoop, dat gaat je niet aan, dat is je zaak niet en daat

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 1