BUITENLAND.
veearts over liet Be eu 4e kwartaal van 1871.
1Y. Van de ingekomen stukken wordt kennis
gegeveu.
V. Nadat de lieer Meijlink liad gezegd, dat. nu
het plan tot reorganisatie der meisjesschool in han
den van de leden was, zijn bezwaar tegen het uit
stellen van de wijziging van liet schoolgeld was
vervallen, werd het voorstel van burg. en wetli.
in behandeling genomen.
Nog vóór dit voorstel was medegedeeld, stelde
jhr. mr. Pompe tan Meer der voort, met een breed
sprakig betoog een amendement voor, strekkende
om het schoolgeld te bepalen voor de school le
klassedagschool, voor een leerling 0,80, uit
gezonderd de bewaarklassewaar het op 0,60
zou blijven, en voor de avondschool ƒ0,40 's maands
Voor de school 2e klasse dagschool voor een leer
ling 0,40voor twee uit een gezin 0,60, voor
elk kind uit een gezin meer 0,25 's maands;
avondschool, voor een leerling 0,25voor twee
uit een gezin ƒ0,40, voor ieder kind uit een gezin
meer f 0,10 's maands.
Na zeer belangrijke diseussiën, werd door den
voorsteller het eerste gedeelte aangehouden, en werd
het tweede gedeelte in stemming gebragt, doch
verworpen met 7 tegen 4 stemmen, waarna het
voorstel van burg. en weth. werd aangenomen met
6 tegen 5 stemmen.
VI. Het verzoek der ouders van de meisjes,
die de Hoogere Burgerschool bezoeken, dat hunne
kinderen daar mogten blijven, óf tot het einde van
den begonnen cursus, öf tot het onderwijs op de
Fransche meisjesschool geregeld is, werd verworpen,
het eerste met 8 tegen 3, het laatste met 6 tegen
5 stemmen.
VII. De heer dr. Callenfels trok zijn voorstel
omtrent het locaal tot verpleging van eventuëele
lijders aan epidemische ziekten, in, zoodat dit bui
ten behandeling bleef.
VIII. Tot lid der finantiëele commissie werd be
noemd de heer A. Nortier Pz.
IX Tot lid der commissie voor het ontwerpen
der strafverordeningen werd benoemd de heer mr.
Hanlo.
X De voordragt ter benoeming van den Hoofd
onderwijzer aan de school der 3e klasse werd over
gelegd. Daarop zijn geplaatst de heerenD. H.
C. Ittmann, te Goes, A. van Schelven, te Zierik-
zee en J. 1). van Noppente Hardinxveld.
XI. Voor de benoeming van 2 hulponderwijzers
weid mede de .voordragt overgelegd. Hierop zijn
geplaatst: voor de eerste vacature P. A. Kommers
te Ellewontsdijk en B. J. Imandt te Westdorpe;
voor de tweede vacature F. Berckenhoff te Stad
Delden, T. A. Hubreytse te Ouddorp en N. Silvius
te Zierikzee. De laatste heeft verzocht niet in aan
merking te komen.
XTI. Als post op de begrooting voor 1871, ter
voldoening der kosten van het vergelijkend examen
voor de hoofdonderwijzers betrekking ad f 63,40,
werd die der onvoorziene uitgaven aangewezen.
XIII. Burg. en weth. werden gemagtigd, om
onder goedkeuring van heeren Ged. Staten afte-
schrijven van de onvoorziene uitgaven 233,23 en
die som overteschrijven op de post voor de ver
grooting der bewaarschool op de Beestenmarkt.
XIV. De rekening van het burg. armbestuur werd,
overeenkomstig het advies der commissie van onder
zoek, teruggezonden aan dat bestuur, om die te
rectificeren en eenige bijlagen te verbeteren en
aantevullen.
XV. Eindelijk werd op voorstel van dr. Callenfels
het plan tot conversie der gemeenteschuld gesteld
in handen der finantieele commissie om berigt
en raad.
De geruchtmakende zaak van de toelating van
eenige meisjes tot de lessen der hoogere burgerschool
is hare laatste phase ingetreden. Gisteren avond
is op beide verzoeken der ouders afwijzend beschikt.
Tot regt begrip van de zaak herhalen wij hier
den loop dien zij genomen heeft.
Eenige ingezetenen die in de lasten der gemeente
bijdragenverzochten voor hunne dochters toela
ting tot de lessen der hoogere burgerschoolbij
gebrek aan eene geschikte inrigting voor uitgebreid
lager of middelbaar onderwijs aan meisjes alhier,
en zonder dat wijziging in het programma werd
verlangd.
Burg. en weth. vonden geen grond om dat ver
zoek te weigeren hoewel zij erkenden niet inge
nomen te zijn met die vermenging van jongens en
meisjes bij het middelbaar onderwijs, uithoofde van
het verschil dat in beider onderwijs moet bestaan.
Zij plaatsten zich echter op het juiste standpunt en
vroegenmogen wij het verzoek van ingezetenen
om gebruik te maken van eene gemeente-instelling,
zonder dat wijziging van het programma wordt
verlangdweigeren Zij stonden het verzoek
dus toe.
Dit lokte twee verschillende brieven van de school
commissie uit. Drie leden dier commissie wendden
zich met bezwaren tot den raad over het besluit
van burg. en weth. De beide andere leden der
commissie kwamen bij den raad tegen de bezwa
ren hunner medeleden op.
De raad, bijeengeroepen door den burg1.ver
klaarde bij een motie: van oordeel le zijn dat de
hoogere burgerschool alhier eene inrigting is alleen
toegankelijk voor mannelijke leerlingen.
De voorzitter wendde zich toen tot den koning
en verzocht vernietiging dier motie. Middelerwijl
werden de meisjes tot de lessen toegelaten en alles
ging naar wensch.
De koning besliste, geene gronden te vinden de
motie van den raad, (ten onregte als een besluit
aangemerkt) te vernietigenhoewel Z. M. burg.
en weth. bevoegd achtte tot bet besluit van toelating
dat zij genomen hadden.
In de zitting van onzen raad op gisteren avond
deed de voorzitter mededeeling van de koninklijke
beslissing en zeide geen gebruik te zullen maken
noch van de omstandigheid dat de raad slechts
een oordeel uitgebragt doch geen besluit had ge
nomen, noch van de omstandigheid dat eigenlijk
eerst het besluit van burg. en weth. behoorde ver
nietigd te worden door de bevoegde autoriteit, al
vorens de meisjes van de school verwjjderd werden,
maar onderwierp nu aan den raad 'een tweeledig
nader verzoek der ouders, die met den meesten aan"
drang en beleefdheid aan den raad vergunning
vroegen om óf hunne dochters als proef één jaar
op de hoogere burgerschool te laten, óf althans
met de verwijdering te wachten tot de school voor
uitgebr. lager onderwijs aan meisjes in deze ge
meente gereorganiseerd zou zijn.
Da.t het eerste gedeelte van dit verzoek werd
geweigerd kunnen wij begrijpenmaar dat ook het
tweede gedeelte zou geweigerd worden, vooral na
de juiste opmerkingen door een der leden aange
voeld dat de raad onheusch en ouregtvaardig jegens
°"(|ers z,ou handelen door de betrokken meisjes
tijdelijk van behoorlijk onderwijs te versteken, en
de gemeente finantieel nadeel zou leiden door het
verlies van het schoolgeld der meisjes, hadden wij
niet verwacht.
In allen ernst verklaren wij niet verwacht te
hebben, zelfs niet van den tegenwoordigen raad,
dat men zóóver gaan zou en een zoo bescheiden'
verzoek zou geweigerd worden. De 6 leden van den
raad die tegen hebben gestemd, mogen zich zeiven
de vraag beantwoorden, in hoeveire zij hier voldaan
hebben aan de eischen van regt vaardigheid en be
leefdheid, een woord dat zachtkens aan bij som
migen uit het woordenboek wordt geschrapt; aan
de eischen van het bevorderen van het belang der
ingezetenen en aan de eischen van het finantieel
belang der gemeente, want voor die meisjes we^d
ook betaald 1
Voor de eer der andere leden achten wij het
dan ook noodig op te geven, dat de tegen stem
mers bestonden uit de heeren mr. .7. J. Pompe
van Meerdervoort, mr. Hanlo, Nortier, Meijlink, den
Boer en Quist, Zeker eene toevallige? overeenstem
ming bij de oppositie in onzen raad.
De meisjes worden dus nu van de school GE
WEERD!
De vrees voor de Commune is dus verdwenen
maar de oud vaderlandsche regtvaardigheid en
heuschheid hebben zwaar geleden.
Aangenamer is het ons te wijzen op de aanne
ming van het voorstel van burg. en weth. om het
schoolgeld op de school der IIde klasse voor min
enon vermogenden van 30 op 20 ets. te brengen
Niettegenstaande een amendement van jonkh.
Pompeom het schoolgeld voor die school in plaats
van 20 op 40 ets. te brengen, een amendement,
met eene lange rede, waarvan de bedoeling was
de concurrentie voor de bijzondere school," door
verhooging van het schoolgeld op de ooenbare
school te vergemakkelijken, verdedigd, verklaarden
zich slechts 4 leden vóór het amendement en 7
tegen. Het voorstel van burg. en weth. werd alstoen
aangenomen met 6 tegen 5 stemmen.
Gaarne voldoen wij aan het verzoek tot mede
deeling, dat het zakboekje met geldswaarde, in óns
vorig nummer als verloren geannonceerd, is gevon
den. Het behoorde aan den schaapherder van den
landbouwer Snoep, te 's HeerArendskerke, die eenige
schapen had verkocht en den bedoelden herder met
de aflevering aan de Telegraafboot had belast. Deze
herdersints meer dan 20 jaren den landbouwer
Snoep en familie trouw dienendehad zijn last
trouw en behoorlijk volbragt en de koopsom in
twee bankbilletten, een a ƒ300,en een a 25
ontvangen.
Reeds op weg had liij zich verzekerd de waarde
nog bij zich te bebben. Toen welligt heeft hij het
boekje bezijden den zak gestoken, want toen hij
te huis kwam miste hij den schat. Men verbeelde
zmh zijne teleurstelling en schrik. Hij keerde on-
middelijk terug en onderzocht met arendsoogen
schier eiken voetstap, dcch te vergeefs. Onverrioter
zake keerde hij huiswaarts, na van bevoegde auto
riteiten en kennissen de hulp te hebben ingeroepen.
Na verloop van enkele dagen besloot de herder,
ten einde alle verdenking van zich af te weren, alles
wat hij in die 20 jaren, als zuur genoeg verdiend
had bijeen gegaard te gelde te maken om zijn
baas zooveel mogelijk schadeloos te stellen.
Maar gelukkig behoefde het niet zoover te komen.
De schat was gevonden door het zoontje van
den arbeider Hoogesteger te Wemeldinge, die eerlijk
de vondst terugbragt en de t 25,- belooning van
den baas ontvingzoodat de herder ontlast was
van zijne vrees en in het bezit bleef van zijn be
spaarde voor den ouden dag en de arbeider eene
niet onwelkome tegemoetkoming voor den aan
staanden winter bekwam.
Eergisteren morgen ontstond een begin van
brand in den eest van een der meekrapfabrieken
alhier, welke brand echter door doeltreffende mid
delen in het begin is gestuit.
Door de brandweer waren de noodige maatrege
len van voorzorg genomen.
Naar men verneemt is de voorloopige deelneming
in het plan tot oprigting van een dagelijksclien
maildienst tusschen Vlissingen en Londen in de
zuidelijke provinciën aanvankelijk allezins voldoende.
Vrij algemeen ziet men in, dat het hier niet alleen
een echt nationale onderneming geldt, die bij de
aanstaande voltooijing van den spoorweg Venlo
Vlissingen, vooral voor de provinciën Zeeland en
Noord-Brabant, een menigte bronnen van welvaart
zal openen, maar dat deze stoomvaart ook een
uitstekende geldbelegging zal opleveren.
Uit Tholen meldt men aan de N. R. Ct. »naar
het schijntmaakt het Tiendenbond zich in het
geheim steeds sterker tot eene algeheele weigering
der Tienden ofschoon het aantal toegetredeuen
nog niet aanzienlijk is."
Als een bewijs, hoe hevig de pokken te Leks-
mond woeden, kan dienen, dat bij den kleermaker
J. Schoorel aldaar al de kinderen ten getale van
zes, aan die vreesselijke ziekte zijn bezweken.
Sedert eenige weken heerscht te Harderwijk eene
zeer epidemische bloeddiarrliee, die reeds meer dan
40 slagtoffers heeft geëischt en die van dag tot
dag in hevigheid toeneemt. Geen wonder, dat dit
algemeene verslagenheid veroorzaakt, en men van
niets anders hoort spreken dan van de vreeselijke
ziekte, die geen onderscheid maakt tusschen oud
en jong, maar eensklaps aanpakt, en meestal na
kort lijden een einde maakt aan het leven van
den patient.
Te Deventer zijn in de jongste dagen zeer on
gunstige berigten ingekomen van eenige ambachts
lieden, die voor twee weken van daar onder schoone
beloften naar Pruisen gelokt werden, doch daar
naauwelijks zooveel verdienen om in hun eigen
onderhoud te voorzien.
Ook uit Zwolle meldt men In het laatst van
Augustus vertrok van hier een groot aantal tim
merlieden, metselaars, smeden, verwers enz. naar
Pruisen, om aldaar werk te zoeken. In hunne ver
wachting van volop werk tegen hoog loon deerlijk
bedrogen, zijn de meesteu reeds weder teruggekeerd
en raden nu hunnen confraters aan, toch maar liever
te huis te blijvenwant 't is daar ginds voor den
ambachtsman nog minder goed gesteld dan hier.
In het U. D. wordt bij vernieuwing de aandacht
gevestigd op de rijkdommen in den schoot van
een onzer provinciën, doorgaans: »liet land van
hei en struiken" genoemd, verborgen.
In den zuidoost- en oosthoek van Drenthe heeft
men toch mijnen, die zeer zeker voor een waarde
van 150,000,006 aan turf bevatten.
De ontzettende massa veen wordt zeer langzaam
geëxploiteerddewijl er geen kapitaal genoeg is
om dat met meer kracht te doen.
»Zou er vraagt de inzender ten slotte geen
maatschappij tot stand zijn te brengen die de
kanalisatie van dat »binnenlaudsch Californië" on
dernam, door de bestaande waterwegen te vereenigen,
nieuwe aan te leggen en het veen op groote schaal
te exploiteeren
In ons vorig nommer hebben wij met een enkel V
woord gewaagd van het nieuwe dagblad, dat onder
den naam van VOrdre door den heer Clément Du-
vernois, een der laatste ministers van Napoleon III,
zou worden uitgegeven. Het eerste nommer heeft
thans het licht gezien, en daarin wordt de politiek
uiteen gezet, die de redacteur denkt te volgen.
Hij verklaart den voorloopigen toestand van Frankrijk
aan te nemen; doch verlangt, dat het volk opge
roepen worde om te stemmen, welken regeringsvorm
het verkiest. Wil de meerderheid de republiek, dan
behoort men zich te onderwerpen, maar wil zij de
monarchie, dan moet het keizerrijk hersteld wor
den, want de legitieme monarchie is lang versleten.
Ten slotte wordt natuurlijk de loftrompet op het
keizerrijk gestoken en het huis van Orleans in-
tusschen verguisd. Evenwel trekken de prinsen uit
dat huis de aandacht meer en meer, vooral door
hunne populariteit, die met eiken dag toeneemt als
door hunne burgerlijke leefwijze.
Als een bewijs welk een haat en verbittering
er tegen Pruisen en al wat Pruisisch is in Frank
rijk heerscht, kan het programma strekken van
een nieuwsblad VAnti-Prussien dat te Lyon wordt
uitgegeven. Daarin toch leest menI. Doel van
het orgaan. Het bulletin der Lyonsche Anti-Pruissen-
Vereeniging heeft zich tot taak gesteld niet te laten
heelen een wond (den haat der overwinnaars), wier
voortduring het onmisbaar acht om tot volkomene
genezing te geraken Pruissen of bondgenooten
van Pruissen, de Lyonsche ligue verklaart u den
oorlog, en den oorlog op leven en doodVolk
van dieven en spionen, uwe misdaden hebben den
beker doen overloopen achteruiten plaats
gemaakt voor de eerlijke lieden 1Wat willen
wij in de eerste plaats? Al de Pruissen (d. i. de
Duitschers) verdrijven die in Frankrijk verblijf hou
den dit moet wel te verstaan geschieden door de
zedelijke kracht en niet door middelen van geweld,
omdat wij nog niet in staat zijn deze te gebrui
ken." II. Aangifte. Toen wij laatstelijk de
verschillende eigenschappen van het handelshuis 4
Willem, Bismarck Co. (diefstallen, brandstich
tingen, plunderingen enz.) opnoemden, voegden wij
er bij dat de commissionair van dit huis te Lyoa