14S8 VERGADERING VAN DEN 13 SEPTEMBER 1871.
verklaren, dat alle leeraren op twee na tegen eene toelating van
meisjes op de hierbestaande inrigting van middelbaar onderwijs
zouden gekant zijn;
dat, wel is waar, het meerendeel hunner indertijd heeft ge
adviseerd tegen eene oplossing der hier bestaande meisjesschool
in de hoogere burgerschool, waarbij het leerplan der school ver
anderd en meisjes en jongens, die reeds sedert jaren gewend waren
op afzonderlijke scholen te worden onderwezen, eensklaps naast
elkander geplaatst zouden worden;
dat zij er daarentegen volstrekt geen bezwaar in zien, dat de
meisjes, terwijl het leerplan ongeschonden bewaard blijft, van lie
verlede van de gewone lagere dus gemengde school met hunne
mannelijke medescholieren tot de school voor Middelbaar onder
wijs worden toegelaten, doch van zoodanigen maatregel integendeel
gunstige resultaten verwachten, gelijk twee der adressanten, vroeger
leeraren op eene gemengde school van uitgebreid lager onderwijs,
daarvan de beste resultaten ondervonden.
Dat zij, niet wetende of welligt het in de raadsvergadering van
26 Aug. 11. omtrent de opinie der leeraren besprokene aan uwe
Excellentie is medegedeeld zich verpligt rekenen van deze hunne
overtuiging aan uwe Excellentie met gepasten eerbied kennis te
geven, ten einde alle verkeerde gevolgtrekkingen te voorkomen.
Goes31 Aug. 1871.
't Welk doende enz.
Was geteekend
E. L. EAISELY.
T. H. DE BEER.
E. HUIZINGA.
P. CONItADI.
M. JACQ. DE WITT HAMER.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
V. Aan de orde is het onderzoek der geloofsbrieven van het
onlangs gekozen lid van den raad B. Quist.
De Voorzitter benoemt eene commissie bestaande uit de heeren
KakebeekeNortier en Meijlinken verzoektdat deze com
missie dadelijk het onderzoek bewerkstelligeterwijl hij de ver
gadering schorst.
Na heropening der vergadering wordt het rapport der com
missie door den Secretaris gelezen, luidende
Mijne Heeren!
De commissie, belast met het onderzoek van den geloofsbrief
en de andere in artikel 17 der wet van 29 Junij 1851(St.bb
