1456 VERGADERING VAN DEN 13 SEPTEMBER 1871.
Voorzitter de heer Mr. M. P. Blaaubeen.
Tegenwoordig acht leden en de Secretaris.
Afwezig met kennisgeving de heeren Mr. Hanlo, wegens ver
blijf buiten de gemeente, en Jhr. Mr. Pompe van Meerdervoort,
wegens huisselijke omstandigheden.
I. De notulen der vergadering van den 30 Augustus jl. worden
gelezen.
De heer dr. Callenfels geeft zijne bevreemding te kennen, dat
daar niets in voorkomt van zijn voorstel omtrent het locaal voor
eventueele poklijders.
De Secretaris doet opmerkendat de heer Callenfels over be
doeld locaal gesproken heeft in de vergadering van 5 September.
De gemelde notulen worden goedgekeurd.
II. De notulen der vergadering van den 5 September worden
gelezen.
De heer dr. Callenfels zegtdat hijsprekende over het locaal
tot verpleging van poklijders, niet voorgesteld heeft, dat dit
eenigen tijd zou blijven staanmaar dat het voortdurend voor
verpleging van lijders behouden worde.
De Voorzitter antwoordtdat wat de heer Callenfels zegt
voorgesteld te hebben, woordelijk in de notulen staat.
De Secretaris leest nu nogmaals de aangevallen zinsnede
luidende
„Hij (dr. Callenfels) stelt daarom voor het gebouw voor ver
pleging van eventueele poklijders niet dadelijk af te breken
maar dit te laten staan."
De heer dr. Callenfels zegtgesproken te hebben niet van
eenigen tijd te laten staan maar om het locaal voortdurend te
behouden.
De Voorzitter herhaalt, dat dit ook in de notulen staat, en
verzoekt den heer Callenfels aan te gevenhoe hij de notulen
wil gewijzigd hebben.
De Secretaris leest nogmaals de bovenstaande zinsnede.
De heer dr. Callenfels zegt, dat, als er maar niet staat van
neenigen tijd" het dan goed is.
Nog verklaart hijniet gezegd te hebbenden inspecteur
maar een inspecteur.
De notulen van 5 September worden met die wijziging goed
gekeurd.
III. De Voorzitter doet de navolgende mededeelingen, die zoo
veel noodig met goedkeuring, voor notificatie worden aangenomen
dat burg. en weth. naar aanleiding van het raadsbesluit van