de volgende onderwerpenpolitieke waarborgen tegen het ligtvaardig voeren van oorlog, politieke ivaar- borgen tegen voor den vrede gevaarlijke tractaten, di plomatieke openbaarheid, ivaarborgen tegen vorstelijk militarisme, militaire hervorming ten gunste des vredes en vredeverbond en permanent vredecongres der be schaafde mogendheden. Wij wenschen onzen lezers vooraf een overzigt te geven van bovengenoemde beschouwingen, alvo rens wij onze opmerkingen te berde brengen. Daar door hopen wij, zal de lust opgewekt worden, om met het boekje zelve kennis te maken. Hoewel de grondwet zegt dat de koning oorlog verklaart, ziet de schrijver hierin op zich zelf zulk een groot bezwaar niet; de koning toch kan niet regeren zonder zijne ministers en een oorlogsdaad op bevel van den koning alleen zou den staat niet aange rekend worden. In de ministeriëele verantwoorde lijkheid dus hebben wij reeds een waarborg. Maai er moeten betere waarborgen bestaan. De heer van Bemmelen wil daartoe van b. v. 'Is der leden van de beide kamers der staten-generaal en van den staatsraad, in ééne zitting vergaderd, de toe stemming, zoo eene oorlogsverklaring wordt noodig geacht. In allen geval wenscht de schrijver dat aan de grondwetsbepalingdat de koning onmiddelijk aan de beide kamers mededeeling moet doen van eene oorlogsverklaring, toegevoegd zien: „onder mededeeling der beweegredenen welke de regering tot de oorlogsverklaring geleid hebben. De schrijver wil, als waarborgen tegen de ge vaarlijke tractaten, die zoo nu en dan wel gesloten kunnen worden, dat voor alle, niet voor die alleen waarvan de regering meent dat zulks noodig is, de toestemming der staten-generaal worde vereischt. Onderhandelingen op staatkundig gebied mogen niet geheim worden gehouden en evenzeer zou het in het belang des vredes geacht kunnen worden indien over bodige gezantschappen in Europa werden afgeschaft. De heer van Bemmelen wil in den koning vol strekt geen militair persoon zien. De koning." zegt de schrijver, »houde geheel op soldaat te zijn. Hij worde geheel burger. Hij zende zijn generaals-uniform en zijn degen aan het museum van vaderlandsche oudheden, en verschijne steeds in burgerkleeding en ongewapend in het publiek. De militaire opleiding der koningszonen, hunne in de wieg aanvangende en steeds opklim mende benoeming tot militaire rangen, dit alles worde afgeschaft. De troonopvolger in het bijzon der worde niet uitgesloten van civiele staatsbemoei- jingeu, om de eerste krijgsman des rijks in spe en de tweede ad interim te zijn. De koning, een civiel en geen militair persoon, een vredevorst en geen heervoerder zijnde, voere dan ook nimmer eenig militair kommando, noch in vredes-, noch in oor logstijd, noch een kommando van bijzonderen aard, noch het opperbevel in een veldtogt. Hij benoeme generaals, admiraals en opperbevelhebbers, die na tuurlijk aan zijn regeringsgezag onderworpen blijven, doch hij trede nimmer in hunne plaats." De eenigszins vreemde benaming, militaire her vorming ten gunste des vredes" verklaart zich, wanneer de heer van Bemmelen eene algeheele ont wapening een hersenschim acht. Blijkbaar is hij niet homogeen met die bestu ren der Amsterdamsche vredes-ligchamen, die het voornemen hebben om den Amsterdamschen ge meenteraad te verzoeken, der jeugd het trommelen op de Beurs te verbieden, als lijdende dit tot oor logszucht. De heer van Bemmelen toch stelt voor het leger zamen te stellen uit dienstpligtige inge zetenen, loting en plaatsvervanging af te schaffen en reeds met de jeugd op de scholen aan te vangen, door haar ligchaams- en wapenoefeningen te doen houden. Er zouden slechts kampen en marschen worden gehouden geen kazerneleven en dienst tijden voorkomen. De landmagt zou slechts bestaan uit een kleine kern heroeps-militairen. De schrijver verwerpt eveneens het denkbeeld, door Victor Hugo en zjjne geestverwanten steeds gepredikt, van de Vereenigde Staten van Europa sterk om daarover na te denken eu tot groot ge noegen der aanwezigen, brengt men het glas dat bestemd is om telkens de vingers te vvasschen en te verkoelen, aan den mond. Doch ook die teug waters baat niet. Het beste is een weinig enkele rijst te nemen, dan is het gevoel in den mond spoedig over. Men waue echter niet, dat die rijsttafel „ungeniess- bar" is. Zoodra men wat op de hoogte is der vel schillende spijzen die men bij de rijst gebruikt gebeurt het slechts zelden dat men niet met genoegen bet uur van twaalven verbeidt. De rijst wordt droog gekookt. Een pot water wordt op bet vuur gezet. Op dien pot wordt eene andere met rijst geplaatst. Deze laatste is voorzien van eenige kleine gaatjes, zoodat de stoom van het water in den ondersten pot, de rijst in den boven sten pot bereiken kan. In dien stoom nu wordt de rijst gaar gekookt, en zoo wordt zij zeer smakelijk. Opdat de rijst niet door de gaatjes van den boven sten pot zou vallen, wordt op den bodem een pi sangblad gelegd. Men neemt slechts weinig rijst op zijn bord, maar met allerlei vleesclispijzen van kip toebereid, vult men de rijst aandoet men daarbij wat gekruide zaken die in honderdlei soorten worden aange boden, wat zuur, een stuk komkommer en een wei nig spaansche peper, dan krijgt men een uitmuntend en zeer smakelijk geregt, waarnaar de gerepatri eerde Indische euvopeanen nog dikwijls eene ver en noemt als alleen-reddend een vredebond der be schaafde mogendheden, waaruit een permanent vre descongres kan geboren worden. Dit congres zou een internationalen ban kunnen uitspreken en dien door wapengeweld doen uitvoeren, tegen een onge hoorzamen staat. Het zou tevens de zoo noodige volken-regterlijke bepalingen voor oorlogstijd kun nen vaststellen. Slechts een beknopt overzigt hebben wij hier van de vrede-middelen van den heer van Bemmelen gegeven. Zijne voorschriften verdienen in zulke hooge mate de aandacht want ieder burger loopt gevaar een oorlogspatient te worden dat wij aan de bespreking dezer merkwaardige brochure nog eenige ruimte zullen wijden. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. GOES, 21 Augustus 1871. Voor de vervulling der nog bestaande vacature in onzen gemeenteraad zijn jl. Vrijdag ingeleverd 203 stembiljetten. Bij de opening op den daaropvolgenden dag bleek, dat van de 203 biljetten 11 van onwaarde waren, dus geldige stemmen *192 en de volstrekte meer derheid 97. Van die 192 stemmen zijn uitgebragt op B. Quist 58 en op J. J. B. Wiecking 48, tusschen welke beide heeren alzoo eene herstemming moet plaats hebben. Voorts hebben verkregen mr. J. H. de Laat de Kanter 37 B. van As- peren Vervenne 9 W. F. Busing 8 mr. J. A. van HoekJozias van de Velde M. van der Reit, G. J. Besseling M. Bartelse en F. L. Goossen ieder 2 stemmen. P. Verboom A. Sterk J. van BlitterswijkKrol van der Hoekmr, J. G. de Witt HamerJan van Zoom mr. J. L. H. Liebert, apotheker Le Cointre M. van Zweden Hendrik Kramer violistJ. J. Koens Bertje Meijlink J. Quist de secret. Hartman Ossewaarde P. Jo- hanuissen M. de Jonge Melly, J. A. Bevier de Fouw T. van Heel A. Kakebeeke Jz. en J. Koo- man Az. ieder ééne stem. Drie kiezers schijnen door het gedurig stemmeu in poëtische verrukking geraakt te zijn. Er waren namelijk 3 biljetten met een vers ingeleverd. De twee voorgelezenen luidden voor zoover wij het verstaan hebbenals volgt lo. Daar ik buiten het geschil wil blijven, Zal ik ze maar laten kijven. 2o. Ter bevestiging van Gods koningrijk op aarde, Kies ik den vromen vischboer Ossewaarde. Wonende in de Magdalena-straat, Tot lid van onzen achtb'ren raad. Het derde, dat een %ng vers scheen te bevatten, is niet voorgelezen, hoewel wij vermeenen dat de voorzitter van het stembureau daartoe, volgens art. 60 der kieswet verpligt was. In bedoeld art. leest men bij bet openen wordt de INHOUD van elk briefje door den voorzitter overluid voorgelezen." Nog een briefje was ingeleverd met den voor de kandidaten vereerenden inhoud van „De aanbevoleneu zijn onbruikbaar." Men heeft ons gevraagd, waarom vau liberale zijde geene candidaten zijn gesteld, terwijl nu juist door het minder gehalte vooral van den orthodoxen candidaat, er goede kans bestond dat een liberaal werd gekozen. Wij voor ons antwoorden daaiop dat wij geene aanbidders zijn van liet succès en niet verlangen te triomferen door een speculeren op de omstan digheden. De jongste verkiezingen voor den raad zijn al len in anti-liberalen geest uitgevallen en ofschoon wij er niet aan twijfelen dat b. v. mr. de Kanter thans tegenover den heer Quist zou hebben geze gevierd, zoo wenschen wij geene overwinning die alleen een gevolg zou zijn van de onbeduidendheid zuchting slaken. Bij de rijst wordt meestal een lekker glas bier gedronken. Na de rijst worden gebakken aardappels met groente en runder-beef gepresenteerd. Daarbij gebruikt men een glas wijn. Vervolgens gebak, gember en vruchten. En 'tis niet te verwonderen als men, na van een en ander goed gebruik te hebben gemaakt, in een heet kli maat, eene onweerstaanbare behoefte aan rust gevoelt. Niets belet u echter daaraan in een logement be vrediging te geven. Is men in het binnenland in betrekking, dan kan men daartoe niet altijd den tijd missen, maar te Batavia en op de meeste plaat sen over heel Java kan men tusschen 2 en 5 ure des namiddags niemand te spreken krijgen. Men rust dan. Zelfs vele inlanders volgen die gewoonte. Tegen 5 ure wordt het weêr levendig. Ieder snelt .naar een badkamer, waaruit men verfriseht en ver sterkt terug komt en men gaat zich kleeden. Eerst dan begint het leven. Heeren en dames, in elegant toilet, wandelen of maken rijtoertjes en bezoeken hunne vrienden en kennissen. Tegen de stof zijn de wegen begoten en de zeewind brengt over alles een verfrisschendeu invloed te weeg. Ten ongeveer 8 ure of vroeger des avonds wordt er gedineerd. Soep, aardappelen met groente en vleesch, een glas wijn en dessert. Van dit maal wordt niet zulk een ruim gebruik gemaakt als van de rijsttafel ten 12 ure. des tegenkandidaats. Ieder liberaal trouwens zou tegenover zulk eene candidatuur en met de kennis der jongste verkiezingen, zeker hebben bedankt. De triomf der liberale beginselen moet niet zijn een gevolg van de wispelturigheid der kiezers, of een uitvloeisel van bijzondere omstandigheden, maar overtuiging der kiezers. Daarom heeft zich ditmaal de liberale party onthouden en in ons oog teregt. Het valt wel te voorzien wie bij de herstemming de zege zal behalen. Tenzij een zeker getal kiezers van de meening uitgaat, dat men uit twee kwaden bet beste moet kiezen en de heer Wiecking als oud en bekend burger de voorkeur verdient, boven iemand dien velen niet eens van aangezigt kennen, valt het niet te betwijfelen of de heer Quist wordt verkozen. Intusschen beschouwen wij het uitbrengen van slechts 58 st. op dezen laatste, als een bewijs dat de orthodoxe partij an bout de son latin raakt en als een krachtig bewijs, dat het meerendeel ook der orthodoxe kiezers de oogen opengaat. Men verlangt niet tot nog onkundiger aftedalen dan men reeds gedaald is Er komt gebrek aan kandidaten. Bekwaamheid en geschiktheid worden weder wat in aanmerking genomen, althans ongeschiktheid veroordeeld. Nogtans verwachten wij, dat de heer Quist met een vijfde of een vierde van de uittebrengen stem men zal worden gekozen. En of na zulk een gering aantal stemmen ook al een bewijs zij, dat men niet valt in den geest van bet overig 3h der kiezers, zoo is het buiten twijfel dat de br. Quist de be noeming aanneemt, want het is bekend zelfs de ergste orthodoxen in onze gemeente versmaden de vooraanzittinge" niet(en liebbenj een vromen afkeer van Jezus gezegde mijn rijk is niet van deze wereld.) De liberale partij zal zich zeker ook weder bij de herstemming onthouden. Zij kan bezwaarlijk haren steun schenken aan den hr. Wiecking, die eerst hare beginselen is toegedaan geweest, maal later, naar men beweert, van zienswijze is veran derd. Ware dit niet het geval dan had liij zeker op den steun der liberalen kunnen rekenen en was zijne verkiezing reeds vroeger verzekerd geweest. Eene groote menigte ingezetenen heeft zich heden naar het kanaal van Zuid-Beveland begeven, om getuige te zijn van het zeldzaam voorkomend too- neel, van de flotille te zien welke de stoffelijke over blijfsels der te Antwerpen gesneuvelde krijgers zal overbrengen, zelfs is een tweede expres-trein noodig geweest om de honderden te vervoeren, die eerst ten drie uren kon vertrekken. De late aankomst (eerst ten half zeven ure) belet ons voor de uitgave nog eene korte beschrijving te geven. Ook uit onze gemeente zijn eenige oudkrijgers, versierd met de medaille der Citadel van Ant werpen," in staat gesteld om deel te nemen aan de ter aarde bestelling hunner vroegere chefs. Men noemt ons als zoodanig: J. Kopmels, J. Maar- tense en P. Blankert. Door de heeren Kappeyne van de Coppello, Mac- kayBredius en de Langeleden van de Tweede" kamer der Staten Generaal, zal het initiatief wor den genomen om bij het bestaand theoretisch mid delbaar onderwijs voor den handwerksman, ook technisch of vakonderwijs te verkrijgen. Zr. Ms. schroefstoomboot Willem, onder bevel van den kapt. t./z. P. Toutenhoofd, is, volgens een bij het Dep. vau Marine ontvangen telegram, in den avond van den 18 dezer, uit Oost-Indië ter reede van Texel aangekomen. Aan boord was alles wel. Be Tijd van den 9n dezer bevat de Encycliek" van Z. H. Paus Pius IX, waarin 's Pausen innige dankbaarheid wordt betuigd voor de tallooze be wijzen van hulde, ontvangen bij gelegenheid van de viering van Zijn 25jarig Pausschap. De avond wordt verder doorgebragt met naar eenig concert, opera of iets van dien aard te gaan of wel men gaat bij een zijner kenuissen een par tijtje maken en tegen ongeveer 12 ure gaat alles weder slapen. In zijne kamer gekomen bemerkt de nieuweling- of „baar" zooals men hem op Java noemt, dat het aantal hagedisjes nog is toegenomen en met een zeker onaangenaam gevoel gaat hij in de eerste dagen naar bed. Dit betert er niet op als men ge durende den avond de neteldoeken gordijnen van zijn ledikant niet zorgvuldig heeft digt gehouden. Al spoedig toch bemerkt men dan erg geplaagd te worden door eene soort muggen, muskieten ge naamd, die bij iedere teug die zij uit uw bloed nemen, een sterk jeukend bobbeltje veroorzaken, zoodat men na weinige oogenblikken, eene onaan gename jeukte over het gansche ligehaam gevoelt en nog onrustige blikken naar den muur werpt, waar de hagedisjes ongestoord, hunnen togt voort zetten. Tegen 1 a 2 ure heeft men echter geen last meer van de muskietenof zij dan verzadigd zijn of ook rust behoeven, is ons onbekendmaar zeker is het, dat zij tegen dien tijd den slapende met vrede laten. Ook bespeurt men dat de hagedisjes niet van den muur afkomen en Morpheus ontlermt zich over ons. Waarschijnlijk afgeleid van het malejsche woord bahroe. dat nieuw beteekent. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 2