GEMENGDE BER1GT EN. BURGERLIJKE STAND GOES MARKTBERIGTEN U. DENEVERS. J. P. VAN DER DOES L*., openbare meening, zich bepaald voor den vrede uitgesproken. Zeer te regt vraagt dus bet Journal des Débats: waartoe diende het dan de gemoe deren op te winden, door het debatteren over een onoplosbaar vraagstuk?" Uit verschillende streken van Frankrjjk komen berigten van onverwachte branden, welke men toe schrijft aan de misdadige pogingen van handlangers der commune, die uit Parijs ontsnapt en zich in de provinciën verspreid hebben. Naauwelijks was het hertogelijk paleis te Nancy door de vlam men vernield of het verblijf van den aartsbisschop van Bourges werd ook eene prooi van dat vrees- selijk element. Alles is vernield, ook de bibliotheek met hare kostbare handschriften. De verdeeldheid tusschen de officieren van het Fransche leger, begint hoe langer zoo meer on rustbarend te worden. De officieren van het oude leger, dat bij Sédan en Metz werd gevangen ge nomen, zijn woedend op de officieren van de legers door Gambetta geworven, en reeds meer dan eens is» het tusschen hen tot verwijten gekomen. De een verwijt den ander, dat hij gevangen genomen is, en de ander den een, dat hij is op de vlugt gegaan. Tegenover Metz en Sédan staan de te- rugtogt van Faidherbe naar Rijssel en het trekken van Clinchantden opvolger van Bourbaki, over de grenzen van Zwitserland. »Wat, vragen de oude officieren, «hebben de nieuwe officieren nu gedaan, om na zoo korten diensttijd zoo hoog in rang te staan?" Dat de militaire tucht onder dien toestand lijdt, is ligt te begrijpen, en algemeen houdt men het voor wenschelijk, dat er spoedig, zeer spoedig, een commissie van geachte generaals worde be noemd, ten einde een onderzoek intestellen of de nieuwe officieren, dat is: die van de promotiën Gam betta, wel geschikt zijn om in die rangen te dienen welke zij bekleeden, en of zij hunne promotie verdiend hebben. Volgt dat onderzoek niet spoedig, dan voorziet men na den oorlog tegen den vreemde ling en den politieken burgeroorlog nu nog een militairen strijd van Franschen tegen Fransehen. Reeds heeft een journalist te Parijs van pronun- ciamentos gesproken en het zou er inderdaad toe kunnen komen. De graaf tan Chambord heeft de stad Brugge in België tot zijne tijdelijke verblijfplaats verkozen. De Fatrie, een katholiek dagblad van die stad, geeft telkens berigten van 's graven verrigtingen aldaar, van de bezoeken die hij ontvangt, en de huldeblijken, die hem gebragt worden. B.et Jour nal de Bruges laakt dit, als eene onvoegzame en onvoorzigtige handelwijze. Het lagerhuis van Engeland hield zich dezer dagen bezig met het voorstel van een zijner leden tot invoering van het decimaal of metrieke stelsel van maten en gewigten, ter vervanging van de tien verschillende stelsels, thans in Engeland in gebruik. De aanbeveling tot invoering van dit stel sel dagleekent reeds uit den tijd van de magna charter, 700 jaren geleden. En niettegenstaande deze oude aanbeveling, niettegenstaande de wen- schelijklieid der invoering van het stelsel door ver schillende leden betoogd werd en de noodzakelijkheid daarvan meermalen (o. a. bij tentoonstellingen) was gebleken, werd het voorstel met 82 tegen 77 stem men verworpen. De vraag, wie de opvolger van den tegenwoor- digen paus, na diens overlijden, zal zijn, is reeds nu ter sprake gebragt. De kuiperpen, die met be trekking hiertoe op touw gezet worden zijn in vollen gang. De romeinsche curie heeft twee can- didatende kardinalen Castelli en Patrizide can- didatuur van laatstgenoemde wordt ondersteund door Antonelli, omdat deze, wordt Patrizi paus, kans heeft de «veelvermogende" staatssecretaris te blij ven. Kardinaal Panebianco is de candidaat der jezuïten. De Franschen trachten kardinaal Amat tot opperpriester te doen verkiezen Amat is wel Italiaan (op Sardinië geboren), doch van afkomst en wat zijne gevoelens betreft Franschman. De pogingen van Italië om een kardinaal aantebevelen die voor dit koningrijk gunstig gestemd is, hebben, naar men zegt, tot dus verre nog weinig hoop op goeden uitslag geleverd. Uit België schrijft men, dat de bekende Lan grandDumonceau zich bij voortduring in Engeland ophoudt en zich zoo aan de vervolging der justitie onttrekt, doch tevens de feiten, die men liem ten laste legt, blijft ontkennen. Integendeel hij heeft thans naar Brussel eene uitvoerige verdediging gezonden, die tegelijk eene acte van beschuldiging is tegen allen, die de ontwikkeling en uitbreiding der maat schappijen belemmerd hebben. Hij durft zelfs vra gen dat zijne aandeelhouders zich tot een nieuwe vennootschap vereenigen, die de oude vennootschap pen likwideren en het verlies van eenigen met de winst der anderen dekken zal. Een gewezen me debestuurder van die maatschappijen, de heer De Decker, was genoodzaakt meer dan een millioen francs, welke hij voor zijn beheer genoten heeft, aan de aandeelhouders terug te geven men zegt ook dat hij, niets meer bezittende, eene betrekking zoekt dat is mogelijk, maar ten onregte hebben de bladen gemeld dat er sprake zou zijn van zijne benoeming tot inspecteur-generaal van het middel baar onderwijs. De koning van Zweden heeft nog geen afstand «^gedaan van zijn wensch tot reorganisatie van het defer. Het schijnt integendeel, dat hij deze wensch te°meer zoekt te verwezenlijken. Hij heeft althans nu bepaald, dat de buitengewone rijksdag ter be handeling van de voorstellen daartoe, den 11 Sep tember a. s. zal bijeenkomen. Deze buitengewone zitting was in de troonrede tot sluiting van den vorigen rijksdag aangekondigd, met de bijvoeging: «ten ware er onvoorziene hinderpalen ontstonden". Uit het thans genomen besluit wordt afgeleid, dat de regering geen zoodanigen onverwachter: hinder paal ziet in de ongunstige stemming des volks ten aanzien van hare plannen, en zich overtuigd houdt dat de bijeenroeping van den rijksdag algemeen bijval zal vinden. Intusschen vertoonen zich, volgens on derscheidene berigten uit Zweden, in volksverga deringen en dagbladen nog zeer weinig blijken van eene verandering der publieke opinie ter gunste van de ontwerpen der regering, en zou men dus ook van den buitengewonen rijksdag geen betere resul taten dan van den vorigen te verwachten hebben, indien de regering er niet toe besloot hare plan nen ten aanzien der inrigting van het krijgswezen aanmerkelijk te wijzigen en ze meer met de wenschen des volks in overeenstemming te brengen. De be rigten voegen er bij dat tot dus verre niet geble ken is van de gezindheid der regering om belangrijke concessiën aan de publieke opinie te doen. Een Oostellingwerver klaagt in de Asser Ct. over een paar brutale en „al'zigtelijk gekleede" bedelaars, 't Schijnt, dat er te Oostellingwerf geen politie is. Te Wassenaar heeft men wel politie. Zij heeft nu nog de heldendaad ver- rigt van een armen krankzinnige letterlijk naar 's Hage te slepen. Een wagen kon er niet op overschieten. Te Delft is een jongen, dien men om vuur gezonden had, door de vliegende vonken in brand geraakt, die echter door een paar voorbijgangers isgebluseht. Te Arnhem is een nieuw fraai hotel geopend met muziek en illuminatie. Te Olst is een steenbakker, die bij een hooimijt gerust een boterham zat te eten, gedood door een houtblok, dat van de mijt neerviel. Bij den pastoor te Lobith heeft diefstal met in braak plaats gehad. Te Utrecht is een jongman zóó door twee vrouwen mishandeld, dat hij naar 't ziekenhuis moest worden vervoerd. De dames zijn in arrest. In de ge meenten Nijeveen, Rolde en Oosterhesselen, te zamen met ruim 4000 inwoners, heeft zich in Junij geen enkel sterfge val voorgedaan. - Prinses Paulina von Metternich, die te genwoordig Weenen bewoont, zond onlangs des morgens een knecht bij een rijken bankier om in te schrijven voor de Franschen, die door den oorlog geleden hebben. Hij beziet de lijst, geeuwt en geeft ze weder, zeggende: „Ware de prinses zelve gekomen, ik schreef in voor vijfduizend gulden." Des anderen daags werd de bankier vroeg gewekt en eene gesluijerde dame in zijne tegenwoordigheid ge bragt. Zij ligt den sluijer op, en de bankier ziet, dat zijne schoonc bezoekster niemand anders is dan de prinses von Metternich. „Gij hebt gisteren aan mijn knecht gezegd, dat ge zoudt inschrijven voor vijfduizend gulden, als ik in persoon kwam, zeide zij, hier ben ik met mijne lijst.'-' Er viel niet te aarzelen; de bankier teekende in en de prinses ging heen, verheugd dat de Croesus zijn woord gehouden had. Overeenkomstig het besluit der commissie voor den burgerlijken stand laten zij te Parijs, die onder de commune gehuwd zijn en wier echt onwettig is ver klaard, zich „overtrouwen." Niet onliardig is het, dat de meesten ook weêr op nieuw een bruiloft geven. Koning Victor Emanuel is evenals de gewezen keizer der Franschen een groot liefhebber van rooken en van paarden. Bij zijn jongste bezoek te Napels gaf hij de voorkeur aan een be zoek van het circus boven een rid door de te zijner eer geïllumineerde stad. Al spoedig haalde hij zijn cigaren- koker voor den dag, toen zijn oog op een groot plakkaat viel, waarop stond: het is verboden hier te rooken. Ver drietig borg hij zijn cigarenkoker, maar zijne omgeving, die de beweging van den koning had opgemerkt, deelde den directeur het gebeurde mede, die zich terstond naar de hofloge begaf om den koning te verzoeken het verbod als op hem niet toepasselijk te beschouwen. De koning echter begreep, dat hij in de eerste plaats verpligt was zich aan het reglement te onderwerpen. De directeur liet daarop het plakkaat van verbod wegnemen en Victor Emanuel haastte zich een sigaar aan te steken. Er waren echter naauwelijks een paar minuten verloopen, of het publiek volgde het voorbeeld des lconings en weldra was de geheele zaal in een rook gehuld, zoodat de voorstelling slechts door een nevel zigtbaar was en de bezoekers, waar onder de koning, zich verwijderden. De geweldigste zanger van den tegenwoordigen tijd is de heldentenor van een Italiaansch gezelschap, dat thans te Weenen eenige voorstellingen geeft. Hij heet Patiereo en zingt zoo vreeselijk, dat niemand digt bij het tooneel durft zitten uit vrees voor een verscheurd trommelvlies. Zijn Êiano is sterker dan het fortissimo van een gewonen tenor. >e man herinnert levendig aan dien baszanger, die in ge wone vertrekken altijd genoodzaakt was te fluisteren, omdat, als hij sprak, geregeld de glazen knapten. Te Smilde is een jongen, die in een bosch aardbeijen zocht, door een adder in den arm gebeten, die dadelijk opzwol. Dadelijke geneeskundige hulp heeft hem gered. Te Utrecht heeft eene kindermeid het wagentje, dat zij trok met een kind daarin, in 't water laten rollen. Een vlugge jongen redde kind en wagen met een roeibootje. Te Rotterdam is een in 't water gevallen sjouwer door de politie gered. Te Hillegersberg is een 'meisje, dat met nare familie uit Rotterdam buiten was, terwijl zij de handen wilde was- schen, verdronken. Jonkheer tiartsen wil niets meer met Asmodée te doen hebben, verklaart hij. Te Ezinge had een betreurenswaardig voorval plaats. Een der knechten van den landbouwer A. Iwema, een ferm jong mensch, had de onvoorzigtigheid een jeugdig ongedresseerd paard te bestijgen, met het treurige gevolg, dat men hem een oogen- blik later bewusteloos in het land vond liggen. Nog ligt hij voortdurend in ondragelijke pijnen en in koortsen, ter wijl men nog niet kan zeggen, hoe gevaarlijk zijne won den zijn of hoe zij veroorzaakt zijn. Een matroos, met verlof te 'sHage, heeft daar volgens 't Vaderl. zonder ver lof een gouden horologie van zijne zuster weggenomen en is nu overgebragt naar 'thuis van arrest om betere manieren te leeren. Een klein brandje in de residentie is spoedig gebluscht. Een kind van 7 jaar is er overreden en heeft een arm gebroken. Iemand, die nieuwsgierig was te weten, hoeveel een bedelaar daags met bedelen zou kunnen verdienen, droeg een zijner,knechts op gedurende één dag te bedelen en hem dan den volgenden dag te vertellen, hoeveel hij had opgehaald; hij zou in elk geval zijn gewoon dagloon krijgen, als hij er bij verloor. Maai de bedelaar-dillettant kwam noch den anderen noch de volgende dagen terug. Eenigen tijd later ontmoette hem toevallig zijn vorige heer, die hem vroeg, waarom hij niet weer aan het werk was gegaan. Het antwoord luidde, dat hij wel een gek moest zijn, als hij weer ging wer ken net bedelen was veel gemakkelijker en bragt veel meer op. De man is sedert bedelaar gebleven. Een twist in een herberg tusschen een Mecklenburgschen heereboer en een jongen officier veroorzaakte, dat de laatste, die zich beleedigd achtte, zijne partij op het pistool uit daagde. Een van beiden moest op de plaats blijven. Den volgenden morgen waren beiden voor den bepaalden tijd op het terrein en alle voorbereidingen gemaakt, toen ile Mecklenburger uitriep: „ik houd van stiptheid, 't is nog niet \oluit 8 uur en voor doodschieten nog tijd genoeg. Jo- han!" (tot zijn koetsier)" tast eens in den zak. Wat heb jé daar?" „Een"portefeuille." „Neen, wat. kleiner." „Een por- temonnaie." „Neen nog wat kleiner." „Twee pruimen." Dat's goed. Johani pas op Joliansmijt er een van in de lucht Johan; nu de andere pruim. En de kogels van den uitge daagde troffen beide pruimen in den val. Inmiddels sloeg het acht uur en was de bloeddorstige krijgsman in het oog vallend bleek geworden. De econoom liep naar hem toe en zeide: „Dat ik schieten kan hebt ge nu wel gezien. Ge zijt meer mans dan een pruim, maar zoo'u schijf is mij te groot, en voor doodschieten zijt ge mij ook nog te groen. Moet er volstrekt een van ons beiden óp die plaats blijven, blijf dan in vredes naam zoolang als 't je bevalt. Op den bok, Jolianwij gaan naar de vrouw. In de Grieksehe wateren, op de hoogte van Spezzia, heeft een vreeselijk on geluk plaats gehad. Het stoombootje Eunomia had een bruids paar aan boord en op de hoogte van genoemd eiland zou men eenige schoten lossen. De kapitein ging naar de kruid kamer, die onder de kajuit was, waarvan hij het luik liet openstaan. Een klein meisje viel door het luik, en ten ge volge hiervan of van eene hevige woordenwisseling, die daaruit ontstond tusschen den kapitein en de vader van het kind, kolonel Scuza, viel de kaars, waarmede de Grieken, naar hot blijkt, in kruidkamers gaan, omver, en op hetzelfde oogenblik sloeg het achtergedeelte van het schip uiteen. De verbrande lijken der passagiers en de stukken van het vaar tuig, die het op dek vielen, doodden nog negen man der equi page; zeventien personen werden van deze ramp het. slagt offer. De bruidegom had, ondanks de ontsteltenis, zijne bruid gegrepen en was met haar in het water gesprongen. Althans hij meende het; toen hij de kust had bereikt, ontdekte hij, dat hij niet zijne bruid, maar eene jonge dame uit Athene gered had. Zijne bruid was bij de ramp omgekomen. 2 76ste STAATSLOTERIJ. Prijzen van 100 en daarboven. lste kl. 3e lijst. No. 8919, 1500; no. 2132 en 8498, ieder f 400; no. 19G42 j 200; no 2938, 5378, 9520, 1082G, 13751, 15544 en 19999, ieder/100. 4e lijst. No. 3910, 400; no. 6401, 100. Van den 27 tot en met den 31 Julij 1871. Ondertrouwd den 28, Karei Komelis Maartense, oud 29 j-,jm. en Sara Anthonia Glerum, oud 27 Gehuwd Geene. Geboren den 27, Ary, z. v. Ary de Nooijer en Anthonia Nonnekesden 30, Elisabeth, d. v. Johan nes Geluk en Elisabeth van Belois; Willem, z. v. Marinus Kok en Pieternella Wilhelmina Reijerse; den 31, Antonie -Josias, z. v. Gijsbertus van der Hoek en Alberta Antonia Moll. Overleden: den 28, Hendrikus G er ar dus, oud 1 /m., z. v. Gerardus van Kalrnthout en Johanna van Ockstee; den 29, Maatje Bastiana, oud 5/w., d. v. Karei Mulder en Krijna Wisse. PER TELEGRAAF. ROTTERDAM, 31 Julij 1871. GRANEN. Aanvoer middelmatig. Puike TARWE 30 et. hooger. Afwijkende tot flaauw vorige prijzen, langzaam ver kocht. Overige artikelen onveranderd. MEEKRAP. Vraagprijzen algemeen iets hoogerdaardoor stil LONDEN, 31 Jnlij 1871. TARWE 1 a 2 sh. liooger, overigens kalm. MEEL beter, HAVER vast. ADYERTEiNTIËN. Getrouwd D. de KONING Goes en 2S Julij 1871. IC. C. DEKKER. Bevallen van een HOEKMoll. Goes, 31 Julij 1871. ZOONA. A. van der Voor de vele bewijzen van belangstelling ondervonden op ons fiOjarig huwelijksfeest, betuigen wij onzen opregten dank. Goes, J. DELNAAIJ. 31 Julij 1871. W. de HAAS. Voor de zeer vele belangstelling in het Vijftigjarig bestaan van ons huwelijk, betuigen wij aan allen onzen opregten dank, Kruiningen, den 29 Julij 1871. M. de JONGE. De ondergeteekenden betuigen bij deze, ook namens hunne betrekkingen, hartelijken dank voor de bewijzen van belangstelling bij de voltrekking van hun huwelijk ondervonden. Goes, - D. de KONING. 28 Julij 1871. IC. C. de ICONINGDekker. Voor de vele bewijzen van belangstelling ontvangen bij zijne benoeming tot Notaris te Goes, betuigt de Ondevgeteekende zijn' hartelijken dank. J. M. PILAAR. De ondergeteekende berigt dat zijn Fabriek ruim is VOOrzieil van Zijden-, Satijnen- en Alpaca-PARAPLÜIES. Door het ver gevorderd saizoen PARA SOLS tot verminderde prijzen. De Heer VAN SANTEN ICOLFF te Rotterdam heeft in depot verkrijgbaar gesteld heilzaam middel tegen den hoest, bij I Verkoophuis, ■m

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 3