BUITENLAND.
N. G. Ct. medelijdend de schouders op voor die
berekening, die zij bij eene nederlaag allerverma-
kelijkst vond. En toch, weder in de benaauwd-
heid der verkiezing, komt onverwachts de N. G. Ct.
onze berekening met deselfde cijfers bevestigen. Zij
waarschuwt immers dat. de liberale partij 110, de
andere partijen slechts op 80 en 100 st. kunnen
rekenen! Juist wat wij vroeger zeiden.
De N. G. Ct. kan het begrijpen, dat bij eene
eerste stemming iedere partij hare afzonderlijke
kandidaten steltmaar dat bij eene herstemming
zich niet alle partgen op de kandidaten der N. G.
Ct. vereenigen, dat kan zij niet begrijpen, 'tls ook
indedaad onbegrijpelijk! De N. G. Ct. laat bij
'tafrijden het tweespan den teugel, maar bij een
gevaarlijken hoek tracht ze bedachtzaam de teugels
weer in te halenmaar nu willen die paarden niet
hooien. Onbegrijpelijke koppigheid van die paarden.
4Ü. Eene bedreigingAls ge liberalen kiest
maakt ge den toestand der niet-liberalen in den
raad onhoudbaarmet andere woordendan treden
wij af???
Zou 't waar zijn? Dan zouden wij indedaad de
eerste beginselvaste handeling der reactie hebben
te boekstaven.
Namens de roomsch-katholieke kiesvereeniging is
de heer den Boer per advertentie aanbevolen. De
heer den Boer is in de vergadering van jl. Woens
dag niet candidaat gesteld; men had er nu op uit
gevonden hem aan te bevelen.
Ook de vereeniging Steunende op den bijbel"
past een dergelijk middeltje toe. Zij stelt den heer
den Boer kandidaatmaar den heer Hanlo beveelt
zij slechts aan. 't Heeft allen schijn of hier eene
mystificatie van beide zijden plaats heeft.
Tegenover al die vromigheden" staat de cordate
verklaring van de heeren de Liefdevan A speren
Vervenne en J. de Jongedat zij zich losrukken
van «Steunende op den bijbel" omdat die vereeni
ging bij de verkiezingen transigeert met hare be
ginselen. Onder al die draaijerijen van anti-liberale
zijdedoet het iemand goed althans één punt te
kunnen aanwijzendat van zuiverder toestanden
blijk geeft. Wij verheugen er ons over dat de over
tuiging veld wint; «beginselen boven de zegepraal."
De handeling der genoemde heeren kan hen niet
anders dan doen stijgen in de algemeene achting.
Heden morgen is van de drukkerij der N. G.
Ct. eene laatste noodkreet uitgegaan voor de ver
kiezing.
Het schijnt dat er aan enkele kiezers billetten
zijn uitgestrooid om aan te sporen öf alleen mr.
Hanlo öf alleen den Boer te doen kiezen. Natuurlijk
wordt van de zgde der N. G. Ct. voorgesteld, dat
dit van radicale zijde komt. Wij ontvingen die
biljetten niet en men bood er ons ook geen ter
inzage aan. Dit zou wel eens als bewijs kunnen
gelden dat die billetten niet van radicale (lees
liberale) zijde uitgingen. Ons komt het meer aan
nemelijk voor dat er kerkelijke mannen worden
gevonden die de toestanden zuiver willen houden en
daarom eene coalitie bij de stembus willen vermij
den, getuige de ronde verklaiing van de drie boven
genoemde heeren, en men vergete niet dat Groen
van Prinsterer die zuiverheid van partijen op den voor
grond stelt. En in hoeverre nu de N. G. Ct. politiek
heeft gehandeld met nog vóór de stemming die cir
culaires aan alle kiezers bekend te maken, laten
wij aan haar eigen oordeel over. Zeker is het,
dat zij, door het drijven tot coalitie, een afdoend
bewijs geeft geen eigen beginsel te hebben.
Voor de verkiezing bij herstemming van drie
leden van den gemeenteraad alhier zijn op heden
stembriefjes ingeleverd door 302 personen.
De N. G. Ct., in haar no. van jl. Dingsdag ver
slag gevende van bet verhandelde in de zitting van
onzen raad van 21 Julij jl., zegt, betrekkelijk de
uitgifte van grond in erfpacht aan den heer van
den Dungen, letterlgk het volgende
«Omtrent de aanvraag van dhr. van den Dun
gen om grond aan den cingel, in erfpacht, zegt de
voorzitter dat deze uitgifte in strijd is met het plan
van rooijing van 12 April 1870 en alzoo het voor
stel niet zou kunnen ondersteunende secretaris
leest op verzoek van den voorzitter de voorwaarden
waarop die grond welke a 60 ets. p. meter
wordt afgestaan in erfpacht kan worden ver
kregen. Wordt met algemeene stemmen toegestaan."
Behalve dat deze beschrijving niet door duide
lijkheid uitmunt, achten wij, ter verdediging van
het verslag in ons blad, het noodig op te merken:
dat de voorzitter niet gezegd heeft zijn eigen voor
stel niet te kunnen ondersteunen, hetgeen trouwens
uit de aanneming van het voorstel met algemeene
stemmen genoegzaam blijkt, maar dat de verslag
gever van de N. G. Ct.in de war is met het
primitieve verzoek van van den Dungenhetwelk in
strijd was met het plan van rooijing. Het voorstel
echter dat in de jongst gehouden vergadering door
burgemeester en wethouders ter behandeling was ge
steld, berustte op een gewijzigd verzoek van dhr.
van den Dungenen er was nu geen sprake van
dat de voorzitter daar tegen zou zijn.
Ook de uitdrukking dat jonkheer Pompe een te
belangrijk verschil is voor de gemeente jinantiën lijdt
wel wat aan onbegrijpelijkheid. Niet ten onregte
heeft de redacteur der N. G. Ct., .onlangs de uit
drukking gebezigd: «alles waar naar zijn geld."
In de op 21 Julij 1871 gelioudcue vergadering
van den raad der gemeente Kattendijke, c a., is
tot secretaris en ontvanger dier gemeente benoemd,
dhr. C. Risseeuiv griffier der gemeente Goes.
Men meldt ons van Bath, dd gisteren:
Heden morgen omstreeks 10 uur was alhier zei
lende eene Belgische kotter, bemand met 4 hoofden.
Zich naar Antwerpen willende begeven en ter hoogte
van Saaftingen zijndekwam er een onverwachte
windbui op, zoodat de schepelingen, vóór do zeilen
te hebben gestreken daardoor werden overvallen.
De boot sloeg om en de 4 personen, zooveel moge
lijk willende zwemmen om den wal te bereiken
doch door het felle water hierin verhinderd, moesten
het met den dood bekoopen. Eene andere kotter
hen voorbij zeilende en hen willende helpen, konde
zulks niet doendoor het ruwe weder en den feilen
stroom zoodat zijop een afstand van bijna 15
meters hunne makkers of stadgenootcn moesten
zien omkomen. De voorbij zeilende kotter ook
met 4 hoofden bemand ,-is in onze haven gevlugt.
Treurig was hunne positie toen zij deze mededeeling
deden.
Een later berigt meldt, dat één der drenkelingen
en wel die welke het minst bedreven was in het
zwemmen door een voorbij zeilenden hoogaars is
gered. Hij stak zijn hand boven water en werd
gelukkig opgemerkt. De lijken der drie overigen
zijn nog niet gevonden.
Men meldt uit Sluis Sedert een dag of veertien
heerscht in deze gemeente en in bare nabijheid
eene epidemie onder de varkens. De ziekte open
baart zich naar het schijnt door een buitengewoon
snorken, hetgeen sommigen aan de koorts, die in
den kop zou werken, toeschrijven. Daarna vertoo-
nen zich hier en daar op het lijf blaauwe plekken,
wier getal langzamerhand vermeerdert, totdat het
dier onder de ziekte bezwijkt, als wanneer het ge
heel en al blaauw wordt. Bij enkele, die men ge
opend heeft, vond men een rotte lever en rotte lon
gen. Yelen slagten nu hunne gezonde varkens,
en zouten ze, en tot nog toe met goed gevolg.
Anderen verkoopen ze aan de zoogenaamde kutsers.
De Asser werklieden-vereeniging heeft een be
sluit genomen, dat haar een geheel eigenaardig
karakter geeft, 't welk aantoont, dat zij de arbei
derskwestie in het hart wil aantasten. Dat besluit
is: «die lid wordt dezer veieeniging verbindt zich
zijne kinderen tot hun 12 jaar naar school te
zenden." Verder zijn iij. het reglement de belan
gen van onderwijs der jeugd en eigen ontwikkeling
der werklieden in ruime, mate behartigd. Mede
niet zonder belang is het besluit, dat lidmaatschap
van de Internationale deelneming aati de Asser
vereeniging uitsluit.
Exploitatie der vuilnisstoffen van de gemeente
Groningen. Burgemeester en wethouders der ge
meente Grouingen hebben aan den gemeenteraad
overgelegd 4 staten, betreffende de geldelijke in
komsten van de exploitatie der vuilnisstoffen in
en van wege die gemeente. Een dezer staten, die
publiek is gemaakt, geeft een overzigt over de
jaren 1859 tot en met 1869. In deze elf jaren
heeft de vuilnis van de gemeente opgebragt bij
na 6 ton (f 599,338,784). Sints 1865 was het
cijfer klimmende door de meerdere duurte der mest-
speciën en door de betere verzameling er vaniu
1869 bedroeg het 80,139,75, terwijl de onkosten
van exploitatie waren 44,305,19 de winst was
dus in dat jaar 35,834,56, of ongeveer 1 per
inwoner. In de genoemde 11 jaren heeft de ge
zamenlijke zuivere winst voor de stad Groningen
161,914,79 bedragen.
Wenschelijk is het dat deze cijfers de aandacht
van menig gemeentebestuur tot zich trekken. Goede
wil, ijver en krachtsinspanning zouden iu vele ge
meenten even gunstige resultaten kunnen opleve
ren, terwijl daarenboven de algemeene gezondheids
toestand er bij zoude winnen door het verwijderen
var. mestvaalten, het reinigen van straten en het
zuiverhouden van grachten en slooten.
Volksblad.)
De Volkszeitung geeft de volgende schets van
den invloed, dien de jongste oorlog op de Duitsche
industrie uitoefende. Niet alleen, zegt dit blad,
stond het werk daardoor stil, maar duizenden werk
plaatsen gingen te niet. De vier millioen thalers,
welke aan hen, die verliezen geleden hadden, wer
den uitgedeeld, waren gelijk aan den waterdrop,
die, op een gloeijenden steen vallende, in een oogen-
blik als damp verdwijnt. Duizenden mannen van
de landweer en reserve gaan nu met roem over
laden en met lauweren gekroond naar bun haard
steden terug, doch vinden hun woning verlaten,
hun vrouwen in armoede en hun kinderen in ver
waarloosden toestand.
Hun werkplaatsen zijn te niet gegaan, de klanten
en het crediet zijn verdwenen, en men heeft de
voortbrengselen van hun arbeid niet meer noodig.
Er moeten interesten betaald worden, die met het
bedrag van een jaar zijn verhoogd. Er moet nieuw
gereedschap aangekocht worden, want de huismoe
der moest het oude uit gebrek verkoopen of be-
leenen. Om het werk wederom zoo spoedig mogelijk
te beginnen moet er materieel aangeschaft worden.
De kleediugstukken hebben dringend reparatie en
vernieuwing noodig. De slagers-, bakkers-, en an
dere rekeningen moeten betaald worden, en komt
er nu niet spoedig werk, dan wordt de vreugde
kreet van het wederzien weldra door den noodkreet
als echo gevolgd.
De kleinhandel, voegt liet blad er bij, leeft van
het crediet. Nooit betaalt men contaut; men geeft
een wissel af, dien men betaalt als de opgenomen
goederen verkocht zijn. Toen de oorlog begon
werd er uitstel van betaling verleend, doch nu
de manschappen wederom te huis zijn, worden de
wissels gepresenteerd, zoodat zij, juist nu zij verpligt
zijn hun oude zaken met dubbelen moed wederom
optevatten, nog meer dan ooit in de 'verlegenheid
zitten.
En wat het betalen van de Eransche oorlogs
schuld betreft, daaraan heeft het volk niets. De
klanten der Duitschers worden er armer door, en
de industrie wint er niets bij, want dat geld wordt
toch hoofdzakelijk besteed aan aankoopen van al
lerlei oorlogstuig of aan dingen, welke een nieuwen
oorlog gemakkelijk maken.
Over de cholera in Perzië bevatte de Staats Ct.
onlangs een zeer interessant rapport van den Ne-
derlandschen consul te Bender Bushire, den heer
R. C. Keun, waaraan het volgende P. S. is toe
gevoegd
De jongste tijdingen melden, dat de cholera zich
verbreid heeft inDechtisoun, Tengistoun, Borasdjouu,
Bender Rieg, enz. en er groote verwoestingen aau-
rigt. Men betreurt den dood van twee der beste
hoofden van dit district, Hassan Khan van Ten
gistoun en Khan Ali van Bender Rieg.
«De hongersnood wordt ook algemeen. Men
schrijft uit Yzed, dat men er alle honden en kat
ten had opgegeten, en dat het getal slagtoffers zeer
groot is. Te Schiraz heeft de bevolking zich op
de magazijnen van fenige korenopkoopers gewor
pen, welke zij geplunderd heeft. De tijdingen uit
Ispahan zijn niet geruststellend.
»Te Bushire zijn de straten opgevuld met onge-
lukkigen, die zich ter rut au w e r n o otfr.fr u n n e n voort
slepen en van honger sterven op hunne uitwerp
selen, waarvan de stank de circulatie door de stad
onaangenaam en gevaarlijk maakt."
Het opmerkelijkste stuk onder al de zeldzaam
heden die -verloren zijn bij den brand van het
aartsbisschoppelijk paleis van Bourges is de order
tot de ter dood brenging van Jezus Christuseen
stuk dat het persoonlijk eigendom was van de fa
milie de la Tour d'Auvergne en aldus luidde:
Jezus van Nazareth van deu Joodseken staur
van Juda, overtuigd van verzet cn oproer tegen het
heilig gezag van Tiberius Augustusen bij ordon
nantie van den regter Pontius Pilatus, op de ver
volging van onzen heer Herodus vertegenwoordi
ger van den keizer in Judea, wegens dat feit van
heiligschennis veroordeeldom aan het kruis te
sterven, zal morgen ochtend, den 23n dag voor den
Idus van Maartworden geleid naar de gewone
plaats der schuldigen, onder geleide van een com
pagnie der Praetorianen.
»De zoogenaamde koning der Joden zal uit de
poort van Strunea vertrekken.
„Alle openbare personen en onderdanen van den
keizer zijn gehouden bijstand te verleenen tot de
uitvoering van dit arrest.
«Jerusalem, den tweeentwintigsten dag voor den
Idus van Maart van het jaar 783 van de stichting
van Rome.
(Get.) »Capel, ambtenaar."
-Ksriza&wtwi iiiaan—a—s—«i mrosa—r
Nog altijd verkeert men in het onzekere of Jules
Favre zal aftreden als minister van buitenlandsche
zaken der Eransche republiek. Thiers volhardt bij
zijne weigering om het gevraagde ontslag aante-
nemen. Toch spreekt men van onderhandelingen,
die met cleu Eranschen gezant te Londen da Broglie
zouden gevoerd zijn, om dezen te bewegen, de porte
feuille van Favre overtenemendoch de onderhan
delingen zijn mislukt, door dat Frankrijk het we
reldlijk gezag van deu Paus, waarvan de Broglie
een voorstander is, heeft opgegeven.
Dat de tegenwoordige toestand niet zonder be-
teekenis is, wordt door verschillende bladen beves
tigd. De aftreding van Favre, waarmede men ver
wacht dat de aftreding van twee andere ministers,
Jules Simon en Dufaure (openbaar onderwijs en
justitie) zou gepaard gaan, is meer dan eene een
voudige kabinets-crisis. Zij zou Thiers in een
nieuwen toestand plaatsen, veel hagchelijker dan
dien waarin hij zich thans bevindt, en juist daarom,
mag men verwachten, dat hij niet meer dan voor
zijne eigene veiligheid hoogst noodzakelijk is, zich
door de regterzijde de wet zal laten voorschrijven.
Favre moge overigens minister blijven of als minis
ter aftreden, met het in zijne handen gestelde ver
zoekschrift der bisschoppen zal hij weinig of liever
niets doen. Hij zal dit stuk in zijne portefeuille
laten rusten om twee redenen: 1". aan het ver
langen der adressanten, herstel van 's pausen wereld
lijk gezag, kan alleen voldaan worden door een
oorlog met Italië; en 2». het hoofd van het uit
voerend bewind heeft, in overeenstemming met de