58
Vrijdag 21 Julij.
jaargang.
1871. .A*
ste
BEKENDMAKINGEN
op Vrijdag den 21 Julij 1871,
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
VERKIEZING.
BINNEISILANDSCHE BERIGTEN.
t,
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 e. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden h 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 10 regels h 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den voi*igen dag aan het bureau bezorgd zijn.
van liet -vemoen te-best 11 n i\
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
GEMEKJV XX - it J J 9 te GOES,
TEN KAADHUIZE ALDAAR
des avonds ten half acht ure.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Mededeeliugen, ingekomen stukken.
2. Aanvraag van van den Dungen om grond (zie vorige
vergadering.)
3. Rekening der vereeniging van werklieden over 1870.
4. Idem van den schuttersraad over 1870.
5. Af- en overschrijving op de begrootiug voor 'l bur
gerlijk armbestuur 1870.
6 Aanbieding der gemeenterekening over 1870.
7. Adres van ingezetenen, nopens de kermis.
8. Beslissing over de inrigting van een verblijf voor
eventuele poklijders.
9. Verordening op het gebruik der havenkom en brug.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken
bekend, dat de Commissie van toezigt op de scholen voor
middelbaar onderwijs in deze gemeente op Woensdag den
23 Augustus 1871, des middags van 12 tot 1 ure, in haar
lokaal bij de school eene ZITTING zal houden tot het
inschrijven van jongelieden, die voor het
leerjaar 19711978 als leerlingen op de
ïloogcre Burgerschool of Uurgcr-avond-
school wenschen te worden toegelaten
waarbij van de leerlingen, die buiten de gemeente geboren
en gevaccineerd zijn, de overlegging eener geboorte-akte
en bewijs van ondergane inenting of natuurlijke kinder
ziekte zal worden gevorderd;
dat voor al de ingeschrevenen een examen van toelating
zal worden gehouden, op Maandag den 28 Augustus 1871
en dat de LESSEN op de beide inrigtingen zullen aanvan
gen mede op Maandag den 28 Augustus 1871.
Goes, den 19 Junij 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
van het stembureau voor de verkiezing van vier leden van
den Gemeente-raad ontvangen hebbende de processen ver
baal van inlevering en opening der stembriefjes voor gemel
de verkiezing, waaruit blijkt, dat de heer A. NORTIËR Pz.
de volstrekte meerderheid verkregen heeft en dat eene
herstemming moet plaats hebben,
1". ter vervulling der vacature die ontstaan zal door de
periodieke aftreding, tusschen de heeren B. M. den BOER,
die 105 Mr. J. H. de LAAT de KANTER, die 101, Mr. J.
A. van HOEK, die 100 en Mr. A. B. M. HANLO, die 98
stemmen erlangden
2°. ter vervulling der vacature, ontstaan door het nemen
van ontslag door uen heer Mr. W. G. de KNOKKE van der
MEULEN, tusschen de heeren I. J. PAARDEKOOPER, die
110 en W. F. BUSING, die 88 stemmen bekwamen;
brengen ter openbare kennis, dat afschriften dier proces
sen-verbaal op heden ter gewone plaatse zijn aangeplakt
en ter secretarie der Gemeente voor een ieder ter inzage
nedergelegd, alwaar zij kunnen geraadpleegd worden op
eiken werkdag tusschen des voormiddags 9 en des namid
dags 2 uren.
Goes, den 19 Julij 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P BLAAUBEEN,
De Secretaris,
HARTMAN.
VERPACHTING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen
ter openbare kennis, dat de verpachting van de hove
niering in de Achterhaven, sectie D no. 510, 511 en 1263,
die tegen a. s. Zaturdag was aangekondigd, NIET ZAL
GEHOUDEN WORDEN, zullende evenwel de ver
pachting van de dijken buiten de 's Heerllendrikskinderen
en Bleekveldsche barrière's wel voortgang hebben.
Goes den 20 Julij 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
HET MILITAIRE VRAAGSTUK.
I.
De minister Thovbecke trad voor de derde maal
op, ditmaal met het geweer op den schouder. Som
migen hebben zich daar vrolijk over gemaakt, ande-
ypr) er iets onnoodigs in gezien. Wij voor ons aar
zelen niet het minst om het toe te juichen, dat dit
kabinet wilde zijn een regering voor de nationale
verdediging. De tijdsomstandigheden regtvaardigden
volkomen dat militaire programma.
Maar thans, nu reeds circa een half jaar dit mi
ni.-terie bestuurt, zouden ,v>ij bijna beginnen te den
ken, dat het ons zou gaan als de Engelsehen. Toen
de Duitsche legers Frankrijk vertrapten en hunne
oorlogsschattingen haalden tot zelfs van uit de haven
steden aan het Engelsche kanaal was er groote ontroe
ring in Brittanje! Ons leger is verwaarloosd Onze
marine deugt nietZiedaar de kreten van den dag.
En onder den aandrang der publieke opinie, moesten
de Engelsche ministers aan den gang en het verou
derde oorlogswerktuig nazien en verbeterende le-
gerwet was de vrucht dier pogingen.
Weken lang is die wet besproken in het Parlement,
maar toen nu de vrede tusschen keizer Wilhelm en
Thiers werd geteekend weg was de belangstelling
des Engelschen volks en de gansche oorlogsmachine,
thans door het hier en daar uitnemen van een oude
schroefnog wrakkerwerd maar weer op zolder
gezet. En de publieke opinie sliep weder in en dacht
niet meer aan oorlogen en legers. Het slot van de
zaak was dat het Iloogerhuis deze week de legervvet
verwierp.
Nu verdenke niemand onzer lezers ons van zoo
hooge ingenomenheid met den krijg; integendeel, wij
haten dien met den hartgrondigsten haat. Maar laat
het ohs maar bekennenonze afkeer van den oorlog
is weinig vermogend. Want de gang der zaken in
ons werelddeel is alles behalve om de beginselen van
vrede reeds spoedig den ganschen maatschappelijken
toestand te zien doordringen. Eigenlijk is het ook
niet zoozeer de vraag of men voor vrede of oorlog
iswant behalve eenige luitenants, die van een oor
log bevordering kunnen verwachten, zal er wel nie
mand wezen die den oor^ü geen ramp noemt.
Men moet de vraag anders stellen en zeggenhebt
gij voor liet onafhankelijk bestaan als volk goed en
bloed over? En nu gelooven wij, dat het een zie
kelijk verschijnsel in de maatschappij zou wezen
zoo niemand harer leden zich tot die opoffering be
reid verklaarde.
En laat het ons hier openhartig verklarenin dit
opzigt heeft de liberale partij zich zelve iets te verwij
ten. Somwijlen hebben zijdie zich //geavanceerd
liberaal" noemen, openlijk betuigd, dat de woorden
vaderland en eer en roem voor hen holle klanken
zijn. Dit is bij voorbeeld weer gebleken bij de be
spreking over den afstand van de Kust van Guinea,
een afstand dien wij op zich zelf reeds ten hoogste
zouden betreuren in de tegenwoordige omstandigheden.
De een noemde dien roem onzer voorvaderen een
schrale kosteen ander was bevreesd dat ons volk
zou lijden aan indigestie ten gevolge van het onmatig
gebruik van verzen van Helmers.
Met woord en pen hebben wij het verdedigd ge
zien dat ons volkdoor zich weerloos te maken
de hoogste wijsheid zou betrachten.
Wij noemen dergelijke betoogen zeer ongeschikt
om den geest van het volk opteheffenom zijn zelf
bewustzijn en gevoel van waarde te doen stand houden.
Hoemen zou vrijzinnig zijndezijn vaderland niet
mogen liefhebben Het zou een conservatieve dwaas
heid zijn voor wat men lief heeft den dood onder
de oogen te treden Neenduizendmaal neen. Wij
hebben ons vaderland liefzijn worsteling om de vrij
heid is ons een dierbare gedachtenis, zoo gij wilt,
zijn wij vooringenomen met onzen geboortegrond.
Maar wij meeneu, dat die vooringenomenheid noch
onnatuurlijknoch af te keuren is.
En daarom juichen wij alles toe wat kan strek
ken om ons vaderland weerbaar te maken, al bid
den wij tevens, dat de gelegenheid zich nimmer
voordoe om er in de werkelijkheid vruchten van
te plukken. Meer dan ooit juichen wij dit toe in
den droeven tijd, dien wij beleven, een tijd //waarin
een man zonder scrupules in Europa alles kan doen",
zooals zoo naar waarheid de hoogleeraar Quack in een
zijner kostelijke artikelen in de Nieuwe Rotterdam-
sche courant zegt. Toch verkeere niemand in den
waan dat ons verlangen naar een rigtigen toestand
der lands-weerbaarheid een tijdelijk uitvloeisel zij
van onze Pruisen-vrees. Neen, ook al dreigde aan den
algemeenen vrede van uit de werkplaats van den Duit-
schen prins-rijkskanselier niet het minste gevaar
ook dan zou het militaire vraagstuk aanspraak maken
op de eerste plaats van het ministerieel programma.
De verzekering van een schrijven in het Handels
blad, dat Thorbecke sterk aan anti-Pruisisch gezind
heid lijdt, mag ons niet tot het vermoeden leiden
dat daarom alleen het militaire vraagstuk aan de
orde werd gesteld. Zoolang en de geest van von
Bismarck, die oris werelddeel thans doorwaait, geeft
regtmatige aanleiding tot de vrees dat het, nog.''zeer
langen tijd aldus zal zijn zoolang de groote
mogendheden door hunne ontzaggelijke oorlogstoe
rustingen den gewapenden vrede blijven bestendi
gen zoolang rust op elk volk, dat nog eenig
hart beeft voor zijn zelfstandigheid, al is het dan
ook niet groot en niet magtig, zich te verzekeren
tegen overrompelingsgevaar. De premie is hier het
budget voor oorlog, wilt gij het liever zoo heeten
voor het ministerie der lands-weerbaarherd.
In de laatste tijden nu zijn er vele en dringende
stemmen opgegaan om ons te doen inzien dat wij,
niettegenstaande onze hooge weerbaarheids-premie,
volstrekt niet gerust konden zijn voor eene verras
sing. Wordt aan die roepstemmen gehoor verleend,
dan zal eene hervorming ons krijgswezen moeten
herscheppen slaat men ze in den wind, dan zal
het gevolg zijn dat de onmannelijke moedeloosheid
van sommigen als eene aanstekelijke ziekte alle ge
moederen doet vertwijfelen.
Hoe ook door deskundigen met de stukken wordt
aangetoond, dat Nederland, zelfs met minder kosten
dan tot heden, in zulk een toestand is te brengen,
dat het den magtigsten aanvaller kan weerstaan
het volk blijft ongeloovig, indien onze verdedigings
middelen blijven wat ze zijn. Waarom? De heer
Amersfoordt drukte het, in zijne merkwaardige le
zing over de verdediging van Amsterdam, in Felix
Meritis gehouden en thans opgenomen in de jongste
nummers van het militair tijdschrift Het Vaandel
volgenderwijs eigenaaardig uit
//Zoolang de burger ziet dat troepen, die komen
arbeiden in ons waterland, zelfs geerie waterlaarzen
bezitten houweelen aandragen, waar mol&choppen
noodig zijnonmiddelijk verlegen staan om huis
vesting, waar de geringste poldergast zich, zonder
eenige moeiteeene geschikte htit zoude vervaar
digen of eene ark zoude doen aanvaren zoolang
de boeren zien dat het leger gebrek heeft aan alle
mogelijke geschikte transportmiddelenen dat het
eindresultaat van veel beweging en overlasteen
kostbaar nietsdoen is zoolang zal dat gewensciite
vertrouwen uitblijven, en zal de Nederlander meenen,
dat hij, wanneer het gevaar mogt komen, als van
ouds zichzelven zal moeten helpen, Hij lacht om
vestingen, zoo het heet, gemaakt om in oorlogstijd
den soldaat te herbergen, waarin hij reeds in vredestijd
geen logies kan vindenhoeveel schatten die ook
hebben gekosthij lacht er om wanneer hij ziet
dat honderd genie-soldaten in zes maanden tijds minder
werk doen, dan tien poldergasten, onder eenen goe
den putbaas in aanneming werkende, in ééne week
zouden verrigten; hij lacht om officieren, die, schoon
te Breda geëxamineerd geene vuurwapens kunnen
hanteren en niet met paaiden kunnen omgaan; hij
ergert zich bij de gedachte dat hij, zijne kinderen
en zijn volkhard moeten werken om belastingen
op te brengen, die door soldaten in ledigheid worden
verbrast."
Inderdaad zoo is .het volksgevoelen en niet zonder
grond, en om dit wantrouwen te doen plaats maken
voor een rustig vertrouwen, voor een kloeken zin,
is het hoog noodig de hand aan den ploeg te slaan. Is
de verwachting van velen in den lande door het
optreden van den generaal Booms opgewekt, door
zijne spoedige aftreding weder vervlogen, wij moe
ten de hoop niet opgeven, dat het tegenwoordig
kabinet zijn programma zal getrouw blijven. Al Ie
goed weten wij dat vaderlandsliefde binnenskamers
alleen niet genoeg is en dat tegenover de meest
menschlievende en verhevene ontboezemingen het ge
trokken kanon een allesverpletterende magt is. Wij
stellen ons daarom voor onze gedachten over het
door het miuisterie vooropgestelde vraagstukhet
militaire, uit een te zetten.
GOES, 20 Julij 1871.
De eerste kamer heeft gisteren avond hare werk
zaamheden hervat. Met 16 tegen 15 stemmen is
op verlangen der Regering besloten liet wetsont
werp tot afstand der Kust van Guinea nu niet te
behandelen uiaar aan te houden.