1871. -W 53. Vrijdag 7 Julij. 58s,e jaargang.
BEKENDMAKING.
LEERLINGEN IN DE VERLOSKUNDE.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
goessche
courant.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Dondekdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 e.
Gewone advertentiën worden 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels a 1,
Dienst-aanbiedingenniet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
ontvangen hebbende eene circulaire van den geneeskundi
gen raad in Zeeland, in dato den 21 Junij jl. no. 186, be
trekkelijk de toelating van leerlingen aan 's rijks kweek
school voor vroedvrouwen te Amsterdam, maken hierbij
belanghebbenden bekend met de navolgende bepalingen uit
het reglement voor die kweekschool;
Art. 4.
Op uitnoodiging van onzen Minister van Binnenlandsche
Zaken, kan de voorzitter van eiken geneeskundigen raad
jaarlijks ééne, of bij gelegenheid tot plaatsing, meer leer
lingen ter toelating naar de kweekschool zenden. Zij
ontvangen van hem eene verklaring 1 omtrent haren
leeftijd, waaruit blijkt, dat zij 20 tot 35 jaren oud zijn,
2°. omtrent haar gedrag, hetwelk moet zijn eerlijk en on
besproken, verder 3°. dat zij als leerlingen in de verlos
kunde bij hem zijn ingeschreven, onder de voorwaarden
door Ons vastgesteld bij besluit van den 18 Mei 1866 no. 44.
Zij worden daarop tot de school toegelaten door de
commissie van toezigt en beheer, die daarvan kennis geeft
aan onzen Minister van Binnenlandsche Zaken.
Art. 5.
Het getal der leerlingen die van rijkswege op de school
worden toegelaten, gaat dat van 26 niet te boven..
Ten behoeve van iedere leerling wordt aan de commissie
van toezigt en beheer gedurende twee jaren uit 's rijks
schatkist eene jaarlijksche toelage uitbetaald, berekend tegen
210 'sjaars waarvan 200 tot dekking der kosten van
voeding 'en inwoning en 10 voor boeken.
Door onzen Minister van Binnenlandsche Zaken kan in
bijzondere gevallen op voordragt der commissie van beheer
en toezigt, het genot der toelage voor één jaar verlengd
worden.
Art. 6.
Door Provinciale of gemeente besturen kunnen ten hun
nen koste leerlingen, voorzien van de verklaring bedoeld
in art. 4, naar de school worden gezonden.
Zij genieten lietzeltde onderwijs als de rijks kweekelin-
gen. Zij worden tot de school toegelaten door de commissie
van toezigt en beheer, die daarvan kennis geeft aan het
betrokken bestuur.
Art. 10
Het onderwijs en de verpleging begint telken jare bij
den aanvang van October en eindigt tegen de hèlft van
Julij. De leerlingen mogen geen gedeelte van het onder
wijs verzuimen.
Goes, den 1 Julij 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
GOES, 6 Julij 1871.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren zijn de beraadslagingen
over de wetsontwerpen tot afstand van onze be
zittingen aan de kust van Guinea aangevangen.
Breedvoerige bezwaren zijn tegen die tractaten
ontwikkeld.
De zittingen van de provinc. staten van Zeeland
zijn jl. Dingsdag-avond aangevangen. De geloofs
brieven van de verschillende nieuw gekozen leden,
met uitzondering van die van mr. T. A. Waglito
welke nog niet waren ingekomen zijn onderzocht
en is tot toelating dier leden besloten.
Door de commissie voor den 's Gravenpolderschen
straatweg is, bij monde van jonkbr. mr. Pompe van
Meerdervoort rapport uitgebragt. De conclusie strekt
om te verklaren, dat op de provincie geene verpligting
tot onderhoud rust, op grond van het koninkl. besluit
van 13 Maart 1821 no. 73. De commissie geeft
echter in overweging om gedeputeerde staten uit-
tenoodigen, om verder de vereischte stappen te doen,
dat in het beheer en het voortdurend onderhoud
van dien weg worde voorzien. Dit rapport zal
nader aan de orde worden gesteld.
De heer Becius heeft berigt, zijne betrekking als
lid van gedeputeerde 'Staten nederteleggen.
Voor de gewone periodieke aftreding van 3 leden
in dat collegie, zijn in de zitting van Woensdag
herbenoemd: de heeren mr. J. C. R. van der Bilt
en II. J. van Deinse en in de plaats van dhr.
Sprenger, die verzocht had niet meer in aanmer
king te komen, mr. G. A. Fokker, deze laatste heeft
tijd van beraad genomen; de beide eersten hebben
verklaard de benoeming aan te nemen.
Als buitengewoon lid is herbenoemd mr. IV.
Ph. Vis.
In deze zitting is ingekomen en naar de afdee-
lingen verzonden een voldoend en o. m. door dhr.
J. M. Kakebeeke ondersteund voorstel van dhr. J.
A. A. Fransen van de Putte, om steigers aan te
leggen aan het Katsclieveer, te Hoedekenskerke en
te Walsoorden en daarvoor op de begrooting
van 1872 respectivelijk uitte trekken 24000,
f 13000,— en 15000,-
Door den heer J. AA. Fransen van de Putte
werd, na bekomen verlof, tot gedeputeerde staten
de vraag gerigt, of bij beu het voornemen bestaat
binnen kort aan de provinciale staten een ontwerp-
regleuient van politie op het berijden der kunst
wegen aan te bieden.
Het antwoord hierop is toegezegd in de volgende
zitting die a. s. Vrijdag gal plaats hebben.
Wij mogen het debat over den beruchteu brief
van den heer Saaijmans Vader niet sluiten, zonder
op te merken hoe de Nieuwe Goessche Ct. in haar
no. van jl. Dingsdagals naar gewoonteeenige
zinledige phrasen desbetrokkelijk groepeertom
de punten van bespreking waartoe èn de brief èn
de houding van den heer S. Vader tegenover de
roomschen aanleiding geven geheel ter zijde te
laten. Deze taktiek der N. G. Ct. wordt telkens
en telkens toegepastwanneer zij eene zaak niet
wederleggen kan, of deze wat netelig is voor hare
beschermelingen indien de waarheid hulde moet
gedaan worden.
Maar is hiermede ons artikel wederlegd En weet
men nu hoe de heer S. Vader over den paus denkt
Is de heer S. Vader werkelijk een oud protestant
en krachtens zijne belijdenis, tegen den Antichrist
Of is de houding van den heer S. Vader een
bewijs dat hij zich plooit en schikt naar de ver
schillende partijen die hem afvaardigen
't Waren slechts 14 stemmen die op ds. Knijper
en mr. Keuchenius zijn uitgebragtmaar die 14
stemmen beschouwen wij "V een protest tegen dub
belzinnigheid en ook van Roomsche zijde zal zeker
wel hier of daar een dergelijk protest bij de stem
ming zijn geleverd.
De vragen die zich uit deze kwestie opdeden
blijven geschreven. En zoo de heer S. Vader den
moed zijner overtuiging bezitzal hij die beant
woorden; zoo niet, mag men gerustelijk er uit be
sluiten dat de heer S. Vader dien moed niet bezit.
Iels nieuws voor ons is de meening der N. G.
Ct., dat wij godsdiensthaat zouden aanwakkeren
met het oog op de a. s. gemeenteraads-verkiezing,
terwijl dat blad zoo herhaaldelijk heeft gezegd,
dat onze verdraagzaamheid op het stuk van gods
dienst, niets anders was dan onverschilligheid.
Wij begrijpen het wel, dat zij, die in het belang
van de verkiezingen, gaarne goede vrienden" blij
ven met de Roomschen, minder gaarne zien, dat
de onbestaanbaarheid van een gemeenschappelijk
belang tusschen regtzinnig Protestanten en Room
schen in helder daglicht wordt gesteld, maar ons
is het om waarheid te doen.
En krachtens die waarheid komen wij ook op
tegen de uitdrukking der N. G. Ct., dat de li
berale rigting elke godsdienstige meening te gronde
voert. De liberale rigting breekt alleen de schil
o o
om tot de zuivere pit te geraken. Mogten meer
deren dit inzien, gewis de icare godsdienst had
gewonnen.
Ten slotte herhalen wij als ons gevoelen, dat de
Roomschen in een Protestantschen staat niets méér
mogen verwachten, dan liberale verdraagzaamheid
omtrent hun godsdienst en dat zij veel meer belang
hebben bij eene liberale regering welke die ver
draagzaam beid huldigt, dan bij eene confessionele
regering, welke krachtens de oude Prote®tantsche
geloofsbelijdenis, tegen hunne kerk zou moeten zijn.
Ook onze beschouwing over de raadsbesluiten van
den gemeenteraad nopens de kermis wordtspe
ciaal wat jonkh. Pompe betreftbehandeld. Wij
zullen daarvan alleen zeggen dat wij zelfverdedi
ging allezins gepast achten, maar dat ons oordeel
daardoor volstrekt niet is gewijzigd.
Het valt toch niet te ontkennen, dat de grootste
inconsequentie in deze zaak juist door jonkh. Pompe
is begaan.
In de raadsvergadering van den 9den zeide hij
dat er, met het oog op de besmetting, groot onder
scheid was tusschen volksfeesten en de kermis
maar dat hij uit vrees voor die besmetting ook
tegen de eerste was. En in de vergadering van den
listen, zeide hij, dat er in de volksfeesten evenveel ge
vaar was als in de kermis: Welnu dit gevoelen van
den 28sten dus het weinige verschilis juist de
verdediging van die leden welke vóór de volks
feesten en nu vóór de kermis warenmaar het
groote verschil van den 9den in verband met wat
jonkh. Pompe zelf aantoonde als de gebrekkige
logica der geneesk. adviezen had hem consequent
moeten leiden oiu tegen het voorstel van mr. Blaau-
been te stemmen.
Gisteren avond had alhier,.in het Slot Ostende,
eene meeting van kiezers en belangstellenden in
de gemeente-aangelegenheden plaats.
Het initiatief tot die meeting was genomen dooi
den heer Bartelse, oen burgerman, en de vrij tal
rijke opkomst van kiezers uit allerlei stand moge
den heer B. het bewijs zijn, dat zijne poging op
den regten prijs wordt geschat.
Nogtans is het eigenlijke doel van den heer B.
niet bereikt geworden. Hij toch wenschte eene
nieuwe kiesvereeniging op te rigten, staande tus
schen de uitersten in onze gemeente, eene soort
van conciliante kiesvereeniging maar dit denkbeeld
werd al spoedig door verschillende aanwezigen ver
worpen. Eene kleurlooze kiesvereeniging wenschte
men niet.
Op. grond der algemeene bewering dat »Aan
allen regt" geen kandidaten zou stellen, .deed toen
een der aanwezigen het voorstel om de vraag te
doen beantwoorden: wordt het noodig geacht al
o
»of niet eene nieuwe liberale kiesvereeniging op
»te rigten?"
Een 20tal personen verklaarde zich daar vóór,
doch de meerderheid daar tegen, vooral op grond
dat men, zoolang »Aan allen regt" bestaat, geene
2de liberale kiesverg. wenschelijk acht.
Door de alzoo ontkennepde beantwoording der
gestelde vraag werd er aangenomen, dat men een
voudig bijeengekomen was, om personen te noe
men die, bij de noodige bekwaamheden en ge
schiktheid, tevens als eerlijke mannen het ver
trouwen der burgerij genieten om zitting in den
gemeenteraad te nemen. Verschillende (12) namen
werden genoemd en voor de 4 vacatures kwamen
de heeren mr. J. H. de Laat de Kanter, mr. G.
de Witt Hamer, G. J. Besseling en C. E. Massee
het meest in aanmerking. Aangezien het plan
bestaat om spoedig de kiezers op nieuw bijeen te
roepen, en dan mogelijk nog andere stemmen wor
den gehoordachten wij het echter vooralsnog
voorbarig de genoemde personen ais de decisief
aangewezenen te beschouwen.
Om meer geregeld te werk te kunnen gaan,
geven wij in overweging omtrent de volgende bij
eenkomst te bepalen
1 die bijeenkomst te houden wanneer van de
kiesvereeniging »Aan allen regt" met zekerheid
bekend is welke houding zij bij de a. s. verkie
zing zal aannemen
2°. alsdan zoodra men bijeen is gekomen, drie
personen uit de aanwezigen te benoemen of aante-
wijzen die de leiding der bijeenkomst op zich nemen.
Wij twijfelen er niet aan of er zal alsdan een
niet minder groot aantal belangstellenden opkomen
en een meer bepaald resultaat worden bereikt.
1 e oproepingen tot de bijeenkomst zullen wij
gratis in ons blad opnemen.
Het volgende stukje komt in het Dagblad van
Dingsdag jl. voor
GOES, 1 Julij. „Ieder, en herinnert zich zeker nog uit
zijn jeugd de dagen als het in de school „prijsuitdeeling"
was. Welk een blijdschap bezielde ons hart, als wij uit
de hand der heeren „het loon onzer vlijt" mogten ontvan
gen, en als het was, dat ons dit geluk niet te beurt viel,
dan namen wij, ofschoon dan mogelijk wel met een eenig-
zins afgunstig hart jegens de gelukkigen, het voornemen
op, om te trachten den volgenden keer te slagen.
De moderne begrippen, ook op het gebied van onderwijs,
hebben dat gebruik veroordeeld. Er moest wat anders ver
zonnen worden, en, in overleg met den meer en meer in
losbandigheid ontaardendcu fjeest des tijds, worden er „fees
ten" voor de jeugd bereid. Heden middag hadden wij ook
hier zulk een feest. Terwijl liet bestuur der bijzondere
school wüsselijk voor de jeer" der deelneming 'bedankt
liad, werden de kinderen van de openbare school met mu
ziek naar een weide, even buiten de stad gebragt, waar
zij zich konden „vermaken."
Allerhande jongensspelen, die menigmaal in jongensstreken
ontaarden, hielden de kleinen bezig, en van tijd tot tijd
ontvingen zij een glas melk met een beschuitje. De leden
van het comité voor schoolverzuim, die de aanleggers van
het feest waren, hadden tevens eenige dames uitgenoodigd,
oin hen bij te staan. Iiij de vraag, of men met de beloo
ning aan de kinderen wel den regten weg was ingeslagen,
kwam echter een andere vraag in ons op„heeft men wel
de regte dames gekozen, om de kinderen bezig te houden,
en hun het geschonken genot aangenaam te maken