1871. N°. 52\ 583te jaargang. Bingsdag 4 Julij. BIJVOEGSEL. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels ƒ1, Dienst aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. a. dat de kermis dit jaar niet zou gehouden worden; b. dat in plaats daarvan gedurende twee dagen volks- vermakelijkheden zouden gegeven worden ten koste dezer gemeente, en alzoo te besluiten dat de kermis of jaarmarkt ais naar gewoonte ook dit jaar zal gehouden wordenechter onder deze uitdrukke lijke bepalingen lo. dat niemand zal worden toegelaten tot het plaatsen of doen plaatsen van kramen, spellen, draaimolens en dergelijke, alvorens aan der. commissaris van politie te hebben overgelegd een certificaat van het bestuur of de besturen der gemeenten, in welke de verzoekers de laatste veertien dagen hebben doorgebragt, dat in die gemeente of gemeenten de kinderziekte niet heerschende is. 2°. dat die toelating of vergunning niet anders zal worden verleend, dan ouder uitdrukkelijke voorwaarde, dat in geen geval aanspraak op schadevergoeding zal kun nen gemaakt worden, wanneer het gemeentebestuur door onverhoopte omstandigheden, zich verpligt mogt achten, die toelating of vergunning intetrekken, en eindelijk 3». dat geen straatkunstenaars, orgeldraaijers, liedjes zangers en dergelijken zullen worden toegelaten, dan voor zooverre zij hunne vaste woonplaats hebben in de pro vincie Zeeland en daarvan aan den commissaris van politie behoorlijk doen blijken. De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort zegt, in de vorige vergaderiog de redenen te hebben medegedeeld voor zijne stem tegen het houden der kermis. Welke zijne persoonlijke inzigten ook zijn, heeft hij doen uitkomen, dat alleen de vrees voor besmetting hem tot die stemming geleid heeft. Nu zijn de adviezen van deskundigen ge lezen en ofschoon hij zich niet tegen hen wil verzetten, wil hij tocb wijzen op de voorzorgs-maatregelen die zij noodig achten, en waaruit toch eveneens vrees voor be smetting blijkt. Wordt evenwel de kermis niet gehouden, dan zullen er volksfeesten plaats hebben, waarbij ook vreemdelingen worden toegelaten. Rij het finantiecl na deel, dat zoowel de gemeente als de neringdoende inge zetenen, door het niet houden der kennis zullen lijden, terwijl de vree9 voor besmetting blijft bestaan, wil hij liever met den Voorzitter op het genomen besluit terugkomen. Er heerscht eene groote agitatie onder het talrijke pu bliek, tengevolge waarvan de Foorzitter tot stilte vermaant, wet bedreiging van anders de zaal te zullen doen ontruimen. De heer dr. Callenfels betuigt, zich zeer goed met het voorstel van den voorzitter te kunnen vereenigen, llij wil evenwel daarmede niet te kennen geven, dat er geene vrees voor besmetting zou bestaan, maar indien men de besmetting wilde verhoeden, zou men niemand moeten toelaten. Wan neer er toch vreemdelingen in de gemeente komenzelfs Franschen, Duitschers en Engelschen, zoo als den vorigen avond in het café chantant dan meent hij dat er even goed kermis kan gehouden worden, altyd onder in-acht- neming van de voorgedragen voorzorgsmaatregelen/ Er is een ander punt, dat hem tot zijn gevoelen noopt, te weten het finautieële. De raad heeft een orediet van 800, toegestaan voor volksfeesten. Hij gelooft dat burg. en wetli. spaarzaam zouden te werk gaan, en mogelijk maar 600, bezigen, doch de gemeente mist bovendien 200,aan retributie voor staanplaatsen, dat maakt toch 800, en dit kan de gemeentekas niet lijden. Eindelijk zullen ook de neringdoenden door het niet houden der kermis benadeeld worden. De betalingen worden veelal uitgesteld tot na kermisen als deze wordt geschorst zullen die neringdoenden niet kunnen voldoen aan hunne verpligtingen. Om al de die redenen zal hij vóór het voorstel van den voorzitter stemmen De heer Méjlink zegt in de vorige vergadering tegen het houden der kermis gestemd te hebben, steunende op het advies van den inspecteur van het geneeskundig staats- toezigt in Noord-Kolland. Nu hij evenwel het advies van den inspecteur in Zeeland gehoord heeft, zal hij vóór het voorstel van den voorzitter zijn. De heer dr. Callenfels dringt aan op het nemen der voorzorgsmaatregelen, door de gezondheidscommissie aan gegeven. Het tweede punt acht hij een der beste veilig heidsmaatregelen, want al zijn de kermisbezoekers voor zien van een certificaat van het bestuur hunner woonplaats, kunnen zij door besmette plaatsen komen en van daar de besmetting medebrengen. Zijn zij echter in 1870 of 1871 gevaccineerd of gerevacciueerd, dan bestaat daarvoor geene of althans minder vrees. Het vierde punt acht hij van even groot belang. Wanneer zich een geval mogt voordoen, hetgeen, met de beste voorzorg, kan gebeuren, waar zal men dan den lijder isoleren? In het gasthuis kan men hem niet brengen. Daarom is de inrigting van een huis tot opname van lijders hoogst aanbevelenswaardig. Ook het derde punt noemt hij onvermijdelijk. Ontsmetting of desinfectie van de huizen, waar de kermisgangers ver toeven, is niet alleen goed voor de pokken-epidemie, maar ook voor typhus en alle andere ziekten. Hij verzoekt dat de bedoelde punten in omvraag worden gebragt. De Foorzitter wil de doelmatigheid der aangegeven maatregelen niet betwisten, maar moet verzekeren, dat zij onuitvoerbaar zijn. Al had hij een compagnie agenten van politie ter zijner dienst, zou hij niet weten, hoe het tweede punt optevolgen Een gebouw tot opname van eventuele lijders acht hij zeer wenschelijk en zou daarom voorstel len over te laten gaan tot de stichting en inrigting van het aanbesteedde locaal. Wel ziet hij voor de gemeente op tegen de uitgaaf der aanbestedingssom, maar erkent ook de moeijelijkheid, indien geen locaal aanwezig is. De heer dr. Callenfels acht de opvolging van het tweede punt niet zoo bezwaarlijk. Het bewijs, dat njen gevacci neerd iskan gemakkelijk geleverd wordenen anders moeten de kermisbezoekers zich maar een prikje laten gevendat is zoo erg niet. Wat het gebouw betreft spreker bedoelt niet de inrigting van het geprojecteerde locaal, maar een klein gebouwtje, een enkel huis. Voor geld kan men nog al wat gedaan krijgen. De Foorzitter zegt, dat de vergadering door het voor stel van Dr. Callenfels buite» de orde geraakt isen verzoekt de leden zich te bepilea tot zijn voorstel om terug te komen op het besluit tot bet niet-bouden der kermis. De heer Fransen van de Putte wil zijne stem tegen het voorstel van den voorzitter motiveren ofschoon het, na de debatten niet twijfelachtig is of dit voorstel zal aange nomen worden. Hij doet dit, in zijne dubbele betiekking van lid van den raad en lid van het dagelijksch liestuur. De epidemie heeft nog niet opgehouden. Voortdurend blijft de kinderziekte heerschen. De adviezen vin den Inspecteur en van de gezondheids-commissie, hoewel strik kende tot het houden der kermis verraden groote be zorgdheid, door de kostbare en omslagtige voorzorgsmaat regelen die zij noodig achten en getuigen van l et gevaar, dat in hun oog het houden der keimisaaubie.lt, Hunne praemissen zijn werkelijk in strijd met de conclusie hunner adviezen en spreker moet het betreuren, dat er zoo weinig logica in die adviezen te vinden is. Worden die maat regelen opgevolgd en uitgevoerdhet zal de gemeente eveu góed geld kosten als het geven der volksfsesten en bij de kermis heeft men bovendien nog het gevaar der be smetting. Spreker ziet echter de bezwaren, tegen de schorsing der kermis aangevoerd niet over het hoofd. Er hebben zich een 200 ingezetenen doen hoorendie vqor bena deeling hunner belangen vrcezen maar tegenover die 200 staat de bevolking van 6000wier gezondheid in de waagschaal wordt gesteld. En nu vraagt spreker, of de ge meenteraad meer moet letten op de beurs van houderden dan op de gezondheid van duizenden De zorg voor de laatste weegt bij hrm te zwaarder, nn door eeu vroeger besluit van den gemeenteraad, aan de sch ide, die het niet houden der kermis voor de neringdoenden zou te weeg brengen, gedeelte lijk is tegemoetgekomen. Spreker zal zicb scharen aan de zijde der minderheid in de raden d >r gemeenten Middelburg dl Vlissingen, die met gemoedelijkheid hebben verklaard, in hunne betrekking van lid van den nul, niet de verantwoor ding op zich te willen laden om de volksgezondheid in gevaar te brengen. De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort verklaart nog, alleen daarom vóór de kermis te stemmen, omdat hij in het houden Van volksfeesten evenveel gevaar voorde volks gezondheid ziet, en liet niet houden der kermis bovendien finalities! nadeel aan de gemeente en de neringdocuden berokkent. De heer dr. Callenfels vraagt het woord. De Foorzitter doet opmerken, dat deze spreker reeds driemaal het woord gevoerd heeft. De heer dr. Coltenfels zegt, dat ook de hepr Pompe drie maal gesproken heeft. Hij wil alleen nog aanvoeren, dat hij slechts eene kleine wouing wil in gereedheid gebragt hebben. Als eene epidemie begint te heerschen komt zij langzaam, met 13 of 3 lijdersen als zij zich uitbreidt zou men het groote locaal in orde kunnen laten maken. De Foorzitter wil de opmerking van den heer Fransen van de Putte beantwoorden, dat men verkeerd doet te hoo ren naar de honderden, die zich geadresseerd hebben. Spre. ker moet verklaren, dat die adressen op zijn gevoelen geen invloed hebben uitgeoefend, Hij is alleen tot de overtuiging gekou en, dat dr. van ltenterghem een beter oordeel had, dan hij. H j wil dit gaarne erkennen en van daar zijn voorstel. Aangezien niemand over dat voorstel meer het woord verlangt, wordt het in omvraag gebragt en aangenomen met vijf tegen twee stemmen. Vóór de heernn Meylink, dr. van Keuterghem, jhr. mr. Pompe van Meerdervoort, dr. Calleufelsen de Voorzitter. Tegen de heeren Fransen van de Putte en Kakebeeke. Er worden op de tribune luide tetk-nen van bijval gegeven. De foorzitter gelast den aanwezigen agent van politie, die genen te verwijderen, die de orde verstoren. Felen verlaten de zaal,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 5