BUITENLAND.
GEMENGDE BERIGTEN.
Men herinnert zich, dat de polder de Breede
Watering bewesten Yerseke de door haar vroeger
betaalde niet onaanzienlijke subsidie ten behoeve
van de calamiteuse polders, te beginnen met het
2« halfjaar 1864, geweigerd heeft te voldoen en
dat dientengevolge eene procedure is ontstaan. Het
provinciaal geregtshof heeft 21 dezer, in hooger
beroep oordeelende van een vonnis der arrondis-
sements-regtbank te Middelburg, in deze zaak be
slist en het door den ontvanger der subsidiën in
het polder-arrondissement Zuid-Beveland uitgevaar
digde dwangbevel van waarde verklaard en het
daartegen gerigte verzet ongegrondde opposant
is in al de kosten veroordeeld.
Ook in eene vordering van den ontvanger der
subsidiën in het arrondissement Axel tegen den
polder Oud-Yogelschor is uitspraak gedaan en aan
den eischenden ontvanger de vordering wegens
door dien polder verschuldigde subsidie ten be
hoeve van de calamiteuse polders toegewezen, met
vernietiging van een vonnis der arrondissements-
regtbank van Goes, die geoordeeld had, dat hier
sprake was van de niet op eene wet gegronde hef
fing eener belasting.
Omtrent de kwestie van het veer, a. d. Yei se-
kendam schrjjft de Middelb. Ct. het volgende
Op het in October des vorigen jaars door
G. Larooijveerschipper in het overzetveer van
Gorishoek op den Yerseltendam, gedaan verzoek
om een jaarlijksche bjjdrage uit de provinciale
fondsen van ƒ300, ter tegemoetkoming in de kos
ten van instandhouding van dat veer, werden ge
deputeerde staten van Zeeland door de provinciale
staten gemagtigd, om, ingeval van wege de be
langhebbende gemeenten ten minste een derde der
verlangde bijdrage werd verstrekt, die verder uit
de provinciale fondsen aantevullen, gedurende twee
jaren, integaan den lsten Januarij 1871. oor
het geval de gemeenten zich mogten blijven ont
houden, wenscbte men dat gedeputeerde staten, in
overweging zouden nemen om bij de regering op
de opheffing van het veer aantedringen.
Uit eene mededeeling van gedeputeerde staten
gedrukt aan de leden der provinciale staten
toegezonden blijkt, dat de gemeente-besturen
van St. Maartensdjjk, Scherpenisse en Poortvliet»
ongezind waren tot het verstrekken van eenige
bijdrage. Dientengevolge werd door gedeputeerde
staten aan den minister van binnenlandsche zaken
andermaal en met aandrang de opheffing van het
gemelde veer voorgesteld. Daartegen werden door
de gemeentebesturen van Oud-Vossemeer, Poort
vliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk en Tholen
bezwaren ingebragt, waaromtrent gedeputeerde sta
ten door den minister van staat- en van binnen
landsche zaken werden gehoord. Zij antwoordden
dat zij meenden op de opheffing van het veer te
moeten blijven aandringen, en zij die opheffing
in de gegeven omstandigheden vooral wenschelijk
achtten omdat daardoor aan ieder vrijheid zou
worden gegeven tot het overzetten van passagiers,
zonder daarin belemmerd te zijn door politie voor
schriften terwijl zij verder den minister in over
weging gaven, om de betrokken gemeentebestu
ren te antwoorden dat de opheffing van het veer
alsnog kon worden voorkomen zoo zij gezamenlijk
de verlangde bijdrage van ƒ100 's jaars beschik
baar willen stellen.
Op uitnoodiging van den minister deden gede
puteerde staten bij de bovengenoemde vijf gemeente
besturen nog eene poging, om hen tot die bijdragen
te bewegen, doch ook dit heeft niet tot het ge-
wenschte gevolg geleid. Het behoud van het veer
achten die besturen wel in, het belang van het
eiland Tholen, doch tevens niet minder in dat van
een gedeelte van Zuid-Beveland, zoodat hier een
provinciaal belang bestaat en het verleenen van
subsidie aan den veerschipper geheel uit de pro
vinciale fondsen behoort te geschieden.
Adressen zijn te dezer zake ingekomen van den
gemeenteraad van Tholenvan het hoofdbestuur
der Zeeuwsche maatschappij van landbouw en vee
teelt en van den veerschipper G. Larooijallen
aandringende op het verleenen der subsidie door
de provincie.
Laatstgenoemde adressant staaft zijne meening, dat
het veer meer van provinciaal en algemeen belang
is, met de mededeeling dat hem uit naauwkeurige
aanteekeningen, welke hij heeft gehouden, geble
ken is dat over een tijdvak van zes maanden,
December tot en met Mei jl.aan het veer zijn
overgezet 396 personen, buiten 4 paarden, 2 wa
gens, 3 kruiwagens met vijf honden, 6 hectoliters
aardappelen en boonen, 1000 kilo's hooi, 9 man
den kiemen en 1 peemachine; dat van die 396
personen 148 inwoners waren van Tholen en Znid-
Beveland, terwijl een aantal van 248 van elders
kwamwaaruit blijkt dat de passage van het
veer toeneemt en daarvan op verre na niet slechts
gebruik wordt gemaakt door de bewoners van Tho
len, veel minder van de drie aangrenzende gemeenten.
Gedeputeerde statengeene termen kunnende
vinden om van hunne vroegere zienswijze terug-
tekomen, stellen voor om aan den minister van
staat en van binnenlandsche zaken als het gevoelen
der staten te kennen te geven, dat het veer behoort
te worden opgeheven, en dit aan de adressanten me-
detedeelen.
In de zitting van den gemeenteraad alhier, gis
teren avond gehoudenis met 5 tegen 2 stemmen
het in de vorige vergadering genomen besluit tot
schorsing der kermis vernietigd en besloten haar,
doch onder eenige beperkende bepalingen, te doen
plaats hebben. Hoewel ook wij ons idee niet tegen
over de medische autoriteiten willen volhouden, zoo
sluiten wij ons geheel aan bij de redenering van
den heer Fransen van de Putte, die helder en met
overtuiging aantoondedat de voorzorgsmaatrege
len welke de geneeskundige autoriteiten aanraden,
in lijnregte tegenspraak zijn met hun beweren dat
de kermis niet de besmetting aanbrengt.
Wat toch te denken van het advies der gezond
heidscommissie alhier om, als de kermis wordt ge
houden het gebouw voor poklijders op te rigten
Het komt ons voor, dat vooral dit advies van de
gezondheidscommissie alhier wel degelijk de vrees
voor de epidemie door de kermis aanloont.
Wij zijn niet onverschillig voor de belangen der
neringdoenden, maar ook wij achten het belang van
enkelen ondergeschikt aan het algemeen belang.
Onder de onderteekenaars van het adres toch wor
den tal van namen aangetroffen die volstrekt geen
voordeel van de kermis hebben, maar die blijkbaar
hebben geteekend om anderen genoegen te doen.
En dat dit voordeel zich tot zeer enkelen bepaalt
is niet te weerspreken, dewijl toch kramers en tent-
lieden wèl komen om te halen, maar niet om te
brengendaargelaten nog de concurrentie welke zij
aan de neringdoende ingezetenen bezorgen het zijn
dus alleen de bezoekers die het voordeel aanbrengen,
dat bij het geven van volksfeesten geheel in den
zak der gemeentenaren vloeit.
En zoo rest alleen het gejoel en het getier en
de losbandigheid waarop de menigte aast.
Staat dit over tegen het meerdere gevaar voor de
pokken-epidemie, die vele huisgezinnen in diepen
rouw kan dompelen?
Gewis, twas een gevoel van moedeloosheid dat
ons bekroop, toen wij hoorden, dat, niettegenstaande
alles wat gedaan wordt om het volk te veredelen
en te beschaveneene onnadenkende menigte op
de tribune door een daverend applaudissement de
gevallen beslissing toejuichte.
Nog moeten wij wijzen op de schromelijke incon
sequentie welke er in het genomen besluit is op
te merken. Is de overgang van die leden welke in
de vorige vergadering vóór de volksfeesten maar
tegen de kermis stemden te verdedigen door de
ingekomen adviezen der medische autoriteiten, voor
den heer mr. Pompe was het een overgang van het
eene uiterste tot het andere. Deze heer is toch
in de vorige vergadering tegen alle plannen geweest,
ook tegen de volksfeesten en nu, terwijl ook juist
hij de gebrekkige logica van de geneeskundige ad
viezen aantoonde hechtte hij zijne goedkeu
ring aan de kermis Zulke vastheid van denk
beelden omtrent zulk een gewigtige zaak, behoeft
zeker geen commentaar.
Onder de verrassende zaken welke wij dezer
dagen vernamen, behoort dat de vereeniging Steu
nende op den bijbel," waarvan wijlen de heer
C. G. van den Bosch den 28 Julij 1865 zejde, dat
het geene eigenlijke kies-vereeniging was, reeds
kandidaten voor de verkiezing van 4 leden voor
den gemeenteraad op 18 Julij a. s. heeft gesteld.
Die verrassende haast wordt eenigzins begrijpelijk
als men weet dat de president, de neer de Liefde,
benevens de secretaris B. Quist naast den heer
Nortier, aftredend lid, en den heer B. M. den Boer
kandidaten zijn gesteld.
Men schrijft ons van Hansweert 29 Junij:
Met den nieuwen schutsluis is men zoover ge
vorderd, dat thans alle deuren er in gehangen
zijn; zoodat men, zoodra de loopbrug er over is
gelegd, een begin kan maken om den dijk door
te graven. De sluis schijnt alleen gebouwd te
zijn om kleine vaartuigen te schutten, zoodat b.
v. de stoomboot Telegraaf er in geenen deele door
geschut kan worden. Het is daarom te hopen dat
er nimmer eenige stoornis aan den eerst gelegdeu
schutsluis mag komen, of de vaart is voor die
stoomboot gestremd; en toch kan men die stoor
nis hebben zoodra er b. v. eens nieuwe sluisdeuren
in moeten gehangen worden.
Men heeft ook opgemerkt dat er eene verzak
king is gekomen aan den voorgevel bij den schut
sluis aan de voormonding van het kanaal, zoodat
dezelve reeds gescheurd is.
Men meldt uit Neuzen: Sedert jl. Dingsdag
zijn de werken van den spoorweg MecheleuNeu
zen voltooid, zoodat de gansche lijn thans open
is voor den dienst der locomotieven.
Thans moeten nog eenige aarde- en metselwer
ken verrigt worden, en als deze voltooid zijn, kan
de baan aan de openbare circulatie overgelaten
worden.
BENOEMINGEN en BESLUITEN.
Benoemd tot 2de luitenant bij het wapen der infanterie
de sergeant C. K. J. van den Bussche.
Benoemd tot gezworen van den Nieuwen Kraaiiert-pol-
der B. Rijk
Alles is in Frankrijk druk in de weer. De
regering, de pers, de clubs alles heeft werk met
de verkiezingen, die a s. Zondag moeten plaats
hebben. Dat ook nu de verschillende partijen hun
best doen, om de overwinning te behalen, zal nie
mand verwonderen, en dat de toekomstige rege
ringsvorm daarbij niet uit het oog wordt verloren,
is zeer begrijpelijk. Omtrent dit laatste leest men
in een van de dagbladen: Wij plaatsep de repu
bliek niet boven het algemeen stemregt; mogt dit
zich voor de monarchie uitspreken, dan zullen wij
ons daartegen niet verzetten. Een republiek par
droit divin dulden wij evenmin als een monarchie
par droit divin. Niets staat hooger dan de wil
des lands. Alle regeringsvormen, onder welke Frank
rijk gedurende bijna een eeuw geleefd heeft, zijn,
zonder eenige uitzondering, de restauratie zoo
goed als alle andere overweldigingeuzelfs laten
wij hier, wel te verstaan, niet buiten aanmerking
datgene wat men de republiek van 1858 en den
4 September noemt. Allen, allen zijn overweldi
gingen, gepleegd op den volkswil; want zelden
werd de natie vrij, nooit werd zij opregt geraad
pleegd. Wij verlangen dat het land zelf met on
beperkte vrijheid over zijn lot beslisse."
De Bonapartisteu hebben nog niet allen invloed
verloren, integendeel, het blijkt met eiken dag al
meer en meer, dat de ex-keizer en zijne familie
nog talrijke aanhangers en vrienden heeft. Aan
prins Napoleon, 's keizers neef, is de candidatuur
in het departement der Beneden-Charente aange
boden, doch hij heeft deze van de hand gewezen.
Jl. Vrijdag was in de nationale vergadering te
Versailles aan de orde een voorstel van de heeren
Mortimer Ternaux, Lucien Brun en Baragnon, strek
kende om aan hoofden van gezinnen het regt toe
te kennen hun geheel onroerend vermogen na te
laten aan één hunner zonen, onder voorwendsel
dat hij zijne broeders en zusters met geld scha
deloos stelle. De voorstellers wenschen door dezen
maatregel de verbrokkeling van het grondbezit te
voorkomen, en de commissie van onderzoek advi
seert tot het in overweging nemen van het voor
stel. De heer Barthe verklaarde zich hiertegen,
omdat z. i. de nieuwe bepaling de strekking heeft
om het regt van eerstgeboorte, of minstens de ma
joraten te herstellen; deze meening vond bestrij
ding bij andere leden, die betoogden dat het voor
stel gedaan was, uitsluitend in het belang van den
landbouw, die door de onophoudelijke verdeelingen
zoo aanmerkelijk benadeeld wordt. Nadat nog
eenige leden, waaronder de heer Bethmont(ge
matigd republikein, na onder het keizerrijk zich
eens voor Napoleon III te hebben verklaard,) be
weerd hadden dat het voorstel in ieder geval in
overweging genomen behoort te worden, heeft de
vergadering in dien geest besloten, hoe reactio
nair de weg ook zij, welken de voorstellers op
willen.
Het schijnt thans zeker, dat in de catacomben
van Parijs geen enkele communeman meer te vinden
is. De jagt der politie-agenten in deze onder-
aardsche verblijven is afgeloopen, en heeft omstreeks
400 personen te voorschijn gebragt. Minstens 150
waren van uitputting gestorven, een gelijk aantal
lag te zieltogen en de overigen werden zonder we
derstand gevat na eene wanhopige vlugt tot aan
de monden der riolen, waar men hen opwachtte
en arresteerde. Zij waren grootendeels afkomstig
van het garnizoen van Bicetreonder hen bevindt
zich echter geen enkel persoon van belang.
De Oostenrijksche staatsbegrooting voor 1872 is
bij de vertegen wooi diging ingediend. De inkomsten
worden berekend op 309, de uitgaven op 345, het
deficit alzoo op 37 millioen. De minister van fi
nancien stelt voor om tot dekking van het deficit
te besluiten tot uitgifte der nog beschikbare ren
tetitels en toont aan, dat daarmede het deficit tot
zeer weinig zou worden ingekrompen, en de dek
king van dit weinige geene zwarigheid zou opleveren.
De Bien Public, een hoofdorgaan der katholieke
partij in Belgie, zegt met volle zekerheid te kunnen
berigten dat het corps diplomatiek den koning
van Italië, wanneer hij Rome in plaats van Florence
tot residentie neemt, derwaarts volgen, en het bel—
gische gezantschap zich alsdan naar Rome verplaat
sen zal. Dat is, zegt genoemd blad, een zeer be
droevende tijding; immers wanneer koning Victor
Emanuel zich thans naar Rome begeeft, is het niet
meer als bedevaartganger of als reizigermaar
als souverein en met het bepaalde doel om zich in
Rome als souverein te gedragen en te doen gelden
alzoo zullen de gezanten welke hem naar Rome
volgen, hem niet anders dan als souverein volgen
kunnen. Inzonderheid is het voor den Bien Public
ergerlijk dat het katholieke ministerie van Belgie,
in strijd met al de vroegere handelingen en ver
klaringen van zijne leden, thans besluit den paus
in den steek te latenhet heeft daarmede zegt
meergenoemd orgaan, de achting en het vertrouwen
van de katholieken verbeurd.
Te Herkingen bij Brielle is onderzoek gedaan naar een
kindermoord. Te Rotterdam heeft eene moeder haar
driejarig meisje; te Bleiswijk een vader zijn zoontje uit
het water gered. Bij 'topheischen van goederen aan boord
van „de Honigbij" te Zierikzee is een kist op 't hoofd van
een matroos gevallen, die bijna onmiddellijk stierf. De
„moederlijke liefdadigheid" te Yelp heeft ƒ150 van de ko
ningin ontvangen. De „hofleverancier"" van Broekhuijzen
te Haarlem adverteert, dat hij de eerste Vlaardinger jaag-
liaring heeft en te Vlaardingen is nog geen enkele haring
jager binnengeloopen. Mijnheer de hofleverancier is wat
te vlug. De Duitengewone koude in het verloopen1