Ziedaar waf. gezegd is van de stemming door confessioneelen over de motie voor den paus. De heer S. Vader, door zijne ontwijkende hou ding bij de stemming; zijne partij door het terug honden van den briet' vóór de verkiezing, hebben eene kunstige machinatie tegenover de kiezers toegepast, en gezorgd dat van dit gewigtig argu ment tegen den heer S. Vader geen gebruik kon worden gemaakt. Immers, was de heer S. Vader rond voor zijne meening uitgekomen, dan had hij óf de roomschen óf de oud-protestanten tegen zich gekregen. Was de brief vroeger gepubliceerd, dan had men ons niet kunnen beletten er over te spreken, maar hadden wij vóór de verkiezing kunnen zeggen, wat wij nu hebben gezegd. En dat komt hierop neerzoo de heer 8. Vader de magt van den paus voorstaat is hij geen op- regt belijder van de belijdenis des geloofs en dus geen confessioneel zooals wordt voorgegeven. Zoo de heer S. Vader tegen de magt van den paus zich had verklaard, zouden de Roomschen begrepen hebben, dat zij onmogelijk den heer S. Vader konden stemmen, wat ook hun leider aanvoerde en dat zij, niet om herstel van hunne grieve maar als verdraagzaam omtrent hun ge loof zich bij de liberalen hadden moeten aansluiten. In hoever nu de leiders der beide partijen schul dig zijn aan eene kiezersfopperij en aan welke zijde nu de opregtheid is: aan de zijde van hen, die van den brief kennis droegen en hem ver borgen hielden tot na de verkiezing of aan onze zijde, die niet wilden oordeelen vóór wij den heer S. Vader hadden gehoord, laten wij aan ieders eigen oordeel over. Genoeg, de overwinning is behaald, maar er zijn overwinningen erger dan nederlagen. CONSULAIRE BEVOEGDHEDEN EN REGTSMAGT. Terwijl in vorige eeuwen onderscheidene be palingen bestonden om de onveiligheid en gevaren waaraan onze opkomende handel blootgesteld was en waarvan het voorname doel wasvooreerst het erlangen van veilige nederzettingen voor handel en koopwaren en ten andere om binnen de grenzen van zoodanige plaatsen niet onderworpen te zijn aan de wetten en de overheid van het vreemde landzoo zijn in onze eeuw geene nieuwe voorschriften nopens dit onderwerp gemaakt, waar om dan ook veel op oude bepalingen en gebruiken bleef rusten. Dat de behoefte aan verandering en verbetering echter sedert lang gevoeld werd, blijkt o. a. uit een rapport van den ambassadeur van Zwjlen van Ngevelt van het jaar 1831, waarbij hij als zijn oordeel te kennen gaf, dat „bij mangel aan positieve, algemeen werkende, legislative ver ordeningen in de Levant, het vooral aankwam op locale antecedenten. Sedert 1849 evenwel, tijdstip waarop onze nederl. wetboeken binnen het res sort onzer consulaten werden ingevoerdwordt ook in Turkije ten aanzien van dit onderwerp zooveel mogelijk regt gesproken overeenkomstig die wetboeken, terwijl alles wat betreft de bevoegd heid, de zamenstelling der consulaire regtbanken, de homologatie door het gezantschap van consu laire uitspraken, nog berust óf op de bepalingen van vroegeren tijd, óf op het gebruik. Intusschen bewijzen eenige arresten van den hoogen raad in 1861 en 1862 gewezen, zoo mede andere regterlijke uitspraken, de noodzakelijkheid een er wettelijke re geling der consulaire regtsmagt, beantwoordende aan de behoeften van onzen tijd en in overeen- stemming met onze tegenwoordige wetgeving. En niet alleen ter voorziening speciaal in de erkende behoefte daaraan in Turkije, maar evenzeer wordt die behoefte in China en in Japan gevoeld. Ook aldaar is bij tractaat de bevoegdheid voor onze consuls bedongen om zoo wel in burgerlijke als in strafzaken regt te spreken, maar dit vereischt mede wettelijke regeling, evenzeer als voor Maroceo, Tetuan en Perzie. Niettegenstaande in al die landen bij tractaat bedongen is dat onze consuls regt kunnen sprekenhebben zij die regtsmagtbij gebreke aan wettelijken grondslag tot dus ver niet kunnen uitoefenen. Daarbij komt dat, in verband met de uitoefening van regtsmagt, ook behoefte en aandrang bestond om aan onze consuls de be- voedheid te geven tot het opmaken van acten van den burgerlijken stand en van notariële acten in vele gevallen. Sedert lang werd dit onderwerp voorbereid en de eerste wetsvoordragt werd ingediend in de zitting van 1807/68 daarna wederom in volgende zittingjaren, maar ze bleef telkens, na herhaald onderzoek, onafgedaan. Het was als 't ware een van die onderwerpen denk b. v. aan de banken van leening, de tienden het toezigt op de fa brieken, de middelen van vervoer, herziening van het reglement van orde enz. enz., die steeds van de eene zitting naar de andere wandelen zonder ooit tot afdoening te kömen. Ditmaal echter schijnt de Saak van de lijst van achterstand te zullen worden afgevoerd. Heden is het onderwerp in de tweede kamer aan de orde, indien althans een genoegzaam aantal leden tegenwoordig mogt zijn, dat, op het oogenblik dat dit geschreven wordt ons onbekend is. Maar daarom ook is het, in de onderstelling der behandeling, waaraan wij ook niet twijfelen, niet ondienstig omnevens de herinnering aan de aanleiding en het wordings-proceshier ook eenige hoofdbepalingen te laten volgen van dit wets-ontwerp, dat, hoewel onder verschillende ministeriën voorbereidingediendop nieuw aan geboden en hier of daar gewijzigd zijndedoor de groote meerderheid der Tweede Kamer sedert 1867 nog al van personeel veranderd, over't algemeen met bijval is ontvangen, zoodat de aan neming, die met zekerheid te voorzien is, van eene wet, die uit het oogpunt der bescherming van han del en scheepvaart, zoowel als van in den vreemde verkeerende Nederlanders, niet van belang ont bloot is. De hoofdstrekking der wet hierboven reeds aangeduid, is uitgedrukt in art 1. Aan de consulaire ambtenaren door den koning bij algemeenen maatregel, den Ilaad van State ge hoord, aantewijzen en binnen het daarbij te bepa len ressortwordt toegekend a de bevoegdheid tot het opmaken van acten van den burgerlijken stand b de bevoegdheid tot het opmaken van andere burgerlijke acten c de uitoefening van regtsmagteen en ander volgens de regelen bij deze wet te stellen De bijzondere bepalingen zijn in hoofdzaak volgendervvijze zamen te vatten A. Bevoegdheden nopens acten. De acten van den burgerlijken stand hebben ge lijke kracht als waren zij in het koningrijk op gemaakt, en worden in de archieven van het con sulaat bewaard. De consulaire ambtenaren in art. 1 aangewezen, zijn ook binnen hun ressort be voegd tot alle verrigtingen den notaris bij de Ne- derlandsche wetten opgedragen, en de acten hebben dezelfde kracht, als waren zij in het koningrijk verleden. De olographische en geheime testa menten door Nederlanders binnen het ressort der consulaire ambtenaren opgemaakt overeenkomstig de voorschriften van het Nederlandsche regt, zijn geldig, na bij dien ambtenaar in bewaring te zijn gesteld, met inachtneming van hetgeen dienaan gaande in het Nederlandsche regt is bepaald. B. Regtsmagt. De consulaire regtsmagt wordt uitgeoefend dooi den consulairen ambtenaar alléén of door de con sulaire regtbank, beiden in de uitoefening dier regtsmagt bijgestaan door een griffier. Burger lijke geschillen, aan de kennisneming der consu laire regters onderworpen, worden beslist volgens het Nederl. burgerlijk regt. In handelszaken ko men ook bewezen handelsgebruiken, binnen het ressort van het consulaat van kracht, in aan merking. Op misdrijven is het Nederlandsche strafregt van toepassing behoudens enkele in de wet zelve opgenomen afwijkingen. Wanneer ech ter tegen de hier bedoelde misdrijven eene zwaar dere straf dan gevangenisstraf is bedreigd, behoort de kennisneming daarvan aan het Prov. Geregtshof in N. Holland of aan den raad van justitie te Batavia, naar mate zij zijn gepleegd in landen gelegen aan deze of aan gene zijde van de Kaap de Goede Hoop en van Kaap Hoorn. Veroordeelden tot meer dan zes maanden gevangenisstraf kunnen naar Nederland of naar Ned. Indië worden op gezonden. De wet behelst wijders zeer uitvoerige en voor zoo veel noodig op de leest van onze wetgeving geschoeide bepalingen omtrent a. de regterlijke bevoegdheid van den consu lairen ambtenaar; b. de zamenstelling en de bevoegdheid der con sulaire regtbanken en de voorziening tegen hare uitspraken c. het regtsgeding in burgerlijke zaken d. dat in strafzaken met de volgende onder- deelenalgemeene bepalingenvoorloopige infor matie de instructie in zake van misdrijf waar tegen zwaarder straf dan gevangenisstraf is be dreigd het regtsgeding in eersten aanlegdat in hooger beroepovergangsbepaling. De inwer kingtreding der wet is bepaald op 1° Januarij 1872. Onder de opmerkingen en wenken die blijkens de verslagen van het herhaald onderzoek gemaakt zijn tot bevordering eener goede werking der wet, en waaromtrent de ministers die het tegenwoor dig ontwerp hebben te verdedigengaarne tege moetkoming hebben toegezegd, behooren o. a. deze-, regeling van de consulaatregten zorg voor de goede zamenstelling onzer consu laten en zooveel immer mogelijk is benoeming voortaan van Nederlanders behoorlijke informatie van onze consuls die regts magt uitoefenen van onze burgerlijke en straf wetten, voor vreemdelingen door authentieke ver taling vervaardiging van een handboek voor den Ned. consuldoor de zorg van het depart, van buitenl. zaken. B1NNENLANDSCHE BERIGTEM. GOES, 26 Junij 1871. TWEEDE KAMER. In de zitting van jl. Donderdag waren geen genoegzaam aantal leden tegenwoordig. Vrijdag bragt de heer Luijben rapport uit over de geloofs brieven van den heer mr. Brouwer, nieuw benoemd lid voor Almelo, welke heer in de vergadering van jl. Zaturdag zitting heeft genomen. Na de mededeeling door den voorzitter dat over verschillende wetsontwerpen rapporteurs waren be noemd, o. a. over de arbeiders-coalitien en de af- koopbaarstelling der tienden is tegen heden aan de orde gesteld het wetsontwerp over de consu laire regtsmagt. Verder stelde de voorzitter voorna dit wets ontwerp dat van den accijns op bieren en azijnen in behandeling te nemen. De heer van Kuijk be twistte de opportuniteit van dit wetsontwerp en eischte stemming over het voorstel van den voor zitter. Als toen bleek het, dat slechts 39 leden tegenwoordig waren van de 41 die op de presentie- lpst hadden geteekend, waarom de verdere reo-elim- der werkzaamheden mede tot heden werd verdaao-rf O Te rekenen van 1 Julij a. s. zullen de binnen- landsche postwissels door de zorg der postkantoren regtstreeks, zonder eenige verdere betaling dan het regt, in art. 26 der postwet genoemd, worden verzonden aan de personen waarvoor zij bestemd zijn, zoodat op de belanghebbenden niet lanter de verpligting rust, om zich daarmede te belasten. In verband hiermede zal een nieuw model van formulieren voor postwissel worden ingevoerd, die aan de post- en hulppostkantoren tegen een halve cent per stuk verkrijgbaar zijn. Op die formulieren zullen de afzenders zeiven kunnen invullen hun naam en woonplaats, alsmede die van den geadres seerde, benevens het geldelijk bedrag. Zij moeten, tevens tot voldoening van het verschuldigde re«f, door hen van postzegels worden voorzien. De formulieren van buitenlandsche postwissels, waarvan de verzending op den voet als boven is gemeld, ingevolge de daaromtrent bestaande of nader te maken schikkingen met vreemde post- administratiën, plaats vindt, zullen mede tegen be taling van een halve cents op de post- en tusscben- kantoren verkrijgbaar zijn. Hetgeen voorafgaat komt voor in een koninklijk besluit van 17 Junij, in de Staats-Courant van 23 dezer opgenomen. Het heeft H. M. de koningin behaagd, weder van hare kooge belangstelling te doen blijken in de te Sluis (Zeeuwseh- Vlaanderen), onder hoogst- derzelver bescherming, bestaande Koninklijke kant werkschool, door daaraan de som te schenken van ƒ150, en daarenboven aan te koopen een kanten zakdoek H. M. door een dame, die het hoogste belang in de school stelt, ter bezigtiging aangeboden. De heer mr. C. Fock, heeft aangenomen de be noeming tot lid van de tweede kamer voor het kiesdistrict Amsterdam. In het kiesdistrict Haarlem zal dus eene nieuwe verkiezing plaats hebben welke bepaald is op 6 Julij a. s. Benoemd tot beheerder van den Broeder en Zuster- polder de lieer -J. J. van Weel. Op het adres van den gemeenteraad te Zibrikzee, houdende verzoek om het oprigten van een steiger aan het Katsche veer te bevorderen, welk verzoek door de gemeenteraden van Goes, Kattendijke en Kats, alsmede door de kamer van koophandel te Zierikzee is gesteund, vermeenen Gedeputeerde Sta ten eene beslissing vooralsnog ontijdig, zoolang niet is uitgemaakt welke rigting voor het tot stand brengen van eene gemeenschap van Schouwen en Dniveland met den staatsspoorweg voor de belan gen van de inwoners dier eilanden de beste is, en stellen daarom voor, in deze zaak nog geene be slissing te nemen. Men verzoekt ons te wijzen op de noodzake lijkheid, dat het terrein waarop de bagger uit de vest is gelegd, worde afgeschutomdat vele kinderen door de drooge bovenkorst van den bagger mis leid, zich onbedacht daarop wagen en er inzakken. Yoor het bewijs dat ook hier de Kersen schaars zijn kan de uitslag der jaarlijksche openbare ver pachtingen aangevoerd worden. Voor verschillende boomgaarden waaronder ter grootte van 10 geme ten, is geen bod gedaan, de beste, die nog iets beloven, bragten ter naauwernood Vio van een «m- woon jaar op. Het jl. Zaturdag geveilde vlas in den polder Oost- Beveland is voor ƒ520,tot 546 per hectare verkocht. De tentoonstelling der Maatschappij tot bevor dering van landbouw en veeteelt in Zeeland, te Zierikzee gehouden, had jl. Dingsdag namiddag een aanvang genomen. Des morgens werden de aangeboden werktuigen op het proefveld beproefd. In den voormiddag van dien dag had in de con certzaal de algemeene vergadering plaats. De alle gorische optogt begon ten 3 ure en duurde tot 6 ure. Het getal ruiters bedroeg ruim honderd. De twee bloemenwagens, op een waarvan een fontein was geplaatst, trokken de algemeene aandachtook aau de wagens met landbouw— en melkcereed- schappen was veel zorg besteed. Dat men de oude kloetschuit niet vergeten had, juichten velen toe. Des avonds had op het feestterrein de reünie van negen harmoniegezelschappen plaats. Woensdag is op den provincialen weg van den ruigen dijk tot het zoogenaamde tolhuis de harddraverij be houden voor paarden uit Schouwen en Duivelaud bereden door inwoners dier eilanden. Het paard Koningin behaalde den hoogsten prijs van j 200. De tentoonstelling van werktuigen was hooo-st belangrijk. Door de firma wed. J. C. Massee° Zoon, benevens door den heer van den Bosch alhier, werden prijzen en medailles behaald. In den voormiddag deden vele leden van de maatschappij van landbouw een rijtoer, waarvoor 32 rijtuigen gebruikt werden, 's Namiddags veree nigden zij zich aan een diner in het hotelvan Oppen.'' Het feest werd besloten door een concert met vuurwerk; naar gissing waren 22- a 2300 men- schen daarbij tegenwoordig.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 2