1871. M 50. Dingsdag 27 Junij 58<,e jaargang. op Woensdag den 28 Junij 1871, POSTERIJEN^ Vertrek dor Oost-Indische brievenmaal. goes» De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes J 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. courant. Gewone adverlcntiën worden k 15 c. de regel geplnalst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigteu van 10 regels i, Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags. Stukken welke men als ingezonden wensclit opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. OPENBARE VERGADERING van den G Mi M iï II JV Tfi -HAAI) te GOH*, ten raadhuize aldaar, des avonds ten half acht ure. PUNTEN VAN BEHANDELING 1. Mededeelingen, ingekomen stukken; 2. Verzoek van L. Oele (zie vorige vergadering) met advies van burg. en weth 3. Idem van J. F, VV. van den Dungen (als boven); 4. Idem van D. H. C. ïttmann (als boven); 5. Bepalingen der jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de nieuwe school 6. Adres van ingezetenen omtrent de kermis; 7. Oninbare posten H. O. en belasting op de hon den 1870; 8. Af- en overschrijving op de begrooting voor 1870. 9. Suppletoire begrooting voor de kosten tot inrigting der nieu.ve school. Via TRIËST Woensdag 28 Junij, per eersten trein naar Roosendaal. Via BRINDISI Vrijdag 30 Junij. Per l&atsten trein naar Roosendaal. OVER DE „BELYDENISSE DES GHELOOFS." Eindelijkeene week na de verkiezingis de brief van den heer S. Vader aan de Roomsch-Kath. Kiesvereeniging publiek gemaakt. Wij moeten het erkennende brief is een mees terstuk De brief is een modelboe men in veel woor den meesterlijk zijn gevoelen kan verzwijgen. De heer S. Vader schijnt de kiezers in ons dis trict goed te kennen eenige omhaal van groote woordenhet regt des koningsgodsdienst het hoofdbeginsel van volksgelukeene grondwettige exceptie en daarmee is het uit Maar op de vraag: «hoe deukt de heer S. Vader over het regt van den Paus" is geen antwoord te vinden. De heer S. Vader roert deze kwestie, waar het de Roomschen toch eigenlijk om te doen was in het geheel niet aan En nu kunnen wij het begrijpen, dat velen dien brief „mooi" hebben gevonden, maar wat wij niet kunnen begrijpen is, hoe de heer mr. Hanlo, een gepromoveerd persoon, een regtsgeleerde, zich zóó met een kluitje in het riet laat sturen. Is de heer mr. Ilanlode president der R.-K. Kiesvereeniging, zelfs niet eens goed roomsch? Is het hem om bijoogmerken te doen? Hoe toch kan een goed roomschevvien liet regt van den Paus ter harte gaatzijn invloed bij de kiezers aan wenden om, na zulk een' brief, den heer S. Vader te doen verkiezen door zijne R.-K. geloofsgenooteu Zou het dan waar zijn, wat vroeger is gezegd, dat er twee heeren in onze gemeente zijn, die den invloed welken zij kunnen uitoefenen, we- derkeerig in elkanders persoonlijk eerzuchtig be lang doen werken Men slaat hier toch voor het feit, dat de Room schen, niettegenstaande er blijkbaar, op grond van den brief, oppositie is geweest tegen de kandida tuur van den heer S. Vadertoch dien heer hebben gekozen Hadden die zich opposerende Roomschen een beter inzigt in de zaak dan hun president? En wilde deze dat inzigt niet hebben Er is toch in den brief geen enkele grond waarom de Roomschen zich bij een confessioneel protestant, in stede van bij hunne natuurlijke bondgenooten, de liberalen, zouden aansluiten De heer S. Vader zou tegen de motiën Putte en Cremers hebben gestemd, niet omdat hij vóór of tegen den paus was, daarvan zegt hij niets, maar om een grondwettig bezwaar! Maar om die exceptie, die gewoonlijk alleen in het brein van den hr. <S. Vader bestaat, was het niet te doen. Men wilde weten wat de heer S. Vader van de zaak zelve dacht en dit heeft de heer S. Vader in zijn brief meesterlijk verzwegen. Waarom kwam de heer S. Vader niet rond voor zijn gevoelen in de zaak zelve uit? Wij zullen voor den heer 5. Vader antwoorden. f De heer S. Vader is een confessioneel; dat wil zeggen iemand die zich houden wil aan de oude gereformeerde „belijdenis des geloofs." En wat zegt nu die oude „belijdenis des geloofs In art. 86 leest men „der Overheyt ampt ende officie iste wecren ende te niet te doen alle Afgoderij ende valsche Godsdienstenom te gronde ie werpen het Rijcke des Antichrists enz. De heer Saaijmans Vader zou dus, volgens zijn kerkelijken pligttegen de niagt van den Paus hebben moeten stemmen en hierin zit de oplossing van de geheele houding van den heer S. Vader. Wij hebben dit bewijs, dat de Roomschen on mogelijk iets van den heer S. Vader konden ver wachten, als hij trouw bleef aan zijne belijdenis, inet opzet tot na het publiceren van den brief teruggehouden, omdat wij vermeenden dat in den brief welligt de heer S. Vader ronduit, dat gevoe len kon hebben medegedeeld. Nu hij dit niet heeft gedaan, kan men den lieer S. Vader, terwijl hij niets voor de roomschen heeft gedaan, wel gelijk stellen met zijne geestverwanten in de kamer, als van Wassenaer Catwijek, van LijndenBichon en van Loon die vóór den Paus hebben gestemd. Die mannen achten zich in de 19e eeuw mar telaren en geloofshelden van den ouden stempel. Zij noemen zich confessioneelen. Doch zij onder scheiden zich van de geloofshelden van vóór drie eeuwen juist daarin dat zij alleen in hun eigen kerk met vervolging en verbanning dreigen, hen, die niet tot op jota en tittel aan de belijdenis des geloofs gehoorzamenterwijl zij zeiven in een voornaam voorschrift van die belijdenis zijn af geweken. „Het schijnt wel dat zij er gerust op zijn, dat niet iedereen dat vreemde woord„confessioneelen, verstaat en niet weetdat dat woord zijn oor sprong te danken heeft aan eene „Belydenisse des gheloofs," of confessie in een vreemde taal. Het staat bij hen vast, dat die confessie niet wordt begrepen door hunne vrienden, die hen alleen oin dien naam in de Tweede Kamer brengen. Zij houden zich overtuigddat liberale Protestanten die oude confessie met die oude spelling niet meer lezen. En van daardat zij den verbazingwek- kenden moed in de Tweede Kamer hebben durven toonenommet het woord confessie tot leuze, die confessie zelve te verscheuren en in het slijk te vertreden. Is het aan deze mannen niet ge lukt om voor geheel den volkewaardoor zij hunne plaatsen in de Kamer verkregen voor de Protestanten van liberale kleur voor Roomschen en Joden te verklaren dat. zij den Paus van Home op zijn troon willen herstellen Dat zal zijn in 't belang van den Nederlandschen Staat Als de Paus valt, dan valt ook het kleine Nederland Als Victor Emjianucl het volkdat 's Pausen heer schappij moê isverlost van den Paus en de Je- zuitendan zullen de confessioneelen daartegen waken Allen, die de martelaarsboeken en de theologische werken van 't laatste der 16de eeuw lezen, zouden (gelooven wij) zich verbazen, wan neer zij die oude dreigende en profeteerende Her vormden tot op 't schavot toe zagen en hoor den strijden tegen den troon van den Paus, ter wijl zij onze tegenwoordige Kamerleden hooren strijden dreigen en prol'eteeren vóór den troon van den Paus. De ]6de-eeu\vers voorspelden den val van den toen nog vaststaanden zetel te Home en werkten aan dien val met alle kracht. Onze confessioneelen arbeiden met eenige mindere zelfverloocheningom den door de vrome va deren gewenschten val van den Pausdoor zijne verheffing te vervangen. Het Fidei el Virlut.i der Zouaven blinkt hun te gelijk uit Rome met hun confessioneele kroon en stoel in de Tweede Ka mer bemoedigend in 't gezigt. Het komt ons bij de vreemde dingen, die het jaar 1870 heeft opgeleverd, zeer wenschelijk voordat het geheele orthodoxe en vrijzinnige Nederland, dat de mannen van Kerk en Staat de couranten be waren en vooral die bladen lezen, waarin het Ka mer-debat over de verzoekschriften van Roomschen tot herstel van het wereldlijk gezag van den Paus staat beschreven. In 't geschiedboek des vaderlands van 1870 moeten niet slechts bij den dag der ver kiezing van leden voor de Tweede Kamer, maar ook voor 't verre nageslacht de namen voluit wor den vermeld van die confessioneelendie met hunne roomsche vrienden en met hunne conserva tieve tot den dood toe door hen gehate vijanden, gestemd hebben voor 't herstel van den Paus. Laat de namen dier confessioneelen met gloeijeude let teren geschreven blijven opdat geheel Nederland het wete opdat het uit opregte overtuiging handelende, gemoedelijke, eerlijk orthodoxe deel der natie het regt duidelijk leerewelk een ver schrikkelijk zondig spel van huichelarijleugen en bedrog er gespeeld wordt door hen die zich confessioneelen noemen en voor de leer der vaderen heeten te waken. Is dit in het openbaar geschied in de Kamerwat wordt er in 't geheim door zulke mannen gedaan voor de Gereformeerde Kerk, wat grond kan geven tot achting en vertrouwen op hulp. De confessie op de lippen en on der den voetHet eerste, om de Hervormde Kerk ten val te brengen door twist- en twee- dragtsgestook door het geringe volk te vleijcn en tegen 't door de confessie gewilde Synodale Kerk bestuur en de leeraars dier Kerk kwaad zaad uit te strooijen. Het tweede de confessie onder den voet door den roomschen Paus met zijne magt en zijnen invloed weêr uit zijn val op te beuren en hem wapens te verleenen tegen Protestantis me tegen Bijbel en Evangelie tegen Gereformeer de Kerk, Waarheid, Vrijheid, Liefde. Bij 't voluit schrijven van de namen der confes sioneelen die tegen de Protestantsche beginselen on voor den Paus stemmen, worde met duidelijke letteren uitgedrukt: A ItTTKEI* 11.111 van de „beltden 1 sse des gheloois." „lier literheyl ampt rade ojjirie ra Is niet alleen. Hek Ie bedwingen ende Ie waken over de Mnrgerlh l.e regerlngbe ende poHeie, maar ook oter de Keeekelhke sakea, om Ie weeeen ende Ie niet Ie doen alle AJjjo- derye ende rulsebe Kodsdlensleuom Ie gronde Ie werpen bel llgrke des Anlirbrlslsen:. Verstaat de confessioneele partij in en buiten de kamer den zin niet van deze woorden der confes sie, dan beeft zij geen regt. om zich naar haar tc noemen en zich als hare leermeesterstolken en inquisiteurs aan te stellen. Maar dan is het de pligt van alle confessioneele predikanten en ge meenteleden, om op te komen tegen „dm ghesei. srhnppe der llypoi rylen die uder de goede Inder Hereke gemengbell zijn ende zijn Ie samen mei desen tg lel der Kr reken hederkl. ende bier en Inssrheu en zijn sy daer niet in, nl isl dal sy daertn na den lyie zjn", zooals de confessie spreekt. Mag men zich confessioneel noemen, als men één artikel te vuur eti te zwaard wil handhaven tegen Gereformeerden, terwijl men een ander arti kel tegen den Roomschen paus uit die confessie wegscheurt? Neen! laat er een andere, naam dan confessioneelen voorlaan gegeven wor den aan hen, die op den dag der stemming over 't. wenschelijke van 't herstel van 's pausen wereld lijke magt gestemd hebben, omdat zij zich even min aan de confessie houden, als anderen, die zij de ergste vervolging waardig keuren. Willen j zij zich geregtigd noemen, om het ééne artikel weg te werpen der oude geloofsbelijdenis, waar staat het, dat de artikels, die zij aannemen, hei lig en verpligtend zijn, hoven de artikels,, die zij verweipen, als onbruikbaar in 1S7U inet den door Calvijn gewenschten val van den paus? „Wie in het eene sal struykelcn, die is schuldigh «-e- worden aan allen." Wie in December 1870 leert, dat, „der Overheyt ampt niet en is te gronde te werpen het Rijk des Anti-Christs," strijdt tegen de confessie; terwijl hij andere artikels gebruikt, om leden zijner eigene kerk te verdoemen en, zoo 't kan, te verjagen. Er is bij 't noemen van partijnamen noodig, dat de maskers afvallen. Wij achten het daarom voor den politieken en kerkelijken toestand van ons land een hoogst, treurig teeken, dat zij, die voor de zonen en erf genamen van de 16" eeuw zijn gehouden, in de Tweede Kamer tegen de vaderen en hun werk en geest hebben gesl reden en aan de zijde van de door die vaderen steeds bestreden pauselijke soldaten, allerbroederlijkst hebben geijverd voor de verheffing van den paus door een Oranjevorst en een Protestantsche natie! Voor de eerlijkheid, de waarheid en het re<H hopen wij, dat de verschillende partijen van ons volk niet door schijli of namen zich langer laten verschalken en verblinden, maar uit" ei<ren oogen mogen zien en grondig weten, "aan wie zij zich toevertrouwen, om niet ten laatste zich bedrogen te zien tot haar eigen schade.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 1