1871. M 48. Dingsdag 20 Junij. 58<,c jaargang. I» A T E N T R E G T. DRINGENDE ZEEUWSCHE BELANGEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes J 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 15 e. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 10 regels iï 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bed ragende en contant betaald, 40 c. BEKENDMAKINGEN van liet Gremeente-besbriur. VERKIEZING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, van het bureau van stemopneming aldaar ontvangen hebbende de processen-verbaal van inlevering en opening der stem briefjes ter benoeming van een lid van de Tweede Kamer der 'Staten-Generaal, gehouden den 13 en 15 dezer, uit welk laatste proces-verbaal is gebleken, dat van de 1123 geldige stemmen, zijn uitgebragt op den heer Mr. P. H. SAAYMANS VADER 60S, die alzoo is gekozen, brengen overeenkomstig art. 69 der kieswet ter kennis van een ieder, dat afschrilt van het proces-verbaal van ope ning ter gewone plaatse in deze gemeente is aangeplakt en dat het oorspronkelijke ter Secretarie ter inzage is nederge- legd, waar dit dagelijks (uitgenomen des Zondags) van aes voormiddags 9 tot des namiddags 2 ure voorhanden is. Goes, den 19 Junij 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER van GOES brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat: Dat liet (primitief 1" gedeelte) kohier van het PATENT- REGT voor deze gemeente, voor liet dienstjaar 1871—1872, op lieden ter invordering is gesteld in handen van den ont vanger dier belastingen binnen aeze gemeente. Goes, den 19 Junij 1871. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. Terwijl wij gedurende eenige maanden de alge- meene politiek hadden te behandelen, ontbrak ons de gelegenheid op zaken van meer localen aard te wijzen. Wij vangen thans daarmede aan en ons voorstellende spoedig aan de belangen onzer eigene gemeente een paar artikelen te wijden, be spreken wij thans eenige i Hoe meer de belangrijke Zeeuwsche werken hunne voltooijing naderen, des te grooter belang stelling wordt bij de bewoners daarvoor opgemerkt en bet is voorzeker daaraan toeteschrijven, dat de afdamming van het Sloe, meer dan eenig onderdeel diet werken, algemeen met ingenomenheid wordt gevolgd en dat men met regtmatige tevredenheid het koene en ordentlijke beleid waardeert, waar mede de kundige aannemers dit belangrijk werk regelen, uitvoeren en, zoo men zich vleit, zullen voltooijen. Werd bij den aanvang bet werk met ernstige vertraging bedreigd, door een gerezen geschil lus- scheu bet Rijk en Ambachtsgeregtigden van 's Heer Arendskerke, liet is vooral bier de plaats onver deelde hulde en erkentelijkheid toetébrengen, zoo aan den Heer Commissaris des Konings in dit Gewest als aan den Directeur der Registratie en Domeinen, aan wier rustelooze pogingen Zeeland het te danken beeft, dat die vertraging door eene gewenschte schikking is geëindigd. De voortvarendheid der uitvoerders van bet werk geeft gegrond vooruitzigt, dat de dam door het Sloe vóór den winter, in zooverre zal zijn voltooid, dat de passage tusschen de twee Eilanden, althans voor het verkeer te voetverzekerd zal zijn, hetgeen speciaal voor Walcheren van onbe rekenbaar belang zal wezen. Immers zullen bij gesloten water, als in den laatsten winter, de tal rijke bewoners van dat Eiland niet meer als vroeger in eene alleronaangenaamste geïsoleerde positie verkeeren. Intusschen is, zelfs wanueer de dam gelegen heid geeft tot verkeer, daarmede de communicatie no°' in geeuen deele verzekerd, daar de onmisbare toegangswegen van den Rijks-postweg tot den dam, niet alleen niet zijn aanbesteed, maar zelfs de uitvoering dier werken is door de regering nog verre van te zijn geregeld. De kamer van koophandel en fabrieken te Mid delburg, overtuigd van het groote nut hetwelk er in gelegen is om die toegangswegen tijdig gereed te maken, heeft zich reeds den ld Januarij van dit jaar, hij een gemotiveerd adres gerigt tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en daarbij de wenschelijkheid betoogd om vooral dit jaar die toegangswegen daartestellen. Daar dit adres zonder antwoord en gevolg bleef, beeft de kamer zich bij adres van 16 Mei andermaal tot den Mi nister gewend met, aanbeveling der onderwerpe- lijke zaak en daarop den 22 Mei aanvolgende een antw'OQrd ontvangen, luidende: „Omtrent die verbindingswegen is den betrok ken eerstaanwezende!! Ingenieur bij den aanleg „van staatsspoorwegen ouderzoek opgedragen, maar „nog niets beslist. Vooi eene aanbesteding van „die werken kan op dit öfog^ublik nog niets wor- „den bepaald. Intusselien is het niet waarschijn lijk dat de vorderingen van liet werk der af damming van het Sloe zullen toelaten, dat op „het werk reeds vóór den winter een rijweg „aangelegd en voor liet verkeer geopend worde." Dit schrijven doet dus uitkomen, dat zelfs al is de Sloedam daargesteld en geschikt voor ver keer van voetgangers, Walcheren dezen winter gevaar loopt van verstoken te blijven van de zoo zeer gewenschte communicatie, door gemis aan voldoende toegangswegen, iets dat men zonder overdrijving eene ongehoorde zaak mag noemen en waartegen krachtig moet worden opgekomen. Doch des Ministers antwoord geeft ook aanleiding tot ernstige beschouwing en wederlegging. Wanneer men den tragen gang der werkeu in Zeeland naging, dan rees bij menigeen de vraag: hoe is bet. toch mogelijk, dat waar elders zooveel kracht wordt ontwikkeldhier alles als het ware den slakkengang gaat, en rees ook wel eens de twijfel of bij den eerst aanwezenden Ingenieur der Staats spoorwegen die voortvarendheid .bestond die al gemeen werd gewenscht. Die twijfel is door des Ministers schrijven tot zekerheid gekomen, immers de vraag nopens de daarstelling der toegangs wegen door de kamer van koophandel den 13 Januarij gedaan en dien hoofd ambtenaar tot on derzoek opgedragen, was, let wel, den 22 Mei nog niet onderzocht! Wij. vragen met allen ernst is dit voortvarend? mag het belang van het ge west daaraan worden opgeofferd Voorzeker neen, de Zeeuwen moeten hunne stein doen hooren, en in korte woorden een advies uitbrengen dat den eerstaanwezenden Ingenieur maanden schijnt te kosten. Blijkbaar is bij den aanleg van den dam en den rijweg over denzeiven, vreemd, genoeg, niet aan toegangswegen gedachtdie toch wel als onmis baar moeten worden geacht. Nu dit verzuimd is, is de keuze' niet ruim en moeten die toegangs wegen worden daargesteld in Zuid-Beveland van den rijks postweg der le klasse, in den Jacobpol- i der, langs den binnenberm des zeedijks van dien polder, met een oprid tot aansluiting aan den weg over den darn. Zijn onze informatien juist, dan behoeft daar voor niet te worden onteigend, daar de tegen woordige eigenaar dien binnenberm bezit, onder verpligtiug te gedoogen dat, zoo noodig, daarover een publieke weg in het algemeen belang worde aangelegd. Die weg zoude over eene behoorlijke breedte met keijen moeten worden bestraat, dewijl de ligging onder aan den dijk eu het vervoer der producten van de aangrenzende gronden, in den winter iederen anderen harden weg ondenkbaar doet achten. Aan de Walchersche zijde zoude voorloopig de harde weg van het Sloeveer naar het noodveer met een behoorlijken opiid naar den dam, kunnen dienstbaar worden gemaakt, om dien weg later door een breeder en korteren weg door den Susanna- polder direct naar den rijks-postweg te vervangen. Ter verzekering van de dringend noodzakelijke passage, zoude het niet noodig zijn reeds dezen winter over den dam een harden weg aanteleggen, hetgeen met het oog op verzakking welligt min raadzaam is. Want daar de dam voor het groot ste gedeelte uit plaatzand opgewerkt wordt, kan de bermkruin, bestemd voor den toekoinstigen weg met kleine kosten gelijk gemaakt en voor het beoogde doel bruikbaar worden gemaakt en ge houden. Juist in het tijdperk, voorafgaande het in exploi tatie brengen van den spoorweg, heeft Walche ren het grootste belang bij de voorgestelde com municatie. Wil dezelve van dezen winter verzekerd zijn, dan mag er niet langer gedraald worden met de daarstelling der toegangswegen, waarvan de uitvoeringswerken, de locale positie in aan merking genomen, vooral iu het gunstige saizoen moeten worden verrigt. Het doel van ons schrij ven is daarop de aandacht der bevoegde authori- teiten te vestigen, opdat liet algemeen belang niet door onverantwoordelijke traagheid van wie ook, schade lijde. 's GuavenhAgé, IS Junij 1871. Meer nog dan het pauselijk jubelfeest in dit land der verketterde en onverdraagzame liberalisten met ongemeene praal gevierd trekt hier de uitslag der verkiezingen de aandacht. Uit den aard der zaak worden in eene residentie stad tegelijker tijd zetel en middelpunt van de politieke reactie en van alle partij-intrigues dergelijke zaken, in haar geheel genomen, meer besproken beoordeeld en gecommentarieerd dan elders. Thans echter is er nog eene bijzondere aanleiding waarom er meer dan gewoonlijk geredekaveld wordt over dien voor de liberalen zoo gunstigeu, voor de con servatieven zoo jammerlijken uilslag. Wie in de laatste veertien dagen het hoofdorgaan der afge dankte oud ministers van het ontbiinlingskabinel in handen nam, was wel genoodzaakt zich op de hoogte van de verkiezingen te stellen en moest dank zij de eerlijke en geknfschte polemiek van het halfroomsehe blad wel den indruk ontvangen als of van den uitslag van 13 Junij het heil of de ondergang van het Vaderland zou afhangen. Als het ongeluk wilde, dat de liberalen de zege praal behaalden, dan was het gedaan uiet Neder land en zijne koloniën (en dan natuurlijk ook met het Dagblad); en dan waren we op weg neen verder op den weg, naar de Purijsche Com mune met ab- en dependentien, die waarlijk zoo uitlokkend niet zijn. Een mijner vrienden heeft, uit liefhebberij of wélke andere reden weet ik niet, eene verzameling gemaakt van al de scheld woorden die, onder hel patronaat van den heer Heemskerk Az. en consorten, in de laatste 11 dagen naar het hoofd der liberalen (lees communisten) zijn geslingerd. Eu als men daarbij dan weet dat de hoofdredacteur van het vtuni.stél'verbood o.ji physieke redenen niet meer bij magte is de pen te voeren, dan zou men zich te meer verbazen over den rijken voorraad, evenzeer als over het vernuft en de wèl geslaagde navolging der waar dige leerlingen van zulk een meester. Geen wonder dan ook, dat, na dergelijke voorheieiding en be werking van den akker voor alle districten de liberalen die er hier dan nog mógten zijn met bange verwachtingen vervuld waren. Welk rustig o burger zou, met het oog op het schandaal te Parijs, nu nog zijne stem geven aan een liberalist, ofte wel moordenaar of brandstichter En wie mogt zijne stem onthouden aan de allen even bekwame als talentvolle, echt vaderlandschepuur nationale kandidaten? In één woord, men zat hier iu zak en assehe en het was misschien onder den druk en indruk dier moedeloosheid, dat de liberale kies- vereeniging de Grondwet allerlei onhandigheden deed, door eerst den heer Godefroi kandidaat te stel len zonder zich vooraf te hebben vergewist of hij de kandidatuur zou aanvaarden, hetgeen dadelijk na de keuze bleek dat het geval niet was, en door daarna een jong eti bijna onbekend advocaat te stellen tegenover den lieer Wintgenswiens groote be kwaamheden geen politiek tegenstander ontkennen of verkleinen zal, en die bovendien dit gaf dan ook gelijk te voorzien was den doorslag dooi de R. Katliolijken als één man gesteund zou wor den, hoe karakterloos dit ook van die zijde was. Immers zij wisten of konden weten dat Wint gens op het gebied van het schoolwezen de meest verklaarde tegenstander is van hetgeen zoowel de R. Katliolijken als de Protestantsche ortho doxen verlangen. Geen meer geïncarneerd school wetman dan de heer Wintgensdie zelfs behoorde tot dat kleine getal dergenen die iu 1857 de schoolpligtigheid in de wet wilden geschreven heb ben eu die, hoewel het bijzonder onderwijs, volgens de grondwet willende vrij laten, echter volstrekt niets van gelijkstelling met het openbare wilden weten. En thans, nu de leus der ul tram óp tanen eu orthodoxen is niet gelijkstelling maar over— heersching van het bijzonder onderwijs, en nu de liberale R. Kath. Gul jé in Breda smadelijk wordt uitgedreven, omdat hij het beginsel der openbare neutrale volkschool als echt Nederlander in be scherming nam, nu leverde de II. K. kiesver- eeniging liegt voor allen alhier het zonderlinge schouwspel, oin ter wille van het politiek verbond, den sterk geprononceerden, den radicalen scliool- wetnian Wintgens het mandaat voor den Ilaag te bezorgen In zóó ver is dus, met medewerking der R. K. kiezers, het treurig verlies van Gu/jé in ruime mate vergoed, tenzij, hetgeen we hopen noch gelooven, de'heer Wintgens ter zake van ons openbaar onderwijs, concession aan de. ultraiuon-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 1