BUITENLAND.
GEMENGDE BERIGTEN.
Het laat zich voorzien, dat weldra de Commune
te Parijs haar laatste spel zal gespeeld hebben.
Het fort Issy is thans door de troepen van Ver
sailles genomen, en daardoor is aan de opstande
lingen hun laatste bolwerk buiten Parijs ontvallen.
De kommandant van het fort, burger Mégy kon
zich, door de oproerigheid zijner artilleristen niet
langer staande houden, verliet zijn post en volgde
zijne ongehoorzame kanonniers naar Parijs, waar
hij zich dadeljjk gevangen stelde Generaal Cluseret,
die nog voor een paar dagen het voornemen had,
om nieuwe troepen naar Issy te zenden, heeft aan
zijn voornemen geen gevolg kunnen geven, want
hij is op last van het uitvoerend comité en met
goedkeuring der Commune in hechtenis genomen.
Zonder minister van oorlog kan de Commune echter
niet zijn en dus werd dadelijk aan kolonel Rossel,
dezer dagen eerst ontslagen als voorzitter van het
militair geregtshof, voorloopig de waardigheid van
gedelegeerde bij het departement van oorlog" op
gedragen. Ziedaar in het kort den stand van het
regerend collegie in Parijs. Het kanon- en geweer
vuur wordt evenwel op alle zijden nog voortgezet
en wel met eene verschrikkelijkheid, zooals tijdens
den burgeroorlog nog niet is waargenomen. Aan
de westzjjde van Parijs verwacht men een alge-
meenen aanval der troepen van Versailles.
De laatste besluiten der Commune zijn weer zeer
karakteristiek. Zij luiden als volgt: 10. De vijf
spoorwegmaatschappijen moeten twee millioen
francs opbrengen, hetgeen ons zou doen denken
dat 'de gemeentekas niet zoo bloeijend was als
Paschal-Grousset in zijn Ajfranchi beweert2°. het
laboratorium van de Ecole des mines (Mijn-school)
is in beslag genomen ten behoeve van de gasver-
vaardiging voor de luchtballons; 3o. alle mans
personen tusschen de 19 en 40 jaren, die burgers
van Parijs zijn en zich daar niet bevinden, wor
den gestraft met een boete van 15 tot 50fiancs
per dag; 4o. de kerk, die gebouwd is op de plaats
waar in Junij 1848 generaal Brêa werd vermoord,
zal worden omvergehaald, op grond dat die kerk
eene voortdurende beleediging is, den overwon
nenen der revolutie van Junij aangedaan 5<>. burger
Nourrit, die medepligtig is geweest aan dien moord
en naar Cayenne is gedeporteerd, zal op een schip
van den staat worden teruggehaald.
Terwijl de Commune zich dus afslooft hebben de
bakkers zich verzet tegen haar besluit, dat zij
niet vóór 5 ure des morgens den arbeid mogen
aanvangen. Zij bakten des nachts door, alsof er
geen verbod der Commune bestond. Waarom zijn
niet alle Parijzenaars zoo onafhankelijk en cordaat?
In een paar andere steden van Frankrijk is de
rust een korten tjjd gestoord geworden, doch weder
hersteld. Te Lyon hebben ongeregeldheden plaats
gehad, waarbij de prefect is gekwetst. Ook te
Tiers, een stad in Auvergne, werd een volksop
loop ten gunste der Commune waargenomen, doch
van geen beteekenis. Le Mans is eveneens het
tooneel eener beweging geweest, maar uit gebrek
aan deelneming is de demonstratie dood geloopen.
De regering van Versailles heeft last gegeven
geen jongelieden, tot welke nationaliteit zij ook
behooren, naar Parijs door te laten. Dezer dagen
werden drie jonge Zwitsers, die te Genève hadden
plaats genomen in den spoortrein met regtstreeksche
kaartjes naar Parijs, te Tonnerre verzocht en ge
dwongen den trein te verlaten. Het doel van
dezen maatregel is om de versterking der strijd-
magt van de Commune te voorkomen.
De Russische gezant te Konstantinopel he ft aan
den grootvizier het voorstel van eene speciale con
ventie tusschen de twee oeverstaten van de Zwarte
zee medegedeeld. Deze conventie zou de bepalingen
van het Parijsche vredesverdrag van 1856 moeten
vervangen en de strekking hebben »om de ver
hevene Porte volkomen gerust te stellen ten aan
zien van Rusland's bedoelingen en voornemens." Uit
St. Petersburg wordt daarentegen gemeld, dat op
verscheidene punten van de kust der Zwarte zee
reeds opmetingen gedaan worden voor den aanleg
van kustforten. Toebereidselen worden gemaakt om
Sebastopol op nieuw tot een der sterkste vestingen
te maken. Sedert den Krimoorlog is deze stad
zeer vervallen; zij telt thans niet meer dan 11,000
inwoners. De schitterendste toekomst heeft echter,
ten gevolge van den keer der dingen (Londensche
conventie tot wijziging van het traktaat 'vah 1856),
Nikolajeff te verwachten; welke stad zoo gunstig
gelegen is op het punt waar de Bug en de Ingul
zich in een diep landwaarts inloopende bogt der
Zwarte zee storten. Met hare zes voorsteden telt
zij reeds 65,000 inwoners, die voornamelijk in handel
en scheepsbouw hun bestaan vinden. Men wil dat
Nikolajeff de eigenlijke oorlogshaven voor de Zwarte-
zee-vloot zal worden.
De ex-communicatie der beide geestelijken, pro
fessor Döllinger en Fricdricli, brengt in Duitsch-
land groote sensatie te weegen wekt algemeen
verontwaardiging. Zij zal 's pausen zaak geen goed
doen. De koning van Beijeren, verre van gelijk
de Ultramontanen bewerenzich te scheiden van
de zaak der beide heeren is al meer en meer
overtuigd, dat het dogma van 's pausen onfeilbaar
heid geen andere dan verderfelijke gevolgen voor
de veiligheid van den staat kan opleveien. Wel
neemt de koning in het conflikt zekere terughou
dendheid in acht, doch dit geschiedt op verlangen
zijner raadslieden, waaronder Döllinger de invloed
rijkste is; zij hebben hem verzocht nog niet voor
Dit berigt wordt echter bij latere tijdingen tegen-
gesproken.
goed te breken met de sekte der nieuw-katho-
lieken," welke benaming men in Beijeren aan de
voorstanders van genoemd leerstuk gegeven heeft.
De ex-communicatie van prof. Döllinger heeft niets
veranderd in de vriendschapsbetrekkingen, die steeds
bestonden tusschen den koning en den proost van
"het kapittel van den heiligen Cajestanus. Wat
wijders prof. Fricdricli betreftloopt te Munchen
het gerucht, dat de aartsbisschop aldaar, bij het
vernemen dat de hoogleeraar in een adres aan den
minister van eeredienst hem (prelaat) het kano-
nieke ïegt betwist een afvallige in den kerkban
te doen, hem Fried rich) zou hebben doen weten
dat, indien de hoogleeraar voortging het bisschop
pelijk gezag te miskennen, hij (prelaat) hem zou
doen opsluiten in het geestelijk boetegesticht te
Dorffeu. Tot kenschetsing van de kerkelijke be
weging in Beijeren diene nog de vermelding van
het feit, dat ten vorigen jare in een der seminariën
aldaar een auto-da-fé gehouden werd het noramer
der augsburgsche Allgemeine Zeitung, waarin was
opgenomen het adres van de minderheid der bis
schoppen tegen de behandeling van de onfeilbaar
heidskwestie werd tot stichting der bijeenverza
melde seminaristen, plegtig aan de vlammen prijs
gegeven.
Ruim zestig Katholieke hoogleeraren der Weener
universiteit hebben den 28 April een adres met
betuiging van instemming en belangstelling aan den
Munchener hoogleeraar en proost Döllinger toege
zonden.
De Koln. Zeitung zegt van goederhand vernomen
te hebben dat men eerlang er toe zal overgaan
een bijzonder fonds te stichtenwaaruit die gees
telijken welke wegens het niet aannemen van
het leerstuk der onfeilbaarheid in hunne bediening
geschorst zijn, terf minste zoo lang behoorlijk on
derhouden kunnen worden tot dat de zaak, gelijk
niet anders te verwachten is, van staatswege eene
bevredigende oplossing zal gevonden hebben."
Laatste T?ei-ig-tcn.
Versailles3 Mei. Een krachtig kanonvuur wordt
over de geheele 'linie onderhouden. In den afge-
loopen nacht is echter niets bijzonders voorgevallen.
De dagbladen van Parijs bevatten de sommatie
der Versaillanen om het fort Issy overtegeven,
onmiddellijk gevolgd door het antwoord van den
nieuwen opperbevelhebber Rosselwaarin deze ver
klaart den parlementair te zullen laten fusileren,
wanneer men het nogmaals mogt wagen, op zulk
een onbeschaamde wijze tot overgave te simmeren.
De Vengeur meldt dat de Duitsche generaal
von der Thaneen dépêche heeft gerigt tot de
Commune, en dat Paschal-Grousset reeds een ant
woord heeft gezonden.
Het gerucht van Mac-Mahons aftreding, door
de dagbladen derCompune verspreid, is ten eepen-
male uit de lucht gegrepen.
Constantinopel2 Mei. Een kamerheer van den
Sultan heeft een schrijven van den Khédive over-
gebragt, waarin berigt wordt, dat de fortificatiën
aan het Suez-kanaal gestaakt zijn.
Bombay, 3 Mei. Van dr. Livingstone zijn berigten
ontvangen. Hij verkeert in den besten toestand.
Onlangs viel er op een Duitsclien spoortrein uit het vens
ter van een waggon 3e klasse een kind van naauwelijks 3
jaren oud. Op het hartverscheurend schreeuwen der moe
der en het hulp roepen der andere passagiers stopte de trein
zoo spoedig mogelijk en toen men terug liep, vond men
het kleine kind ongedeerd en zonder letsel naast de rails
liggen om zijne moeder schreeuwen. Overal waar de volks
telling als nieuwigheid wordt ingevoerd, vindt zij tegen
werking, omdat de massa haar doel niet begrijpt. Dit is
ook op het eiland Ceylon gebleken, en wel onder den in
vloed van een vooroordeel, dat zeker voor de naïveteit der
bevolking pleit. De Singaiezen schijnen namelijk in de mee
ning verkeerd te hebben, dat de opgaven omtrent ouder
dom en sexe met geen ander oogmerk gceischt werden, dan
om het getal jonge mannén te verifieeren, die zouden kun
nen dienen tot troosters van de door den oorlog tot wedu
wen gemaakte Fransche vrouwen. Zóó vast stond die mee
ning, en zóó groot was de vrees voor een mogelijke ge
dwongen echtvereeniging, dat tal van jonge ongehuwde
inlanders zich in de bosschen verborgen hebben gehouden,
alzoo liever gevaar loopende te vallen in de klaauwen van
den tijger, dan in de handen van een Fransche weduwe!
Zaterdag stond er voor een der police-courts te Londen
een meisje van 14 jaar, Agnes Norman, teregt die reeds
lang van de afgrijselijkste misdaden verdacht werd, zonder
dat men er eenig bewijs voor had kunnen vinden. Zij had
in het laatste jaar bij drie families als kindermeid gediend
en overal waren de kinderen spoedig na haar komst op
onbegrijpelijke wijze gestorvengeregtelijk onderzoek liaa.
oen paar maal bewezen dat de kinderen gestikt waren, doch
hoe had nooit uitgema' kt kunnen worden. Hetzelfde was
nu weder geschied bij een ander gezin waar zij diende, en
dat even als de vorigen verzuimd had voldoende informa
ties omtrent haar in te winnen, doch nu waren er bij een
der kinderen duidelijke sporen gevonden, dat mond en neus
met geweld waren digt gehouden tot dat de dood er op
volgen moest. Daar de beschuldigde alleen met hen geweest
was, terwijl de ouders de woning slechts eenige uren ver
laten hadden, is er bijna géén twijfel aan dat het haar werk
was. Langzamerhand komen nu meer bijzonderheden aan
het licht; niet alleen kinderen maar ook jonge honden, kat
ten, kanarievogels zelfs, stierven op geheimzinnige wijze in
de huizen waar zij vertoefde. Een kind van een bezoeker
in haar voorlaatsten dienst was eveneens plotseling over
leden, kortom het publiek heeft langzamerhand de vaste
overtuiging gekregen dat men hier te doen heeft meteen
manie, die ieder met ontzetting vervuldt. Het onderzoek is
nog niet afgeloopen, doch betreft natuurlijk alleen het laat
ste geval, het meisje bepaalde zich tot een eenvoudige ont
kenning van het haar ten laste gelegde. Te Leiden ver
keerden gedurende 29 April, twee huisgezinnen in doode-
lijken angst over het lot van drie kinderen, waarvan het
oudste negen jaren oud was, die den vorigen dag het ou
derlijk huis hadden verlaten om naar school te gaan, maar
blijkens een gedaan onderzoek daarheen zich niet hadden
begeven. Men dacht aan een of ander ongeval dat hun was
,oyerkomen, zoodat in de grachten met dreggen gedurende
den nacht en den vroegen m.orgen werd gevischt; maar
vruchteloos, tot dat heden, nadat de stadsomroeper zich reeds
hier en daar had doen liooren, de drie kinderen door den
veldwachter van Voorburg aan het bureau van politie wer
den gebrngt. Dat drietal was op den veemarktdog achter
een kudde schapen den Haagschen weg opgegaan en te Voor
burg 's avonds slapende bij een boom door den veldwach
ter gevonden, die hen had verzorgd en den volgenden dag
naar huis geleid. Gedurende de jongste vasten hield een
prediker een zeer welsprekende rede, toen een zijner toe
hoorders, een zeer geletterd en geestig man, maar begaafd
met een buitengewoon exentriek karakter, uitriep: „Datis
van Fénélon, die passage!" De redenaar lette niét op'die
interruptie en vervolgde zijn preek, doch werd een oogen-
blik later weder in de rede gevallen door dén uitroep-
„Dat is van Bossuet 1" Toen achtte de prediker het noodig
een woordje te antwoorden en sprak de volgende woorden
tot den bemoeial: „Mijnheer, zoo gij op die manier voort
gaat met mij in de rede te vallen, zal ik mij verpligt zien
u door den kerkenknecht de deur te laten wijzen, „'bl dat
is van u"antwoordde de ander met de grootste koelbloe
digheid.Men leest in de P N C. „Bij een koek- en
banketbakker te 's Bosch is een peperkoek, bestemd voor
de Pius-loterij, ten toon gesteld, die als een kunststuk ge
roemd wordt. In het midden is een medaljon en basreliëf
van suiker gemaakt, voorstellende Christus met Petrus op
zee gedurende een storm." Wij zijn nieuwsgierig, wat Tijd
en Huisgezin zullen zeggen omtrent deze vermenging van
geloof en suikerwerk. Als deze bakker op die wijze aan
zijn vroom gemoed lucht geeft, mogen wij de lijdensge
schiedenis van Sinterklaasboek] en de dag des oordeels op
een borstplaat te gemoet zien.
Ingezonden Stuklion.
POLITIEKE OVERPEINZINGEN.
II.
Wanneer iemand zonder vooroordeel zijn gedach
ten laat gaan over deze gemeentezal hij, wat hij
er overigens ook van zegtmoeten erkennen dat
het hier niet ontbreekt aan leven op intellectueel en
politiek gebied.
Die zelf niet slaapt of den slaap niet beschouwt
als het grootste geschenk den mensehen gedaan
vindt daarin veel stof tol vreugde.
Voor elk menschdie welgeschapen uit de hand
van moeder natuur is gekomen, behoort het denken
tot de grootste genietingen wie ziet niet liever veel
menschen in een kleine stad, die naar den geest flink
zijn opgewassen, dan zoetsappige zeemelknoopertjes,
die op alles ja zeggen bij hun meerderen met den
stroopkan loopen, hun minderen in 't geniep knoeien
en op den keper beschouwd egöistjes zijn van 'taller
minst allooi? Maar hoe goed doet het den man, die
het wel met de mensehen meent, wanneer hij be
merkt, dat velen gezond van hoofd zamenwerken om
een stad te doen bloeijen vrede en eensgezindheid
te bevorderen, recht en billijkheid te doen heerschen.
Als dat geluk voor een gemeente bewaard is, dan
ontstaat politiek leven, vruchtbaar in vele goede zaken.
Zoo als gezegd is, er is hier politiek leven en toch,
waar zijn de goede vruchten, die men daarvan zou
verwachten
Ze zijn er niet. Het is, zoo als het nu is, met
onvruchtbaarheid geslagen.
Wat volgens de natuur der dingen tegen elkander
overstaat, moet men niet willen vereenigenwat bij
elkander hoort moet men niet willen scheiden.
Wanneer zoo iets plaats heeft in eene gemeente
dan zal de tijd waarop dit gebeurt in haar jaarboe
ken bekend staan als een treurige:
Er is in deze gemeente een verbond tot stand ge
komen waarover een ernstig en weldenkend man
het hoofd schudt.
Léden der oud-protcstantsche partij, voor wie alle
papisterie een gruwel is en moet zijn, vereenigd met
zonen van Rome voor wie al wat ketter of ket-
tersch is eene verfoeijing is en moet zijn! Voorwaar
een verschijnsel dat tot nadenken noopt.
Is de tijd reeds aangebroken, waarvan edele ge
voelige menschen sehooné droomen droomen, de tijd
waarin eensgezindheid, broederlijkheid en humaniteit
zullen heerschen
Helaas, ieder weet beter. Partijzucht beheerscht
een groot deel der menschen en kuiperij is bij ver
kiezingen aan de orde van den dag.
Verdachtmaking, 'het verspreiden van valsche ge
ruchten, het opruijen der menigte zijn geen teekenen,
die het aanbreken der gulden eeuw van algemeene
mensehenliefde verkondigenden schijn aannemen
voor anderen te zorgen terwijl men alleen op het
oog heeft het voldoen aan kleingeestige eerzucht
daden voorspiegelen die men niet kan volbrengen
twist en tweedracht zaaijen, zijn geen bev ij/.en, dat
de gulden eeuw der algemeene mensehenliefde is
aangebroken.
Het is dus niet het op zijde zetten van traditioneele
geschilpunten, niet het grootmoedig over 't hoofd zien
van verschil van godsdienstook niet het zeggen
gij zijt een mensch dus mijn broedermaar het is
het uitdeelen van aanminnige glimlachjes, het geven
van zachte handdrukjes het is het vertoonen van
een vriendelijk gelaatmet een hart vol haat.
Gij leden der oud-protestantsche kerk, waarom lokt
gij dienaren van Rome en der priesterheerschappij
in uw heiligdom? Waarom zit gij neder met hen
die uw godsdienst haten? Waarom zegt ge broeder,
terwijl ge meent, vijand? Wat zouden de vaders
uwer kerk zeggen, de mannen, die met een ziel vol
ernst en opregtheid een hecht bolwerk opwierpen
tegen hen, die het volk bedierven en leidden in duis
ternis? Wat zouden Lutiier, wat Calvi.tn tot u zeg
gen? Ze zouden u niet willen erkennen als hun
kinderen en tot u sprekenhet vereenigen van pro
testanten en roomsch-katholieken met het doel dat
gij u voor oogen stelt is een werk van ongerech
tigheid. Ze zouden u wijzen op den eersten tijd van
het protestantisme en vragen, waarom is er zooveel
onschuldig bloed vergoten waarom zooveel zelfop
offerende liefde betoond waarom is het bloed dei-
martelaren het zaad geworden onzer kerk, waarom
is er zooveel geleden en gestreden voor vrijheid van
geweten en vrijheid van godsdienst? In opregtheid
des harten zoudt ge inoeijelijk een antwoord kunnen
geven.
En toch scharen zich zonen der protestanlsche kerk
onder de banieren harer erfvijandin. Waartoe zijn