1871. M 36.
Vrydag 5 Mei.
58i,e jaargang.
BINNENLANDSCHE BER1CTEIM.
(■OESSCHË
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
NOG EEN WOORD VOOR DE VERKIEZINGEN.
Blijkens het artikel, voorkomende in het orgaan
der conservatieven en anti-revolutionairen te dezer
stede, wordt door de andere partij een eerlijke
strijd voor beginselen van de hand gewezen en
gaat men van die zijde liever voort met verdacht
making der liberale rigting.
Wij zouden meenen de voorstanders dezer rig
ting te beleedigen als wij haar nader wilden
verdedigen tegen de toegedichte verwantschap met
de Commune te Parijs.
Welkom was onze tegenpartij de rede van den
heer van Houten in de Tweede kamer. Wij zul
len in geene wederlegging treden van de wijze
waarop die rede geëxploiteerd wordt, niet altijd
in den geest en de bedoeling van den spreker.
Wij nemen zelfs aan dat de voorstelling, in de
N. G. Ct. van jl. Dingsdag gegeven, volkomen
juist is, maar wij krijgen dan tevens een geheel
tegenovergestelde uitkomst.
De heer van Houten staat met zijne meeningen
geheel alleen in de kamer en als dus onze tegen
standers in hem de tijpe meenen te zien van
een geavanceerd liberaal of radicaal die sterk
sprekende overeenkomst heeft met de Commune
te Parijs, dan is dit juist een bewijs dat het
liberalisme in ons land daarvan sterk onderschei
den is, want de heer van Houten vindt voor zijne
uiterste meeningen geen aanhang in de kamer.
Welke waarde heeft alzoo het aanvoeren van
de persoonlijke meening van één lid der kamer
om de liberale rigting te willen karakteriseren?
Die rede van den heer van Houtenzoo gretig
door de anti-liberale partijen aangegrepen, is
juist een afdoend bewijs dat onze liberale meer
derheid in de Tweede kamer, een ander begrip
van hare roeping heeft en dat zij niet medegaat
met de theoriën welke den heer van Houten wor
den toegedicht.
Wij gelooven het aan de schranderheid onzer
lezers te mogen overlaten om dit wel te onder
scheiden en stappen van dit chapitre af om nog
even een blik te slaan op de candidaten der ver
schillende kiesvereenigingen.
De candidaat-stelling van den heer mr. van
der Bilt door alle partijen is zeker een vreemd
verschijnsel, maar welligt te verklaren door de
omstandigheid dat deze candidaat door zijne er
kende bekwaamheden als administrateur in het
ligchaam van Gedep. Staten, en andere bewezene
hoedanigheden als lid der Staten, voor alle par
tijen een gewensche candidaat blijft, en daarom
minder rekening wordt gehouden met zijn poli
tiek gevoelen.
Zijn wij wel onderrigt, dan heeft de heer mr.
van Citters de candidatuur voor de R. C. kies-
vereeniging niet aangenomen en behoeft deze can
didatuur dus niet besproken te worden.
De R. C. kiesvereeniging en „Steunende op den
bijbel" hebben overigens in nog 2 aftredende leden
dezelfde candidaten, de heeren J. TV. Vader en
jonkh. Pompe, eene candidatuur welke wij van
het standpunt dier vereeniging natuurlijk achten.
Tegenover hen hebben de liberale kiesvereeni
gingen de heeren Vermande en Bominicus.
Deze tegenoverstelling is een gevolg van de
verschillende rigtingen en de keuze tusschen deze
4 heeren is een zuivere strijd tusschen beginse
len. Wij achten het overbodig onze meening daar
over te zeggen, als reeds herhaaldelijk ontwikkeld.
De heeren Vermande en Bominicus vertegenwoor
digen de zuiver liberale, doch geenszins de radi
cale rigting, zooals men in den laatsten tijd
goedgevonden heeft de liberale rigting te herdoopen.
De heeren Vader en Pompe behooren tot de
tegenovergestelde rigting. Het verschil tusschen
die rigtingen is bekend. De kiezers mogen oordeelen.
Maar terwijl de Roomschen tegenover den heer
Bijbau, den heer mr. van Citters hadden gesteld,
heeft de vereeniging „Steunende op den bijbel"
de menigte eene zoodanige verrassing bezorgd
dat wij 't er voor moeten houden dat zij haar
ernstig standpunt heeft verlaten en dat wij
moeten vragen: „is het ernst of kortswijlP""
Ofdreigt het staatkundig? scheepje, ten
gevolge van het overlijden des vroegeren gezag
hebbers, in de golven der politiek onder te gaan?
Ofis deze candidatuur een wassen neus
om het te doen voorkomen dat men niet eenstem
mig handelt met de R. O., terwijl men er op
rekent bij eene eventuele herstemming tot deze
laatsten te kunnen overloopen.
Of breekt men met het idéé van de on
gedoopte kindertjes door nu iemand voortestellen,
die van geen enkel kerkgenootschap lid is?
Of maar waartoé al die vragen De
candidaat is gesteld en wij weten er niets van
te zeggen, dan dat hij heet TV. de Liefde, eene
onbekende grootheid op politiek gebied. En daar
mede hebben wij immers alleen te doen en de
candidaat zal wel niet verlangen, dat wij hem
op eenig ander gebied bespreken Bijv. dat hij
een bekwaam administrateur is in de gasfabriek
dit zou zeker al heel weinig in de schaal leggen,
want onze uitgevers hebben bekwame letterzet
ters op de drukkerij, er zijn bekwame metselaars
en timmerlieden, maar of ze dan te gelijk de
geschiktheid en de kunde bezitten om lid der
prov. staten te zijn, mag met eenigen grond be
twijfeld worden en dit dient toch de vraag te zijn.
En past men die vraag toe op den heer de Liefde
dan kunnen wij zoo min deze candidatuur met
eenigen ernst behandelen, als dat wij kunnen aan
nemen dat zij met eenigén ernst is gesteld. Wij
vertrouwen dan ook dat deze bladzijde uit het
politieke leven van den heer de Liefde later door
zijn biograaf in weinige oogenblikken zal zijn af
gehandeld.
Maar opmerkelijk is deze candidatuur als een
bewijs hoe ver partijzucht gaat: de heer de Liefde
wordt gesteld tegenover den heer Bijbau Als de
„steuners op den bijbel" zoo weinig acht slaan
op de belangen der provincie, dat zij onbekende
mannen die nog nimmer eenig bewijs van ge
schiktheid of bekwaamheid op politiek gebied heb
ben gegeven, durven stellen tegenover iemand als
de heer Bijbau, die reeds jaren lang een verdien
stelijk lid der staten is dan zijn vreemde din
gen te wachten en valt het niet moeijelijk te
voorspellen dat wanorde in het provinciaal beheer
in de plaats van orde zou treden wanneer onver
hoopt die partij in haar streven mogt slagen.
Door dergelijke keuzen zouden wij eerder aan
de Parijsche Commune zijn dan op eenige andere
wijze mogelijk is.
De slotsom onzer beschouwing is, dat wij an
dermaal allen die het wel meenen met onze
provincie en met onzen staat dringend uitnoodigen
en aansporen tot eendragt, eerstens in de keuze van,
Mr. J. C. R. van dee BILT en J. H. BIJBAU,
beiden aftredende leden, die aanspraak mogen ma
ken op de erkentelijkheid der kiezers, en 2°. dat wij
hen,die het zuiver liberale beginsel voorstaan en hen
die buiten de uiterste partijen staan, maar in waren
vrijeidszin het heil van land en volk zien, drin
gend aanbevelen hunne stemmen te vereenigen
op de heeren: BARTHOLOMEUS VERMANDE en
D. P. DOMINICUS.
Dit viertal zal eene waardige keuze zijn en de
kiezers zullen daardoor een bewijs geven te be
seffen dat hunne keuze geleid wordt door een vast
beginsel en dat de welvaart van ons land en onze
provincie in de eerste plaats bij hen in aanmer-1
king komt.
Moge 9 Mei een bewijs leveren, dat de kiezers
niet instemmen met de opgeworpen meening: dat
onze liberale mannen voorstanders van een toe
stand zouden zijn als thans te Parijs bestaat.
Kiezersgij kunt hen van dien blaam zuiveren
door juist hen uw vertrouwen te schenken daardoor
het bewijs leveren, dat gij dergelijke verdachtmaking
verfbeiten niet laat speculeren op uwe goedgeloovigheid.
aann—n—MtmuBmeaB»
GOES, 4 Mei 1871.
TWEEDE KAMER.
In de zitting der Tweede Kamer van 29 April
heeft de heer Thorbecke, minister van binnenl. zaken
betrekkelijk het lager onderwijs, gezegd, dat de
wet van 1857 voor verbetering vatbaar is, doch
dat een besluit tot wijziging alleen kan worden
genomen onder twee voorwaarden, nl.
1°. dat geene toegevendheid aan bijzondere be
langen ten koste van het belang van allen tot
rigtsnoer worde genomen
2°. dat het kwaad, door eene proef van herzie
ning veroorzaakt, niet grooter dreige te zijn dan
het goed, door de verbetering te verkrijgen.
Wenscht men overweging onder die twee voor
waarden, zij zal kunnen geschieden.
In de zitting van gisteren zijn de nominatien
opgemaakt voor de vacatures in den Hoogen Raad.
V oor de eerste nominatie werd de heer mr. J.
Kalff, lid van de tweede kamer tot eersten can
didaat benoemd met 86 stemmen tegen 33 op mr.
G. A. Fokkeroud-lid der kamer voor Middelburg.
Voor de tweede nominatie werd tot eersten can-
didaaat benoemd mr. J. J. van Meerbeke, Raadsheer
in liet Prov. geregtsh. van Noordholland, die reeds
bij eene vroegere vacature als eerste candidaat is
aangewezen geweest, doch toen, door gemis van den
vereischten ouderdom niet kon worden benoemd.
De eindexamens voor de leerlingen der hoogere
burgerscholen in Zeeland zullen dit jaar te Mid
delburg worden gehouden. De commissaris des
konings heeft benoemd tot voorzitter den heer mr.
G. N. de Stoppelaar, secretaris der Commissie van
Toezigt op het middelbaar onderwijs te Middel
burg tot leden de heeren mr. P. Romeijn, direc
teur, dr. G. van Hennekeler, dr. F. Seelheim, dr.
II. van Hall en J. C. van der Meer Mohr, leeraars
aan de h. b. s, te Middelburg, G. Kok Jr., di
recteur en C. Hofman, leeraar aan de h. b. s. te
Zierikzee en mr. M. J. de Witt Hamer en P. Con-
radi, leeraren aan de h. b. s. te Goes.
Bij de op heden plaats gehad hebbende verkie
zing, bij herstemming, voor een lid van den ge
meenteraad te Kloetinge, zijn nitgebragt op Paiclus
IPisse 21 en op Bastiaan van Liere 20 stemmen,
zoodat eerstgenoemde is gekozen.
Gekozen tot lid van den gemeenteraad te Krab-
bendijke in plaats van J. de Kokoverleden, 'K.
Verschuure met 16 van de 31 geldig uitgebragte
stemmen, C. C. Welleman verkreeg 12 st. terwijl
3 in blanco waren.
De raad der gemeente Brouwershaven heeft, ten
gevolge der elders heersehende pokziekte besloten,
dit jaar de kermis niet te doen plaats hebben.
De raad der gemeente Hontenisse, heeft besloten
op de aanstaande eerste kermissen geene tenten,
krameuliedjeszangersorgeldraaijers enz. toe te
laten tenzij dezulke, die binnen het kanton Hulst
woonachtig zijn in gemeentenalwaar omstreeks
dien tijd geene pokziekte wordt aangetroffen.
De conclusie van het rapport van burgemeester
en wethouders te Amsterdam, naar aanleiding van
het voorstel van den heer Jager betreffende de
kermis ishet ter bekrachtiging aanbieden van
bet volgend concept-raadsbesluit
De kermis wordt geleidelijk afgeschaft. Gedu
rende de jaren 1872, 1873, 1874 en 1875 wordt
de duur der kermis tot op één wèek beperkt; na
het jaar 1875 wordt geen kermis meer gehouden."
Te Waddinxveen is sinds eenige weken eene fa
briek in werking, waarin, op Amerikaanscne wijze
kaas vervaardigd wordt. De eigenaar, de heer Wer-
nink te Gouda, heeft haar op zulk een schaal doen
bouwen dat daarin de melk van 600 koepen te
gelijk tot kaas verwerkt kan worden. De kazen
worden ter zwaarte van opgeveer 30 kilo gemaakt,
en voldoen voorloopig zeer goed. Wij meenen dat
deze fabriek tot dusverre de eenige van dien aard
in Nederland is.
Den lsten Mei is te Londen de groote inter
nationale tentoonstelling geopendin tegenwoor
digheid van den prins von Wales en eenige andere
leden van het koninklijk huis, de ministers en verdere
officieele personen. Naar een voorloopige opgave
te oordeelen is de kunst er beter vertegenwoordigd
dan de industrie, de oorlogstoestand van het laatste
jaar beeft daarvan vooral de schuld. Yan de bui-
tenlandsche inzendingen wordenvooral die uit
Zweden en Denemarken geprezen. Frankrijk heeft
nagenoeg niefl geleverd en ook van Nederland
mag bijna gezegd worden, dat het er schittert door
zijn afwezigheid.