ken betrekkelijk zijn borgtogt als secretaris-penningmeester bij lret
armbestuur, welke in orde bevonden zijn, en waarop die heer in de
vergadering van burg. en weth. van 10 April is beëedigd, zijnde
hiervan, onder toezending der genoemde stukken, aan den voor
zitter van het armbestuur kennis gegeven.
dat van het nieuwe armbestuur, onder dagteekening van 14 April,
berigt is ingekomen dat het zioh den 11 April heeft geconstitueerd
en dat de heer E. van den Bosch in de vergadering van 13 daar
aanvolgende is geïnstalleerd en zijne betrekking heeft aanvaard.
Dit alles wordt voor notificatie aangenomen.
d. dat de heer dr. N. J. E. Verschoor heeft kennis gegeven
zijne benoeming' als lid der openbare gezondskeidscommissie aan-
tenemen, den 10 April door den Burgemeester is beëedigd en
blijkens missive van de gemelde commissie den 13 daaraanvolgende
heeft zitting genomen. Voor mededeeling aangenomen.
e. dat de heer W. Swart „om redenen van persoonlijken aard,
waaronder gevorderde leeftijd," ontslag' verzoekt als Leeraar in
de Nederlandsche taal aan de Burger-Avondschool, zulks met
het begin van den cursus 1871/72. Aangezien deze missive eerst
heden middag is ingekomen, wordt zij aan burg. en weth. ge
ren voyeerd ten fine van rapport en voorstel.
IV. Namens burg. en weth. wordt overgelegd: het uitvoerig
en beredeneerd verslag van den toestand der gemeente over 1870,
dat met de bijlagen gedeukt eü aan de leden zal rondgedeeld worden.
Aan de orde is
V. het verzoek van P. VVessel om verlenging zijner pacht
van het visckregt in de kade en haven, de waterleiding en wa
tergangen aan de wegen gelegen onder het ambacht van Goes
welke pacht den 30 Junij a. s. eindigt, zulks op grond van
hoogen leeftijd
VI. hot verzoek van J. Strijd om verlenging zijner pacht
van de trekkerswoning en annexe .gebouwen en gronden, sectie
A no. 247 enz. welke paelit den 31 December 1872 eindigt,
zulks op grond van de klimmende jaren van den adressant en
diens vrouw biedende hij aan de geringe en dagelijksche her
stellingen, bij het Burgerlijk Wetboek bedoeld voor zijne reke
ning te nemen x
VII. het verzoek van J. Stoutjesdijk om verlenging zijner
pacht van de Westerschaiis en daaraan gelegen gronden seelie
A :no. 117 enz, welke pacht den 31 December 1872 eindigt,
zulks op grond, dat op de. huur dier landerijen het gelieelc be
slaan van suppliants bedrijf rust.