1871. JW 32.
Vrijdag 21 April.
BI1MNENLANDSCHE BER1CTE1NI.
J i
GOESSCHE
COLRAIVT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden it 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels it 1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
Dé inzending van advertentiën lean geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
EERLIJKE STRIJD.
Voor iedereen is de gedachte niet even verdra-
gelijk dat er strijd moet gevoerd worden om tot
het doel te geraken. Het denkbeeld van twisten
met den andersdenkende is voor velen een gruwel.
En wij begrijpen ons zeer goed dien afkeer. Min
der omdat wij een kerkhofsrust verkiezen boven
het gewoeldat leven verraadtmaaromdat op
staatkundig gebied zoo veel onrein vuur op het
altaar wordt gebragt.
In ons vaderland, in het kleine Nederland, staan
de verschillende partijen zeer scherp tegen elkan
der over. Dit feit nu heeft velen afgeschrikt zich
openlijk als lid eener partij uit te geven. En toch,
Opzoomer zeide het zoojuist: „In de woorden partij
man en partijdigligt een kwade, een leelijke be-
teekenis, die volstrekt niet ligt in het woord partij
Ieder die een man van beginselen is, is een lid
eener partij of hij het wil weten of niet; maar
daarom behoeft hij, mag hij zelfs geen partijman
of partijdige zijn, die alleen door zijn gekleurden
bril ziet en beoordeelt. De overdrijvingen en kwade
praktijken van sommigen moeten ons niet terug
doen deinzen voor den strijd. Want, een land
waar geen partijen bestaan, zal ook een land zijn
zonder vrijheid of levenskracht. Men zie dit in
Turkije.
Wat echter boven alles moet verkregen worden
is een eerlijke strijd. En ten dezen opzigte
zal men zich in Nederland nog wel iets te ver
wijten hebben. Een beginsel, dat men als het
zijne erkent, voor te staan, met alle krachten
voor te staanzonder valsche voorstelling van an
dersdenkenden, zonder gebruik maken van sohijn-
bondgenooteneerlijk, opregt; ziedaar wat wij
behoeven.
Thans nog is het zulk een zuivere toestand op
verre na niet. Dat loven en bieden, dat men de
behondsmannen en de ultramontanen wederzijds
ziet doen, is inderdaad stuitend. In dit opzigt
maakt de kleine, maar dappere schaar der zoo
genaamde Christelijk-nationale partij een uitzon
dering. Wij herinneren ons levendig hoe zij pro
test aanteekende tegen de handelingen van het
ministerie tan ZuijlenHeemskerkwij waarderen
het hoe zij over vele vraagstukken van onzen tijd,
de koloniale kwestie en de arbeiders kwestie bij
voorbeeld een open oog heeft en zich in deze
kwesties niet bekommert om het geschreeuw harer
aanbidders.
Want die kleine partij der anti-revolutionairen,
wordt ijverig het hof gemaaktConservatieven en
ultramontanen, wetende dat hunne beginselen in
vele opzigten steun kunnen vinden bij de partij
die Groen van Prinsterer aan haar hoofd telt, span
nen steeds al hunne krachten in om op deze
wijze het groote verbond tegen de liberalen in
stand te houden. Vooral tegen den tijd der ver
kiezingen doen zich van dit streven verrassende
bewijzen voor.
Des te hooger waarderen wij daarom de woor
den van Groen van Prinsterer, die wij lezen in
nummer 83 zijner Nederlandsche gedachten, den
15 dezer verschenen, „Rigt onze banier op, met
een voor tweeërlei uitlegging niet vatbaar devies."
Nu zou het ons op dit oogenblik te vervoeren,
indien wij wilden wijzen op den afgrond die er
ligt tusschen de drie partijen die, vereenigd, het
liberalisme wel niet zouden ten onder brengen in
Nederland, maar het tijdelijk in de tweede kamer
de meerderheid zouden kunnen ontnemen.
Wij vreezen volstrekt niet voor een strijd en
onderzoek van beginselen, maar wij willen van
verdachtmaking van eene partij, van loven en
bieden aan de andere, niet hooren. Van verdacht
making zijn in onze dagen de bladen der conser
vatieven en roomschen vol. De burger-oorlog te
Parijs, wij wezen er reeds in een vroegere be
schouwing op, geven de Tijd en het Haagsche
Dagblad ruimschoots aanleiding om allerlei liefe
lijkheden naar het hoofd dier slechte liberalen te
slingeren, die, volgens deze stichtelijke couranten,
in den grond der zaak, aanhangers van commu
nisme, socialisme en wat niet al zijn.
De Tijd noemde de Parijzenaars onlangs tijger
apen en zeide dat de liberalen die apen eigenlijk
gevormd hadden. En zoo zouden wij onze gansche
ruimte kunnen vullen met uittreksels die wel
vermakelijk zouden zijn, maar toch tevens be
droevend, omdat zij al een heel geringen dunk
geven van de politieke zedelijkheid onzer tegen
standers.
De liberale partij wil een goed, een degelijk
onderwijs, vrij van godsdienst-onderrigt, dat op
een gemengde school een onmogelijkheid is. Zij
meent dat Roomsche scholen en Luthersche scho
len, Christelijk-nationale en Israelitische-kosmopo-
litische, al zeer slecht geschikt zijn om in de
kinderharten liefde en raadzaamheid aan te
kweeken. „Neeu," sch^Hwen de Roomschen,
„dat neutrale onderwij^H vervloekt door den
paus." „Neen," roepen ^Heren, en de Nieuwe
Goessche couiant laat zi^^n het koor hooren
uffj zij'' onverdraagzaan^Pgens ons." Maar nog
nimmer heeft een van die schreeuwers over ver
ongelijking der minderheid eens duidelijk uiteen
gezet, op welke wijze men dan nu eigenlijk aan
ieders wenschen zou kunnen voldoen of heeft men
gegronde bewijzen aangevoerd, dat het ons te doen
was, om secte onderwijs te verbannen. Dat is en
blijft dus verdachtmaking.
Welken naam zullen wij geven aan het streven
om de handhaving onzer regten als constitutioneel
volk, als het „feitelijk invoeren der republiek"
woorden wederom van de Nieuwe Goessche cou
rant voor te stellen?
Kwaadwilligheid is weliigt het meest geschikt,
want als nu een republiek zonder republikeinen
i denkbaar was, zouden wij wezenlijk voor het huis
van Oranje, dat door de geschiedenis zoozeer aan
ons is verbonden, beginnen te vreezen, maar thans,
hoevele Nederlanders zouden aen republiek begeeren?
Juist het feit dat het algemeen stemregt door
de liberale partij in Nederland volstrekt niet be
geerd wordt, is wel een bewijs dat republikeinsche
gevoelens haar ten eenenmale vreemd zijn. En
waarom verzet zij zich tegen de uitbreiding van
het kiesregt? Omdat zij het volk nog niet ont
wikkeld genoeg* rekent, deel te nemen aan de
staats-burgerlijke werkzaamheden. Wij voor ons,
zijn een ander gevoelen toegedaan, wij zouden
tegen een uitbreiding van het kiesregt geen be
zwaar hebbenmaar toch komen wij op tegen
de beschuldiging dat de liberalen over het alge
meen, alleen uit vrees voor de gezindheid des volks,
de census-verlaging zouden tegenwerken.
Wij zullen gelegenheid genoeg hebben om het
stelsel van verdachtmaking aan te toonen, dat op
zoo groote schaal, en tegenwoordig zoo digt in
onze buurt, wordt toegepast. Wij bepalen ons
dus voor ditmaal tot deze enkele opmerkingen.
Wij meenden dit verpligt te zijn, nu de tijd dei-
verkiezingen weer langzamerhand aanbreekt. Van
het hoogste, belang is de uitslag dier verkiezingen
voor het lot van ons vaderland. In alle opzigten
zijn de tijden ernstiger dan menigeen denkt en
indien dezen zomer de liberale partij door laauw-
heid of traagheid de nederlaag kreegzoodat een
nieuw ministerie moest optreden, zouden de erns
tigste gevolgen zich niet laten wachten.
Dit is zekerde katholieke partij en zij is
in Nederland eigenlijk geheel ultramontaansch
zal alle mogelijke zeilen bijzetten. De verkiezing
te Roermond van de vorige week, waar een op
regt geloovige aan de mandementen der bisschop
pen, die beloofd had „te zullen toonen dat hij er
aan hechtte" de overwinning behaalde, bewijst
ons dit. Vermoedelijk zullen alle liberale katho
lieken bij de aanstaande verkiezing moeten wijken
voor dweepende ultramontanen.
Daar nu op de vingers is na te teilen met hoe
weinige vertegenwoordigers dit het geval kan zijn
-natuurlijk alleen in Noord-Brabanden Limburg-
behoeven wij daarom den moed niet te laten zak
ken. De eenige bedreiging is het bondgenootschap
der conservatieven. Wanneer echter de oogen ge
opend zullen zijn voor de valsche stelling die
beide partijen dan moeten innemen, dan vertrou
wen wij wel dat dit verbond niet zoo innig zal
blijken. Daarenboven de meerderheid der kie
zers is liberaal en het volk achter hen even
zeer; zoo wij de handen niet slap laten hangen,
zullen de vrienden van achteruitgang en bekrom
penheid in Junij 1871 in Nederland geen hoogtij
vieren.
GOES, 20 April 1871.
De tweede kamer heeft den 18 hare werkzaam
heden hervat.
Het nieuwbenoemde lid, de heer Arnoldts heeft
zitting genomen.
Aan den heer de Casembroot is verlof verleend om
eene nadere vraag te rigten aan den minister van
marine, over de huwelijken der zee-officieren.
(Per telegraaf) In de zitting der II1' Kamer van heden
is ingekomen eene wet tot verandering der grensscheiding
tusschen Dordrecht en Dubbeldam. Tot rapporteurs over
het voorstel 's Jacob c. s. betrekkelijk eene stoomvaartdienst
op Noord-Amerika zijn door de afdeelingen benoemd: de
heeren de Lange, van Goltstein, Insinger, Mirandolle en
Sandberg. Tegen Zaturdag elf ure is de interpellatie van
den heer Casembroot (zie boven) aan de orde gesteld, ter
wijl a. s. Maandag ten elf ure met de behandeling der be
grootingen zal worden aangevangen.
Men weet dat de hr. Arnoldtsbij zijne candi-
datuur tegenover den hr. ntr. Cornells, voor het lid
maatschap der Ilde kamer, zich minzaam in de gunst
van heeren kiezers heeft aanbevolen en dan ook ge
kozen is.
Wijl dit zoo goed heeft gewerkt heeft een ander
Limburgsch staatsman? J. P. M. Pieterszich
mede bij advertentie in de gunst van heeren kie
zers, voor het kiesdistrict Maastricht, aanbevolen.
De Staats-courant bevat de kennisgeving dat in
de maand Mei a. s. een vergelijkend examen zal
plaats hebben als machinist-leerling 2« klasse, waar
van 22 jongelingen tusschen de 15 en 20 jaar zul
len geplaatst worden.
Z. K. H. de prins van Oranje gaat vermoede
lijk den 23sten dezer op reis, om een bezoek te
brengen aan het Russische hof.
Aan de den 18den in het kiesdistrict Hulst ge
houden verkiezing van een lid voor de provin
ciale staten van Zeelandin de plaats van wijlen
den heer A. J. Onghenais door 488 kiezers deel
genomen. Bij de opening der biljetten op gisteren
zijn 7. daarvan van onwaarde bevonden. Het getal
geldige stemmen is alzoo 481 en de volstrekte
meerderheid 241.
De uitslag is dat de heer A. L. J. van Waes-
berghecandidaat-notaris te Hulstis gekozen met
241 stemmen.
Voorts zijn uitgebragt op de heeren J. Sturm 63,
D. N.oske 55, S. A, de Smidt 33, M, J. van Vessem
26 stemmen, terwijl verschillende andere personen
minder dan 26 stemmen op zich vereenigden.
Te 's Gravenhage is de heer van der Kemp tot
lid der prov. staten van Zuid-Holland verkozen.
Ter verkiezing van een lid voor den gemeente
raad te Kloetinge moet op Woensdag 9 Mei eene
herstemming plaats hebben tusschen Paulus Wisse
en Bastiaan van Liere, de eerste verkreeg bij de
eerste stemming 10, de laatste 9 stemmen.
Tot leden van den gemeenteraad te Middelburg zijn
gekozen jhr. mr. J. W. M. Schorer en J. F. W. Conrad.
Tot ons leedwezen zijn onze verschillende me
dewerkers ter dezer stede verhinderd geweest de
opvoering door Aurora, gister avond op het Slot
Ostende gehouden, bijtewonen. Bij geruchte ver
nemen wij echter dat de opvoering van »'f Was
maar een loods", waarbij voor de eerste maal een
3tal dames is opgetreden, in alle opzigten, een waar
succes .is geweest.
Eenparig is het gevoelen van het in de thans
zeer doelmatig verruimde zaal tegenwoordig geweest
zijnde publiek, dat alle spelers, zoowel dames als
heeren, uitmuntend hunne rollen hebben vervuld.
Wij vernemen daarom met genoegen dat Aurora
het plan heeft, binnen korten tijd, dat stuk ander
maal optevoeren tegen eene kleine entree, ten voor-
deele van den armen en dan weliigt in de Concertzaal.
Wij kunnen niet anders dan dit plan ten zeerste toe
juichen, en twijfelen niet of eene ruime opkomst zal
den leden van Aurora eene streelende voldoening
zijn voor de moeite aan de opvoering besteed.