BUITENLAND. omdat„bij eene juiste toepassing der beslaande ivet'1 van 1851 (en daartoe is de nieuw voorge stelde afdeelingder wet in de hoofdzaak terug- gebragt) de minister „hetzelfde doel" dat hij zich voorstelde, om namelijk vele ongelegenheden aan hetabsplute stelsel van anciënniteit verbonden op te heffenevenzeer kon worden bereikt, terwijl hij dit betoogende, zijne rede eindigde met de verklaring dat wanneer hij in deze niet met den minister mogt meegaan dit niet was omdat hij diens "denk beelden omtrent de promotie niet deelde", maar" „omdat hij meende „dat de bestaande wet bij „eene rigtige toepassing volkomen voldoet aan het- „geen hij verlangt." Wanneer zóó iets een der voorstellers en voor standers van de amendementen op art. 4, 12 en 13 (de drie hoofdpunten) zelf zegt, dan is het mogelijk dat de minister toch met hem verschilt omtrent zijne interpretatie der bestaande wet, maar dan kan men toch niet geregtigd zijn zulk een groot misbaar te maken over de strekking der aangenomen amendementen. Beter stemt men in met den minister wanneer hij als praktisch man zegt: er zijn bovendien nog zóó vele andere zaken in die wet opgenomen die nuttig en noodig zijn dat ik het niet oivbaar achtte om de. geheelc wet in te trekken, alles weder ongedaan te maken en van meet af te beginnen. Meer ondubbelzinnig, of liever zonder eenig voor behoud, is de afkeuring geweest die het ontwerp tot meerdere oefening van den eersten ban dei- dienstdoende schutterij heeft ondervonden. Die partiële regelingterwijl versterking der weer baarheid ook bij het ministerieel programma op den voorgrond werd gesteld, werd door de over- groote meerderheid der ledën in de afdeelingcn als onraadzaam en ontijdig gekarakteriseerden men verwachtte daarentegen een geheel plan van defensie zoowel wat de vestingen, als de militie en de schutterijen betrof. Dat was ook door het mi nisterie toegezegdmaar waarom dan inmid dels eene enkele partiële verandering in de schut terij wet, zonder dat daarvoor als 't ware peri- culüm in mora was Het laat zich dus aanzien dat dit ontwerp den weg van alle vleesche zal gaaneven als (en om eenigermate gelijksoortige reden) het voorstel van den heer van Houtenook tot partiële wij ziging der wet op de personele belasting, op een oogenblik dat een plan tot herziening van het geheele belastingstelsel niet al te lang meer kan uitblijven, en tegenover eene wet die ook in zoo vele andere opzigten leemten en gebreken bevat en bestemd schijnt om bij herziening van het belastingwezen geheel uit de rei der /èj&belastin gen te verdwijnen. Immers het is te voorzien, dat het laatste Vs dat het Rijk nog uit de opbrengst uvn», mvui. „ai uveigaau aan ue gemeenten, mé dan tevens de geheel naar plaatselijke gesteldheid in te rigten grondslagen erlangen tot duurzame rege ling van het gemeentelijk belastingstelsel. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. GOES, 30 Maart 1871. H. M. de koningin van Zwedeir en Noorwegen, geboren prinses Louisa der Nederlanden is ernstig ongesteld: Per Telegraaf.) Een te 's Hage ontvangen telegram meldt, dat H. M. de koningin van Zweden en Noorwegen heden morgen ten half twaalf ure te Stockholm is overleden. EERSTE KAMER. Zitting van Maandag-avond 27 Maart. De heer Coenennieuw benoemd lid der kamer, wordt door den heer griflier binnengeleid, en neemt zitting. Zijn ingekomen verschillende stukken, missives, kon. besluiten, boekwerken en al de laatstelijk door de tweede kamer aangenomen wetsontwer pen. Naar de afdeelingen verzouden, tot welker zamensteiling op nieuw is overgegaan. In de zitting van Woensdag 29 Maart, zijn benoemd tot voorzitters de heerenDuymaer van Twist, Blankenlieijmvan "Sicinderen en de Vos van Steemuijk; tot onder-voorzitters de heerenSmit Cost Jordens, Messchert van Vollenhoven en van der Lek de Clercq. In den nacht van 29 Maart is na een kort stondige ongesteldheid te 's Hage overleden mr. G. Matthes, benoemd raadsheer in den hocgen raad. Gisteren vierde onze geachte stadgenoot, de heer W. Swarl, hoofdonderwijzer aan de openbare school der le klasse alhier, zijn GOsten jaardag. Vele waren de bewijzen van deelneming weike de heer Swart ontving, ook van zijne talrijke scholieren welke in het schoolgebouw ruimschoots zijn onthaald. Moge het den achtbaren jubilaris gegeven worden nog menig - jaar ten nutte van onze kinderen werk zaam te zijn. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op ach terstaande advertentie omtrent de letterkundige voor- dragt van dr. R. A. Soetbrood Piccardt. Eene aan sporing tot getrouwe opkomst achten wij overbodig. Het Journal dl Am er s meldt, dat de gemeenten SantvlietBeirendrechtStabroekOorderen en Wilmarsdonkeenparig erkennende het groote nut van den Spoorweg van Antwerpen op Woensdrecht, geprojecteerd door de maatschappij A. Mertens Sf Co., besloten hebben bij te dragen in de kosten van aanleg, zooals dit reeds gedurende verscheidene jaren in Vlaanderen gebruikelijk is. De werken kunnen na den oogst een aanvang nemen. Men schrijft uit Middelburg van 27 Maart. Nadat reeds gister hier het gerucht had geloo- pen van oneenigheid tusschen de polderjongens, werkende tusschen Arnemuiden en het Sloe, even als in 1869 daarin bestaande, dat men geene Belgische arbeiders langer op het werk wilde toe laten, is heden morgen ten half 3 ure een deta chement infanterie van hier derwaarts vertrokken, later door onderscheidene anderen afgewisseld. Alles was en is tot lieden rustig gebleven. In middels zijn de uoodige voorzorgsmaatregelen ge nomen. Vele Belgische arbeiders intusschen, be vreesd voor eene herhaling van het vroeger gebeurde, hebben het werk verlaten en zijn naar Zuid-Beveland overgestoken. Een ander niet minder bedroevend gerucht is hier verspreid, namelijk dat, afgescheiden van het bovenvermelde, de werken aan de afdamming van het Sloe zouden gestaakt zijn, en dit thans van de zijde van den aannemer, die, nu hij, door de aanhangige procedures, niet in het bezit is van den beuoodigden sehorgrond, zoowel aan den Zuid- Bevelandschen- als Walcherscheu wal, meent zijn werk volgens het bestek niet te kunnen uitvoeren. Moge dit gerucht onwaarheid behelzen in het belang van den zóózeer verlangden, door verschil lende omstandigheden zóó lang tegen gehouden Zeeuwschen spoorweg Celiaan van Bunderen van het Za'amslagsehe veer na reeds tweemaal voor opligterij veroordeeld te zijn, is wegens dergelijke feiten kortelings te Neu zenAxel, St. Jan Steen en Graauw ouder een valschen naam bedreventegen 3 April a. s. an dermaal voor de arrondissements-regtbank te Goes gedaagd. Het publiek zij voor dezen man ge waarschuwd. Nicuicsblv. Zeeuivsch- Vlaanderen.) Een aanzienlijk aantal hoofdonderwijzers in Overijsel heeft zich, naar men verneemt, tot den minister van binnl. zaken gewend, met het verzoek oin verbetering in hunne bezoldiging te brengen. Te Voorst zijn pogingen om aldaar eene bij zondere r. c. school op te rigten, afgestuit op den tegenstand van de meéSte r. c. leden der gemeente, die verklaarden dat hunne kinderen naar de openbare school zouden blijven zenden, omdat daar, volgens hunne meening, aan niemands godsdienstige gevoelens" aanstoot wordt gegeven en zij geen aanleiding wilden geven tot verwij dering tusschen roomsch-catholieken en protestan ten in eene gemeente, waar zooveel verdraagzaam heid heerscht. Te New York hebben zich mede de kinderpok ken vertoond. Ziehier de maatregelen welke van wege de overheid tegen de verspreiding der ziekte genomen worden: Zoodra een geval bekend wrnrdt (door aangifte)komt een inspector zich verge wissen. De lijder wordt onmiddellijk naar de boven ste verdieping van het huis gebragteen afzonder lijke oppasser wordt hein toegevoegd, en de zieke blijft geïsoleerdbestaat daartoe de mogelijkheid niet, dan wordt hij naar een hospitaal vervoerd. Het huis'wordt vervolgens gedesinfecteerd en be waakt. Geen bezoekers worden in het ziekenhuis toegelaten. Sterft de patiënt, fcoo doet de overheid hem begravenin een verzegelde kistnadat het lijk gewikkeld is in een met carbolzuur doortrok ken wade. De methode is hard voor het slagt offer en zijne betrekkingen. Doch de burgers van de Vereenigde Staten schijnen beter dan die van andere landen te begrijpen boe zeals leden der maatschappijhet algemeen welzijn boven hun ei gen behoorcu te schatten. Geen burger heeft't regt ter wille van luimteergevoeligheidof „gemoeds bezwaren", zijn medeburger aan gevaar bloot te stellen. Wie dit regt, die „vrijheid" meent te bezittenwie van de zamenleving slechts genieten wil, zonder tegenover haar verpligtingen te willen kennen die hehoort in de zamenleving niet fe huis. Hij zette zich neder in een achterhoek van de Sahara. Slechts daar is „vrijheid" mogelijk, in den zin dien sommigen aan 't woord hechten. Benoemingen, Besloiten enz. Benoemd tot -burgemeester van Arnemuiden C. J. Crucq, thans secretaris dier gemeente; en tot burgemeester van tsieuw- en St.-Joosland C. J. J. A-van Teijlingen, te Middelburg. In ons vorig overzigt gaven wij de hoop te kennen, echter niet zonder vrees, dat de onlusten te Parijs spoedig gedempt zouden zijn. Het ver trouwen op Saissei en zijne medestanders was groot en men verwachtte niet anders dan het welslagen hunner pogiugeiiom de burgers tot elkander, en gezamenlijk tot gehoorzaamheid aan de wet te brengen. Doch plotseling werd die hoop de bo dem ingeslagen en de* vrees vervuld. De maires van Parijs hadden namelijk eenige mitrailleuses doen overbrengen naar de mairie van het 2de ar rondissement, waarin de beurs en do bank geleden zijn. De opstandelingen z.igen daarin een doel der regeringom hen meer in bedwang te houden of zooals zij zich uitdrukten, den volksgeest aan banden te leggen en door eene proclamatie van het centraal comité werd bet sein tot eene nieuwe wederspannigheid gegeven. De broederkrijg woedt in Parijs, al is het dan ook, dat de bloedige con flicten der vorige week zich niet herhalen. Over het algemeen blijven de dagbladen de na tionale vergadering steunen en verklaren zij, niets gemeens te willen hebben met de opstandelingen. Het centraal comité daarentegen wil, dat de bladen in gunstigen zin over de republiek, door het volk, dat wil zeggen, door de opstandelingen uitgeroe pen, spreken, en bedreigt de redacteurs met ver volging en inhechtenisneming, De Nouvelle repu- blique, een blad der opstandelingen, gaat nog verdel en eischt, dat het nieuwe bestuur van Parijs de nationale vergadering van Versailles voor ontbonden verklare en hare leden in staat van beschuldiging stelle. Het Journal oficiel, mede een blad van den opstand, voegt daarbij den eiscb, dat men de na tionale vergadering dwinge eene kieswet af te kon digen, waarbij de stemmen der steden ni°t langer verloren gaan onder die van het platteland. Het is woelgeesterij, anders niet, en veel, van hetgeen wij nu te Parijs zien gebeuren, herinnert aan de fransche republiek van 1789 en volgende jaren. Zoo sprak Emanuel Arago dezer dagen in eene vergadering van 120 leden der linkerzijde, van den »eed in de kaatsbaan." Zoo werd in de rue d'Anjou-St.Honoré dezer dagen een billet aange plakt, waarop met kolossale letters gedrukt stond Brood en het stelsel van 93." Zoo ontdekt men ook nu een slecht geheugen bij hen die zeggen de leiders des volks te zijn. Geen gedachte aan de verdiensten van groote mannenof de aange bedenen van gisteren bezielt hen. Zelfs Jules Favre, de man die juist door het volk in September 1870 op den regeringszetel werd getild, wordt nu uitgemaakt voor een »fa)saris, een infamen jezuit, een landverrader, een zielverkooper" en dergelijke fraaije woorden meer. Het gerucht werd dezer dagen verspreid en houdt nog aandat Thiers een exmaarschalk van het keizerrijk tot generalissimus zou willen benoemen, en zelfs wordt thans Canrobertaangewezen als de man, die belast zou worden met het opper-kom- mando over de troepen die tegen Parijs zullen oprukken. Dit is zeker dat te Versailles zoa be sloten zijn, krachtiger dan tot nu toe tegen Parijs te ageren en dat de troepen van buiten zullen trachten de rust te herstellen. Te Marseille en Lyonwaar de opstand mede was uitgebroken is de rust hersteld echter niet zonder bloedstorting. De prefect van bet departe ment de Loire is o. a. vermoord. De heer Rouher heeft in de belgische bladen een brief doen opnemen waarin hij als oud-minister van bet keizerrijk ten krachtigste protesteert tegen de bewering dat de impevalisten de baud hebben in het oproei- te Parijs. »De vlag," zoo zegt hij, »door het oproer te Parijs gebeschen is bekend j het is die van het socialisme en de verschrikking; bet is de verfoeijelijke roode vlag. Wie tegenover die lieden inschikkelijkheid toont, brengt het land ten val. Zij moeten met geweld tot rust en orde gedwongen worden." Prins Frederik Karei van Pruissen, gedurende wiens afwezigheid generaal Voiglit Retz het opper bevel over de Duitsche troepen in Frankrijk heeft, keert weldra derwaarts terug, vergezeld door de generaals t>. Moltke en Blumenthal. De hervatting van den oorlog wordt door de Duitsche legerhoof den zeer mogelijk geacht. Ondanks alle vredelie vende verzekeringen van het centrale comité der Parijsche opstandelingen, hebben op de gansche linie van St. Denis tot Charenton de Pruissische voorposten weder veel te lijden van hunne voor malige vijanden" (want nu de vrede is gesloten bestaan er geen vijanden meer!!), en dus moet men zich voorbereid houden op alles wat gebeuren kan en, zoo noodig, gereed zijn tot een even snelle als afdoende kastijding van het schenden der onzij digheid. Intusschen is van den kant der Parijsche muiters een aanvang der vijandelijkheden niet te verwachten -, de leden van dit stadhuisbewiud weten even naauwkeurig als hel ministerie van Thiers ca als de leden der nationale vergadering, welke vrees- selijke gevolgen zullen voortspruiten uit een moed willige uittarting van de Pruissisehe bezetting der forten op den oostelijken oever der Seine, en even min als de gezaghebbers-te Versailles zal Assy, of thans Blanqui c. s., het tractaat der vredes-pre- liminairen opzeggen. De Fortschiittspartij in Duitschland wordt mag- tiger en magtiger. De heer Virchow, haar bekende woordvoerder, bestrijdt met alle mogelijke geestdrift de constitutie van het zoogenaamde Duitsche rijk en verklaart, dat er vooreerst wel geen hoop is, op eene verandering in den geest der vrijheid maar dat ieder toch op schildwacht moet blijven staan om eene nog verder gaande verslimmerino- te beletten, en tevens uittezien naar het geschiktste oogenblik, om in naam der vrijheid optestaan en tegen onderdrukking te ageren. Het schijnt dus dat in Duitschland niet alles even rooskleurig is. In Spanje zijn weder Carlistische beweringen waargenomen, dpeh slechts van geringe beteekenis. Bij Lerida is eene bende, 60 man sterk, verslagen en verstrooid geworden. In Cordova, Saragossa en Valencia zijn pogingen tot rustverstoring aauge- wend, doch zjj werden bedwongen. In de Baskisch»

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 2