6 tot president en secretaris. Voor notificatie aangenomen. Van de diaconie der Evangelisch Christelijke gemeentebe rigt, dat zij geen gevolg heeft kunnen geven aan de missive van burg. en weth. betrekkelijk de vaccine en revaccineen van het bestuur van het Gasthuisberigt, dat sedert de vorige mededee- ling nog 40 personen in dat gesticht zijn gevaccineerd of ge- revaccineerdwaarvan 29 met gunstig gevolg. Voor notificatie aangenomen. g. Van mej. A. M. Hartmandankbetuiging voor hare be noeming tot hulp-onderwijzeres aan de openbare school der le klasse. Voor notificatie aangenomen. Van den heer J. Mulder: toezending der statistiek voor handel- en scheepvaart over 1870. Met dankzegging aan den gever in het archief gedeponeerd. i. Van den heer Docen te Amsterdamtoezending van cene brochure over, en van de statuten voor eene maatschappij lot aanleg van locaalspoorwegen. Ter visie voor de leden. IV. Wordt gelezen een verzoek van P. Buytendijk, om nog 100 M2 grond bij het door hem gebouwde huis aan het Noord einde in erfpaoht te ontvangen. Dit verzoek wordt aangehouden tot eene volgende vergadering terwijl burg. en weth. daarvan, overeenkomstig een eenmaal aan genomen beginsel, openbare kennisgeving zullen doen. V. Nog is ingekomen eene reclame van M. G. van den Ende Cz., tegen de lijst der kiezers voor leden van den gemeenteraad, met verzoek daarop geplaatst te worden. De Voorzitter zegt, dat hij daarvan mededeeling doet, omdat art. 67 der gemeentewet hem verpligt, alle stukken terstond ter tafel te brengen in de vergadering, waar zij behooren, doch dat dit stuk op grond yan art. 14 der kieswet nog niet in behande ling kan komen. Het wordt diensvolgens aangehouden. VI. Alsnu is aan de orde de benoeming van leden voor het burgerlijk armbestuur. De heeren Meijlink en mr. Hanlo worden uitgenoodigd als stemopnemers te willen fungeren. De Voorzitter zegt die benoeming te zullen laten doen vol gens de orde, waarin de tegenwoordige leden op het verzoek om ontslag voorkomen, en dus het eerst ter benoeming van een lid en voorzitter, waartoe de keuze uit de leden van den raad moet geschieden. Bij de opening der briefjes blijkt, dat zijn uitgebragt op de heeren G. II. Kakebeeke 6, J. A. A. Éranscn van de Putte 2 stem men en op jhr. mr. J. J. Pompe van Meerdervoort 1 stem. De heer Kakebeeke alzoo benoemd zijnde, wordt door den Voor zitter uitgenoodigd zich te verklaren, of hij zich die benoeming laat welgevallen. De benoemde geeft te kennen, om zijne hooge jaren, en de vele werkzaamheden aan zijne andere betrekking, in dienst der gemeente,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 8