5
dat het bestuur van het gasthuis de missive heeft gesteld in
handen van den geneesheer dr. N. J. F. Verschoor en deze een
begin gemaakt heeft met de vaccinatie of revaccinatie der ver
pleegden en daarmede voortgaat
dat de verpleegden van de diaconie der Ned. Herv. gemeente,
van het E. K. Paroch. armbestuur en van het Nederl Israëlit.
armbestuur, op uitnoodiging dier besturen zijn gevaccineerd of
gerevaccineerd
dat de diaconie der Christ. Gereform. gemeente, in overleg met
den kerkeraadbezwaren heeft, om aan het verzoek van burg. en
weth. te voldoen en wel, o. a. om de volgende redenen: (woor
delijk aan de missive ontleend)
„dat vrijheid des gewetens, in hare nobelste beteekenis, als:
„redelijke zelfbepaling, binnen de grenzen der waarheid, hoek
steen van de belijdenis der Christelijke Gereformeerde kerk is''
en de diaconie daarom niet kan medewerken, „dat het geweten
„des eenen zal berusten of goedkeurenin wat een ander goed
„vindt
„dat velen uit een medisch oogpunt bezwaar hebben in de vac-
„cine," omdat o. a. door bewijzen gestaafd wordt: „de menig
vuldige syphilitisehe vaccinatie, aangewezen in ie Straatsburger
Zeitung van 4 Febr. 1870 de Qartenlaube 1869pag 268 enz."
en dat de diaconie daarom het „bestuur bescheiden en ernstig
„verzoekt, in geen tak van bestuur of philantropie bepalingen te
„verordenen, goedtekeuren of toetelatendie onder bovengenoem
de gegevens, in strijd zouden kunnen zijn met de individueele
„vrijheid en alzoo in strijd met alle ware liberale beginselen
„onwaardig in een' vrijen staat, die er op boogt een constitü-
„tioneele wet te bezitten die de individueele vrijheid en persoon
lijke bescherming waarborgt en de overtuiging van elk onder
daan wil geëerbiedigd zien."
De Voorzitter zegt het niet noodig te achten bij den laatsten brief
iets te voegen maar alleen de voorlezing te hebben laten doen,
opdat de raad en het publiek kunnen oordeelen wat burg. en
weth. zonder eenigen dwang te bezigen hebben gedaan ter mo
gelijke voorkoming van het uitbreken der kinderziekte, terwijl
hij in gee'ne beoordeeling van den laatsten brief zal treden.
V. Daarna geeft de Voorzitter keunis van de navolgende ingeko
men stukken
a. Mededeeling van Ged. Staten hunner goedkeuring van het
raadsbesluit, dd. 17 Februarij no. VI tot af- en overschrijving
op de begrooting voor 1870.
b. Mededeeling als boven van het raadsbesluit en suppletoire
begrooting voor 1871, ter bestrijding der kosten voor de uit
breiding der bewaarschool op de Beestenmarkt.
c. Berigt van ontvangst door Ged. Staten van de verordening,
ingevolge art. 178 der gemeentewet, die den 13 Maart zal worden
afgekondigd.
d. Verslag van den toestand van het lager onderwijs, en