1871. M 21.
BEKENDMAKINGEN
van het Gemeente-bestuur.
op Vrijdag den 10 Maart 1871,
WECRUIiW VAN BOOMEN.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maasdag en Donderdag
avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
C01IRA\T.
Gewone advertentiën worden it 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels it 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wensclit opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
OPENBARE VERGADERING
van den
G JZiWK J2JVTJB- H.IAI» te fiOUS,
ten raadhuize aldaar,
des avonds ten 8- ure.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Mcdedeelingen, ingekomen stukken.
2. Rekening der Leenbank over 1870.
3. Idem van het fonds van kazernering.
4. Voovdragt en benoeming wegens urgentie, ter ver
vulling der a. s. vacature van Hulponderwijzeres
aan de school le klasse.
5. Remissien Hoofdelijke Omslag over 1870.
6. Idem Belasting op de Houden over 1870.
7. Vaststelling van het kohier voor den Hoofdelijken
Omslag over 1871.
8. Idem der belasting op de Honden over 1871-
9. Ontslag der leden van het armbestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES her
inneren de koopers der boomen, gestaan bobbende op den
wal achter de St. Jacobstraat, dat deze, volgens de voor
waarden van verkoop, reeds op den lsten Februarij jl. moes
ten zijn weggeruimd, en brengen ter hunner kennis dat die
wegruiming uiterlijk op Woensdag den 15 Maart a. s. moet
hebben plaats gehad.
Goes den 9 Maart 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. ULAAUBEEN,
De Secretaris
HARTMAN.
GOES9 Maart 1871.
Als onze hoogst waardige zustergenaamd de
Nieuwe Goessclic Courant, met eenige zaak in
'tnaauw zit, dan tracht zij er zich uit te redden,
met ons blad de volle laag barer verontwaardi
ging te geven. Dit is zoo'n huismiddeltje, liet welk
het waardige blad er op na houdten pogcheude
op haren waaidigen toon, treedt zij op zoo'n oogen
blik van haar waardig standpunt (lees: boerenbe-
driegende roeping) af om de taal der alledaagsche
stervelingen te doen hooren.
Toen het Weekblad van het regteen harer
waardige" maar desniettemin geheel onhoudbare"
artikelen afdoende had wederlegd en wij dat stuk,
onder vermelding der broneene plaats in ons
blad gaven werd weder ons blad een gemoedelijk,
«waardig" compliment waardig gekeurd.
Nu wij in ons no. van jl. Vrijdag eene plaats
hebben ingeruimd voor de uiting van een ver
ontwaardigd publiek, over eene zaak waarover wij
niet anders dan eenstemmig met het publiek kunnen
denken moet ons blad het weder ontgeldenMaar
is dat eene wederlegging der zaak? Wel neen,
dat kan de N. G. Ct. nieten daarom zoekt zij
weder haar steun in haar waardig" standpunt
(zie boven.)
Hare wederlegging? «De heer C. C. v. d, Bosch
verdient door zijn leven de achting van ieder."
Wij twijfelen er niet aan en hebben den heer v.
d. Bosch dan ook in zijn privé leven volstrekt niet
aangerand. Wij lal en dat schenden van het piivé
leveil over aan den steller der beruchte circulaire
en de waardige N. G. Ct, welke die circulaire in
hare bescherming nam.
De wederlegging der N. G. C. is dan ook niets
anders dan eene poging otu het gebeurde met de
benoeming van eenen secretaris-penningmeester voor
armbestuur en gasthuis te verdedigen, natuurlijk
door het gewone middel, dat zij zoo meesterlijk
van het Dagbladheeft afgekeken, het verplaat
sen der kwestie op een ander terrein.
Zij doet het voorkomen als of de storm van ver
ontwaardiging die in de gemeente over het gebeurde
is opgewekt en zich in tal van ingezonden stukken
ook van elders heeft lucht gegeven, daarin
zijnen grond vonddat de Raad de benoeming
gedaan heeft buiten de gedane aanbeveling en dat
de heer van den Bosch aan de stemming heeft deel
genomen, niettegenstaande zijn zoon een der sol
licitanten was.
Maar de N. G. C. weet wel beter. Zij weet
zeer goed, dat niet het passeren der aanbeveling
op zichzelf den raad tot een grief wordt gemaakt
gemis aan deferentie voor het gevoelen van een
achtbaar collegie, dat zich geheel belangeloos, veler
lei moeiten en werkzaamheden getroost, zal van
de tegenwoordige meerderheid van den raad zooveel
verwondering niet baren maar wel het passeren
van al de sollicitanten ten behoeve van den minst
bekwame, die geen enkele aanspraak, hoe gering
ook, op de. bedoelde betrekkingen kon doen gelden,
dan dat hij de zoon is van een der raadsleden.
Niet dat de heer van den Bosch medegestemd
heeft (ofschoon het vrij wat kiescher geweest ware
indien hij zich onthouden had) is de groote grief,
maar dat hij dat gedaan heeft ten minste het
wordt er algemeen voorgehouden ten voordeele
van zijnen zoon, terwijl hij, die den omvang en
de moeijelijkheden aan de bedoelde betrekking
vooral bij het armbestuur kent en beoordeelen kan,
wist dat hij daardoor veel bekwaraeren uitsloot,
terwijl hij dan toch in allen gevalle bij herstemming
voor het gasthuis de wet overtrad, die het mede
stemmen in zaken waarin bloedverwanten zijn be
trokken, verbiedt.
Wil de N. G. C. de gedane benoemingen ver
dedigen, dan moet zij aantoonen, dat de leden,
die voor den heer E. van den Bosch, met voor
bijgang van alle andere sollicitanten, hebben ge
stemd daarbij overeenkomstig hunnen eedhet
belang der gemeente met al hun vermogen hebben
voorgestaan en bevorderd.
Dat is de zaak. En dan baat het niet om te
zeggenvroeger heeft de gemeenteraad ook wel
eens eene aanbeveling gepasseerd, of, de heeren
Blaaubeen, van de Putte en Callenfels hebben ook
wel medegestemd; dat is een schooljongens argu
ment, die,' als zij op een vergrijp betrapt worden,
er zich ook trachten uitteredden met te zeggen
Jantje of Pietje heeft het ook gedaan.
Na het hierboven gezegde zullen wij wel niet
behoeven aantetoonen, dat de gevallen volstrekt
niet gelijk staan, maar al ware het zoo, de N. G. C.
vergete niet dat de tegenwoordige heeren Nortier,
van den Bosch, PompeHanlo enz. juist om hunne
meerdere godsdienstigheid" die vroegere liberale
meerderheid hebben verdrongen, en dat het nu
volstrekt niet opgaat, om de fouten van die gods
dienstige" en christelijke" heeren te vergoelijken
door er op te wijzen dat de «radikalen" dezelfde
fouten begingen, 't Is immers juist daarom, dat
zij aan de kiezers zijn aanbevolen en als zij nu
precies hetzelfde doen, dan is de gemeente met de
verandering van personen niets vooruit, maar in
tegendeel achteruit, daar de radikalen" toch in
bekwaamheid niet achter staan bij de «godsdien-
stigen." Wat dunkt hiervan de N. G. C.
Heeft zij in haren ijver om iets ten gunste van
het gebeurde te zeggen niet een weinigje hare rol
van «godsdienstige" courant vergeten? Trouwens
er zi)n dan ook nu geeue verkiezingen aau de orde.
Tegen Mei aanstaande zal dat wel terugkomen.
Verschillende bladen in ons vaderland gewagen
van den iegenwoordigen toestand in onze stad,
De A'. Rolt. Cl. zegtna een afkeurend artikel
over de hier gehouden verkiezing door den ge
meenteraad
»Er is echter iets goeds in het kwaad. De ligt-
«geloovige menigte, die eenige partijmannen als
«heiligen aanbad, begint nu uit hunne daden te
«zien, dat het eigenbelang ook onder het kleed
«der kerkelijke regtzinnigheid zetelt en zelfs de
«slimsten verleiden kan tot handelingen die even
«onkiesch als onedel zijn. De reactie delft haar
«eigen graf, al zal het ook nog wat duren alvo-
«rens haar overschot daarin wordt geborgen."
De ZZ. Nbode zegt er vaner is te
«Goes eene onkiesche handeling gepleegd toen de
«vader van den sollicitant zulk een ijverig en ten
«slotte onwettig deel aan de stemming nam. Men
i j o
«is er ook weinig over gesticht dat zoovele acli-
«tenswaardige mannen voor het hoofd gestooten
«worden, om eene partij te believen en begrijpt
«evenmin' de houding van het catholieke raadslid,
«die niet eens voor den catholieken sollicitant,
«een uitstekend en bekwaam burger, stemde.
«De partij, die daar sedert eenige jaren zoekt
«te reageren, komt hoe langer zoo meer voor den
«dag als meest haar eigenbelang en eer te be
sdoelen. Gaat men zoo voort, dan zullen niet
«slechts haat eu tweedragt gevoed worden, maar
»men zal de keur der burgerij zoodanig van zich
«afstooten, dat op geen enkel punt zamenwerking
«meer mogelijk is.
«Onze couranten schrijven scherpe artikelen, die
»voor enkelen niet vleijend zijn, maar, naar men
«algemeen erkent, waarheid bevatten. Die cou-
«ranten-polemiek maakt de gemoederen niet rus-
tiger, maar door wie werd zij uitgelokt? Wij
«hebben eerbied voor ieders overtuiging en kunnen
«gaarne tegenspraak verdragen, maar begrijpen dit
«zeer goed, dat, als partijzucht er zoo op uit is,
»om verwarring te stichten, dikwijls de harde
«woorden onwillekeurig uit de pen vloeijen."
De uitvallen der N. G. Ct. tegen ons blad vinden
wij allervermakelijkst. Wij zijn geen «beschaafde
courant." 't Is mogelijk wij roepen de toegevend
heid onzer nederige zuster in. Wij hebben ook
geen enkelen jonkheer in onze redactie. Over de
vraag wat beschaving is, zullen wij met de N. G. C.
niet twisten. Zij noemt de ingezonden stukken
waartegen haar artikel gerigt is, zoogenaamd inge
zonden. Wij antwoorden hierop slechts: zoo als
de waard is, vertrouwt hij zijne gasten. Wij voor
ons hebben geene enkele reden, om het publiek
in de onzekerheid omtrent het personeel onzer
redactie en medewerkers te laten, of om ons, voor
hetgeen wij te zeggen hebben, achter anderen te
verschuilen.
Wij hebben hiermede voorloopig weder met
deze zaak afgedaan.
Voor dfc armen betreuren wij den loop der zaak,
maar tot verheldering van het Goessche kiezers
verstand is deze orthodoxe bijdrage zeker niet
ongeschikt.
Zooals wij in ons vorig no. meldden liep er een
geruchtdat er voor de kiezers van Tholen en St.
Philipsland een expresselijk no. van de Nieuwe Goes
sche Ct. was vervaardigd, ten einde hen te belezen
den heer Sipkes als lid der Prov. Staten van Zeeland
te kiezen. Dat gerucht blijkt waarheid te zijn. Wij
hebben dat extra nummer voor ons liggen. De re
dactie zegtdat zij met het oog op de veelvuldige
beschouwingen over de verkiezingen in de laatsten
tijd, voor hare gewone lezers eene andere beschou
wing had geplaatst. Heel naaf, het extra nummer
is dus gezonden aan ongewone lezersergoaan de
kiezers.
Wij gaan vooruit. De partij van de N. G. Ct,
begint schaamte te krijgen. Zij heeft dat Kamper
streekje niet onder de oogen van de Goessenaars en
gewone lezersdie zachtjes aan ongevoelig worden
voor hare gemoedelijkheid durven brengen en heeft
door eene doodonschuldige verwisseling van hoofd
artikel dat zaakje weder op echt „nationaal gods
dienstige" wijze bedisseld.
Inderdaad wij nemen den hoed af voor het Jezui-
tisch vernuftvoor de godsdienstige goocheltoeren
welke de redactie van de N. G. Ct. in praktijk brengt.
„Aau de vruchten leert men den boom kennen,"
heeft de N. G. Ct. zoo dikwijls en ook thans weder
gezegd en wij stemmen 't haar volmondig toe. Circu
laires zijn wat in discrediet geraakt en daarom is
ditmaal door de godvreezende partij weder eens tot
een ander hulpmiddeltje geadviseerd en 'theeft uit
muntend gewerkt, want, niet -alleen dat dhr. Sipkes
gekozen ismaar het stuk moet tevens dienen als
voorlooper voor de verkiezing van een lid der tweede
kamer.
En het stuk zelf?
Och, lezers, 'tis weder de gewone kost en als
iemand zicli de moeite wou geven, om vroegere ver
kiezingsartikelen van dat blad op te slaan, zou men
vooi een gioot deel dezelfde woorden en zinnen
vinden.
1 Het gewigt der verkiezing.
2°. De vervaardmaking tegen de liberale rigting.
3 De gewone belastering dier partij.