BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLAND.
betaald of 31 pet. minder per hoofd. Ware de
toegenomen bevolking in 1864 in staat geweest
zooveel optebrengen als in 1846, dan zou het be
drag der belastingen zijn gestegen tot48,923,280,
of ongeveer met 16,000,000 zijn toegenomen.
Duidelijk bewijs dat, hetgeen meer in Oostersche
landen wordt waargenomen, de bevolking bedui
dend vermeerdert maar dat hier tegelijkertijd de
welvaart, het productief vermogen van den in
lander beduidend is afgenomen, hetgeen nog dui
delijker bevestigd wordt door de vermindering
van het zoo noodige zoutverbruik dat in 1S46
was 42 cents per hoofd en in 1864 daarentegen
37 cent.
We gelooven dat het bovenstaande voldoende
mag worden geacht om te doen uitkomen van
welk overwegend belang eene flinke hervorming
van het belastingstelsel in Indië is.
Dat van het tegenwoordig bewind geene andere
rigting te verwachten is; dat het ook in dat
opzigt aan de wenschen der koloniaal-liberalen
zal voldoen, het punt is bij ons uitgemaakt wan
neer wij alleen maar letten op de hoofdpersonen
waaruit het bewind is zamengesteld.
Zij hebben door hunne medewerking; hetzij als
ministers of kamerleden, tot de agrarische wet en
tot de trapsgewijze opheffing der suikercultuur,
als 't ware zich zedelijk verbonden tot verbete
ring van de belastingen; en dat, tegen 't tijdstip
waarop dit geschieden moet, een financieel man
als de heer van Bosse met de portefeuille van ko
loniën belast is, kan inderdaad als een dubbel
voordeel beschouwd worden.
Met regt mag dan ook van dit ministerie wor
den tegemoet gezien het vierde punt dat wij
wenschten te doen uitkomen de hervorming van
het belastingwezen in Indië.
GOES, 13 Februarij 1871.
De haagsche correspondent van de Indêpcndanee
deelt mede, dat de heer Thorbecke met het vol
gende programma zal optredenhet belastingstel
sel, de landsverdediging, de koloniale politiek en
de herziening der kieswet.
Gelijk wij vroeger meldden was een der eerste
maatregelen van den nieuwen minister van justitie,
nl. zijne aanmaning aan de regterlijke magt om de
preventieve gevangenis niet dan spaarzaam toe te
passen met ingenomenheid vernomen.
De N. Goessche Ct. denkt er echter anders over.
Dat blad, hetwelk naar men zegt in relatie staat
met leden van onze regtbank, (en het dus het best
vreten kan) noemt die aanmaning «ongewenschte
centralisatiezucht", zegt dat dezelve een onverdien
den blaam werpt op de regterlijke magt" en »een
hoogstwaarschijnlijk vruchtelooze inmenging' is.
Wij dachten in onzen eenvoud dat er herhaal
delijk klagten waren gehoord over de zeer ruime
toepassing die er van de preventieve gevangenis in
Nederland werd gemaakt en dat ieder weldenkende
de aanbeveling tot voorzigtigheid door den minister
daarom met vreugde zou vernomen hebben. Wat
dan ook de G. Ct. over het onderwerp schrijft
is van dien aard dat onze denkwijze over die zaak
volstrekt niet geschokt is.
Die centralisatiezucht bestaat, volgens de N. G.
Ct. in 's ministers pogen om de toepassing der pre
ventieve gevangenis in zijn geest en niet in die der
regtbank te doen plaats hebben en dit noemt die
courant tegelijk eene inmenging.
Nu vermeenen wij, dat een verantwoordelijk mi
nister van justitie volkomen het regt heeft om zijne
interpretatie van de wet te doen kennen en dat dit
eene inmenging is die allezins billijk, ja zelfs nood
zakelijk is. En wat de centralisatiezucht aangaat
is het niet wel aan te nemen dat de regters en de
ambtenaren van het openbaar ministerie een ander
gevoelen hebben omtrent deze zaak dan de minister
en zouden meenendat de voorloopige gevangenis
wèl ligtvaardig moest worden toegepast.
Is bovendien eene aanbeveling als door den mi
nister is gedaan een «onverdiende blaam" voor de
regterlijke magt Moet men hier denken aan eigen
gevoeligheid ofovergroote partijdigheid
omdat 'tweder een liberaal minister is die eene
zaak van menschelijkheid en regtvaardigheid wil
uitgevoerd zien
Als een staaltje hoe de vrijheid van het ker
kelijk beheer hier ter stede door de betrekkelijke
commissie wordt opgevat, deelen wij het volgende
stukje mede, hetwelk wij overnemen uit de N. G. Ct.
van jl. Vrijdag.
«Gisteren avond had de stemming plaats der
stembevoegde manslidmaten, over het ontwerp-reg'ie-
ruent van het beheer over de kerkelijke goederen
der Ned.'herv. gemeente alhier. In den aanvang
der vergadering had er eene vrij langdurige be
raadslaging plaats, over de vraag of er in die
vergadering over de bijzondere artikelen beraad
slaagd of alleen gestemd zou worden. Ofschoon
zoodanige beraadslaging mei aandrang gevraagd
werd door twee daar aanwezige leden, meende de
voorzitter der commissie tot ontwerpen van dat
reglement het te moeten ontraden. 1°. Om het
tijdroovende van zulk een debat, daar hij voorzag
dat de behandeling van het ontwerp dan al ligt
3 of 4 avonden zou vereischen, wat hij voor eene
vergadering als deze ondoenlijk achtte; 2°. omdat
een ieder die eenig bezwaar had tegen het ont
werp, bij het toezenden van dit, door de commis
sie was uitgenoodigd die bezwaren aan haar te
kennen te geven, terwijl de commissie toen reeds
haar voornemen te kennen gaf de ingekomen be
zwaren, bij het behandelen van het artikel waarop
zij betrekking hadden, aan de vergadering te zullen
mededeelen te gelijk met de redenen waarom de
commissie zich al of niet er mede vereenigde. Hier
door was dus ieder in de gelegenheid gesteld om
zijne bezwaren mede te deelen, en was eene herha
ling dier grieven overbodig?3°. omdat ook in andere
gemeenten geene debatten hadden plaats gehad,
evenmin als toen de stembevoegde manslidraaten
hier ter stede, verleden najaar te stemmen hadden
over de al of niet goedkeuring van het reglement,
ontworpen door het algemeen collegie van toezigt;
ook toen waren alle debatten verboden, en hadden
de lidmaten alleen met voor of tegen te stemmen.
Met nagenoeg algemeeue stemmen werd toen be
sloten geene beraadslagingen te houden. Nadat de
commissie alle ingekomen bezwaren bij de betrok
ken artikelen had medegedeeld en weerlegd, of naar
aanleiding er van, eenige wijzigingen had voorge
steld, werd ten slotte het ontwcrp-reglement met
algemeeue stemmen goedgekeurd."
Dit stuk behoeft geen commentair. Alleen zij
opgemerkt dat van het groote getal lidmaten slechts
een zestigtal was opgekomen, om, met uitzondering
van een 2- of 3tal, van hunne buitengewone volg
zaamheid tegenover de vrijheid voorstaande? com
missie blijk te geven.
Wij kunnen thans met zekerheid berigten, dat
de Stoomboot Zuid Beveland geheel ingerigt tot
goederenbootbij open water onmiddelijk in de
vaart zal komen en nu reeds te Rotterdam in la
ding ligt.
De dienst zal gedaan worden tusschen Rotterdam,
Zierikzee en Goesvice versa en wel tweemaal
's weeks waarschijnlijk op de volgende dagen
Zaturdag avond of Zondag morgen en Woensdag
avond of Donderdag morgen van Goes.
Dingsdag en Vrijdag van Rotterdam.
In eene bijeenkomst met de commissie uit be
langstellenden in de stoombootdiensthebben de
heeren Vericeij Co. te kennen gegeven, dat de
tarieven van de nieuwe dienst iets hooger zullen
zijn dan vroeger, aangezien het eene bepaalde on
mogelijkheid is om voor de tegenwoordige vracht-
prijz m te blijven varen.
Tarieven en afvaartlijsten zulk n spoedig worden
bekend gemaakt.
Gisteren avond werd er weder eene volksvoorle
zing gehouden. Als sprekers traden op de heeren
P. J. P. Vermeulen, die de Steenkolen behandelde,
en Mr. M. J. de Witt IJamerdie Socialisme en com
munisme tot onderwerpj zijner toespraak had geko
zen. De vereeniging voor volksbelangen, zoo werd
aangekondigd, had pbn, de volks-voorlezingen nu
weer geregeld om dc veertien dagen te doen plaats
hebben.
Men schrijft ons uit Kruiningen
De Harmonie Eendracht maakt macht" gaf 11.
Vrijdag wederom een concert in de gemeente-school
alhier. De strenge koude en het zeer ongunstige
weder in aanmerking genomen, was de opkomst
talrijker dan men zich had durven voorstellen. Den
directeur den heer II. Baarens, komt lof toe
voor de moeite die hij zich weder heeft getroost
om ons een genoegelijken avond te bezorgen. De
meeste stukken werden door de Harmonie zeer
goed uitgevoerd, vooral Die wacht am Rhein".
o C3
Ook de zangstukjes, die eene aangename afwisse
ling aanboden, vonden onverdeelden bijval en de
komische vooidragten wagendoor de wijze waarop
zij werden uitgevoerd, allezins geschikt het publiek
in eene vrolijke stemming te houden of te brengen.
Het kluchtspel, dat tot slot werd opgevoerd, is
mede bijzonder goed gespeeld. Ook hun, die schoon
elders wonende, zoo belangeloos en welwillend
hebben medegewerkt om ons dien genoegelijken
avond te verschaffen, brengen wij openlijk daar
voor onzen dank.
In den Gemeenteraad van s Hertogenbosch is
op voorstel van Burgemeester en Wethouders goed
gevonden ter gelegenheid van de ophanden kar-
navalsdagen de ingezetenen bij publicatie te waar
schuwen tegen het dragen van vreemde oude kleeding,
costumesmaskersenz., die doorgaans bij zooda
nige gelegenheid van buiten af worden aangevoerd
en smetstof van aanstekelijke ziekten kunnen be
vatten ook om societeithouders en allen die ge
maskerde bals geven, uit te noodigen om zooda
nige kleedingstukken costumes en maskers in hun
ne localen ter verhuring niet toe te latenvoorts
om tegen buitensporigheden te waarschuwen. Bur
gemeester en Wethouders houden zich overtuigd
dat zoodanige waarschuwing meer zedelijken invloed
zal hebben dan. erna streng bevel tegen het houden
van vasten avond.
De oude schouwburg, te Duinkerken, die sedert
eenigen tijd als kiuidfabriek gebruikt wordt, is den
7den dezer omstreeks 9 ure, in de lucht gespron
gen, cp "het oogenblik dat daarin 120 personen,
meerendeels gehuwde en jonge meisjes werkzaam
waren. Heden namiddag waren reeds meer dan
20 lijken uit de puinhopen gehaald, alsmede een
groot aantal gekwetsten, meest allen in deernis-
waardigen toestand.
Het spreekt van zelf, dat de nieuwsbladen zich
in de laatste dagen alleen hebben bezig gehouden
met de verkiezingen voor de constituante in Frank
rijk. De uitslag daarvan is nog niet in zijn geheel
bekenden het is dus onmogelijk het definitive
resultaat mede te deelen. Uit wat ter onzer kennis
kwam blijkt intusschen dat de monarchalen en
republikeinen (van deze laatsten zoowel de gema
tigden als de ultra's) in de vergadering hare ver
tegenwoordigers zullen hebben. De heeren Thiers,
Trochut, Favre, Gambetta en eenige anderen zijn niet
in 2 of 3, maar in 10, 12 en meer districten geko
zen. Of er eene herstemming zal plaats hebben
weet men nog nietdoch als men in aanmerking
neemtdat de vergadering a. s. Woensdag moet
bijeenkomen en de wapenstilstand reeds op a. s.
Zondag eindigtzal dit wel onmogelijk zijn.
Men verwacht in de zitting der constituante dan
ook geene uitgebreide discussien, want na het on
derzoek der geloofsbrieven zal er naauwelijks tijd
overig zijn voor de behandeling der vraag of men
den oorlog zal voortzetten, of de vredesvoorwaarden
van Duitschland zal aannemen. Doch niettegen
staande dat gebrek aan tijd, spreekt men toch al
over verscheidene onderwerpen, die op de agenda
der bijeenkomst zouden geplaatst zijn. Dat Gam
betta geen zitting zou willen nemen, gelijk eerst ver
haald werd is niet bevestigd geworden. De ex-
minister van binnenlandsche zaken en van oorlog
zal gewis deze gelegenheid niet van de hand wijzen,
om aan zijn vol gemoed lucht te geven en een har
telijk woord te spreken over de driestheid van het
voorloopig bewind te Parijs, dat zijn uitsluitings
decreet durfde vernietigen. En toch, nog daarge
laten, of het decreet van Gambetta op zich zelf niet
de vernietiging verdiende, welke het voorloopig be
wind daarover uitsprak, werd zij door de omstan
digheden dringend gevorderd. De bevolking dei-
hoofdstad kon of durfde de echtheid van Gambetta's
stuk niet gelooven, zoodat liet niet in den smaak
des volks viel. Maar de toorn van graaf von Bis
marck, toen hij kennis met het stuk maakte, gebood
noodzakelijk de intrekking of buiten werking stel
ling. De graaf toch gaf last, onmiddellijk de pro-
viandtring van Parijs te staken, en daar nu al de
rijksmagazijnen ledig waren zoodat er nagenoeg-
geen brood meer in de belegerde veste was, moest
het bestuur wel eene poging wagen, om den toorn
te doen bedaren. De heeren Faore, Picard, Pelli-
tan en Emmanuel Arago begaven zich naar Parijs
en deelden den bondskanselier mede, dat het decreet
vernietigd wasen hiervan in het Journal Ojjicicl
aankondiging zou geschieden. Von Bismarck gaf
hierop bevel dat met het zenden van levensmiddelen
kon worden voortgegaan. Hoe over de handelingen
van Gambetta en de delegatie te Bordeaux geoor
deeld wordtblijkt overigens uit de taal der dag
bladen. Het Journal des Débats noemt ze waanzin,
en zegt o. a.«Voortaan moet men dien lieden het
dwangbuis aandoen zij zijn een openlijk gevaar."
Men koestert alle hoop dat de vrede tot stand
zal komen. Zelfs liep er deze week te Parijs een
geiucht, dat mes het reeds eens was over den
toekomstigen gebieder in Frankrijk en dat een
der prinsen uit het huis Orleans de meeste kans
van slagen had. Dit gerucht werd versterkt dooi
de mededeeling uit Brussel on Antwerpen, dat Favre
daar was aangekomen, om een onderhoud met een dier
prinsen te hebben. Hoe ongeloofelijk dit berigt ook
scheen, vond het toch in den beginne eenigen im<-am>;
doch het bleek spoedig valsch te zijn. Niet de
minister Jules Favre, maar de koopman Jules Favre
uit Muhlliausen was te Brussel aangekomen en
bij de gelijkheid van naam had men aan die komst
een politiek doel vastgeknoopt.
Volgens de Parijsche Patrie zal de constituante
dadelijk bij hare zamenkomst te Bordeaux haren
voorzitter verkiezen en vervolgens eene commissie
van drie leden benoemen, die te Versailles met
graaf von Bismarck over de vredesvoorwaarden in
onderhandeling zal treden. Gedurende deze on
derhandelingen zullen de geloofsbrieven worden on
derzocht en als de commissie terugkomt zal de
vergadering wettig zijn, om over de resultaten te
beraadslagen.
O
Allen, en daaronder de Franschen niet het minst,
verlangen naar den vrede. Het is dus te verwach
ten, dat de tijd van den wapenstilstand voldoende
zal zijn, om de vraag, ten opzigte vaD den oorloo-,
te beslissen. Over eene verlenging van den wapen
stilstand wil von Bismarck zich dan ook niet uitlaten,
vóór het blijkt, in hoeverre de gekozen vergade
ring wezenlijk kansen op het sluiten van den
vrede aanbiedt.
Uit België meldt men, dat er eene drukke corres
pondentie wordt gevoerd tusschen het Italiaansche
gouvernement en zijn gezant te Brussel over de mani
festatie ten gunste van den paus, waarvan wij in
ons vorig nommer gewaagden. De vree3 houdt
men niet voor ongegrond, dat gemeld gouverne
ment er meer eene beleediging voor Victor Emanuel,
dan eene eerbewijzing aan den Paus in ziet, en