BUITENLAND.
GEMENGDE BERIGTEN.
kleine broertje of zusje passen moet, wanneer de
moeder te arm isom een vrij aanzienlijk deel
der dagelijks verdiende penningen aan een buur
vrouw af te staan voor de oppassing van het wichtje.
Maar al is er ook een buurvrouwdie voor het
kleintje zorg wil dragen, wat kan zij, som3 zelve
met eeu groot huisgezin belast wat kan zij doen
uit het oogpunt van gezondheid, van de noodige
frissche lucht (geen togt), van voeding, van rei
niging voor het arme schaapjedat daaraan in
de eerste levensjaieu vooral zoo groote behoefte
heeft Het is wel niet noodighet tafereel in
welsprekende vormen te schetsende circulaire is
welsprekend genoeg, en ieder, die een hart heeft
en vooral ieder die zelf kinderen heeftzal de
oprigting dier Wiegen-inrigting zeker met genoegen
vernemen
»Arm, ongelukkig Frankrijk!" zoo begint een
onzer nieuwsbladen zijn buitenlandsch overzigt en
bezigt dien uitroep, om den toestand van Frank
rijk te kenschetsen, zoowel van vóór als nu na
het sluiten van den wapenstilstand. En in waar
heid, uitgeput als het land is, door den gruwe-
lijken en schandelijken oorlog dien het heeft door
staan, is het thans blootgesteld aan onderlinge
burgertwisten. De demoeraten, zoowel als de ultra
radicalen zijn ontevreden over het besluit tot
kapitulatie der hoofdstad. Tussclien de leden van
het voorloopig bewind heerscbt oneenigheid want
Gambetta schijnt niet zijne goedkeuring te hechten
aan de handelingen van Jules Favremaar heeft
integendeel in eene doldriftige proclamatie lucht
gegeven aan zijne teleurstelling en zijne woede
over den val van Parijs. De legers zijn verstrooid,
en het grootste gedeelte der troepen zucht in krijgs -
gevangenschap. Alle ondernemingen van handel
en nijverheid staan stil en gebrek en ellende ont
waart men alom. Is er meer noodig, om te er
kennen, dat Frankrijk in een onhoudbaren, in een
ellendigen toestand verkeert Is het wonder, dat
Parijs, dat het geheele land in droefheid gedom
peld is
En voeg liu daarbij de liarde oorlogsschatting
die graaf von Bismarck aan de geteisterde hoofd
stad oplegt, en de verkiezing eener constituerende
vergadering, waarmede de natie zich heeft bezig
te houden. Parjjs moet 200 millioen opbrengen
en gisteren (Zondag) moest de bedoelde verkiezing
in de hoofdstad, Woensdag a. s. moet zij elders
plaats hebben. Den 12 Februari] zal de vergade
ring bijeenkomen, om te beslissen over de toe
komst. Aan haar zal de vraag worden voorgelegd,
of men den oorlog zal voortzetten of vrc-de sluiten.
Volgens een decreet van Gambetta, zijn alle per
sonen, die onder het keizerrijk eenigö hooge be
diening of waardigheid bekleed hebben, alsmede
de leden der vorstenhuizen, die in Frankrijk te
eeniger tijd regeerden, onverkiesbaar. Over het
al of niet geschikte van het oogenblik voor zoo
danig decreet zijn de bladen het niet eens, en de
hertog van Aumale, de zoon van Bodewijk Philips
heeft zich, ondanks het decreet, caudidaat gesteld.
Graaf von Bismarck heeft Jules Favre aange
boden, den wapenstilstand ook uittestrekken tot
die gedeelten van het Fransche grondgebied, welke
er van uitgesloten zijn. Favre heeft echter dit
aanbod van de hand gewezen, dewijl von Bismarck
als voorwaarde stelde de overgave van Belfort, en
die overgave gelijk zou staan met den afstand der
veste. Al wilde von Bismarck aan zijn voorstel
een schoonen glimp geven, door toetestaan, dat de
bezetting met krijgsmanseer mogt uittrekken, is
het doel niet bereikt, en worden de operatien in
het zuidoosten van Frankrijk voortgezet.
Aan den anderen kant is men van oordeel, dat
de Franschen zich tegenover den wapenstilstand;
door de voorloopige regeling gesloten, niet ridderlijk
hebben gedragen. Behalve de bovenbedoelde pro
clamatie van Gambetta, verhaalt men ook, dat
generaal Faidherbe zwarigheden maakte, om voor
zijn leger in de acte loetestemmen, en ofschoon
de Duitsche troepen terug trokken, moest Faid
herbe per telegraaf uit Parijs gelast worden, zich
naar de bepalingen van den wapenstilstand te voe
gen vóór hij zich daaraan onderwierp.
liet leger van Bourbakl steik 84,000 man (de
generaal is aan de gevolgen zijner poging tot
zelfmoord overleden) is de Zwitsersehe grenzen
overgetrokken en in de verschillende kantons ge-
interueerd. De bondsraad heeft daartoe eene lee
ning van 15 millioen francs uitgeschreven tegen
den koers van 97Va en eene rente van 4'A percent.
Zwitserland krijgt dus ook zijn deel 'van deu oor
log, al is bet daarbij niet betrokken.
Nog altijd blijven de bladen schrjven over eene
restauratie van de Bonapartistiscbe dynastie. Dit
denkbeeld vindt ondersteuning bij de voormalige
hofpartij en den landbouwenden stand. De in-
vloedrjkste en uitgebreidste kringen van Frankrijk
zijn echter te zeer op Napoleon III verbitterd
dan dat men op een welslagen der pogingen, in
dien die werden aangewend zou kannen hopen.
De Daily Telegraph daarentegen acht eene restau
ratie der Orleans mogeljk, en de kansen van dit
huis zouden, volgens dat blad, zeer goed staan.
Dat Napoleon den moed nog niet opgeeft, en zijne
oude hulpmiddelen te baat neemt, blijkt daaruit,
dat hij dezer dagen aan elk der 14000 krjgsge-
vangenen, die te Erfurt zijn, 5 sigaren en 5 francs
heeft laten uitdeelen. Zal het gelukken de pro
paganda van het keizerschap goed te doen werken
De nieuwe keizer van Duitschland is niet naar
Berljn teruggekeerd, maar zal te "Versailles blijven
tot na den afloop van den wapenstilstand of het
sluiten van den vrede ten einde in staat te zijn,
den gang der onderhandelingen peisoonlijk na te
gaan. Het herstel van het Duitsche rijk en zijne
aanvaarding der keizerljke waardigheid zullen
door hem in een brief aan de mogendheden worden
medegedeeld.
Konii.g Johan van Saksén zou, volgens geloof
waardige berigten, afstand van den troon doen. Zijn
ouderdom en het gedrag van den kroonprins in den
oorlog, moetefl hem tot dien afstand genoopt hebben.
Nog spreekt men van een anderen troonsafstand,
te weten door vorst Karei van lloumanië. Deze
moet tot dit besluit zijn gebragl door de weigering
\an de Porte wier vasal hij is, om wijziging in
de constitutie van liet vorstendom te brengen. Het
besluit van vorst Karei ondervindt echter geene
sympathie. Integendeel moet de Oosten rij ksche kan
selier, graaf ion Beustpogingen aanwenden om
den vorst van zijn besluit af te brengén, daar hij,'
bij het vacant raken van den ltoumaanschen troon,
veelvuldige verwikkelingen te gemoet ziet.
Uit de hoofdstad van Belgie schrijft men dat
aldaar den 2 Februarij eene groote kerkelijke ma
nifestatie ten gunste van de wereldlijke heerschappj
des pausen is gedaan. Een stoet van 1500 a 2000
vreemdelingen trok door de stad, onder het zingen
van geesteljke liederen terwijl een veel grooter
getal zich reeds vroeger naar de St. Gudulekerk
had begeven. In die kerk werd door den pauseljj-
ken nuntius eene mis gelezen en door deu aarts
bisschop van Mechelen eene predikatie gehouden.
Des namiddags herhaalde zich dezelfde plegtigheid
in de kerk van Caudenberg. Eeu weinig gejoel en
geschreeuw van de straatjongens en eene opschud
ding aan den ingang d. r kerk uitgezonderd, is dit
zonder stoornis der orde afgeloopen. De zaak heeft
evenwel aanleiding gegeven tot een debat in de
kamers, waar een grdeelte der leden de manifestatie
beschouwde als schennis van 'slands onzijdigheid,
ierwij] een 'ander gedeelte juist in de interpellatie
die schennis zag. Natuuilijk zal dit debat, zoowel
als de manifestatie, weinig resultaten hebben.
Antwerpen heeft weder een verdienstelijk burger
verloren. De oud burgemeester -IkFr. loos is over
leden. Heden zou zijn stoffelijk overschot worden
begraven.
Tc Schiedam hooft, zegt men, ccn moeder haar 14 jarigen
zoon, die nat van het ijs terugkwam, waar hij, tegen haar
verbod, had schaatsen gereden, terwijl hij stil wat sigaren
had weggenomen, in .een koud vertrek opgesloten, met dat
gevolg, dat hem de beide voeten zijn bevroren en deze
misschien zullen moeten worden afgezet. Geo Wittles
een matroos, brak jl. October zijn hals en kreeg eene ver
lamming door in het scheepshol te vallen. Hij stierf twee
weken geleden, cn heeft gedurende 49 dagen een levend hoofd
op een dood ligeliaam gedragen. Te Rotterdam is dezer
dagen een man gekomen, om een veearts te spreken over
zijn dochter, die last van spoken had en alle andere dokters
vergeefs had geraadpleegd, de veearts was niet thuis en de
meid verklaardedat mijnheer zich met zulk vee niet in
liet. Een knaap te Chicago gevraagd wordende, of hij
eene moeder had, antwoordde, dat hij het niet wist, daar
hij sedert dien ochtend niet te huis geweest was. Toen hij
het huis verliet hadden zijn vader en zijne moeder een krakeel,
met de kans van overwinning 'aan de zijde des vaders, die
in het bezit was van liet handbïjllje. Het zoontje van
een herbergier te GrabowMecklenburgeen knaapje van
11 jaren, had eene verzameling postzegels, maar wilde die
gaarne aanvullen mot een zegel van ballonbrieven; hij wist
te dien einde niets bpters te doen dan een brief te schrijven
aan generaal von Moltke, to Versailles. Dezer dagen nu
komt inderdaad eene groote veldpostbrief uit Versailles,
afgezonden door generaal von Moltke aan den „leerling der
Realscliule Ernst Schultz, te Grabow in Mecklenburg." De
brief, die een aantal ballonzegels en couverts bevatte, luidde
woordelijk: „Aan mijn kleinen landsman Ernst Schultz de
laatste hier voorhanden ballonzegels met mijn besten groet.
Generaal von Moltke, groot hoofdkwartier, Versailles 16
Januarij 1861." Te Groningen heeft weder een slager een
koe' voor niet gekocht, omdat de eigenaar j 500 bedong,
zoo de koe, die slechts 385 kilo bleek le wegen, zwaarder
was dan 400 kilo's; het blijkt,' dat de slagers over 'tge
heel boter oog op de zwaarte van vee hebben dan de boe
ren Niet algemeen bekend is'de zonderlinge wijze, waarop
Jenner tot de uitvinding der koepok-inenting kwam. De
pokken onder do runderen, beschermden don mensch reeds
tegen de- vreeselijke kwaal, eer deze het zelf wist. Op ze
keren dag merkte eene boerin op, dat de meiden en knechts,
die bij liet melken de stof uit zekere zweertjes aan de uiers
der koeien overnamen in wond of spleet, in den regel vrij
bleven van kinderpokken. Zij deelden hare ontdekking aan
den dokter mede die ze in zijne ooren knoopte en weldra
door verschillende proeven het feit bevestigd vond. Om
paling snel te dooden en liet wreedaardig villen te ver
mijden, doet men ze in een emmer water en werpt ver
volgens wat azijn en keukenzout in het vat, dat men ver
volgens snel en stevig siuit. De palingen schieten dan een
paar malen bliksemsnel door het water en in minder dan
een halve minuut zijn allen dood. Laat men ze dan nog
een poosje in keukenzout, opgelost in azijn, staan, dan
wordt de huid gelei-aclitig en na de behoorlijke toeberei
ding vindt men de beestjes veel smakelijker en vetter dan
wanneer men volgens de oude methode te werk is gegaan.
Bij het gebruik kan men de huid afzonderen, zoo men daar
van geen liefhebber is. In elk geval is het niet noodig de
arme dieren bij levenden lijve het vel af te stroopen.
DE GOUVERNEMENTS KOFFIJ-KULTUUR
OP JAVA.
V.
VERDERE BEREIDING EN LEVERING.
De geplukte kofïij is uit de tuinen door de inlan
ders naar hunne huizen gebragt.
Alsdan wordt dezelve allereerst' op de erven uit
gespreid, om wat te droogen.
Wanneer de kofïij winddroog is, wordt zij in
eene houten machine, welke de inlander er op na
moet houden, ontbolsterd.
De kofïij groeit namelijk cenigzins als de bessen.
Iedere kolïijbes wordt alzonderlijk geplukt en bevat
twee kofïijboonen.
liet omkleedsel of schil wordt nu in de bedoelde
machine cr afgemalen en is onbruikbaar.
De boonen komen dan zuiver te voorschijn en
worden wederom uitgespreid om in de zon te droogen.
Vervolgens worden de boontjes uitgezocht in 2
soortende mooije en de slechteen deze beide
soorten in afzonderlijke zakken gedaan.
Alsdan is de kolïij afleverbaar aan de gouver-
nements-pakbuizen.
De inlander laadt de zakjes op een paard of op
eene kar en gaat er mede naar het gouverncments-
pakhuis. Gewoonlijk is er in ieder district één pakhuis.
Die pakhuizen worden beheerd door een inlander,
die den titel van mantri goedang koppie of kofïij-
pakhuismeester voert. Aan dezen is toegevoegd een
of twee wegers.
Het inbrengen van de kofïij geschiedt uit den aard
der zaak door vele inlanders op eens, en in den
tijd der inbrenging heerscht er eene verbazende
drukte bij liet pakhuis.
Het krioelt er dan van mensehen, paarden, kar
ren en trekdieren.
Des morgens ten 9 ure ziet men den pakhuis
meester, gevolgd door iemand die in een trommel
zijne administrative bescheiden draagt, deftig komen
aanwandelen en reeds bij voorraad aan de verza
melde koffij-iubrengers op de eene of andere wijze
een teeken of bewijs van ongenoegen geven over
de drukte die hem wacht ol over de belemmering
hier en daar in de passage ontstaan.
De mantri gaat deftig zitten, pakt zijn trommel
uit, steekt een sigaartje op. De weegschalen worden
even in orde gebragt en de zaak neemt een aanvang.
De inlander maakt zijne zakjes open, en een weger
onderzoekt den inhoud.
Is de kofïij niet droog genoeg of niet genoeg uit
gezocht, wordt de inbrenger eenvoudig met zijne waar
teruggezonden.
Is de inhoud der zakken in orde, dan mag de
inlander ze op de schaal zetten en de weger roept
luide, het gewigt af', dat, met deu naam en woon
plaats van deu inbrengerdoor den mantri wordt
opgeteekend. Vervolgens neemt de inbrenger zijne zak
ken weder op en stort den inhoud in het pakhuis uit.
Telkens als er een zeker getal inbrengers op die
wijze van hunne kolïij is ontlast, wordt er betaald.
Diebetaling is 13,— voor de goede en 6,50 rooi
de slechte soort per 125 Amst. ponden of één pieol.
En daarmede beeft de inlander zijne beloouing beet.
Op diebelooningkomen wij inliet volgend gedeelte terug.
Nu zijn de inlanders meestal niet op de hoogte
van bet gewigt dat gebruikt wordt en de wegers
geven doorgaans wat minder op dan het werkelijk
gewigt is. De mantri wil natuurlijk gaarne uitkomen,
want zooveel als bij, volgens het uitgegeven geld
heeft ingenomen, moet hij ook minstens uitleveren.
Reeds bij bet inbrengen begint hij daarop te
rekenen en niet zelden komt het voor, dat de mantri
ten voordeele zijner eigene beurs, de inlanders bij
het inbrengen besteelt, het juist ingebragte boekt,
doch eenvoudig wat minder betaalt.
Als het gewigt in de onderdeden van een picol
valt, kan de inlander het meestal niet zoo precies
berekenen. Maar bovendien de mantri mag altijd
wat meer uitleveren dan zijne boeken bevatten,
want de kofïij heeft de eigenschap in groote mate
vocht aan te trekken, cn in de pakhuizen wordt de
koffij gewoonlijk zwaarder door de opname van vocht.
Dit is zoo sterk, dat, wanneer men een emmer water
in een kofïijpakhuis neerzet, de emmer in korten
tijd ledig zal zijn, doordien de kofïij het water tot
zich beeft getrokken.
Maar deze bijzonderheid is eene zeer gemakke
lijke oorzaak tot eeu tal van knoeijerijen door de
pakhuismeesters.
Is de besteling van den inlander wat in de papie
ren geloopen, en dus bet ovcrwigt wat heel groot,
welnu dan zijn er verscheidene oorzaken aan te
wijzen. De lucht is wat vochtig geweest in de laatste
dagen öf de inlanders hebben de kofïij wat heel
droog ingeleverd, waardoor de aantrekking van vocht
te sterker is geworden.
Maar toch is de knoeijerij niet altijd oordeelkundig
genoeg geschied, en ons is liet volgende geval bekend.
Op zekere plaats knoeide de pakhuismeester met
den weger en met den Wedonno.
Die knoeijerij was echter niet verstandig genoeg
aangelegd en het overwigt was ontzettend.
Wat nu gedaan? De stukken waren ingeleverd
en er konden dus geene verdichte namen van in
brengers meer aan worden toegevoegd
Nu namen zij gezamentlijk het besluit om eene
aanzienlijke partij kofïij weg te werpen of aan dezen
of genen Europeaan in den omtrek cadeau te doen. Dit
laatste gelukte niet. De Europeanen weigerden eenparig
en de koffij werd toen in eene rivier weggesmeten
De zaak lekte echter uit en de gezamentlijke