"W1Ö0GSTE OPMERK ENS WA AR ïST
Een Kiezer.
BIMMEWLAWDSCHE BËRIOTEM.
GOES, 10 Jannarij 1871.
Do minister van binnenlandschc zaken heeft be
paald, dat de verkiezing van een lid van de tweede
kamer der stateu-generaal in het hoofdkiesdistrict
Assen', ter vervanging van den heer Thorbeckeen
in liet hoofdkiesdistrict Dordrecht, ter vervanging
van den heer Blusséwelke beide heeren in het
nieuwe ministerie zyn opgetreden, zal plaats hebben
op Dingsdag 'den 31 January en dat, zoo eene
herstemming noodig is, deze zal plaats hebben op
Dingsdag den 14 Februarij a. s.
Eene regtstreeksche telegraaflijn naar Java is
thans gereed en in dienst gesteld. Het tarief voor
een enkelvoudig telegram van 20 woorden bedraagt
naar Batavia 73,25 gl.naar de kantoren bewesten
Samarang 74,00 gl.naar de kantoren beoosten
Sam ar an g 75,25 gl.
Bij het departement van koloniën is den 4den
dezer, des namiddags ongeveer 3 ure outvangen
een telegram van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië, gedagteekend Buitenzorg 4
Jan. 1871, en van daar verzonden des voormid
dags ten 11 ure 45 minuten.
Mej. Betsy Perk opent den tweeden jaargang van
Onze Roeping door een artikel over de algemeene
nederlandsche vrouweu-vereeniging Arbeid adelt.
Met genoegen constateert de geachte schrijfster
'dat de verhooring barer bede om sympathie meer
en meer het voorgestelde plan tot het stichten eener
verc-eniging ter aanmoediging van vrouwelijke nij
verheid en kunsttot rijpheid heeft doen komen.
Mevrouwen de Stuers geb. de Koekde Casembrool
geb, van ue Poll douarière May geb. Leemans
Suermondt geb. Iloboken allen te 'e Hage 'sGra-
vesande Guicherit geb. van Hasseltte Delft de
Jong van Beek en Donk geb. gravin Nahuyste
Zwolle, Oudemans geb. Ilavelaar te Nijmegen, en
mej. G. F. van Reestijdelijk te Bonn hebben
zich bereid verklaard voorloopig het kommissariaat
over de vereeniging te aanvaarden. Na gemeen
schappelijk overleg is bepaald, de ontworpen Bazar
als aanvangspunt der werkzaamheden te beschou
wen, en deze te houden: lo. ten bate van het fonds,
waarom zij zal worden besloten met eene verloting;
2o. om te zien waaruit de voortbrengselen van nij
verheid en kunst onzer vrouwen bestaan. De
vereeniging telt reeds meer dan 400 leden.
In den Haag heeft zich eene commissie gevormd
tot ondersteuning van door den oorlog verarmde
bevolkingen. Die instelling verdient algemeene
ondersteuning. Maar juist omdat die ondersteu
ning algemeen moet wezen, bevreemdt het dat
van de 82 leden der commissie niet minder
dan 37 in den Haag wonen, 's Hertogenbosch
heeft 10 leden geleverd; maar in Rotterdam, Arnhem,
Leiden, Leeuwarden, Harlingen, Groningen, Maas
tricht, Delft, Alkmaar, Hoorn, ZutphenTiel,
Breda kortom in verreweg de meeste welva
rende 'steden des lands is de commissie niet ver
tegenwoordigd, en in Amsterdam is slechts één lid.
Wil dat zeggen, dat de 37 haagsehe heeren
krachtig genoeg zijn om in de behoefte te voorzien,
eu dat men de hulp vau al die andere steden niet
uoodig heeft? Dit gelooven wij niet; want men
doet een beroep op geheel Nederland; maar dan
ware het wel zoo verstandig geweest, in de ver
schillende plaatsen personen uit te noodigeu, die
deze zaak ter harte namen, en met een zestal Hage
naars tevreden te zijn. Des noods zou men de mooiste
titels voor de commissie kunnen behouden.
lil het Leidsche Dbl. wordt door Q A'. onder
den titel: »Eene nieuwe Coöperatieve Vereeniging"
het denkbeeld geopperd, om eene Vereeniging op
te rigten tot vernietiging of leniging der schade
lijke werking van de jagtwet. Zijn doel is eene orga
nisatie van bet strooperswezen, waardoor de bescher
ming die de jagtwet geeft, aan voor den landbouw
-schadelijk gedierte, zou worden geneutraliseerd.
De officier van Just, (e Assen heeft de burge
meesters in Drenthe bij circulaire verzocht om, bij
bun antwoord op de vragen der ontvangers van
de registratie naar de meerdere of mindere gegoed
heid van veroordeelden, de uiterste behoedzaamheid
in acht te nemen en niemand te vermelden als
in stpat om te betalen, van wien zij niet in ge-
moede ten volle overtuigd zijn dat hij dit werkelijk
is. De reden is dat de gijzeling, bij verhaal van
iustitie-kosten, niet zelden weken ja maanden lang
wordt toegepast op onvermogende veroordeelden,
terwijl zij alleen bij werkelijkeii onwil behoort te
worden aangewend. Het is beter een veroordeelde
bij twijfel aan zijn onvermogen ongemoeid te laten,
dan aanleiding te geven tot ligtvaardige toepas
sing van lijfsdwang.
voor alle degenen, die genegen zijn aan het geluk
op eene soliede en gunstig gevolg belovende wijze
de hand te bieden, is de in het blad van lied-en
staande Advertentie van het huis Bottenv/ioSGr Cc
te Hamburg, hetwelk wegens stipte en streng eerlijke
bediening van zijne belanghebbenden, vooral ver
dient aanbevolen te-worden.
BUÏTENLAND.
Nader ontvangen berigten van bet oorlogstooneel
bevestigen volkomen, wat wij in ons overzigt van
gisteren mededeelden, t. w. dat de Franscben een
belangrijk voordeel op de Pruisen behaald hebben.
Generaal Faidhcrba heeft werkelijk de troepen van
von Manteuffel teruggedreven eu bezit genomen vau
stellingen, die reeds in de rnagt der Duitschers waren.
Ook generaal Bourbaki is met zijn leger voort
gedrongen en haast zich ooi Nancy te bereiken,
hetwelk men verwacht, dat weldra door de Pruisen
ontruimd zal moeten worden.
Eindelijk weet de' Pfufesische legermagt, die vóór
Parijs ligt, niet, wat zij te denken heeft van het
zwijgen der forten. Zij yërmoedt, dat het een krijgs
list is om den vijand in hinderlagen te lokken
of hem op een gégêveu' punt met kracht aan te
tasten. Hoe het zij, de ,Pruisseu zijn niet gerust.
Volgens latere mededeelingen hebben de Duit
schers de forten Issy en Vanvres bezet.
Om een denkbeeld'te geven van de enorme oor-
- logskosten vermelden wijdat bét geringste ka
nonschot, door de Pruis'sen gelost, 93 tiialer kost;
verder heeft men schoten van200, 300 thaler en
zoo opklimmende, tot-dat één schot uit het stuk
van Kriipp, hetwelk men zegt, dat ook voor Parijs
staatK het bedrag van 1480 thaler bereikt.
Hoe lang het nog kan durenen of het zal
gebeuren, dat Parijs zich zal overgeven is onbekend.
Op onderscheidene tijdstippen heeft men berigt, dat
de hoofdstad het niet lang meer kon uithouden, ook
uit gebrek aan proviand. .Met mathematische ze
kerheid heeft men zelfs eens-berekend, dat de veste
slechts tot 8 December van voedingsmiddelen voor
zien was, later beeft men dit op Nieuwejaar gesteld,
nu spreekt men weder van-20 January, maar tel
kens komt de bepaalde- datum en Parijs geeft zich
niet over. Het is dan ook hét eenige lichtpunt
uit dezen treurigen krijg, dat dé Franscben hunne
hoofdstad in goeden staat van tegenweer gebragt
hebben.
De conferentie der verschillende betrokken mo
gendheden óver de Zwarte Zeë- of Russisch-f urksclie
kwestie zal mogelijk niet tot stand komen, of
welligt zonder vertegenwoordiger van Frankrijk
gehouden worden. Jules Favre verklaart, Parijs
niet le willen verlaten, doch wen houdt het er
voor, dat de diplomaat niet tevreden is met het
aanbod van Engeland om voor liem een vrijgeleide
door bet Pruisische leger aantevragen, maar boven
dien eene uitnoodiging van die mogendheid wil
tot bijwoning der conferentie, omdat daarin tevens
eene erkenning van het voorloopig gouvernement
der republiek ligt opgesloten. -
Uit Madrid berigt men, dat daar republikeinsche
onlusten zijn uitgebroken. Wij geven dit berigt,
zooak wij liet ontvangen, zonder omtrent de ge
loofwaardigheid iets te zeggen.
DE GOUVERNEMENTS KOFFIJ-KULTUUR
OP JAVA.
III.
aanleg dell tuisen.
Eerst worden zaad bed din gen aangelegd. Daartoe
neemt de patinggi willekeurig stukken gronds, aan in
landers of aan de dessas behoorende, zonder eenige
schadevergoeding. Hij wijst willekeurig eenige inlan
ders aan om die stukken gronds om te spitten of te
ploegen, de bedden te njaken, stutten te hakken en
er in te zetten om een 'soort van scliaduwdaken te
dragen, hij laat kleine waterleidingen maken om zoo
noodig- de bedden te kunnen besproeijen, bij laat de
koffij zaaijen op de bedden, die bedden onderhouden,
alles zonder eenige betaling hoegenaamd.
De koffij wordt eerst- zoodanig gekweekt en latei-
in de tuinen overgeplant.
Nu is die aanleg der 'bedden geen bijzonder zwaar
of groot werk maar liet behoort reeds tot den ge
heel onbezoldigden aanleg der tuinen.
Wanneer een stuk grond voor. een koffijtuin is
aangewezen, ziet men eerst eene massa inlanders met
eigene gereedschappen gewapend en daartoe volgens
het bon 'plaisir van den patinggi aangewezen, bezig
den grond van het noodige hout en onkruid te zui
veren. Wijl men gewoonlijk, woeste plaatsen voor
nieuwe tuinen neemt, zoo is dat zuiveren geen gering
werk. Gewoonlijk zijner verscheidene boomen te
vellen en eene massa klein hout op te ruimen en ter
plaatse tc verbranden. L -
Daarna gaat men - over tot liet ploegen yan het
terrein, waarvoor de ,'nlfc'üders eigen ploeg en' eigen
vee moeten meebrengen. Men ziet alsdan eene me
nigte menschcii en dieren, als zwermen bijen, op het
uitgestrekte terrein dagen achtereen zich bewegen
in eene brandende zon. Het vee meestal zeer traag
en lusteloos de inlanders nog wel eens wat opge
vrolijkt door de massa lotgenooten en sommigen, onder
allerlei goedaardige spotternij, liet vee van den een
met dat van den ander vergelijkende.
Ook voor dit werk Wordt, niets betaald en, als liet
ploegen en schoonmaken van het terrein wat lang
duurt, dan gebeurt het iiog al eens dikwijls, dat som
mige gereedschappen breken en sommige ploegbees-
ten bezwijken.
Want men wane niet dat deze last zoo gelijk wordt
verdeeld. Verre van daar. En men moet jaren in
liet binnenland hebben gewoond om te weten hoe
liet met dergelijke zaken toegaat.
Er zijn onder de inlanders zeer velen die zelden
of nooit in de printah vallen. Printah wil zeggen
//Order, last, heerendienst, kultuurdienst," alles waar
voor men van hoogerhanü last krijgt zonder betaling-.
Behalve dat er nu gladde vogels zijn die onder
allerlei uitvlugten de printah weten te ontduiken, be
drijven de patinggis allerlei knoeijerijen in dat opzigt.
Zoo stellen zij menschen vrij voor liet gebruik van
een paard. Zij geven geen printah aan inlanders
die hun eene zekere som per jaar uitkeeren.
Uit vrees van overdrijving beschuldigd te worden,
voegen wij geene andere knoeijerijen hier aan toe
maar wij zouden nog vele voorbeelden kunnen op
geven van vrijstelling tengevolge van ontucht en
diefstal. Ja van ontucht en diefstal
Wat kan het ook een inlandseh hoofd schelen om
dezen of genen van de printah te ontheffen? Er zijn
altijd sukkels genoeg die wat meer willen doen.
Blaar het komt in alles juist op die goedwilligen aan.
Zij zijn het die het batig saldo moeten formeeren
ten koste van hun zweet en bloed, ten koste dikwijls
van hun vee en dus van hun eigen schat.
De koffijtuin wordt aangelegd en de tuin is het
eigendom van het gouvernement. Maar de inlander
krijgt alleen betaling uit het productdat eerst in
liet 3e jaar na den aanleg wordt verkregen. Is de
inlander intusschen gestorven, dan is al zijn werk te
vergeefs geweest en een ander, meestal een gunste
ling van den patinggi, of iemand waaraan deze ver-
pligting heeft, trekt de vrucht.
Waimeer het terrein genoegzaam geploegd en
schoon is, worden de koffij- en schaduwboomen,
heel net en zorgvuldig op reijen geplant. Dit is
eenigzins het fijne gedeelte van het werk, waarbij
de patinggi of iemand zijner voornaamste onderge
schikten geregeld toezigt houdt.
De koffij staat gewoonlijk op 10 of 12 voet vier
kant. Om de twee reijen koffij in ééne rigting van
den tuin, worden schaduwboomen geplant, welke
vlugger en hoogcr groeijen dan de koffij zelf.
In de laatste jaren is de vraag gerezen of het
aanbrengen van schaduwboomen wel aan te bevelen
is en men komt ineer en meer tot het resultaat dat
zij wel eenig nut doen tegen sterken vrind, maar
overigens meer nadeel dan voordeel aan de koffij-
plant verstrekken.
Een jong aangelegde koffijtuin heeft een aange
naam voorkomen, vooral als het terrein wat effen
is. Dit is intusschen niet dikwijls liet geval omdat
de koffijtuinen veel in de bergachtige streken zijn
aangelegd.
Onder liet planten worden hier en daar ruimten
opengelaten, welke de wegen door de tuinen vor
men en eindelijk wordt de gansche tuin door eene
fraaije heg omsloten.
Zoo'n lieg- is ook nog al geene kleinigheid doch
voor den aanleg der gouvernements-koffijtuinen ziet
men op geene kleinigheid, namelijk voor zoover het
onbezoldigd werk vorderen van de inlanders betreft.
Grond, vee, gereedschappen en arbeid, ons dunkt
dat, dewijl de inlanders dat alles om niet moeten
afstaan, er wel geene groote ingenomenheid met die
hooggeroemde koffij-kultuur bij den Javaan kap zijn,
en dat de zoogenaamde vaderlijke zorg voor de
werkzaamheid der Javanen, welke er in liét kuituur-
stelsel zou zijn gelegen, op die wijze bezwaarlijk den
toets van reglvaardigheid kan doorstaan.
In den laatsten tijd wordt dan ook minder over
die vaderlijke zorg gesproken, maar de nood der
sckatkist onbewimpeld als motief voor het behoud
der kultures opgegeven.
Alsof liet ook dan nog billijk ware op die wijze
een ander volk die schatkist te doen stijven
{Wordt vervolgd.)
Ingezonden Stukken.
DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DEN HEER
M EU LINK
M. de Redacteur
In een ingezonden stuk dat door u ten onregte „een
beetje" onduidelijk is genoemd (want liet was totaliter on
begrijpelijk) beeft de heer Meijlink zich voorgedaan als
onafhankelijk persoon! Dit wordt ook door zijne voor
standers beweerd eu zelfs, dat hij een onafhankelijk amb
tenaar zou zijn
Maar, M. de Redacteur! zijn dan de meusclien met blind
heid geslagen of laten zij zich zoo klaarblijkelijk foppen
Het weinige toch dat wij van dhr. M. wetenbewijst
juist het tegendeel.
De heer Meijlink heeft hij den gemeenteraad herhaalde
lijk aangedrongen om van wege de gemeente, een post
kantoor daartestellen en dit aan liet rijk te verhuren, aan
het rijk, notabelle dat al de laten der posterijen naar zich
neemt!
Hij wilde dus de gemeente bezwaren voor eene zaak
waarvan alleen het rijk voordeel heeft
Het gebouw waarin hij postkantoor hielddeugde niet
en als hij nu een flink onafhankelijk ambtenaar ware ge
weest zou hij cordaat weg van het rijk moeten hebben
gevorderd, dat dit hem een geschikt gebouw gaf.
Doch dit scheen hij niet te durven en hij dacht toen
beter de gemeente er in te laten loopen hetgeen hem ech
ter door de voorzigtigheid van onze raadsleden (met uitzon
dering van den heer Pompe, die dien last wel op de ge
meente wilde laden) geheel en al mislukt is.
In plaats dus dat de heer Meijlink blijk beeft gegeven
van een onafhankelijk ambtenaar te zijn beeft bij zelfs
voor eene 1-egtvaardige zaak niet eens den moed gehad zich
te doen geiden waar liet behoort.
En levens geeft deze bijzonderheid ons al een heel schra
len waarborg voor de behartiging vau ons gemeentebelang,
als men eens goed nagaat, dat de beer M. zich niet ont
zag onze gemeente-kas, en dus onze beurzen, te willen belas
ten met de uitgaaf voor eene zaak, die alleen het rijk aangaat.
Ik geloof dat het niet kwaad is, dat de kiezers dit nog
eens, vóór de stemming, overwegen.