mr. J. H. DE LAAT DE KANTER en Gr. J. BE3SELING.
roan is hij zeer radicaal, of, zelfs (nog leel.jt.ev woord),
democraat, In Noord-Araerika, bijvoorbeeld in de noord
oostelijke staten, zijn tallooze orthodoxe christenen tegelij
ker tijd zeer democratisch en geavanceerd wat hunne
staatkundige meeningen aangaat. Vooruitgang leert ons
de geschiedenis, vooruitgang ligt in het plan der voor
zienigheid. Zijn de voorstanders daarvan dan noodzake
lijk onceloovigen. Maar waartoe nog meer bewijzen om
de onwaarheid van eene onwaardige bewering te staven.
De godsdienst heeft buitendien in een land waar geen
staatskerk bestaat, waar de kerk vrij is in een vrij land
met staatkundige betrekkingen mets te maken Godsdienst
is het heiligst en het best wat de mensck bezit en ik ben
daarvan, evenzeer als zoovele andere liberalen, diepover
tuigd. Ook ik, ofschoon liberaal of radicaal en een der
onderteekenaars der aanbeveling van den heer de Kantcr,
hecht nog zeer aan de godsdienst der vaderen. Maar
"odsdiensr, godsdienstig onderwijs, godsdienstige opvoeding
•s zaak der kerk, der particulieren, der ouders, zaak van
het huisgezin, zaak bovenal van liet hart en van de bin
nenkamer Hoe heelt onze Heer bovenal gewaarschuwd
te-en de pharizeën, tegen het te koop loopen met gods
dienst, tegen geestelijken hoogmoed, tegen den geest der
liefdeloosheid en der veroordeeling van andereu. „Oordeelt
niet ondat -ij niet geoordeeld wordet, zoo luidt het in
de prachtige bergrede, en zou dit niet toepasselijk zijn op
die lieden welke de candidatuur van den heer de Kanter
voor de provinciale staten, niet als kiezers, maar als leden
van de hervormde gemeente te Goes, bestieden hebben.
Deze leden zeggen zelfs, dat men geen vertrouwen in de
mnbevelin- der onderteekenaars der advertentie voor den
heer de Kantcr zou stellen, wanneer men hen in hun gods-
diensti- leven kende. Is dit geen ongehoorde verdacht
making en moet men die leden den aangehaalden text
niet toeroepen en vervolgens nog het woord: „Mat ziet
gij den splinter die in het oog uws broeder* is maar den
balk die in uw oog is, merkt gij met. Waai lijk het is
den anti-liberalen in ons kiesdistrict gelukt om vele kiezcis
op een dwaalspoor te brengen, en om eene schroomcl.jke
verwarrin- van denkbeelden te doen ontstaan. Wanneer
wij tot de verkiezing van een lid voor de lwccde kamer
geroepen worden, dan hoop ik dat men van libera ezijde
hetgeen hier is aangestipt, den kiezers eens duidelijk en
meer breedvoerig zal uiteen, zetten; dat men hen dau met
afdoende argumenten eens zal bewijzen hoe onziumg
het is dat de anti liberalen zich hier het monopolie van
vrienden van Oranje's koningschap, van liefde voor vorst
en vaderland, van voorstanders van de godsdienst en van
den Bijbel willen aanmatigen. De vraag moet hen dan
voorgelegd worden, of zij eene overlieerschende staatskerk
willen waarvan het dan echter nog met zeker is dat het
eene p'rotestantsche, en niet welligt, wat nog erger is, eene
ultra-montaansche zou zijn. Hoeveel kracht de ultra-mon-
tanen toch in Nederland reeds ontwikkelen, is laatstleden
bii df motie Kcrstens in de Tweede Kamer gebleken. Ook
hierop dan eens te wijzen, en op de houding der conser
vatieven en anti-revolutionairen bij gelegenheid van die
motie, kan nuttig zijn. Thans is men bondgenoot om
gemeenschappelijk den liberalen afbreuk te doen, maar
later zou de onderlinge strijd om de opperheerschappij
komen. Gelukkig echter dat, er geen vooruitziet is dat
de anti-liberalen ooit zullen slagen. De meerderheid in
de meeste kiesdistricten van ons vrij lie-dhe vend Nederland
is toch geheel anders als tegenwoordig hier, bepaaldelijk
liberaal en daardoor is en blijft dit ook de wetgevende
magt Wij verblijden ons thans ook weder 111 de vor
ming' van een krachtig liberaal ministerie, met den cim-
nenten Thorbecke aan liet hoofd, on wij kunnen ons daar
om ook gemakkelijk de ondervonden nederlaag 111 dit
kiesdistrict getroosten.
Mijnheer de RedacteurI
Voorzeker zal het U bevreemden van mij een schrijven
te ontvangen met betrekking tot de verkiezing van twee
leden in onzen gemeenteraad. De oorzaak is, dat mij heden
een uittreksel in handen kwam van het verslag der Prov.
Staten van Zeeland over 1866daarin las ik de opheffing
der oude clinische school te Middelburg, door de provincie
gesubsidieerd geweest met 1500 'sjaars. Aan deze school
zijn tal van mindergegoede jongelingen gevormd tot genees-,
heel- en verloskundigen en apothekers. Ik zeg minder-
gegoedtn; wie uwer kent ze niet in ons midden, althans
ik acht het niet noodig ze nog met name, aan te wijzen,
die de zegenrijkste gevolgen dier nuttige, door de provin
cie Zeeland gesubsidiëerde school hebben ondervonden en
hun getal kon nog verdubbeld zijn geweest als elk die
kon er gebruik van gemaakt had.
Eene gelijke instelling, al zij het ook van eenen anderen
aard noem ik de inrigting van het onderwijs in ons mid
den,' niet gesubsidieerd door de provincie, want voorzeker
zouden dan maar zeer weinigen dit weten, maar ondersteund
door de kas der gemeente, die dit op hare wijs weder
weet te vinden uit de beurzen der'ingezetenen die hierin
naar hun vermogen bijdragen. Niet genoeg kan er op ge
wezen wordenzoowel op het feit dat elk naar zijn ver
mogen bijdraagt (want is het te veel, kan men hierop ver
zoeken teru- te komen) als op het zoo groote bevang dat die
inriating blijve zoo als ze thans is ingerigt, wil men althans
in het belang werken van den minder bevoorregte met
gelden die men ter vrije beschikking heeft voor de op-
voedin- zijner kinderen, en alzoo ook onze kleinen kun
nen doen profiteren van de nuttige inrigtingen op het
o-ebied van onderwijs, en waarschijnlijk is het noodig en
nutti- dat er eene stem opga van die minder bevoor
rechten als bewijs dat er ook zijn, die zich niet zoo ge
drukt gevoelen op het punt van onderwijs.
Medekiezers, doet even als ik en schaart U onder de
banier van Goedkoop onderwijs voor onze kinderen, ziet
het als onze hoogere burgerschool uitgaat, hoevele leer
lingen van burgers die school bezoekendie het met
verhooging van het schoolgeld niet zullen kunnen doen
en die nu een verbetering van maatschappelijke betrekking
kunnen bereiken; doch deze hoop zien vernietigd by
verhoogd schoolgeld - Komt terug van het denkbeeld
dat het U in den hoofdelijken omslag zoude verminde
ren neemt al eens aan dat dit 2,— ware en de
schoolgelden eens op de gewone scholen tot j f 01
den gebra-t voor de hoogste klasse, eten als dit is op
de bijzondere school. Zoudt ge dan niet meer aan school-
geld ƒ4,80 per jaar voor één kind, en ik die 4 kinderen
heb die gelijk de school zullen bezoeken, in verhouding
f 19,20 per jaar betalen, begrijpt dit wel. Medekiezers
'niet 'genoeg kan ik het U zeggen, het belang onzer kin
deren0 staat op het spel. Immers toch is het eene waar
heid dat kinderen een zegen des Heeren zijn, zoo weet
dan gij die kinderen hebt, uwe kinderen goede gaven te
geven, en die goede gaven zijn immers het maatschap
pelijk onderwijs; en gij die zegt; „ik heb geene
kleinen," hebt gij dan geen broeder, zuster of onderge
schikte, wier kroost U even goed ter harte behoort te
gaan cn als het waar is, dat wij eenmaal rekenschap van
onze stem zullen moeten geven, is dan ook de opvoeding
onzer kleinen geen gewetensvraag? het kerkelijke toch is
voor ons op scholen door de wet verboden, en nu er bij
de herstemming geene andere namen meer zijn voor dat
goedkoope onderwijs, aarzel ik niet hiervoor aan te bevelen
de heeren
Ik vermeen ten volle overtuigd te zijn dat de IIH.
eigenaren der bijzondere school hot even billijk van mij
zullen achten, dat ik strijd tegen honger schoolgeld, even
als ik hunne beginselen eerbiedig om alle schoolgelden
tot het bedrag van hunne sehool te brengen, waardoor
die HH. alleen hun voordeel beoogen even als ik_ het
mijne, want immers bij alles draait toch wel het
eigenbelang boven.
Zooals UEd. ziet mijnluer de redacteur, is mijn strijd
niet tegen geachte ingezetenen in persoon, noch tegen
hunne godsdienstige beginselen die ik gaarne eerbiedige,
maar alleen dat mijne medekiezers weten d.it i.iet allen
eensdenkend zijn op het gebied van onderwijs, en ik
gaarne den wensch uitte, dat niet onze scholen de clini
sche moge volgen, waardoor voor goed een einde is ge
maakt aan zooveler goede loopbaan, diar alleen-zij, die
door geldelijke middelen zijn gezegend, thans kuDnen
opklimmen tot den rang welken men vroeger voor weinig
geld daar kon behalen, en bij verhoogd schoolgeld, gaat
het hier denzelfden gang. Dan kunnen alleen de rijke
kinderen die goede gaven genieten, welke alle kinderen,
volgens den Bijbel, moeten gegeven worden
Goes, 6 Jan. 1871. M. BARTELSE.
NOG EENS DE HEER SAAYMANS VADER
EN DE MOTIE EERSTENS.
Het verschijnsel, dat onze afgevaardigde ter tweede kamer
geene stem heeft uitgebragten ook niet wordt aange
troffen op de lijst der presente leden van de kamerbij
de behandeling der motie van den heer Ktrstens in het
belang van het herstel van het wereldlijk gezag van den
paus, heeft in uwe courant reeds tot eenig geschrijf aan
leiding gegeven, en zoowel, Timotheus" als „een radikaal"
heeft getracht, ieder op zij .ie wijze, dat verschijnsel te ver
klaren, beiden uitgapnde van de onderstelling, dat de heer
S. Pader in de bewuste zitting niet tegenwoordig is geweest.
Geen van beiden M. de Redacteur, heeft de 2aak aan
het regte eind want de heer Saaijmans Pader heeft wel
degelijk de behandeling van de motie Kerstens van liet
begin tot liet einde bijgewoond.
Alaar, vraagt gij, hoe komt het dan, dat zijn naam geene
enkele maal onder de voor- of tegenstemmers voorkomt
Weldat is dood eenvoudig. Gij weetdat van iedere
zitting der tweede kamer eene zoogenaamde presentie-lijst
wordt gehouden, waarop de leden, bij den aanvang hunnen
naam leekenen. Die lijst dient den voorzitter der kamer
tot leiddraad bij de stemmingen; als er over eenig voorstel
gestemd moet worden, neemt hij de presentle-lijst ter hand
en roept de namen der leden af in de volgorde, waarin zij
geteekend hebben. Die niet op de lijst geteekend beeft
Aiens naam wordt alzoo bij eene stemming niet afgeroepen;
hij wordt beschouwd als afwezig.
En z.oo is het kunnen gebeuren, dat de heer Vader wel
degelijk de bedoelde zitting der kamer heeft bijgewoond
maar toch niet gestemd heeft. Hij had eenvoudig niet op
de presentie-lijst geteekend en door dat heele kleine „gods
dienstige'' kunstgreepjn zich uit de moeijelyke positie ge
red om óf de ultra-orthodoxen óf de ultra-catholieken te
mishagen,
Maarzult gij misschien zeggen waarom dat nu aan
een kunstgreep toegeschreven; hij zal,vergeten hebben op de
preseutie-üjst te teekenen en zoo iets kan den beste gebeuren.
Ongetwijfeld, M. de Redacteur, maar als men vetgeten
heeft op de lijst te teekenen dart bemerkt men toch bij
de eerste stemming die plaats heeftdat men niet afge
roepen is en men herstelt het abuis door nog te teekenen.
Doch, als u dit soms nog niet afdoende genoeg voorkomt,
kan ik it nog meer tuededeelen. Na de stemming na
melijk over de motie-PaWe, doch vóór die over de motie-
Cremers (beiden, zoo als gij weet, op de molie- Eerstens
betrekking hebbende) ontdekte de president der kamer
toevalligdat de heer Kader niet op de lijst stond en
had de beleefdheid hem te laten vragen of hij niet teeke
nen wilde. Doch de heer Vader bedankte en teekende niet,
en ontweek daardoor de noodzakelijkheid om zijne stem
vóór of tegen den paus uittebrengen.
Onder ons „ongeloovigen" zou eene dergelijke handel
wijs onopregtja, wie weet, misschien wel dubbelhartig
genoemd worden; volgens den „godvreezenden" redacteur
der Nieuwe Goessche Courant zal zij waarschijnlijk „natio
naal, godsdienstig en regtvaardig voor allen" heeten. En
mogten de kiezers van den heer Vaderdit soms .wal al
te kras vinden om te slikken, dan zal de looze Vosdie
dat fraaije stukje van „eenige leden der hervormde ge
beente te Goes" gedicht heeft, hem wel te hulp komen
en de luidjes aan het verstand brengen, dat „listig te zijn
„als de slangen" handelen is naar Gods woord en dan is
alles weer in orde. PETRUS.
M. de Redacteur
Ik bemoei mij nooit met verkiezingen en wel omdat
naar mijn inzien zoogenaamd vrije verkiezingen niet met
de ontwikkeling van ons volk overeenkomen, omdat de
groote massa kiezers eigenlijk niet weet wat zij doet, maar
door de leiders van beide zijden, als eene kudde schapen
naar de stembus gedreven wordt, terwijl de overwinning
door de partij behaald wordt die het hardst en het slimst
manoeuvreert. Dan waren de verkiezingen met een trap
zooals wij vroeger hadden, oneindig beter, maar de ra-
dikalen hebben dat in 1848 doorgedreven en zullen er
nu waarschijnlijk zeiven de slagtoffers van zijn zij heb
ben eigenlijk bun verdiende loon, die lieden die zoo ver
gaan en met allerlei theoriën waar de godsdienst vreemd
aan is, de wereld zoogenaamd willen vooruitbrengen, ik
hoop zij er eene wijze les üit zullen trekken. Alaar ik
dwaal af, de reden waarom ik bij dezen mijn eerste stuk
de politiek rakende, in uwe courant inzend, is om mijne
verontwaardiging uittedrukken over twee zaken en wel in
de eerste plaats over de wijze waarop door „leden der
Hervormde Gemeente" de godsdienst als een politiek
kunstje is gebruikt geworden.
Zie toen ik dat strooibillet te huis kreeg, toen ik las
hoe de godsdienst 's mcnschen troost in inoeijelijke om
standigheden, 's mensehen hoop waar het aardsche hem
faalt, misbruikt werd, hoe der. dommen boeren werd wijs
gemaakt dat hun godsdienst in gevaar was als zij den
heer Porupe niet kozen, toen dacht ik aan eene mystifi
catie, toen vreesde ik dat lieden die weinig met den
godsdienst ophebbeu eens een loopje wilden nemen n et
onze eenvoudige buitenlui of dat de tegenstanders tan
den lieer Pompe op die wijze zijne verkiezing besti ijden
wilden. Doch wat ik niet mogelijk geacht had, gebeurde,
de kiezers hebben dat schandelijk stuk voor goede munt
opgenomen en eene keus gedaan die den door zulke mid
delen gekozene aan de verachting van alle beschaafde
menschen moet blootstellen. Ik hoop dat Je opzieners
der Hervormde Gemeente en In 't bijzonder de waardige
ds. Vos de leden die zich zoo aan het misbruiken van
den godsdienst hebben schuldig gemaakt, als zij ten minste
werkelijk lid zijn, zullen opsporen, en de straf op hen
toepassen die de kerk tegen deigelijke vijanden van den
godsdienst bedreigt.
liet tweede feit dat mijne verontwaardiging in hooge
mate opwekte was de houding van den heer tan den Bosch
wiens eerste schrijven in de oude Goissche Courant vau
den 24 Dec. zijne reputatie als eerlijk en gemoedelijk
man ten volle handhaafde; die echter in liet laatste nom-
mer der Nieuwe G. Courent juist doet wat hij in dat
eerste ingezonden stuk met verachting had van zich ge
wezen n. 1. gerueene zaak maken met den Antichrist.
Ik ben een geioovig protestant en ik houd er den heer
van den XBosch ook voor, maar juist daarom walgt mij
dat bondgenootschap met Rome even sterk al4 liet den
heer v. d. Dosch in zijn eerste schrijven tegenstond. Doch
waarom is Z.E. van meening veranderd Hoe kpjinen
wij ooit zamenwerken met ben die onze voorvaderen in
de gevangenis wierprn cn ze ten brandstapel en slagtbnnk
leidden, die ons houden voor afvalligen van hunne dwaal
leer, voor verdoemden die hier namaals nooit of te nim
mer de gelukzaligheid kunnen deelachtig wordenl
Wij kunnen natuurlijk de kandidaten der radikalen
niet stemmen, maar ik vraag aan den heer v. d. Bosch
en aan de gemoedelijke protestanten: is dan eene waar
dige onthouding niet oneindig beter dan een bondgenoot
schap, dat misschien tot den val der radikalen, maar zeker
tot verzwakking van onze leer en tot vernietiging van
ons gevoel van eigenwaarde als Protestanten leiden moet?
Daarom zal ik bij de herstemming op het witte stem
briefje den heer B. Meijlink invullen, doch het paarsclt
stembriefje oningevuld in de bus werpen. Protestantsche
kiezers die het wel meent met de leer onzer kerk, wacht
u voor den antichrist en doet even als ik opdat het
woord niet bewaarheid worde: „Maar kwaad gedaan hebt,
doende des meer dan allen, die voor u geweest zijn en
henengegaan zijl en hebt u andere goden en gegotene beelden
gemaakt, om Mij tot toorn le verwekken, cn hebt Mij
achter uwen rug geworpen, 1 Kon. XIV vers 9.
Een Gereformeerd Kiezer.
VERKOOPINGEN EN BESTEDINGEN.
De op den 5 Januarij 1871 te 's Heer-Arondskerke ge-
lioudene verkooping van de Hofstede etc. van erven P. D.
de Jonge, heeft den volgenden uitslag opgeleverd
De Hofstede met 30 h. 63 a. 85 c. gronds voor 970,
per hectare ol' 29,767,85 aan dhr. J. A. B de Fouw qq,
3 h. 14 a. 60 c. weiland voor 1000,per hectare of J 3146,
aan denzelfde, 94 aren bouwland voor f 1300,per h. of
f 1222,aan denzelfde-, 1 h. 42 a. 10 c. dito voor ƒ1390,
per li of ƒ1975.19 aan Nies. van de Plasse c a.11 li. 19 a.
dito voor 900,per h. of 9071,aan mr. W. L. van Voorst
Vader-, eene arbeiderswoning voor 910,aan Mars. van 't
Westeindeeene dito voor 850,— aan C. de Smiteene
dito aan P. van de Pas voor 900,— 52 a. 98 c. weiland
voor 1460,- per li. of 773,51 aan I) de Jongei h. 38 a.
bouwland voor 1100,per li. of f 1518,aan dhr. M.
Stieger en 2 h. 79 a. 10 c. weiland voor 1410,— per h. of
3935,31, totaal 54.068,86; alles zonder het beclongene voor
boomgewas, vruchten te velde etc. en onkosten ad 12l/s PC.
J1 Zaturdag is de besteding van de Pastorie te 's Hee-
renlioek niet toegewezen. De minste inschrijver was C. Oost
man, metselaar te Goes.
BÜRGERLÜKE STAND GOES.
Van den 5 tot en met den 9 Jan. 1871.
Ondertrouwd Gehuwd Geene.
Geboren den 5 Jan, Franciscus, z. v. Pieter Burgs
en Johanna Steenbakker: den 7 Jacoba, Philippina,
d. v. Adriana, Maria van Liereden 8 Wilhelmina,
d. v. Jan Gorsse en Kornelia Ileijman.
Overleden Geene.
MARKTBERIGTEN
ROTTERDAM, 9 Januarij 1871.
Ten gevolge van de nog gesloten vaart zijn geen berigten
van de GRAAN-, ZAAD- of MEEKRAP-beuizen ontvangen.
LONDEN9 Januarij 1871.
GRANEN slap. Stemming verminderende.
Liefclaulig-lieitl.
DIAKENEN bij de Hervormde Gemeente te Goes berig
ten met dankzegging de ontvangst cener gift van f ÏO,
in een muntbillc^, bij de voormiddag collecte op gisteren.
Goes 9 Januarij 1871. Diakenen voornoemd
W. J. van de WEERT, Voorz.
VAN DEN BUSSCHE, Sec.
ADVERTEN TIÉN.
Getrouwd
J. A. KRUIJT
en
M. O. C. UCHTMANN,
AIiddelburg, 7 Januari 1871.
Biezei.inge3 Janurij 1871. Gisteren over
leed op 2jarigen leeftijd, na eene ongesteldheid van
slechts 2 dagenonze lieve JOHANNA.
W. van de LINDE en Echtgenoot.
De Heer en Mevrouw KRUIJT—UCHT.
MANN brengen hunnen hartelijken dank
voor de vele bewijzen van belangstelling bij hun
huwelijk ondervonden.
Middelburg, 7'Januarij 1871.
Voor de vele en hartelijke bewijzen van
belangstelling zoo hier als van elders bij ge
legenheid van mijn 50sten jaardag ondervonden, be
tuig ik mijn innigsten dank.
C. P. LENSHOEK van ZWAKE
's Gravenpolder 9 Januarij 1871.