1870. J* 103. Dingsdag 20 December. ST" jaargang.
BIJ DIT N0MMER BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
BEKENDMAKINGEN
twee leden van den Gemeente-raad
INSCHRIJVEN VAN LEERLINGEN.
SLEE-COLLECTE.
GOESSOIE
COIIttM.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p. p. ƒ1.90. Afzonderlijke
nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden 5 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels h 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4- regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
1 I
Ol» aanstaanden Maandag Sde Kerstdag
zal de Woessche Courant 1ÏIET worden
uitgegeven.
van liet Gemeente-bestuur.
V ERKIEZING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen
ter kennis van de belanghebbenden, dat de verkiezing van
ter vervulling der vacatures, ontstaan door het nemen van
ontslag van den heer Mr. J. H. DE LAAT DE KAU TER
en het overlijden van den heer O. VERHAGENzal plaats
hebben te Goes, op Woensdag 28 December 1870, van des
morgens 9 tot des namiddags ten 4 ure, in de regtzaal van
het raadhuisdat de oproepingsbrieven den 15 dezer bij
de kiezers zijn bezorgd en dat de kiezerdie zijn stem
biljet verloren of er geen ontvangen heeft, een stembiljet
kan bekomen ter secretarie der gemeentetusschen des
morgens 9 en des namiddags 2 ure van eiken werkdag.
Goes, den 17 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken
bij deze bekend: dat de plaatselijke school-commissieter
voldoening aan het bepaalde bij art. 6 der verordening, re
gelende het onderwijs in deze gemeentevastgesteld dooi
den gemeenteraadden 16 Julij 1867, tot het AANNHtSEN
en TOlitjJlTF.HI ran VHFUBjIXGHN op de scholen
roor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs
zijnde de Nederduitsche scholen en de Fransche school voor
meisjesalsmede op de bewaarscholen, zitting houden zal ten
raadhuizeop DONDERDAG 22 DECEMBER e. k.des
middags ten 12 ure, en noodigen een ieder uit, om van
die gelegenheid gebruik te maken tot het opgeven van de
kinderen, die men na de vacantie verlangt op een der
bedoelde scholen te zenden, aangezien dit zonder de toe
lating der school-commissie niet vermag te geschieden.
Goes, den 17 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGfeMEESTFR en WETHOUDERS van GOES maken
bekenddat Diakenen der Hervormde Gemeente alhier
het voornemen hebben om op den tweeden Kersdag, zijnde
Maandag den 26 dezer, na het eindigen der Godsdienstoefe
ningen, eene buitengewone of zoogenaamde Slce-Cnllccle
te houden aan de huizen der ingezetenenten behoeve van
hunne bedeelden.
Burgemeester en W ethouders vertrouwen dat deze gele
genheid gretig zal worden aangegrepen om ruime bijdragen
uittereiken aan genoemd collegie ten einde zijne taak te
vergemakkelijken, waartoe deze inzameling gunstig wordt
aanbevolen.
Goesden 17 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Door de Nieuwe Goessche Courant wordt voor het
lidmaatschap der Provinciale Staten van Zeeland
aanbevolen de heer Fompe van Meerdervoort. Uit
hoofde van de omstandigheid dat de heer Fompe
van Meerdervoort, volgens veler meening, te regt of
ten onregtetot de redactie dier courant in be
trekking staatvinden wij er wel iets onkiesch
in dat de redactie der N. G. Ct. die aanbeveling
in haar blad tot hoofdartikel bestemde.
Wij willen dit echter in het midden laten, doch
de aanbeveling wat van nabij bezien.
Eerst wordt wijlen den heer O. Verhagen eene
hulde gebragt. Toen wij dit uit dien mond hoorden,
dachten wij aan het bekende: „de inortuis nil
nise bene" (van de dooden moet men niets dan
goed spreken). Tijdens het leven van den heer
O. Verhagen klonk het bij de partij der N. G. Ct.
heel anders.
Vervolgens wordt ook de kandidaat'der liberalen
en van vele andere personen im dit kiesdistrict
de heer mr. J. II. de Laat de Kanter, als menscii.
eene welverdiende hulde toegebragt.
Wij nemen daarvan nota omdat door eenigen
geïnsinueerd is dat de heer de Kanter zonder
godsdienst zou zijn.
Eene hoogachting al? mensch is de hoogste ach
ting welke er bestaat en hij die als mensch hoog
geacht wordt is zeker niet zonder godsdienst.
Want de ware godsdienst veredelt den mensch
en doet hem zoo leven dat hij iedereen achting
afdwingt. En dit is het geval met den heer de
Kanter. Ilij dwingt door zijn leven en door zijn
belangloos streven naar het welzijn zijner land-
genooten, iedereen, zelfs zijne tegenpartij, achting af.
Iets verder wordt de heer de Kanter als 'tware
verantwoordelijk gesteld voor de ministerieele
crisis. Dit is er zoo met de hairen bijgesleept dat
wij het haast der moeite niet waardig achten eene
dergelijke absurditeit te wederleggen.
Tengevolge van de machinatien der conserva
tieve partij, tengevolge van de optreding" der ont
bindingsmannen onzaliger gedachtenis heeft de
heer de Iianter reeds 4 jaren opgehouden lid der
IIe kamer te zijn en nu er op 'toogenblik eenige
verdeeldheid bestaat of schijnt te bestaan in het
2e kamer- en minister-kampwordt dit op reke
ning gesteld van de beginselen van den heer de
Kanier die reeds 4 jaren uit dat kamp is terug
gekeerd
Wij zullen daarbij niet verder stilstaan.
Ook over de magt der Prov. Staten om de leden
der eerste kamer te kiezen wordt gesproken.
Wij zijn het met de N. G. Ct. eens, dat de laauw-
heid der kiezers bij de opkomst ter stemming soms
onvergefelijk is- en vooral bij de verkiezing voor
de Prov. Statenterwijl daaruit toch de magt
voortvloeit om indirect op de keuze van leden der
le kamer te influenceren.
Als wij zien welke groote oorzaak van verwar
ring, welke bron van misnoegen, welke aanleiding
tot oproer in Indie er in den laatsten tijd door de
le kamer is gegeven, door het verwerpen der In
dische begrooting, waarop voorkwam de wijziging
van hetPreanger-stelsel, een onderdeel met hetwelk
de bekende manoeuvre van den conservatieven gou
verneur-generaal Mijer is voorgevallen, dan achten
wij het noodig den heer J. Fransen van de Pufte Sr.,
die niet tot al die onweerswolken heeft medege
werkt maar vóór de begrooting heeft gestemd, als
lid der le kamer te behouden.
En dien zullen wij behouden als de heer de
Kanter lid der Prov. Staten wordt, maar dien zul
len wij zeker niet door den hr. Fompe zien gesteund.
Verder blijkt het dat de Algemeene Kiesveree-
niging in Nederland (een groote naam met weinig
pouvoir) henevens de kiesvereeniging „Steunende
enz." den heer Fompe tot candidaat hebben gesteld.
Zij zeggen daarbij dat zij niet uitweiden zullen
over zijn persoon en daarom worden, consequent
genoeg, de volgende uitweidingen over dien heer
gedaan
1°. de heer Fompe heeft warme liefde voor vader
land en koning.
Wij willen er niet aan twijfelen, doch brengt
die warme liefde (koesterende gedachte bij dien
„somberen winterdag" waarvan de N. G. Ct.
spreekt) tegelijk de geschiktheid als lid der
Prov. Staten aan
2°. „de heer Pompe is aan Zeeland ten naauwste
verbonden,"
Die banale uitdrukking begrijpen wij niet.
Dat verbond tusschen Zeeland en den heer
Pompe is ons niet regt duidelijk.
3°. de heer Fompe is beter dan anderen bekend met
de behoeften en belangen van Zeeland, omdat
hij kantonregter is geweest te Sluis en Tholen.
Tegen dezen gewaagden lof teekenen wij pro
test aan.
Wij nemen aan dat de heer Pompedoor zijn
verblijf te Sluis en te Tholen eenigzins die plaat
sen heeft leeren kennenmaar dat liij daardoor
heter dan anderen met de behoeften en belangen van
Zeeland is bekenddat meenen wij een zeer aan
matigenden en voor vele Zeeuwen beleedigenden
lof te mogen noemen.
Bovendien kiezen Sluis en Tholen zelf hunne
leden voor de Prov. Staten en het is thans eene
verkiezing voor het kiesdistrict Goes en zoo het
dan op kennis van dat district aankomtzal de
heer Pompe zeker ver bij den heer de Kanter moe
ten achterstaan welke, laatste hier gewonnen en
geboren is, zich eene studie heeft gemaakt van de
kwestie der polderswegen, calamiteuse polders,
wateringen tienden enz.enz.in verschillende
procedures, als advokaat, doorgedrongen is in de
kleinste bijzonderheden van de rijks-, provinciale-
en gemeentelijke regten en verpligtingen en dus
doorkneed is in al deze belangrijke kwestien en
aangelegenheden.
Nog eene hoedanigheid wordt ten slotte op
gesomd
4°. de heer Fompe heeft in der tijd eene brochure
over de tienden uitgegeven.
Wij stellen daar tegenover de redevoeringen van
den heer de Kanier in de IIe kamer in der tijd
gehouden, waaruit ook zijne warme belangstelling
voor en kunde van die zaak blijkt.
Ook de Roomsch-Kath. Kiesvereeniging heeft
den heer Fompe tot candidaat gesteld.
Deze vereeniging geeft geene redenen op, doch,
zoo wij wel onderrigt zijn, is dit gebeurd op aan
drang van den voorzitter dier vereeniging, die alle
andere belangen ter zijde stelde voor deze ééne
stelling„godsdienst moet hooger gesteld worden
„dan het maatschappelijk belang, en de heer Pompe
„gaaftrouw naar de kerk."
Hij had er bij kunnen voegen „als zekere pre
dikant preekt," maar hoewel wij niet willen on
derzoeken welke redenen dien voorzitter leidden
om juist als een gevolg zijner stelling den heer Fompe
voor te stellen terwijl die toevallig ook de kandi
daat der orthodoxen iszoo gelooven wij toch dat
in dit geval door de Roomschen geene zelfstandige
stem zal worden uitgebragt en wanneer de uit te
brengen stem een gevolg is van een verkeerd be
grip van godsdienst dan valt er weinig tegen te
redeneren.
Opmerkelijk mag het intusschen heeten, dat het,
terwijl hier zooveel oude achtenswaardige Room
schen in de stad zijn voor den tegenwoordigen
jeugdigen leider hunner partij bewaard bleef om
tot de ontdekking eener stelling te geraken, ten
gevolge waarvan de Roomschen nu den heer Fompe
willen kiezen.
Maar ons dunkt dat èn de stelling, èn de opge
worpen candidaat, èn de onervarenheid in de ken
nis der behoeften van ons district bij hunnen nieu
wen leiderde Roomschen tot bedachtzaamheid
behoort te leiden en dat zij eerst de godsdienstige
opgewondenheid wat moeten laten voorbijgaan om
met het kalm besef der rede hun stembiljet inte-
vullen.
Zal het noodig zijn dat ook wij eene serie
hoedanigheden van den heer de Kanter gaan op
sommen
Maar wie kent niet den heer de Kanter en