1870. 102.
Vrijdag 16 December.
r. j. h. m lmt iiü umi
57sU' jaargang.
NIEUWEJAARSGOMMISSIE.
GESCHIEDENIS VAN DE STAD DER GANZEN.
r-ar»
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p.p. ƒ1.90. Afzonderlijke
nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden il 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels 1,-
Dienst-aanbiedingenniet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezondenwenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS'van GOES,
brengen ter openbare kennis,
dat de Commissie tot uitdeeling van Eet
waren en Brandstoffen op Meuwjaaridng
zich weder geconstitueerd heeft, en bestaat uit de heerens
J. A. A. FRANSEN van de PUTTE, Wethouder als
Voorzitter;
P. van DALEN, lid van het Burgerlijk Armbestuur;
L. MEIJLER j lid der diakonie van de Ned. Herv.
Gemeentel
P. H. TIMANS, lid van het R. C. Parochiaal armbestuur;
en M. J. deJONGH, lid der commissie tot de (Economische
spijsuitdettling
terwijl de heer C. RISSEEUWgriffier ter secretarie
als Secretaris aan de Commissie is toegevoegd;
en dat deze Commissie de bijdragen der ingezetenen zal
afhalen op Maandag den 19 December a. s.
Burgemeester en Wethouders verzoeken geene aalmoezen
aan de deuren uittereikenmaar deze veeleer aan de Com
missie toe te vertrouwenopdat zij in staat zij hare gewone
nieuwjaars-bedeeling te doen.
Goes, den 15 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
VERKIEZING VOOR EEN LID DER
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND,
IN HET HOOFD-KIESDISTRICT GOES
OP 21 DEC. A. S.
Door vele kiezers wordt de heer Mr. J. II.
de Laat de Kanter, voor het lidmaat-
schap der Provinciale Staten van Zeeland aan
bevolen.
Ook de kiesvereeniging „Aan allen Regt" lieeft
dien beer tot haren candidaat gesteld.
En zeker zullen de kiezers geen waardiger
keuze kunnen doen.
De heer mr. J. H. de LAAT de KANTER
toch vereenigt in zich alle hoedanigheden welke
in een lid der Staten noodig zijn.
Eerlijkheid bekwaamheid bestuurskennis
regtskundige kenniskennis van polderzaken
wateringen, behoeften van den landbouw en de
verpligtingen welke op de verschillende gemeente
besturen ten opzigte van wegen enz. rusten, dit
alles vindt men vereenigd in den persoon van
mr. J. H. de LAAT de KANTER.
Zeeland heeft behoefte aan dergelijke mannen
en zelfs zeggen wy niet te veel, "wanneer wij
beweren dat geheel Nederland met de ongewone
bekwaamheden des heeren d.e Kanter winst
zou kunnen doen.
Ten gevolge van het woelen der partijen heeft
dhr. de Kanter zijn ontslag genomen als lid van
den Goesschen gemeenteraad. Zouden wij nu niet
de gelegenheid aangrijpen om onze waardering
van zijne groote bekwaamheden te bewijzen,
door hem, in nog ruimeren kring ons vertrouwen
te schenken
Wij hebben vernomen, dat in sommige gedeel
ten van het platteland verschillende bekwame
lieden candidaat zijn gesteld. Terwijl wij ons zeer
wel met de candidatuur van de meesten hunner
zouden kunnen vereenigen, vreezen wij toch, dat
wanneer ieder dorp zijn eigen candidaat zou wil
len kiezen, geen van die allen de meerderheid
haalt, de candidatuur van den heer de KANTER
benadeeld wordt en dientengevolge de candidaat
der andere partij alhier zal worden gekozen.
Wanneer men een dergelijken uitslag wil voor
komen, is er eenstemmigheid noodig en wijl reeds
een sterke partij den hr. de KANTER voorstaat,
in wien alle eigenschappen zijn vereenigd, welke
men in de verschillende dorps-candidaten wenscht
en voorondersteltzoo noodigen wij alle kiezers
in het district Goes uit, om den wille der goede
zaak, hunne stemmen met de onze te vereenigen op
BINNEtNILANDSCHE BERÏCTEI^r
GOES, 15 December 1870.
Staten-Generaal.
De eerste kamer is tot hervatting harer werk
zaamheden bijeengeroepen tegen Dingsdag 20 Dec.
De tweede kamer is Dingsdag Damiddag ten 3
ure bijeengekomen in welke vergadering
1°. is kennis gegeven eener koninklijke bood
schap, meldende het overlijden van H. K. H. prinses
Frederikwaarop wordt besloten een adres van
rouwbeklag aan den koning te rigten
2°. is ontvangen het reglement tot vaststelling
van den hofrouw
3°. zijn ingekomen verschillende ontwerpen van
wetwaaronder e?n tot onteigening van perceelen
voor een spoorweg Amsterdam-Hilversum-Araers-
foort
4o. door den minister van marine mededeelingen
zijn gedaan omtrent de rainisterieele crisis, daarop
neerkomende, dat men niet naar wensch is geslaagd
in de zamenstelling van een nieuw kabineten nu
magtiging is verleend tot het indienen van crediet-
wetten. De heer Jonckbloet heeft, met het oog op
de zorgwekkende omstandigheden, den wensch geuit
naar een spoedig einde van de crisis
5°. aan de heeren de Casembroot en van Sype&teijn
verlof is verleend, om de ministers op nader te bepa
len dag te interpelleren, de eerste over het gebeurde
met een viertal Eransche krijgsgevangenen naar
Nederland ontvlugtmaar de Duitsche grenzen
overgezetde tweede over de geruchten van een
afstand der kust "van Guinea aan een vreemde mo
gendheid.
De kamer heeft zich daarna in de afdeelingen ver
deeld tot wier voorzitters benoemd zijn de heeren
JonckbloetThorbecke, Storm, Fransen van de Putte
en van Foreesten tot onder-voorzitters de heeren
van Akerlaken, van Nispen, Blussé, Heemskerk As.
en Guljé.
(Per telegraaf.) In de zitting van lieden morgen is in
de Tweede Kamer het ontwerp-adres van rouwbeklag we
gens het overlijden, van H. K. H. Prinses Frederik, ter
tafel gebragt en naar de afdeelingen verzonden.
De interpellatien van de heeren de Casembroot en van Sijpe-
steijn,betreffende de uitgeleverde krijgsgevangenen en de kust
van Guinea, zijn op morgen elf ure bepaald. De heer Eers
tens, heeft verlof gevraagd en bekomen om de regering te in
terpelleren over het door haar gegeven of nog te geven
gevolg aan het petitionnement der katholieken betrelfende
de schending der souvereine regten van het hoofd hunner
kerk. De dag tot interpellatie zal nader bepaald worden.
De vergadering werd geschorst tot heden namiddag half
Wij ontvingen de staten van de in-, uit- en door
gevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende
de maand October 1870 en stellen die op ons bu
reau voor belanghebbenden ter inzage.
Uit eene toelichting van den minister van fi-
nantiën op het kon. besluit Tan 26 Aug. 1870
(Stbl. no. 156) omtrent de vergoeding van bureel-
kosten aan de collegiën van zetters der directe
belastingen en van presentiegelden aan de leden
dier collegiën blijkt, dat in gemeenten beneden
eene bevolking van 1500 zielen wel presentiegeld
doch geen bureelkosten worden toegekend.
Onder de vele nuttige instellingen ter te gemoet-
koming onzer arme ingezetenen, behoort voorzeker
de vereeniging Dorcas. Dit getuigde dan ook gisteren
weer zoo menige huismoeder, die beladen met nieuwe
kleedingstukken, dankbaar van de bedeeling huis
waarts keerde. Reeds wist men, wat haar ontbrak,
wat haar het liefst was zij zag alzoo haar ver-
Waar die stad ligt of hoe groot zij is doet niets ter
zake. Hare geschiedenis is echter, ook in onze dagen,
zoo leerzaam, dat wij vermeenen daarvoor een plaatsje
in dit blad te mogen verzoeken.
Gedurende vele jaren achtereen werd die stad bestuurd
door vrijzinnige mannen, die er zich op toelegden den
inwoners allerlei bronnen van welvaart te openen, de stad
tot eene ongekende hoogte van bloei opvoerden en zich
ontfermden over de burger- en mindere klassen door druk
kende accijnsen. opteheffen en die als 't ware ongemerkt
betaald wordende belasting op de noodzakelijkste levens
behoeften overtebrengen op de rijken.
Tevens rigtten zij allerlei nuttige instellingen het on
derwijs betreffende, in de stad der Ganzen op en stelden
de betaling voor dat onderwijs zoo laag, dat ieder bur
gerkind er gebruik van kon maken.
De ontbrekende kosten van dat onderwijs werden ge
dragen door de gemeente-kas en de bestuurders hieven
een hoofdelijken omslag, waarin ieder naar gelang van
zijn inkomen betaaldedus al weder de rijken het meest
en de mindere standen weinig of niets.
De predikanten in de stad, die de ontwikkeling van
den mensch het juiste middel achtten om hen tot ware
godsdienst opteleiden, die niet alleen het komen en het
hooren voldoende rekenden, maar meenden dat er ook
ontwikkeling noodig was om tot het juiste doenhet be
trachten van godsdienst te geraken, de predikanten, die
liever een waar christen met een blijmoedigen lach op
het gelaat, dan een femelaar met een ijskoud en verschrik
king inboezemend gezigt zagen, ondersteunden den goeden
geest in de stad en menig eenvoudig burger verliet dik
wijls de druk bezochte kerk, zeggende ,,'t waren innige
woorden welke wij gehoord hebben'" en teruggekeerd in
zijn gezin ergerde hij zich niet aan den onschuldig vrolijken
geest welke er in zijnen familiekring keerschte en de blij
moedigheid welke hij onder hartelijke menschen opmerkte.
Er ging een roep uit naar buiten over de welvaart
en den waren christenzin welke er in de stad der Gan
zen heerschten.
Het stond echter in het boek des noodlots geschreven
dat deze gunstige 'toestand niet zou voortduren. Wangunst
en dweeperij zouden er verandering in brengen.
Enkele rijken waren natuurlijk niet ingenomen met
maatregelen waardoor zij zwaarder belast werden dan
vroeger en zooals wel eens meer gebeurt, wilden sommi
gen wel het algemeen welzijn, doch niet ten koste hunner
ruim voorziene beurs.
Bovendien leidde de rigting van het bestuur in de zaak
van het onderwys er toe, om het aantal meer, bekwame
en ontwikkelde lieden ook onder de mindere klasse te doen
toenemen en wat zou dat over eenige jaren niet eene con
currentie geven voor de vette postjes, die nu nog altijd
htt vaste deel der rijken waren geweest
Men begon den minderen stand wijs te maken dat
de rigting van hel bestuur tot godsdienstloosheid leidde
en de godsdienst behoorde toch boven de materiëele wel
vaart te gaan 1 Het schoolwezen, zooals dit in de ge
meente bestond, was niet gegrond op den Bijbel en Gods
woord behoorde toch het voetstuk te zijn van alle mo
gelijke ontwikkeling
De predikanten durfden enkele Bijbelsche verhalen tot
mythe, tot zedekundige fabelen te verklaren
De blijmoedige geest in de stad was een dansen om
het gouden kalf
Zoo insinueerde men.
De goede Ganzenaars begonnen met eenige vrees hun
eigen welvaart te beschouwen. Indien die welvaart eens
later tegen hen getuigde
De gulle hartelijke laeh in het huisgezin werd by som
migen door eene vaderlijke vermaning bestraft.
De gemoederen werden onrustig.
Het geval wilde, dat een predikant werd beroepen, die
ter goeder trouw, het woelen der nieuwe partij ondersteunde.
Van den kansel werden nu de reeds wankelende Gan
zenaars geheel en al vervaard gemaakt en langzamerhand
vormde zich eene partij die tegen den goeden geest welke
er in de stad heerschte gekant was en hare eigene mee
ningen ingang trachtte te doen vinden.
Vele Ganzenaars schaarden zich onder de vleugelen
van dat roofdier, dat hunue stad tot prooi had gekozen.
De eigen denkwijze der leden werd bij die club ge
weld aangedaan en wat de leiders zeiden of wenschten werd
door de leden geprezen en op 't commando af in uitvoe
ring gebragt.
De Ganzenaars, wantrouwen ingeboezemd omtrent hunne
edele bestuurders, begonnen het werk van deze laalslen
als werk des duivels te beschouwen.
Wel vormde zich ook eene partij van lien, die den ou
den goeden toestand met hand en tand verdedigden, maar
hun streven was magteloos tegenover het wapen van gods
diensthaat dat door de nieuwe partij werd gehanteerd.
Achtereenvolgend werden dan ook de mannen die zooveel
tot het welzijn der gemeente hadden bijgebragt, vervan
gen door lien die de beroering hadden te weeg gebragt,
Meer en meer werden er mannen gekozen, die, al konden
zij ter naauwernood een gezonden zin uitbrengen, of al
hadden zij geen ilaauw idee van besturen, in den reuk
stonden van kerkelijk leerstellig te zijn.