1870. JV? 99. Dingsdag 6 December»
57ste jaargang.
Collecte R. C. Armbestuur.
NATIONALE MILITIE.
AANBESTEDING.
Het afgraven van een gedeelte wal, tusschen
de Brouwers- en, Agnesgangenachter de
Wijngaardstraat.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p.p. ƒ1.90. Afzonderlijke
nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels h 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragande
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenseht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau hez.orgd zijn.
BEKENDMAKINGEN
vaa het Grehaeeate-bestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken
bekend, dat bet li. C. parochiaal armbestuur in deze gemeente
het voornemen heeftom op Woensdag den 7den December
aanstaandeaan de huizen van alle ingezetenen eene
/llgeuifCne Collecte te doen ten behoeve van de ar
men die door hetzelve moeten worden onderhouden.
Burgemeester en Wethouders vertrouwen, dat de burgerij,
door ruime giftenweder zal medewerken om genoemd
armbestuur tot het volbrengen van zijn taak in staat te
stellenwaartoe zij deze inzamelingde eenige, die in dit
jaar door genoemd armbestuur wordt gedaan, gunstig aan
bevelen.
Goes, den 3 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
gezien art. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 24 der wet op de
Nationale Militie, dd. 19 Augustus 1861, (Staatsblad no. 72);
brengen bij deze voor de eerste maal ter kennis der
ingezetenen
aat het register van IlSSCMtRIJVIlSG voor de
7SA.TIOJfA.IjSi MIMjITKsS, dagelijks, gedurende de
maand Januarij, (uitgenomen des Zondags) van des morgens
9 tot des namiddags 2 ure, ter secretarie der gemeente zal
gereed liggen;
dat tot ue inschrijving verpligt zijn alle mannelijke inge
zetenen, die op den lsten Januarij aanstaande hun 19 jaar
zullen ingetreden, en dus in het jaar 1852 geboren zijn.
dismede diegenen, welke na het intreden van liun 19t doch voor
het volbrengen van hun 20 jaar ingezetenen zijn geworden
dat, volgens art. 15, voor ingezeten wordt gehouden:
1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder,
of zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is, vol
gens de wet van den 28 Julij 1850 (Staatsblad no. 44);
2°. hij, die geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste aan liet in de eerste zinsnede van dit artikel
vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in
Nederland verblijf hield;
3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezetene was,
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het
rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling,
behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan
de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar, ten aan
zien der dienstpligtigheid, het beginsel van wederkeerigheid
is aangenomen;
dat volgens art. 17 niet behoeven te worden ingeschreven
de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een inge
zeten, die geen Nederlander is en de in een vreemd rijk
verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling
al is zijn voogd ingezeten, alsmede de zoon van een Neder
lander, die ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesche
bezittingen of koloniën woont;
dat volgens art. 16 de inschrijving moet plaats hebben
1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of zijn beide overleden,
de voogd woont;
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de ge
meente waar hij woont
3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
deze is achtergelatenof wiens voogd Duiten 's lands
gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont;
4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander!, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd
land woont, in de gemeente waar zijn vader of voögd
het laatst in Nederland gewoond heeft.
Terwijl eindelijk, volgens art. 18, elk die behoort inge
schreven te worden, verpligt is, zich tusschen den lsten en
31sten Januarij daartoe aantegeven bij burgemeester en wet
houders ter plaatse en op de uren hiervoren aangewezen,
terwijl bij ongesteldheid of afwezigheid zijn vader, of is deze
overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd
tot het doen van die aangifte verpligt is.
Goes, den 3 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES bren
gen ter openbare kennisdat zij op Zaturdag den 17 De
cember aanstaandedes namiddags ten een urein hump;
vergaderkamer ten raadhuize publiek zullen aanbesteden:
De aanwijzing in loco zal plaats hebben op Donderdag
den 15 December bevorens, des namiddags ten 1 ure.
Bestek en voorwaarden liggen van heden af ter lezing
ter secretarie der gemeente.
Goes, den 3 December 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
II A R T M A N.
's Graveniiage 4 December.
Ik weet niet of op 't. oogenblik, dat ik dezen
sluit, het de heeren Fock en Brocx gelukt is een
kabinet te formeren. Gisteren was naar ik ver
nam het vooruitzigt niet geheel benomen, indien
nog één persoon, met wien men in onderhande
ling was, wilde toetreden. Maar dit weet ik
wel dat als de formatie in de eerste dagen dezer
week niet tot stand komt, de partij van 1866,
onzaliger gedachtenis, geroepen zal moeten wor
den het bewind te aanvaarden en die opdragt
ook niet weigeren zal. Zij zal dat niet doen door
de kracht harer beginselen, maar door den loop
der omstandigheden, door de lafheid en de on
verantwoordelijke handelwijze der liberalen, die
zich terughouden of terugtrekken en daardoor
het bewind aan de tegenpartij in handen spelen.
Het is een droevig verschijnsel, deze gelieeie mi
nisteriële crisis met hare partijveeten en intri
gues, met hare personele drijfveren en onvader-»
landslievend egoismus. Hebben wij daarom na
1848 eene 22jarige politieke opleiding achter den
rug, om bij de intrede der meerderjarigheid af
stand te doen van alle zelfstandigheid en veer
kracht en de regeermagt te verruilen tegen eene
oppositie-rol die wel kan kritiseren en redevoeren,
maar de taak oin aan het hoofd der zaken te staan
niet durft te aanvaarden "Sedert de tweede helft
van October waren er verschijnselen die zoo al
niet op algeheele ontbinding, dan zeer zeker op
reconstructie van het door Tliorhecke gevormde
„zuiver liberaal" ministerie heen wezen en tot
die verschijnselen behoorde niet in 't minst de
houding en handelingen van dien staatsman zei
ven, die in de koloniale qnaestie zelfs den le
daarden slapvan den lieer de Waal te haastig-
vond, speciaal ook wat betreft, de hervorming
van het Preanger-stelsel, NB. door Mijer en den
geheelen Raad van Indië aanbevolen en geconci
pieerd,en het in den, heer Fock afkeurde dat
hij toegegeven had aan den aandrang tot uitbrei
ding van het kiesregt. Nu is het waar dat de
heeren Fock en Brocx eerst den 22 November
belast zijn geworden met de zamenstelling van
een kabinet; maar, wat er ook historisch waar
zij van het gerucht als zou Tliorhecke de formatie
van een gematigd conservatief kabinet hebben
aangeraden, zeker is 't dat de liberalen reeds
kort na de officiële bemoeijingen van den heer
van Beenen de wetenschap erlangden dat deze
óf niet geslaagd was öf zich niet eens ernstig
met eene taak van formatie had bezig gehouden. En
even ontwijfelbaar is het ook dat er zelfs vóór
de opdragt aan de beide aanblijvende ministers,
door dezen besprekingen hebben plaats gehad
met personen die casu quo in aanmerking zouden
kunnen komen. Daarin is volstrekt niets vreemds,
veelmin berispelijks te vindenzoo iets spreekt
van zelve. Maar daarom wordt ook de duur
der onderhandelingen nog langer en het bewijs
der in eigen boezem der liberale partij heerschende
flaauwheid en gebrek aan entliusiasme te spreken
der. Gemis aan toe weiding aan liet algemeen
belang, persoonlijke en huishoudelijke overwegin
gen hebben veroorzaakt dat voor vijf zetels wei-
ligt vijftien of meer personen moesten worden
gesproken, waarvan de meesten, en wel ligt zij,
die in de oppositie in of buiten de kamers het
eerste woord gewoon zijn te voeren, zich om
't kind bij zijn naam te noemen lafhartig
hebben teruggetrokken, de een van wege de
rijke practijkde ander met het oog op de po-
sitie bij mogelijke aftreding de derde uit vrees
voor tegenwerking van de zijde van Tliorhecke
en nog eenige van zijne al dunner en dunner
gezaaide aanhangersde vierde weder om eeni -
ge andere consideratie of altoos gemakkelijk te
vinden pretext. En zóó staat dan de liberale
partij komt de formatie morgen of overmor
gen niet tot stand aan den vooravond van de
lafhartige overgifte der vesting zonder dat er
een enkel vijandelijk schot is gevallen; ja meer
nog, zelfs nadat het gebleken was dat de vijand
zelf niet in staat was een eenigzins bruikbaar
legercorps bijeen te brengen om bij eventuele ont
ruiming, bezit er van te nemen. In welk con
stitutioneel land ter wereld werd ooit een dergelijk
schouwspel waargenomen
Waar werd ooit de liberale rigting op zulk eene
onverantwoordelijke wijze door eigen geestver
wanten ten val gebragt of verraden Waar zijn
de Kappeijne's, de v. d. Lindens, de Pinto's? Waar is
deVries, Mirandolle, v. d. Putte, v. Twist, Gleiehman,
Cremers, Pincofs? Waar zijn de uitstekende pro
fessoren, waar de flinke geldmannen te Amsterdam
en Rotterdam; waar de sterren van de juristen ver-
eeniging, waar zoo fraai gedebatteerd is; ja waar
zijn de mannen van de pers, van die pers die
meer dan voor 7/8 in het geheele land aan de
handhaving en ontwikkeling der liberale begin
selen gewijd isen zonder wier ondersteuning
de liberale leden reeds lang overvleugeld zouden
zijn door het kiesverbond van conservatieven en
clericalen?
Den 23 of 24 November had de heer Fock, zijn
ministerie moeten bijeen hebben. Alle persoonlijke
consideratien, aan de pleitzaal of aan de geldkist
of aan den huisselijken haard ontleend, hadden
moeten wijken voor de overweging van het va-
derlandsch belang en voor de eer der liberale
rigting, die niet weinig zal geleden hebben ook
al gelukt het den heer Fock morgen of overmor
gen uit de elf provinciën des lands vijf kandida
ten te vinden voor de portefeuilles van buitenland-
sche zaken, koloniën, financienjustitie en oorlog.
Getrouw aan mijn standpunt om de waarheid
niet te verbloemen ter wille van de politieke rig
ting, die ik met hart en ziel sedert zoo vele jaren
ben toegedaan en die ik in de gelegenheid was
in al hare goede en min goede handelingen en
prestatiënvan nabij gade te slaan, deins ik er
niet voor terug om de onthouding, de weigering
of de ontvlugting van vele liberale sommiteiten
waarvan deze ministeriële crisis het schouwspel
levert, nog bedenkelijker, nog onverantwoordelij-
ker, nog onwaardiger te achten dan het vermeend
advies van Tliorhecke tot vorming van een con
servatief bewind, dat, zoo 't werkelijk gegeven
is zeker niet getuigt van 's mans gewone scherp
zinnigheid, zoodat dan ook de uitkomst der poging
hetzij op zijnof eens anderen raad overwogen
of beproefd, totaal is mislukt.
Ik redeneer aldus. Niet de raad tot een con
servatief bewind kon veel nadeel doenmaar de
daad om een conservatief bewind tot het eenig
mogelijke te maken is politiek gesproken een
misdaad.
BIN1MENLASMDSCHE BERIGTEN.
GOES, 5 December 1870.
De houding van den heer Tliorhecke vindt in
bijna alle liberale bladen afkeuring, en er is niet
één liberaal blad, dat zijne partij opneemt, ook
niet de Arnhemsche Courant, ofschoon deze ken
nelijk de bedoelingen van den heer Tliorhecke in
de hand werkt.
Het Haagsche Dagblad wil op die algemeene
afkeuring van Thorbecke's handeling de fabel toe
passen van den coup de pied de l'dne. De heer Tlior
hecke is de leeuwalle andere liberalen zijn ezels