1870. .A* 67. Dingsdag 16 Augustus, 57stejaargang. BRANDWEER. VERPACHTING. GOESSGHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p.p. ƒ1.90. Afzonderlijke nommers 5 c.met bijblad 10 c. COURANT. Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1—6 regels ii 1, Dienst-aanbiedingenniet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorig en dag aan het bureau bezorgd zijn. BEKENDMAKINGEN van het Gemeente-bestuur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, roepen bij deze op, alle mannelijke ingezetenen, die vóór of op den 1 Jannarij 1871 hun dertigste jaar ingetreden en voorts degenen, die sedert Augustus 1869 in deze gemeente zijn komen wonen en hun dertiste jaar ingetreden zijn, doch hun vijfenveer tigste niet hebben volbragt, om zich in de eerate helft der maand September aanstaande ter secretarie der gemeente te komen aangeven ter inschrijving voor de DIENST BIJ DE BRANDWEER dezer gemeente. Burgemeester en Wethouders herinneren hierbij aan de bepaling van art. 2 der verordening, regelende de loting en jaarlijksche aanvulling der manschappen van het perso neel tot bediening der brandspuiten, dat zich moeten aan geven, al degenen, die op de bevolkings-registers als in woners voorkomen, onverschillig of zij al dan niet vallen in de termen van eenigerlei vrijstelling. Voorts noodigen zij diegenen uit, welke als VRIJWILLI GER zouden wenscben te worden ingeschreven, daarvan aan gifte te doen vóór den 31 Augustus, ten einde aan het hoofd van het register te worden geplaatst. Goes, den 13 Augustus 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zullen ten raadhuizc dier gemeente, op 3BATUSSBAfi «ten SO A li g;iit li s a. des namiddags ten 1 ure in het openbaar verpachten, voor moezerij 1". den grond aan den Oost-Havendijk, sectie B. n°. 238, 239 en 250, thans in pacht bij Jan de Jonge en 2°. den grond in de Zoute Vest, sectie D. n°. 1116, thans in pacht bij W. Mijnsbergcn, het eerste voor 3 en het tweede voor 7 jareii ingaande den 1 Jan ua rij 1871, waarvan de pachts-voor waarden van af heden ter visie zullen liggen ter secretarie, alwaar tevens nadere inlichtingen te bekomen zijn. Goes, den 6 Augustus 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUIiEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER van GOES, brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat: Dat het kohier van het PATENTREGT primitief 2ile gedeelte voor deze gemeente, voor het dienstjaar 18701871, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvan ger dier belastingen, binnen deze gemeente. Goes, den 15 Augustus 1870. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. 'sGravenhage Augustus. Ik heb niet genoegen bemerkt, dat ook de Arn- liemsche Courant en het Algemeen Dagblad van Neder land hetzelfde onderwerp en op dezelfde wijze heb ben besproken als in mijn vorigen brief. Beiden zijn het eens, dat de pers inderdaad te ver kan gaan en meermalen reeds te ver is gegaanin het partij-trekken niet alleen voor een der beide oor logvoerende mogendheden vastgeknoopt nog wel aan wenken of wenschen ten aanzien van ons land, maar ook in de hoogst onvoorzigtige perso naliteiten. Het is waarlijk alsof sommigen met blindheid geslagen zijn, en er niet aan denken, dat elk der beide strijdvoerende partijen zijne ge zanten en vertrouwden hier te lande heeft. Een koopman, die een vat zwavel aan een der vijan den levert, schendt de neutraliteit en brengt uit winzucht zijn eigen vaderland soms in gevaar. Maar een publicistdie onafgebroken met de pen een werkdadigen strijd voert, van meer invloed soms dan eenige wapenschermutseling; die dag aan dag een der beide regeeringen aanrandt, met welke het onzijdige Nederland in vriendschap leeft en die daarbij zijne beden voor de verdelging van een van beiden slaakt, doet zoodanig een, al zij 't geheel ter goeder trouw, niet een wezenlijke afbreuk aan onze neutraliteit en aan de ijverige zorg der Regeeringom vooral in deze dagen van diplomatiek gekonkel, elk voorwendsel te bene men tot het opwerpen van of 't zoeken naar moeije- lijkheden? Het verwonderde mij dan ook zeer den concilianten de Bosch Kemper op eenmaal zoo oorlogzuchtig te zien en, in stede tot matiging, veel eer tot verscherping van polemiek aan te zetten, onder het voorgeven dat vrije mannen onbewim peld hunne meening moeten zeggen, alsof dat hier de quaestie was. Alsof één vrijzinnig orgaan zich onthoudt van het uitspreken van eèn vrij oordeel, gegrondhetzij op diplomatieke, politieke of stra tegische gronden over aanleiding, voortgang of ge volgen van dezen mensch-onteerenden krijg neen duivelvereerende meuschenslagting. Neen dat is de zaak nietmaar er moet in ons land niet geschreven worden alsof het was hetzij on der dicté van Bismarck of van Benedetti. En hier mede aanstonds basta over dit punt. Wij geloo- ven noch aan sprookjes over Fransch of Pruissisch goud in den zin dien de Utrechtsche Courant daar aan hecht of er in legt; wij laten ook de tastbare onvoorzigtigheden van den Chevaliervan het llaaghdie Dagblad rusten voor wien welligt het legioen d' honnenr geene versmadelijke overtollig heid en geene onwaarschijnlijke surprise kon zijn, als men aan imperialistische journalisten zóóveel inlichtende gastvrijheid betoonten daarbij reeds de eer geniet van zijn beslissend woord over Pruis- sens onregt, in de heele en halve officiële cou ranten van Frankrijk te zien afgedrukt. Eu we meenen eindelijkdat bet, Noorden in zijn wrevel over het Napoleontisch régime wat al te veel voet geeft aan ganz gemiihtliche" belustheid naar „annexation". Ook zou de republiek in Frankrijk (en de vraag blijft dan nog altoos van icelke soort?) de oorlog waarlijk niet localiseren of de neutrali teit der kleinere slatentrots tractaten en ratifi- catiën meer en beter verzekeren dan thans het geval nog is. Even als sedert geruimen tijd, zijn ook nu nog onder het wapengekletter en het oorlogsgedrnisch, onze binnenlandsche aangelegenheden op den ach tergrond geraakt. Voor zoo ver die echter met den onzaligen oorlogs-toestand in betrekking staan wordt er tot krachtige handhaving onzer neutra liteit al het mogelijke gedaande oefeningen der miliciens worden aanhoudend voortgezetvoor betere bewapening der schutterijen en ook voor hare oefening wordt zorg gedragen; de vrijwillige weerbaarheids-vereenigingen zitten ook niet stil, en, wat meer zegt, de geest der natie is flink en be reid onze onzijdigheid en onafhankelijkheid met alle beschikbare middelen te verdedigen en te hand haven. Maar, gelijk ik zeide, dat alles domineert en aan andere zaken wordt weinig aandacht ge wijd. Zie slechts op de verkiezingen. Die te Alkmaar wordt slechts van ter zijde besproken. Uit hoofde van een vrij dubbelzinnigen brief des heeren van Foreest, zijn sommige liberalen geneigd hem ditmaal tijdelijk te slikken; ik voor mij ben afkeerig zoowel van eene interimaire, opdragt als aanvaarding. Zij is in strijd met de constitutionele beginselen en met. ons stelsel van vertegenwoor diging. Ik ben er verre af te onderstellen dat het den heer van Foreest, met zijne belofte tot slechts tijdelijke waarneming tot zoolang de ge neraal Knoop nog in actieven dienst blijft, geen ernst zou zijn, ofschoon de Commentaar van het Dagblad ook hier even als bij eene vorige ver kiezing nopens de opvatting der onderwijs-queestie den heer Foreest in een dubbelzinnig daglicht plaatst. Mij komt het voor, dat de liberalen te Alkmaar bij de wetenschap dat de lieer Knoop het lidmaatschap nu niet aanvaardeu kan, een geestverwant in zijne plaats hadden moeten stellen zonder eenig voor behoud of transactie. Ik ken geen zomer- of win ter- veel min oorlogs- of vrede-kandidaturen. Men treedt op als vertegenwoordiger van het Ncder- landsche volk en niet als plaatsvervanger of nom" merverwisselaar noch in gelijke en veel minder in tegenovergestelde politieke rigting. Hoe de zaken in Middelburg staan, dit zal bij u zeker beter bekend zijn. Ik kan er alleen bijvoegen dat af vaardiging van professor Buijs voor ieder district in 't land eene hooge eer zou zijn en dat ik hoop, dat Zeelands hoofdstad zich de eer zal toeëigenen om aan Fokker zulk een waardig opvolger te ge ven. Er wordt ook nog in de verte gesproken van nog eene andere vacature in het land aan gene zijde van den Moerdijk, waar de heer Botz voor het district Eindhoven zou bedanken. In de on zekerheid of dit gerucht volkomen juist is, en wie als zijn opvolger genoemd of in aanmerking komt ontlioude ik mij van eenige appreciatie. Ik wensch alleen dit te zeggen -. dat de liberale partij bij welke de heer Botz zich jaren lang scheen te kunnen aansluiten, op dit oogenblik ïiiet veel door zijne aftreding zou verliezen. Sedert den syllabus en het onfeilbaarheidsdogma, zou elk oor deel over de trouw van de kathol ij ke afgevaar digden aan de liberale beginselen, blijken al zeer feilbaar te zijn. Misschien is de tweestrijd, waarin de heer Botz zich bevindt wel de aanleiding tot zijn voornemen. Men kan geen twee heeren dienen. En die waarheid schijnt dan ook de minister van justitie dezer dagen te beamen en in toepassing te brengen door de herinnering aan hen die in een vreemd land dienst nemen, hun Nederlander schap verliezen en dat 's konings toestemming (gelijk men weet onder zijn voorganger met ruime hand ingeroepen en verkregen) voor 's hands niet meer zal worden verleend. Hiermede vervalt het sophisme der ultramontaansche bladen, dat men te Rome eigenlijk voor Nederland in 't geweer staat, omdat in den Paus het princiep van orde en legitimiteit vertegenwoordigd wordt. Er valt niets bij aan te teekenen; alleen zou ik wel wen schen het advies van mr. Heemskerk Az. of anders het Dagblad over deze „splinterige" quaestie te ver nemen. Van de Pausselijke zouaven naar de steen- kolen-quaestie is de afstand minder groot als men wel denkt. De eersten worden voor ons als Ne derlanders, contrabande, de laatsten waren het het ook, in het oog van Duitschland, maar vol gens de regeringsmededeeling, heeft Pruissen on der zekere voorwaarden den afvoer ten behoeve onzer fabrieken en spoorwegen weder toegestaan. We verheugen ons daarover in het belang der Nederlandsche nijverheid van harte. Van den aan vang af, heeft de Regeering niet stil gezeten, om het inderdaad ongemotiveerd verbod te doen intrekken. Voor 't overige worden, gelijk ik reeds opmerkte, alle binnenlandsche vraagstukken naar den ach tergrond geschoven door de tegenwoordige treurige omstandigheden, die ook ons land in- handel in. dustrie en credietwezen, direct en indirect bena- deelen. Of het aannemelijk is, gelijk liet ge rucht wilde, dat de Eerste kamer nu juist nog vóór September bij een zou komen om een maandje vroeger over de al of niet afschaffing der dood straf te oordeelen, ik geloof het niet. Die schrik kelijke haast is er ook niet bij. En dan, het geldt hier toch in allen geval zware schuldigen, terwijl in ééne week tijds, door twee aller-christelijkste potentaten, waarvan een nog wel de oudste zoan der kerk, welligt 20 a 25 iluizend onschuldigen zijn ter siagtbank gevoerd zonder vonnis of pro- cesvorm. In dezen wreeden stand van zaken zal niemand de Eerste Kamer van gebrek aan phi- lantropie beschuldigen, als zij het op zichzelve aanbevelenswaardig ontwerp nog een korten tijd op de griffie laat. Het verslag der Tweede kamer over de wet op het hooger onderwijs wordt spoe dig te gemoct. gezien.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1870 | | pagina 1