1870. M 54.
Vrijdag 1 Julij
AANBESTEDING?"
BEKENDMAKINGEN.
SCHUTTEKIJ.
BINNENLANDSCHE BER1GTEN.
itjiinipiO"
GOESSfJIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p. p. f 1.90. Afzonderlijke
nommers 5 c.met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden 6, 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels a ƒ.1,--
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags.
Stukken welke men als ingezondenwenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter openbare kennis, dat de commissie
tot onderzoek der redenen van vrijstelling en uitsluiting
van de schutterlijke dienst voor dit jaar, ingevolge art. 15
der wet op de schutterij, van den llden April 1827 zamen-
gesteld, hare zitting zal houden ten raadliuize dezer gemeente
op Donderdag 7 Julij 1870 des voormicldags ten 11 ure.
Wordende degenen, welke vermeenen redenen tot vrij
stelling of uitsluiting aan die commissie te kunnen voor
dragen, herinnerd aan de navolgende bepalingen van Z. M.
besluit van den 28 Junij 1828 (Staatsblad no. 42)
Art. 10. Aan personen, die voorgeven met ziekten of
gebreken behebt te zijn, zal geene vrijstelling worden ver
leend op vertoon van attesten, maar zullen de zoodanigen
worden onderzocht door de genees- en heelkundigen bij
de commissie. Hij, die buiten staat is voor die commissie
te verschijnen, zal in zijne woning worden onderzocht.
Art. 11. De onvoorwaardelijke vrijstelling, op grond van
ziekten en gebreken, zal alleenlijk mogen worden verleend
op grond van zoodanige, welke in het reglement op het
onderzoek der manschappen (bij 'skonings beschikkingen va»
den 25 Maart 1862, staatsblad no. 34, vastgesteld,) worden
opgenoemd als voor de dienst volstrekt buiten staat of een
volstrekt of betrekkelijk onvermogen tot de dienst daarstel-
lende, naar welke laatste de commissie vooral met bijzon
dere oplettendheid onderzoek zal doen; zij, die bij num
merverwisseling in dienst treden, moeten in alle opzigten
gezond zijn, en vrij van alle gebreken.
Art 12. Als geestelijken bij de onderscheidene gezindheden
en als studenten in de godgeleerdheid zullen alleen worden
vrijgesteld diegenen, welke als zoodanig volgens de veror
dening op het stuk der nationale militie regt op vrijstelling
van dienst hebben. Ter bekoming van deze vrijstelling
zullen dezelfde bewijzen moeten worden overgelegd, welke
voor de dienst der nationale militie worden gevorderd.
Art. 13. De voorwaardelijke vrijstellingen, vermeld in
art. 3 der wet sub. e, g, h, k, l, en m, zullen alleenlijk
mogen worden verleend ingeval de belanghebbenden ae
volgende bewijsstukken overleggen, als:
e. de hoogleeraren en lektoren aan de hooge scholen, athenese
en semenarieahet besluit of de acte van aanstelling, of
benoeming als zoodanig;
g. de uit de dienst van den staat te lande of ter zee eervol
ontslagene of gepensioneerde officieren: het eervol ont
slag of acte van pensioen;
h. de officieren, eervol uit de schutterij ontslagen wegens
verandering van woonplaats: het besluit van ontslag;
k. de broeder van hem, die reeds in persoon en voor zich
zelve, bij de schutterij dient, behalve een schriftelijk be
wijs van deze dienst door den kommandant der schut
terij afgegeven, een schriftelijk bewij3 van het plaatselijk
bestuur, dat de dienende broeder met hem bij zijne ouders'
inwoont;
l. die aangesteld zijn voor de dienst der nacht- of brand
wachten en der brandspuiteneen schriftelijk bewijs des
wege van het plaatselijk bestuur;
m. de lijf- en huisbediendeneen certificaat van de persoon,
bij welken zij als zoodanig dienstbaar zijn, gecertificeerd
door het plaatselijk bestuur.
Zij die voortdurend uit de armen kassen bedeeld of in
arméngestichten opgevoed en onderhouden worden, eene
scluiftelijke en door het plaatselijk bestuur gecertificeerde
verklaring van bestuurders der gestichtenhoudende
waarin de bedeeling bestaat, en sedert wanneec en op
welke tijdstippen dezelve genoten is.
Art. 16. Diegenen, welke voor de commissie van onder
zoek niet opkomen, zullen gehouden worden geene redenen
tot vrijstelling te hebben, en voor zoo verre zij dienstplig-
tige nummers getrokken hebben, niet vallen in de termen
van art. 3 der wet sub. a, b, c, l en m, van art. 4, zullen
zij bij de schutterij worden ingelijfd; blijvende het hun
evenwel vrij om hunne redenen tot vrijstelling in een vol
gend jaar te doen gelden.
Terwijl diegenen, welke vermeenen, op grond van art. 36
der wet, aanspraak te kunnen maken op overplaatsing op
de reserve of finaal ontslag, mede verpligt zijn deze reclames
bij voorschreven commissie, te doen gelden, met overlegging
van een extract uit het stamboek der schutterij, bij welke
zij gediend hebben of nog dienen. En aangezien de com
missie mede bestemd is tot het onderzoek der redenen van
vrijstelling of uitsluiting, die de belanghebbenden ook na
hunne inlijving hebben voor te dragen, (volgens art. 19 van
het koninklijk besluit van den 22 Junij 1828, Staatsblad no.
42), zoo worden degenen, welke bij de schutterij zijn inge
lijfd en bij derzelver afwezigheid hunne betrekkingen, op
die bepaling gewezen en aangemaand, om indien zij aan
spraak op vrijstelling hebben verkregen, met overlegging
van de gevorderde bewijzen voor dè commissie te verschijnen
ten tijde en plaatse boven omschreven.
Goes, den 29 Junij 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Df, BURGEMEESTER van GOES,
Ontvangen hebbende een koninklijk besluit van den
volgenden inhoud
17 Junij 1870, n°. 12.
Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning
der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
Groothertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Op de voordrag! van Onzen Minister van Binnen-
landsche Zaken, van 14 Junij 1870 no. 202, ll9
afdeeling, tot aanwijzing van het perceel, dat ont
eigend moet worden voor den bouw van de tweede
schutsluis te Hansweertter voltooijing van het ka
naal door Zuid-Beveland, welke onteigening in het
algemeen belang krachtens de wet van 30 Maart 1870
(Staatsblad no. 54) wordt gevorderd;
Gelet op de artt. 10 tot en met 15 van de wet
van 28 Augustus 1851, Staatsblad no. 125) v
Gezien het proces-verbaal van de zitting der com
missie uit Gedeputeerde Staten van Zeelandin de
gemeente Kruiningen gehoudenten einde volgens
art. 10 der wet van 28 Augustus 1851 Staatsblad
no. 125) de bezwaren van belanghebbenden aan te
hoorennadat aan de bepalingen van de artt. 11
en 12 dier wet was voldaan
Hebben besloten en besluiten
ten behoeve van den bouw van de tweede schut
sluis te Hansweert, ter voltooijing van het kanaal
door Zuid-Bevela dzal in het publiek belang en
ten name van den Staat, ter uitvoering van de wet
van 30 Maart 1870 (Staatsblad no. 54), worden ont
eigend het perceel in de gemeente Kruiningen, aan
geduid in het plan en de kaarten, welke ingevolge
art. 12 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad
no. 125) ter inzage van een ieder hebben gelegen,
en vermeld is op den staat welke bij dit besluit is
gevoegd.
Onze Minister van Binnenlandsehe Zaken is belast
met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in de Staats-
Courant en in de Góessche Courant zal worden ge
plaatst.
'sGravenhage, 17 Junij 1870.
WILLEM.
De Minister van Binnenlandsehe Zaken
Fock.
Te ont
eigenen
grootte.
<1 O
van het perceel bij het .kadaster bekend
ter
grootte
a ,-g
o IS
O co
ten name van
gemeente Kruiningen.
000 65
huis en erf
0 00
65
F. 337
Zonneville, Machiel
(de erven)
Behoort bij het Koninklijk besluit van 17 Junij
1'870, no. 12.
Mij bekend
De Minister van Binnenlandsehe Zaken,
FOCK.
brengt dit, ingevolge verzoek van- den heer Com
missaris des Konings in deze provincie, van den 28
Junij jl., A no. 4049, door middel der Goessc/ie Cou
rant, ter openbare kennis.
Goes, den 29 Junij 1870.
De Burgemeester voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND,
Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat
op Vrijdag den 15 Julij JtSSO des voormid
dags ten 10 ure, door een hunner leden, daartoe
door hen gecommitteerd in bijzijn van den Hoofd
ingenieur in het 11'' district van den Waterstaat, in een
der localen van het gewestelijk bestuur te Middelburg,
onder nadere goedkeuring, zal worden aanbesteed
Ifet in aken ecner aanlegplaats vcor veer
schuiten aan de oostzijde van den stei-
gerdain te Vort geneniet de levering
van al de daartoe noodige bouwstoffen.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele in
schrijving.
Het bestek en de voorwaarden liggen ter lezing aan
het locaal van het gewestelijk bestuur van Zeeland,
aan het bureau van den Hoofd-Ingenieur van den
Waterstaat en bij den Ingenieur van den Waterstaat
te Middelburg en wijders daar waar gebruikelijk is.
Zulleude den zevenden en vierden dag vóór de
besteding de noodige aanwijzing worden gedaan
terwijl aan het bureau van den Hoofd-Ingenieur en
bij den Ingenieur voornoemd nadere inlichtingen te
bekomen zijn.
Middelburg, den 24 Junij 1870.*
De Gedeputeerde Staten voornoemd
- R. W. van LIJNDEN, Voorzitter.
BUTEUX, Griffier.
De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te GOES,
brengt ter kennisse van het publiek, dat van af 1 Julij
een hulpkantoor der Brievenposterij gevestigd wordt te
Camperland, tevens belast met het in ontvang nemen en
uitreiken van aangeteekende brieven en geldartikelen.
Tevens, dat, tengevolge van eene uitbreiding van den
dienst, te rekenen van af 1 Julij, alle Vrijdagen des morgens
ten 5 uur 15 minuten (zijnde de laatste busligting, voor den
eersten trein naar Rozendaal) brieven enz. naar Nederlandscli
Oost-Indien kunnen verzonden worden.
Goes, 28 Junij 1870.
De Directeur van het Postkantoor Goes,
M E IJ L I N K.
GOES, 30 Junij 1870.
De tweede kamer heeft jl. Dingsdag hare be
raadslaging over het wetsontwerp tot regeling van
het veeartsenijkundig staatstoezigt en de politie
ten einde gebragt en het ontwerp aangenomen
met 32 tegen 30 stemmen.
Alstoen was aan de orde het wetsontwerp tot
regeling der uitoefening van de veeartsenijkunst
waarover de beraadslagingen op heden zouden her
vat worden.
Gisteren heeft dé kamer hare zitting besteed aan
een interpellatie van den heer Nierstrasznopens
den toestand van den spoorweg SamarangVor
stenlanden en het opmaken der nominatie voor
de vervulling der vacature van een lid der alge-
meene rekenkamer.
De nominatie kon dien dag niet verder wor
den opgemaakt, dan tot den eersten candidaat,
zijnde de heer W. A. van Reesgepensioneerd
majoor titulair van het O. I. leger. Voor de ove
rige candidaten verwijzen wij naar ons telegra
fisch berigt.
Per telegraaf.) In de zitting der Tweede kamer van heden,
is tot tweeden candidaat voor het lidmaatschap der reken
kamer gesteld: de heer mr. C. L. van Beyma Thoe Kingma
burgemeester van Lemsterland, en tot derden candidaat de
heer LM. van Kooten, controleur van 's rijks belastingen
te Gouda. Voorts is de discussie voortgezet over de wet
tot uitoefening der veeartsenijkundige praktijk. Op voor
stel van den heer Gratama' is de verdere beraadslaging
uitgesteld wegens het verband met de toekomstige regeling
van het onderwijs in de veeartsenijkunde. - Daarna heeft
de Kamer voortgezet de behandeling over onderscheidene
kleine ontwerpen.
(Per telegraafIn de slotzitting van heden is het wetsont
werp tot afstand der vesting-gronden aan de gemeente
Maastricht met 40 tegen 18 stemmen verworpen, en dat
aan Bergen-op-Zoom met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Fokker heeft zijn ontslag als lid der kamer
ingezonden. Morgen worden de werkzaamheden voortgezet.
Bij het wetsontwerp tot afkoopbaarstelling der
tienden is de bevoegdheid daartoe over en weer
aan heffer en tiendpligtige verleend. De afkoop
tegen penning 20 is als maatstaf aangenomen, bij
gebrek van verdere overeenkomsten.
Onder meerderen heeft ook de gemeenteraad van
Yerseke een renteloos voorschot ad ƒ8500,uit
de provinciale fondsen verzocht, ter bestrijding der
kosten van den aanleg eener nieuwe haven der
gemeente, aangezien de tegenwoordige haven bij
Xersekendam geen onder alle omstandigheden vei
lige ligplaats aanbiedt, vooral niet bij de meest
heersehende stormwinden, en omdat zij bovendien
niet al de visschers-vaartuigen en die van de schip
perij der gemeente kan bevatten.
Daar de gemeente buiten staat is de kosten of
de rente van daartoe op te nemen gelden te dra
gen, en reeds lang" door de schipperij de voorzie
ning in deze behoefte is gewenscht en met klim-
menden aandrang verzocht, vinden gedeputeerde
staten voldoende termen om aan de provinciale
staten voor te stellen, het verzoek van den raad
in te willigen, voornamelijk ook omdat de belan
gen van de vissehers op de Ooster-Schelde bij de
zaak zeer zijn betrokken.