1870. M39. BEKENDMAKINGEN van liet Gemeente-bestuur Herijk van Maten en Gewigten. MIDDELBAAR ONDERWIJS. Informatien de Gommodo et Incommodo. BEKENDMAKING. COURANT. Gewone advertcntiën worden a 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels a 1,~ Dienst-aanbiedingenniet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. liOIÏSSCIIE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,75, fr. p. p. 1.90. Afzonderlijke nommers 5 c.met bijblad 10 c. De inzending van adverfcentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. BURGEMEESTEE, en WETHOUDERS van GOES, bren gen ter openbare kennis, dat de heer IJker der Maten, Ge wigten en Weegwerktuigen van 2IERIKZEEonder wien thans deze gemeente ressorteert alhier zal vaceren tot den IJK en HERIJK der MATEN enz,van den ;ïi MEI tot den £2£5 JUNIJ aanstaande, en maken de ijkpligtigen opmerkzaam, dat, indien gedurende dien tijd niet aan de wettelijke verpligtingen voldaan wordt, de Maten, Gewig ten en Weegwerktuigen naar Zicrikzee moeten worden gezonden. Goes', den 7 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend, dat de Commissie van Examen volgens artikel 56 der wet tot regeling van het middelbaar onder wijs, belust niet liet afnemen van het Kind- examen voor de Burger- (avond-) School te Coear, daartoe eene openbare zitting zal houden in het gebouw der School op Honderd ng den 19 Mei 1870 des voormiddags van 81 tot 12 ure en des namid dags van 1 tot 4 ure terwijl de uitslag van het examen terzelfder plaatse mede in het openbaar zal worden bekend gemaakt des avonds ten 7 ure. Zij noodigen alle belangstellenden tot bijwoning van dit examen uit en hen, die zich aan het examen, ter ver krijging van het getuigschrift bij art. 66 der wet bedoeld, wenschen te onderwerpen, om zich vóór den 16en Mei e. k. aan te melden l»ij aen Voorzitter der Commissie, den lieer J. W. VAN KERKWIJK te Goes. Gedaan te Goes, den 7 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen tér algemecne kennis, dat door A. MATTHIJSSEN vergunning is verzocht om in de schuur van het perceel, wijk D no. 156 in de Nieuwstraat, eene kuiperij te vesti gen, en dat bezwaren daartegen kunnen worden ingebragt voor of op Zaturdag den 14 Mei aanstaande, des namid dags ten eén ure, wanneer het proces-verbaal der informa tien de commodo et incommodo zal worden opgemaakt. Goes den 7 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden in deze gemeente, dat de blanco verzoek-biljetten, om acten en vergunningen voor de Jy%GT en V1SSCHKKIJT, vermeld in art. 5 der wet van den 13 Junij 1857, (Staats blad no. 87) van heden af, ter gemeente-secretarie kosteloos verkrijgbaar zullen zijn en dat die verzoek schriften behoorlijk ingevuld en geteekend in den loop dezer maand moeten worden ingediend bij den burgemeester, ter opzending aan den heer commissaris des konings in deze provincie. Goes, den 7 Mei 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER der gemeente KRUI DINGEN maakt bekend: dat het uitgewerkte en algemeen plan met de kaart en grondteekening, bedoeld bij art. 12 der wet van den 28 Augustus 1851, (Staatsblad no. 125) van den Bouw van de tweede Schutsluis te Hans- weert, ter voltooijing van het kanaal door Zuid- Beveland, van af den 10 dezer maand tot dat de hierna te melden commissie hare werkzaam heden zal hebben volbragt, ter secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage zullen liggen dat de commissie, bedoeld bij-art. 10 van voor melde wet, bijgestaan zooals aldaar is voorgeschre ven, tot het aanhooren der bezwaren van belang hebbenden tegen het plan, zich op Maandag den 30 Mei 1870 des namiddags ten één ureten raadhuize dezer gemeente zal vervoegen; wordende zij, die bezwaren hebben opgeroepen die alsdan inteleveren. Kruiningen den 9 Mei 1870. De Burgemeester voornoemd, W. J. JANSSEN. BINNEINILANPSCHE BERICTEN. GOES, 9 Mei 1870. Aan de bij de Tweede Kamer ingekomen stuk ken omtrent de uitgifle van duinen en gronden in erfpacht aan den heer D. Dronkers te Middel burg, ontkenen wij de volgende algemeene toe lichting. Ten einde de steden Middelburg en Ylissingen van eene duinwaterleiding te voorzien, heeft de heer Dirk Dronkers zich in het vorig jaar tot de regering gewend, met het verzoek, om de duinen en vroonen vaa den staat in het noorden van Walcheren, waarvan een deel ingevolge de wetten van den 26sten Augustus 1822 (Staatsblad no. 40) en 1 Mei 1863 (Staatsblad no. 43) tot het kroon domein behoort, voor 99 jaren tegen f\:per hectare 's jaars in erfpacht te bekomen. Overtuigd, dat in gemelde gemeenten reeds nu groote behoefte aan zoet water bestaat en dat het aanwezig zijn eener genoegzame hoeveelheid van dat water voor den Zeeuwschen Staatsspoorweg en voor de gewenschte Transatlantische stoom vaart op Ylissingen eene levensvraag mag heeten, heeft de Minister van Finantiën zich aanstonds genoopt gevoeld de plannen van den heer Dron kerswelke ook zoowel bij zijn ambtgenoot van Binnen landsche Zaken als bij de daarbij betrokken plaatselijke en gewestelijke besturen krachtige on dersteuning vonden, zooveel 's Rijks belang toeliet, in de hand te werken. Intusschen was hij aanvankelijk van oordeel, dat daartoe zou kunnen worden volstaan met de uit gifte in erfpacht van zoodanig deel der duinen en vroonen, als door de ontworpen waterleiding met bijbehoorende bassins, aanvoerkanalen en verdere werken zou worden ingenomen. Toen de heer Dronkers echter, zoowel ter voorkoming van geschillen niet de eventuele huur ders of erfpachters der niet in zijne erfpacht te begrijpen gronden al3 voor zijne vrijheid in het uitbreiden of verleggen der bedoelde aanvoerkana len, op de uitgifte der gelieele oppervlakte bleef aandringen, heeft de Minister, even als de admi nistrateur van het Kroondomein, gemeend wegens bet groot belang van het beoogde Werk, behoudens de goedkeuring der wetgevende magt, aan dat ver langen te moeten toegeven, onder voorwaarde, dat de erfpachter zich zou verbinden tot zoodanige ver betering van den erfpachtsgrond als waarvoor deze, even als de overige Nederlaudsche duingronden, door bevoegde deskundigen geschikt worden ge oordeeld. De daaromtrent en omtrent het bedrag van den erfpachts-canon gevoerde langdurige onderhandelin gen hebben geleid tot het sluiten der overeenkomst, welke de Minister de eer heelt aan de wetgevende magt ter bekrachtiging voor te dragen. Wat den te bedingen erfpachtscanon aangaat, kon naar zijn oordeel de tegenwoordige opbrengst van het in erfpacht uit te geven terrein, die na aftrek der lasten en onderhoudskosten, niet meer dan ƒ190 bedraagt, niet tot grondslag worden ge nomen, omdat dit terrein gedurende het tijdsver loop van 99 jaren meer dan waarschijnlijk zeer beduidend in waarde zal toenemen. Daarbij inogt echter niet uit het oog worden verloren, dat die waardevermeerdering grootendeels slechts door aan wending van hoogst aanzienlijke kosten kon wor den verkregen, en dat die aanwending, welke hier te lande als eene eerste proefneming tot ontginning van duinen op groote schaal is aan te merken, dan nog tot groote teleurstellingen kan leiden en dat in elk geval eerst na geruimen tijd vruchten van de gemaakte kosten te verwachten zijn. Met het oog op deze overwegingen en op het hierboven aangestipt algemeen nut der met de uitgifte in verband staande onderneming, durft de Minister den na langdurige onderhandeling door hem bedongen erfpachts-canon van 1000 's jaars met vertrouwen als zeer voldoende voorstellen. Bij het ontwerpen der voorwaarden, betrekkelijk des erfpachters verpligting tot bevestiging en ver betering der erfpachtsgronden, is zoo veel mogelijk partij getrokken zoowel van de rapporten der com- missien, aan welke in 1796 door bet provinciaal bestuur van Holland en in 1827 door de toen malige Regering het onderzoek der middelen tot bevestiging en vrucktbaarmaking der Nederlaudsche duinen was opgedragen, als van de voorlichting door den Rijksadviseur dr. W. C. H. Staring, en door de commissie, die reeds vóór de aanvraag van den beer Dronkers tot het voorbereiden van eene openbare in-erfpacht-aanbieding der onderwer- pelijke gronden was uitgenoodigd. Intusschen heeft men alleen door het stellen van eenige minima getracht de noodige waarborgen voor de geleidelijke bevestiging en verbetering der gron den, dat is voor de naleving van de hoofdstrekking der erfpachtsuitgifte, aan den Staat te verzekeren, en den erfpachter overigens bepaaldelijk ook in de wijze van uitvoering, waarover de gevoelens zeer uiteenloopen, de meest mogelijke vrijheid willen laten. De verpligting tot vastlegging der duinen, aan welke, zal ze slagen, de uitroeijing van het konijn vooraf moet gaan, strekt zich, volgens art. 5 litt. b der erfpachtsvoorwaarden, niet uit tot den zoogenaamden strandlooper of de eigenlijke zeewering, die naar het oordeel der deskundigen door de hevige noordwesten winden voor beplan ting niet of minder geschikt is, maar, in zooverre de verstuiving dier buitenste duinenrij tot nadeel voor de overige erfpachtsgronden zou strekken, is het te verwachten dat in hare bevestiging door den erfpachter met inachtneming van de veror deningen betrekkelijk de waterkeering (art. 8 ib.) in zijn eigen belang zal worden voorzien. Daarentegen is bij art. 9 voor het geheele erf- paehtsterrein de bevoegdheid voorbehouden tot alle werken, die voor de waterkeering of ter voorko ming van zandverstuiving over de achterliggende particuliere eigendommen worden noodig geoordeeld. De hoeve Tweede partij Oostduinen is in de erfpacht moeten begrepen worden, omdat die hoeve, na aftrek van de tot de nu gezamenlijke daarmede verpachte duin- en vroongronden, voor afzonderlijk gébruik ongeschikt werd. Ten slotte mag niet onopgemerkt worden ge laten, dat de in de acte overgenomen kadastrale omschrijving bij voorloopige opneming minder juist is bevonden, daar het in erfpacht uit te geven terrein voor een grooter deel dan daarbij wordt vermeldt, uit diwigrond bestaat en in de gezamen lijke grootte tevens een deel van het strand be grepen schijnt. Eene' naauwkeurige opmeting, die wegens de ongelijkheid van het terrein een geruimen tijd en niet onbelangrijke kosten zal vorderen, kon intus schen ook wegens het spoedeischende der zaak bezwaarlijk vóór de bekrachtiging der uitgifte in erfpacht plaats hebben. De bepalingen van art. 1 der voorwaarden voorzien in deze behoefte en geven tevens, wat de beschrijving van den tegen woor— digen toestand der gronden aangaat, een afdoend middel tot controle op de naleving van des erf pachters verpligtingen, betreffende de verbetering der -gronden, aan de hand. Door gedeputeerde staten van Zeeland is vast gesteld de navolgende lijst der 55 zoo in hoofdsom als opcenten in 's rijks directe belastingen hoogst- aangeslagene ingezetenen in deze provincie: Mr. C. van der Lek de Clercq, te Zierikzee f 38.89,24s Adriaan Tak van Poortvliet, te Middelburg - 3571,27 Mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, te Oostkapelle - 3098,06 J. F. Bijleveld van Serooskerke, te Middelburg - 2586,145 Jhr. W. Versluijs, te Domburg2564,21s P. D. van Citters, te Middelburg - 2326,31 W. R. Boddaert, te Middelburg 1939,47s J. P. Kakebeeke, te Goes1858,73s J. van Damme, te Kloetinge - 1782,91s Jhr. mr. J. P. Boddaert, te Middelburg - 1712,66 Mr. C. P. Lenshoek, te Wolphaartsdijk - 1634,16s J. C. Hennequin, te Sluis- 1509,61s Mr. C. van Citters, te Heinkenszand - 1466,16s J. L. Stern, te Sluis- 1457,03s J. W. Vader, te Kortgene- 1419,97 J. H. L. Vader van's Gravenpolder, te Wissekerke - 1395,52 A. J. van den Broecke, te Middelburg - 1388,50s Mr. A. M. Becius, te Middelburg - 1375,28s A. van den Broeeke, te Aardenburg - 1276,29s J. Tak, te Middelburg- 1259,92 I. G. J. van den Bosch, te Wolphaartsdijk - 1257,69

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1870 | | pagina 1