1870. JV-? 30. Dingsdag 12 April, 67'"' jaargang,
BEKENDMAKINGEN
van h.et Gemeente-bestuur.
GEMEENTE-RAAD te GOES,
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
AVT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag
avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,75, fr. p. p. 1.90. Afzonderlijke
nommers 5 c.met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels a 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
G0ESSCHE
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmóeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
OPENBARE VERGADERING
van den
ten raadhuize aldaar
OP DINGSDAG DEN 12 April 1870,
des avonds ten 7 ure.
Punten van Behandeling:
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Voortzetting der beraadslagingen over de rooijing op
het gedempte gedeelte der Vest.
3. Verhooging der jaarwedde van den sasmeester en diens
knecht.
4. Af- en overschrijving op de begrooting voor 1869.
5. Voorstel van burg. en weth. omtrent de belooning voor
het werk der volkstelling en aanwijzing van den post
der begrooting tot voldoening der kosten.
6. Idem tot verkoop der telegraaf-gebouwtjes.
7. Idem tot verpachting van het jagtregt
8. Adres vau I. J. Werri, om vermindering der pachtsom
voor de visseherij.
9. Idem van Mr. J. G. de Witt Hamer, tot wijziging
der verordening op den hoofdelijken omslag.
10. Idem van eenige schippers om een licht te plaatsen
aan het sas.
11. Idem van Dr. C. Walig Hz om ontslag als leeraar
aan de Hoogere Burgerschool.
12. Idem van denzelfde, als lid der gezondheids-commissie
en der comm. van toezigt op de gemeente-apotheek.
13. Rekening der Nieuwjaarscommissie.
14. Crediet aan de comm. voor rapport in zake faecale
stoffen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen ter openbare kennis, dat volgens de wet van
10 April 1869 (Staatsblad no. 65) een register behoort
gehouden te worden van hen, die het regt
bezittenom in een bepaald graf op de be
graafplaats, met uitsluiting van anderen te
begraven, en dat, bij de onlangs vastgestelde verorde-
ding op het heffen van begrafenisregtenhet houden van
zoodanig register voor deze gemeente is bevolen.
Ten einde dat register aanteleggen noodigen burgemeester
en wethouders de bezitters van zoodanige regten uit, daar
van vóór of op den 15 dezer ter secretarie aangifte te doen,
met overlegging der noodige bewijzen, opdat die regten
in het vervolg zullen kunnen worden gehandhaafd.
Goes, den 2 April 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, bren
gen ter algemeene kennis, dat het Overgang-s-exainen
der leerlingen van de Burger-avondschool,
in het openbaar zal gehouden worden in het schoolgebouw
op Donderdag den 14 April e. k., van des voormiddags ten
9 tot des namiddags ten 3 ureen noodigen de ouders en
betrekkingen der leerlingen en voorts alle belangstellenden
tot bijwoning van dit examen uit.
Goesden 9 April 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen
ter kennis van de ingezetenen, dat, wegens het SCHOON
MAKEN DER BRUG over de haven, deze op Woensdag
en Donderdag den 13 en 14 April a. s. niet zal kun
nen gepasseerd o ordenen dat de passage met rijtuigen,
op die dagen zal moeten geschieden langs de begraafplaats.
Goesden 9 April 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H A R T M A N.
Uit de Residentie9 April.
De beslissing is gevalien. De „eerste stap" is
gedaan welke het Dagblad in zijne bevallige taal
de „eerste stomp" heeft genoemdna tien jaren
zwoegens, na tal van parlementaire bewegingen,
extra-parlementaire machinatiën, na de struikeling
van zoo menig minister van koloniën, is eindelijk
de alpha uitgesproken. De Eerste kamer heeft een
welsprekend démenti gegeven aan het woelen der
blinde partijgangers, aan het gezeur der angstval
lige slijmgastenaan het geteem der politieke tin-
nengieters. De Eerste kamer heeft met den heer
Thorbeclce gezegd: „ik ducht van deze wet geen
gevaar" en zij heeft de wet aangenomen, in weêr-
wil dat de heer Fransen van de Putte had ver
klaard daarin zijne hoofdbeginselen te ontdekken.
Natuurlijk wordt de guillotinevan het Dagblad
thans weer voor de Eerste kamer opgerigt. De
Eerste kamer heeft bewezen met een geest bezield
geweest te zijn van veel radicaler rigting dan de
Tweede kamer, maar dat is door invloeden verkre
gen die het Dagblad (dat het woord invloed wel
voor goed uit ziju woordenboek mag schrappen)
belooft te ontmaskerenzoodat men zich in de
eerste drie maanden kan voorbereiden op de dage-
lijksche bekladding van gemoedelijke en voorzig-
tige staatslieden. De conservatieve club (president,
de heer van Herwerden, dien men naar waarheid
de verroeste Indische specialiteit mag noemen) is
radeloos van spijt; „het eigenbelang heeft gezege
vierd" schreeuwt haar orgaan uit, vergetende, dat
juist het eigenbelang zich in de bestrijding dei-
wet uitsprak. Ik erkenniet onverholen. De
bestrijders weeklaagden, ook in de Eerste kamer,
over den ondergang van Nederland en Indie, over
de verarming van den inlander, over de uitputting
van alle schatkisten. Maar het woord is gegeven,
om de gedachte te verfcergen. En de ware ge
dachte der conservatieven was iedere bedreiging
van het cultuurstelsel af te weren dat op zoo
gemakkelijke wijze millioenen aan de Neder-
landsehe schatkist doet toevloeijenwaardoor
de Nederlandsche staatsbegrooting van uitgaven
op het tegenwoordig hooge peil kan worden ge
houden, tallooze millioenen aan oorlog en marine
kunnen worden besteed en Nederland een ver
toon van magt in den vreemde kan uitoefenen.
Wanneer dit alles moet gevonden worden uit
vrijwillig opgebragte belastingen, dan weet men
dat de ingezetenen daarvoor hartelijk dank zeg
gen. Wat gemakkelijker nu, dan de Javaantjes
voor laag loon te laten arbeiden om ons in staat
te stellen onzen schuldenlast te verminderen en
goede sier te maken? Eigenbelang, niets dan
eigenbelang is de prikkel der conservatieve Dag
blad-club geweest, die, onder het masker van
Nederland voor ondergang te behoeden, Java on
bebouwd en de Javanen onbeschaafd wilde laten»
ten einde de Nederlandsche grondbezitters tegen
verhooging van lasten te vrijwarenEn
zie, toch heeft de keur der Nederlandsche grond
bezitters met eene verpletterende meerderheid ook
voor Indie het bekende woord van Pelletan uit
gesproken: »Le monde marche." En de Eerste
kamer heeft zelfs dat besluit genomen, zonder dat
de heeren Cost Jordens en van Beek Vollenhoven het
noodig achtten op nieuw te herkaauwen wat een
aantal sprekers vóór hen had uitgeplozen
De conservatieve koloniale partij is verslagen.
Zij erkent het met eene zeldzame openhartigheid,
want tot dusver werd iedere nederlaag, die zij
leed, als een triomf voorgesteld. Men zal zich dit
nog wel herinneren tijdens de jongste verkiezingen.
Het Dagblad wist altijd zoo handig te groepeeren,
dat de meerderheid aan zijne zijde was, maar hoe
het ook groepeere, in het votum der eerste kamer
kan het geene verandering brengen, evenmin als
het verandering kan brengen in de vaststelling
der Indische begrooting door de Wetgevende Magt
in Nederland na de aanneming der Indische comp
tabiliteitswet, in de opheffing van het radicaal voor
Indisch ambtenaar, en in de reeks van nieuwer-
wetsche denkbeelden, welke de liberale koloniale
partij van lieverlede bij de natie deed ingang
vinden.
En welke is nu de ware beteekenis van de
aanneming der agrarische wet? Het Dagblad heeft,
een woord ontleenende aan het Handelsblad, be
weerd dat de Eerste kamer van eene rustige rust
in eene doodsche rust is ingegaan. Met andere
woorden zij zou liet doodvonnis hebben voltrok
ken aan de toekomst van Nederland en aan het
behoud van Indie. Het ontbrak er slechts aan,
dat de fortuinzoekers, die, gelijk men weet, op
het goed van den Javaan azenals de doodgra
vers van de welvaart van moederland en kolonie
werden voorgesteld. Houden wij echtereen oogen-
blik vast aan dat beeld van rustige rust en dood-
sclic rust. Dan drukt dit beeld volkomen den
tegen woordigen toestand niet van de Eerste kamer,
maar van Indie uit. Java vertoont op dit oogen-
blik het beeld van eene versteende maatschappij.
De natuur lokt uit tot arbeid en voortbrenging:
de grond zou met woekerwinst vergoeden de zorg,
aan zijne ontginning besteed doch de toestand van
rustige rust, de normale toestand eener Ooster-
sche maatschappij, heeft, ten gevolge van den be
dwelmendenslaapdrank van het cultuurstelsel, voor
eene doodsche rust plaats gemaakt. De Regering
heeft door haren landbouw, door hare nijverheids
ondernemingendoor hare belasting-heffingen alle
vêerkracht verlamd, allen vrijen arbeidszin uit
gedoofd. Kapitalen vloeiden weg; het crediet werd
geschokt door de ijdele pogingen van ondernemers,
die het waagden met het gouvernement eene mede
dinging te openende gouvernements-prodnetie
zelve verminderde en de inlandsche bevolking
bleef arm en buiten staat nieuwe behoeften te
bevredigen. Over het grootste deel van Java's
vruchtbaren bodem bleef eene doodsprei hangen
de weligste landouwen mochten niet tot wasdom
gerakenuit vreeze dat de winsten der gouver-
nements-cultures door toenemend aanbod van voort
brengselen aanzienlijk zouden kunnen verminde
ren. In dien toestand van doodsche rust beoogt
de agrarische wet verandering te brengen. Er
zal een begin komen niet van het einde (want
het einde is niet te voorzien) maar een begin van
leven, van voorspoed, van bedrijvigheid over
gansch Java. Met het stelsel van dwang en mono
polie, van willekeurige berooving van den inlander,
van afwering en uitsluiting van Europesche ka
pitalen Europesche nijverheid en Europeesch
doorzigt wordt eindelijk gebroken. De versteende
maatschappij rigt zich op. De bestaande kunst
matige toestand wordt niet ijlings opgeheven, maar
geleidelijk wordt de weg aangewezen tot eindelijke
verwezenlijking van zoodanigen staat van zaken,
„waarbij de tusschenkomst van het gouvernement
kan worden ontbeerd." De conservatieven mogen
in zak en assche zijn gezetenhet is zoo, en niet
anders. Regering en vertegenwoordiging hebben
beslisten zij hebben beslist met wijsheid. Nu
heeft het Nederlandsche gouvernement nog het
heft in handennu kan het uit eigen beweging
den wegwijzer plantendie aan opvolgende mi
nisters en gouverneurs-generaal tot gids verstrekt,
maar wie weet hoe spoedig liet wegkwijnen van
onzen handelde toenemende achteruitgang in
Indie tot openbaren opstand en oorlog hadden ge
leid En toch die toekomst wachtte ons, wanneer
een baatzuchtig vasthouden aan de voordeelen die
het bestaandeop willekeur gegronde stelsel op
levert de Indische hervorming ook thans weder
in den kiem had doen verstikken. Quancl on n'a
pas ce qu'on aimeon aime ce qu'on a zeide de
heer Fransen van de Putte dezer dagen te Rotter
dam. Een volkomen ware opmerking. Veel blijft
nog te regelen over, het lot der suiker-cultuur,
de toekomst der gouverneinents-koffijcultuurde
heerediensten, de herziening der landrente, en
andere gewigtige hervormingen in ons koloniaal