1870. M5. Dingsdag 18 Jannarij 57SIe jaargang. Indijking van tegen de zee, of tegen de vrij in zee nitstroomende rivieren liggende buitengronden, ontginning van woeste grondendroogmaking van met boezemwater bezette eigendommen stichting van pereeelenalsmede van geheele of gedeeltelijke slooping van gebouwen. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p. p. ƒ1.90. Afzonderlijke nommers 5 c.met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels èi 1, Dienst-aanbiedingenniet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. BEKENDfVlAKI MGEN van het Gemeente-bestuur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bij deze den ingezetenen en verdere belanghebbenden be kend, dat volgons circulaire van Z. E. den staatsraad com missaris des konings in de provincie Zeelandvan den 23 October 1850, A n°. 6588 2e afd.(prov. blad no. 144, door hen jaarlijks in de maand Januarijaan de heeren controleur der 'directe belastingen en van het kadaster in Zeeland en den bewaarder der hypotheken en van het ka daster te Goes, opgaven behooren te worden ingezonden, betrekkelijk En noodigen mitsdien een ieder dien het aangaat uit, om hendoor eene tijdige inzending ter secretarie dezer ge meente, uiterlijk op den 28 dezer van de daartoe benoodigde opgavenvoor zooveel deze gemeente betreftin staat te stellen hieraan zoo volledig mogelijk te voldoen zullende diegenen welke hierin nalatig zijn zicli zeiven de nadeelen te wijten hebbendie daaruit zullen ontstaan. Goes, den 15 Januarij 1870 Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, bren gen in herinnering van belanghebbenden, dat zoowel het stcdclijü archief en de sjesine^iite-biMiotheeSi als de verzameling voor gescliiedenis en oud heidkunde voortdurend ten raadhuize kunnen bezigtigd worden, onder geleide van den Gemeente-archivaris, die daartoe bepaaldelijk gelegenheid geeft des "Vrij dag's namiddags van EEN tot, TWEE ure. Burgemeester en Wethouders vestigen de aandacht in het hijzonder op de verzameling voor Geschiedenis en Oudheid kunde en wekken de ingezereuen op tot medewerking, om niets verloren te doen gaan, wat voor de geschiedenis dezer gemeente van eenige beteekenis kan wezenterwijl zij allen, die in het bezit mogten zijn van voorwerpen, daartoe be trekkelijk, uitnoodigen, deze aan genoemde Verzameling aftestaan. Goes, den 15 Januarij 1870. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 17 Januarij 1870. Was het omdat het Dagblad aan de eerste kamer Goeden nacht!' gewenscht had, en zij zich daar door beleedigd gevoelde of wel meenden de eer waardige vaders, uit eigen beweging, dat zij nu eens een bewijs van leven moesten geven? Wij beslis sen het niet. Maar zeker isdat zij zich dapper geweerd hebben, bij de behandeling van twee hoofd stukken der begrooting. Het eene vond genade onder bepaalde voorwaarde het andere werd on- meedoogend verworpen. 'tWas alsof de kamer be rouw had dat zij de eerste hoofdstukken in zoo lieflijke eenstemmigheid had aangenomen. Het hoofdstuk Hervormde Eeredienst leverde den eersten prikkel tot een heftig debat, en 't scheelde weinig of de adressanten, die verwerning gevraagd hadden, waren bevredigd geworden. Reeds was het vooraf bekend dat het amendement van Lijndenom de som voor de collegien Van toezigt weg te laten ook aan vele leden der eerste kamer mishaagde, en men profeteerde op dien grond verwerping van het geheele hoofdstuk. Maar de minister kwam met een pijnstillend middel. Hij beloofde op de zaak te zullen terugkomen bij eene afzonderlijke wet. De storm bedaarde nu, en het hoofdstuk werd met onbeduidende meerderheid aangenomen, iu de ver wachting, dat de wensch der tegenstemmers, die ook in onderscheidene adressen uitgedrukt was later zal worden vervuld. Maar er was nu eenmaal een geest van oppositie in de kamer gekomen en de begrooting der spoorwegen, die nu aan de orde kwam, moest dit misgelden. Van verschillende kan ten kwamen bedenkingen tegen bijzondere onder- deelen. Schier uit elke provincie ging eene stem van bezwaarden of ontevredenen op, en allermeest was de post voor de haven te Harlingen een steen des aanstoots. Het mogt den minister niet geluk ken de tegenstribbelaars te overtuigener viel niet te sussen of te bedaren, en de grijze vaders, die zich weinige oogenblikken te voren door de be dachtzaamheid van den ouderdom onderscheiden hadden gingen op eens met hollende vaart door, en alsof hun eene jeugdige onbezonnenheid was aangewaaid verwierpen zij de wetaan hunnen griffier overlatende, om, hunr^ buitensporigheid een zaehteren glimp te geven en Zijne Majesteit te verzoeken deze wet in nadere overweging te nemen. De begrooting voor binnenlandsche zaken die daarna aan de orde kwam, is nog Zaturdag mid dag aangenomen slechts met een tegenstand van vier stemmen. Over de afdeeling waterstaat werd nog al lang gesproken en over het onderwijs kon den natuurlijk de geagiteerde en agiteerende lief hebbers niet zwijgen. Er zou overigens niets ver loren zijn geweest, als men ook deze onderwerpen, als zoovele anderen had laten rusten want er is niets gezegd, dat niet overbekend en reeds tallooze malen herhaald is. In het regerings-antwoord op het verslag dei- rapporteurs uit de eerste kamerbetrekkelijk het budget van binnenlandsche zaken, leest men dat de minister nog steeds van meening blijft dat eene wijziging eener wet op het lager onderwijs, waar door aan den wensch van eenige leden der kamer zou kunnen worden te gemoet gekomen, ongeraden is. Wordt de wet eerlijk en in milden zin toege past, en hij vleit zich steeds getoond te hebben dat dit zijn ernstige wil isdan moeten de meeste der dikwerf zoo breed uitgemetendoch in het wezen der zaak weinig beduidende en meeren- deels geheel onbewezen grieven, vervalleu. (Per telegraaf) Hoofdstuk marine is met algemeene stem men aangenomen. De minister heeft meêgeaeeld dat juist heden wederom tijding van de kust van Guinea was ont vangen en de onzen een dorp hadden vernield en schitterend succes behaald. FEUILLETON. HEKSEN en HEKSEN-PROCESSEN. (Slot.) Het aanschouwelijkst is het beeld, dat de 29 in 1610 te Logrogno, in Navarre, veroordeelde heksen van den heksensabbath gegeven hebben. De heksen vergaderen iederen Maandag, Woensdag en Vrijdag, alsmede op de groote christelijke feestdagen op de Boksweide. De duivel verschijnt in de gedaante van een somber, boos, zwartgallig, hatelijk mensch. Hij zit op eenen met goud versierden troon van ebbenhout en draagt een kroon van kleine hoornen. Twee groote hoornen heeft hij op het achterhoofd, een derde op het voorhoofd. Met de laatste verlicht hij de verzamelplaats, en het licht is wel niet zoo hel als dat van de zon, maar toch heller dan dat van de maan. Uit de groote oogen schieten vlammen, de baard gelijkt op die van een geit; de geheele figuur schijnt half mensch, half bok te zijn. Aan de vingers heeft hij nagels als een roofvogel, zijne voeten gelijken op ganzenpootenBij de opening De heer 's Jacobdirecteur-generaal der maat schappij tot exploitatie van staats-spo or wegen, is hij vonnis der Arr.-regtbank van heden, vrijgespro ken van het hem ten laste gelegde feit, omtrent de te late aankomst der spoortreinen. De regt- bank heeft overwogen, dat, al ware het aantenemen, dat het feit strafbaar was, het openbaar ministerie iu gebreke is gebleven, te bewijzen, dat de beklaag de daar aan schuldig was. Naar men verneemt, zal het openbaar ministerie van deze uitspraak in hooger beroep komen. Twee beroepen in cassatie zijn den 14 Jan. bij uitspraken van den hoogen raad der Neder landen verworpen en wel lo. van de Nederland- sche maatschappij tot exploitatie van staatsspoor wegen contra de Gladbacher Spinneret und Weberie te Gladbach en 2 van de gemeente 's Graveuhage, ten deze vertegenwoordigd door den Burgemeester, contra den heer Insinger (in zake het al of niet ver schuldigd zijn van hoofdelijken omslag). Naar men ons mededeeld zal hij het spoorweg station te Krahbendijke, door dhr. B. den Exter van den Brink en deelgenooten een racinfabriek worden opgerigt, waartoe het gemakkelijke en goed- koope vervoer hen heeft uitgelokt. Men ziet dus hier weer een voorbeeld hoezeer het spoor in belang van nij verheid en den land bouw dienstig is. De verkiezing van een lid van de tweede kamer der staten-generaal in het hoofdkiesdistrict Amster dam, in plaats van den heer mr. M. II. Gode/roi, die als zoodanig zijn ontslag heeft genomen, is bepaald op Dingsdag 8 Februarij en zoonoodig de herstemming op 22 daaraanvolgende. Men schrijft ons uit Rilland, dat ter verkiezing van een lid in den gemeenteraad in plaats van dhr. J. de Jager (overleden) zijn ingeleverd van de 36 kiezers, 20 biljetten waarvan 19 op dhr. J. J. van Gorsel en, het andere op dhr. K. Zandeê was ingevuld. Zij zijn het dus in die gemeente, waarvan de bevolking uit Ned. Herv., Afgesch. en R. Cath. bestaat beter eens dan in het naburige Krahbendijke. In eene te Axel gehouden raadsvergadering is mededeeling gedaan van een koninklijk besluit waarbij wordt gehandhaafd het besluit van gede puteerde staten van Zeeland, tot niet toelating van de heeren iS. A. de Smidt en A. V. O. Kruijsse als leden van den gemeenteraad. Uit Vlissingen meldt men dat door den storm van jl. Zaturdag vier schepen op verschillende plaatsen van de Schelde tegen de dijken op strand zijn geworpen. Te Helder, zijn voor dit saisoen de eerste 2 viseh- sloepen binnengeloopen, komende van de kabeljauw- der vergadering valt alles op de knieën en aan bidt hem. Men noemt hem Heer en Meester, her haalt de reeds bij de aanneming uitgesprokene woorden tot afstand van het christelijk geloof en huldigt hem door kussen. Op de hoofd-feestdagen vau de katholieke kerk biechten de heksen en too- venaars aan den duivel hunne zonden, die daarin bestaan, dat zij niet zooveel schaden hebben aan- gerigt, als hun mogelijk was. De duivel bestraft hen, geeselt ben naar omstandigheden en geeft bun absolutie, als zij beloven, zich te beteren. Met bisschops hoed en koorkleed, kelk, ouwel en missaal voert de duivel eene parodie van de mis uit. Hij waar schuwt de aanwezigen voor den terugkeer tot bet christendom, belooft een zaliger paradijs dan dat der christenen is, en ontvangt, op een zwarten stoel zittende, de offergaven, die in koeken, weitemeel, soms ook in gevogelte of geld bestaan. Hierop aan bidt men hem weder en kust hem nogmaals, waar voor hij, terwijl zijn famulus hem den staart opheft, in bestialische toonen zijn welgevallen uitdrukt. Dan bedient hij het avondmaal in beide gestalten. De hostie gelijkt in Spanje op een schoenzool, en is zwart en hard. In Frankrijk is het een schijf van een zwarten knolin Duitsehland smaakt zij als vuil hout. Het vocht in den kelk is hitter en wrang. Na de mis omarmt de duivel de vrouwen en als middernacht voorbij is, gebiedt hij allen, naar huis terug te keeren en naar vermogen het booze te doen. De zitting moet opgeheven zijn, eer de haan kraait. De duivel brengt de heksen ook in hunne wonin gen wel eens een bezoek en de kleinste opening dient hem tot ingang. Opdat de man het niet merkt, als zijne vrouw ten heksendans rijdt, doet de satan hem in een diepen slaap vervallen, of legt een geest bij hem, die de gestalte zijner echtgenoot aanneemt. Uit de duivelsche omarmingen ontstaan allerlei gedrochten; slangen, muizen, wormen, en dergelijke. In een vonnis van de Leipziger schepenbank lezen wij: „dat de gevangene heeft bekend, dat als zij met den duivel bezig was, altijd witte elven, en wel tot een getal van tien, langs den grond kropen." Deze elven dienden als voortreffelijk toovermiddel.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1870 | | pagina 1