1870. M 4. 67ste jaargang. BINMEIViLANDSCHE BERIGTEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p.p. ƒ1.90. Afzonderlijke nommers 5 c., met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden ft 15 c, de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels a 1, Dienst-aanbiedingcn, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. I III II. I 1^1 IV. I I I 111 I I I- - I Cl I II Bo ts.ondLma k.ing:. De BURGEMEESTER van GOES, brengt bij-deze ter ken nis van een ieder die het aangaatdat het kohier der GRONDBELASTING op de Gebouwde en Ongebouwde Eigendommen voor deze gemeente, over het loopende jaar, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastiugenbinnen deze gemeente. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUIJEEN. Wij zijn er sedert lang aan gewoondat elk voorstel van liberale zijde gedaan, om eenige be langrijke hervorming in de staatshuishouding te brengen door eene andere partij wordt voorge steld, als eene poging, om ons naar de republiek te brengen, of voor het minst eenen toestand in het leven te roepen, die verderfelijk is voor het vaderland. Toen, nu onlangs, het Noorden een pro gramma van wijzigingen gaf, dat zeker nog al radikaal wasliet het zich verwachten dat daar over een luide kreet zou opgaan. Men denke zich om iets te -noemen, dat bij dat programma werd voorgesteldafschaffing van den adelvan een staand leger, verkoop van West-Indische be zittingen enz. Dat was voor de conservatieven zoo verschrikkelijkdat zij nauwlijks woorden konden vinden om hunne verontwaardiging lucht te geven. Zij kunnen zich echter geruststellen dat het nog wel wat duren zalalvorens dat Noordscke progVamma tot uitvoering komt, en zij hadden gerust hunne lange redevoeringen terug kunnen houden. Maar dat weten zij zelve wel, en zij zullen zich ook niet zoo bevreesd maken, voor het verdwijnen bijv. van adellijke en militaire titels, 'tls hun niet te doen, om het voorstel van dergelijke hervormingen te bestrijdenzij verheu gen zich als er dergelijke uitersten op het tapijt komen, ten einde elke hervorming, ook de meest nuttige en gewenschte te kunnen aanvallen en afraden. Het conservatief beginsel brengt, uit den aard der zaak, mede, dat men bij het oude blijve, zonder te vragen, of de tijd en de veranderde om standigheden ook wat anders vereischen. Daarom moet elke poging gewraakt en in verkeerd licht gesteld, ook die heilzame verbetering bedoelt. Wij gaan niet in alles met het programma van het Noorden mede, en juichen ook niet elke ver andering toe, die van liberale zijde wordt ge- wenschtmaar daarom keuren wij het niet af, dat denkbeelden, zelfs van de verste strekking geopperd worden en ter toetse gebragt, wel over tuigd, dat eene wisseling van gedachten daarover het beste middel is, om voor schadelijke uitersteu te vrijwaren en het goede tot stand te brengen. Wij wijzen op een en ander te eerder, omdat velen zich laten medesleepen, als liberale theoriën worden verdacht gemaakt en, ten bewijze voor hare onhoudbaarheid, op enkele zaken gewezen wordt, die slechts den wensch van zeer enkelen uitdruk ken. Omdat er zijn die zeggenschaf het leger geheel af, wordt elke poging om bezuiniging te brengen in de legeronkostenvoor een misdaad jegens het vaderland uitgekreeten. De menigte laat zich door de dwaze gevolgtrekkingen op een dwaalspoor leiden en menige stem, die zich anders voor die bezuiniging verheffen zou, wordt nu on derdrukt omdat de zaak gansch verkeerd werd voorgesteld en begrepen. Wij nemen slechts een voorbeeld uit velen. Maar de waarheid laat zich niet ontkennendat veel goeds tegen gehouden wordt, omdat hij het eerste woorddat men daarover spreektaanstonds de alarmklok wordt geroerd en den volke schrik aangejaagd, door te wijzen op dingen, die met het voorgestelde in geen het minste verband staan. Maar die menschen, die zoo getrouw aan hunne beginselen vasthouden en zoo bang zijn voor alles wal maar van verre aan republikeinsche denk beelden kan doen denken; die eiken liberaal liefst voor een vijand van het constitutioneel koning schap uitmaken; zij zijn niet zoo bevreesd voor groote en ingrijpende hervormingen, wanneer het geldt de bevestiging van hunne inzigten, van hun gezag. Men denke slechts aan den drangwaarmede de censusverlaging, ter uitbreiding van het kiesregt, juist van conservatieve zijde wordt voorgestaan. In zich zeiven is zeker die verandering in onze staatsinstellingen zeer rationeel en zeer aanbevelens waardig. Maar waarom wordt zulk een ingrij pende maatregel, juist het driftigst, gevraagd en aanbevolen van de zijde der conservatieven Zeker omdat zij hunnen steun en hunne kracht in den grooten hoop moeten zoekenomdat zij meer en meer overtuigd worden, dat het denkende deel dei- natie niet aan hunne zijde is. Zij rekenen er op, dat de onontwikkelde massa, die ligter te bewer ken ishen helpen zalom hunne theoriën in praktijk te brengen, cn daarom moet deze in het strijdperk worden gebragt. Er zijn volgzame die naren noodig en men rekent er opdeze door censusverlaging te zullen winnen. Opmerkelijk is het dan ook, dat de voorstanders van de uitbreiding van het kiesregt, er niet aan denkenom aan gegradueerden dit regt toe te kennen, veel minder, om te wachten tot het ver beterd onderwijs ruimer vruchten heeft opgeleverd. De zaak moet er nu door. Natuurlijk, want van het tegenwoordig oogenblik hangt alles af. Hoe meer de heerschappij van het verstand zich gelden laatdes te minder is er voor de vervulling der wenschen van onze conservatieven te wachten. Toch hebben wij er vrede bij, dat de zaak ernstig overwogen worde. Indien men van andere zijde slechts billijk genoeg zijom te erkennendat het ook hier een maatregel geldt, die, als z\j van anderen kant ware voorgesteld en aangedrongen; dieals zij niet zoo in den flank der anti-liberalen vielzeker zou worden uitgekreten voor eene po ging, om de democratie op den troon te zetten, om ons de republiek nader te brengen. Ook hier is het weder meeten met twee maten, al naar het eigenbelang vordert. Maar wanneer onze tegenstanders voor geen stap naar het alge meen kiesregt terugdeinzenwaarom zouden we dan schroomen, om over andere radikale hervor mingen althans te spreken. GOES, 13 Januarij 1870. De eerste kamer heeft gisteren de hoofdstukken I, II, HI en IVa en b der Staatsbegrooting met algemeene stemmen aangenomen. De beraadslaging over hoofdstuk VIIc (hervormde en andere eerediensten) is aangevangen. In den loop der discussien deelde de minister van financiën mede, dat de opbrengst der middelen in 1869 de raming en millioen heeft overtroffen. Ten opzigte van de hoofdstukken der eeredien sten is voornamelijk besproken het amendement van den heer van Lijnden, door de Tweede Kamer aangenomen, met betrekking tot het algemeen col- legie van toezigt op het beheer der kerkelijke goederen. De groote meerderheid achtte dit hoogst bedenkelijk en kwam daartegen met kracht op, omdat het een beletsel was op den weg van schei ding van Kerk en Staat. Sommige leden die van het uiterste middel der begrootings-afstemming geen gebruik wilden maken, vroegen van de regeering de pertinente verklaring dat zij op de zaak zou terugkomen door het indienen van een speciale wet, waardoor de post weder op de begrooting zou wor den gebragt. De minister van financiën heeft in zijn antwoord die toezegging stellig gedaan. Wij hebben ontvangen de staten van de in-, uit- en doorgevoerde voornaamste handels artikelen gedurende de maand November 1869. Belang stellenden kunnen van deze op ons bureau inzage erlangen. ook regt christelijk Gabriel, Petrus, Paulus. Ge woonlijk heeft hij de gestalte van ieder ander mensch enkele heksen zeggen intusschen, dat hij een paar denpoot, een koevoet, of een hazenvoet heeft. Gewoonlijk zoekt hij eene vrouw alleen aan te treffenHij Bpreekt met haardoet haar groote beloften geeft haar ook, als zij in nood is, geld (hetwelk intusschen altijd in scherven veranderd) en bedot de ongelukkige, tot zij zich door hem vervoeren laat. De duivelscultus is naar den cultus der kerk gevormd. Tot algeheele opname, die dikwijls eerst meerdere jaren na de omarming volgt, is een doop noodig. Hij wordt, onder adsistentie van peeten, met bloed, zwavel of zout voltrokken. De duivel verlangt van de novicen, dat zij God, Christus en de christelijke godsdienst afzeggen, alle hoop op de eeuwige zaligheid opgeven, hem als hunnen heer gehoorzaamheid zweren en huldigen. Hierop geeft hij hun eenen naam en drukt hen op eenig deel des ligchaams een heksenteeken. Volgens de ver- klariug van Spaansche heksen teekent hij in de appel van het linker oog de figuur van een padde, opdat andere toovenaars hen herkennenen ver leent de opgenomenen de kunst, zich onzigtbaar te PEÜILLETOIV. HEKSEN en HEKSEN-PROCESSEN. Aan het einde der 15° eeuw was de leer der kerk geheel ontwikkeld. Zij had de bijgeloovige theorie van het duivelsverbond en den duivelsboel, alsmede van de daaruit voortspruitende ketterij, tooverij en hekserij tot een dogma verheven. Maar ook het volk geloofde en vreesde. In alle landen van Europa wist men, dat 'een verbond met den duivel mogelijk was; dat men daardoor het heksen kon leeren. Maar men wist nog veel meer.- welke magt men verkreeg, als het verbond gesloten was, en hoe het op de heksenvergaderingen de groote duivelsfeesten toeging. Ongeloofelijk is het, wat men als waarheid met betrekking tot het verkeer dqr heksen met den duivel aannam. In een stuk uit de 17e eeuw leest men: «Ik, Louis Gaudfridy, doe hiermede afstand van alle geestelijke en tijdelijke goederen, die mij God, de heilige maagd, alle heiligen van het man nelijke en vrouwelijke geslacht in het paradijs, in het bijzonder mijn patroon, de heilige Johannes den Dooper, zoowel als de heilige Petrus, Paulus en Franciscus schenken kunnen en geef mij aan den hier tegenwoordigen Lucifer over met ligchaam en ziel en alle goederen, die ik bezit en eenmaal be zitten zal, echter met uitzondering der verdiensten van het heilige sacrament." De duivel verpligt zich daarentegen, Louis Gaudfridy tot eene der voor naamste priesters te maken, hem 34 jaren lang zonder ongeluk en ziekte te laten leven en te be werken, dat hij van alle vrouwen, die hij begeert, bemind wordt. In een ander stuk, .eveneens uit de 17e eeuw, draagt een soldaat zijne ziel aan den duivel op, maar verlangt, dat de satan hem onzigtbaar, schot en houwyast, make. Meerdere zulke oorkonden zijn met bloed onder teekend. Gewoonlijk echter vergenoegt men zich met eene mondelinge afspraak; nog vaker komt het verhond door eene omarming tot stand. De duivel raat in eigen persoon op werving uit. Hij draagt eene fatsoenlijke, meestal zwarte kleeding en op den zwarten hoed een roode veer. Dikwijls treedt hij met een degen aan de zijde, als jonker, soms evenwel als eenvoudig burger op. Hij voert zeer verschillende namen, die hij naar de onder scheidene landen wijzigtAlexander, Claus, Caspertje, Suiker, Hamertje, Vuurtje, Knipperdolling, MaItre, Persil, Joly-Bois. Naar gelegenheid noemt hij zich

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1870 | | pagina 1