noodigste en dringendste behoefte te voorzien. Reeds jaren hebben wij op Indische baten moeten leunen, om het huishouden van den staat aan den gang te houden. Wederom staan leeningen voor de deur, die nieuwen rentelast opleggen. Wij hebben nog onlangs gezien, dat de ministers hoog noodige gelden niet durven vragen omdat zij, in den benarden geldelijken toestand die waar schijnlijk toch niet verkrijgen zouden. Onder zulke omstandigheden is men, naar ons inzien, niet verantwoord, als men millioenen voor eene kostbare leger-inrigting geeftwaarbij nog het vooruitzigt bestaatdat deze eerder toe dan afnemen, daar men nooit uitgestudeerd schijnt in het uitvinden van vernielingsmiddelenzoodat men om met den tijd mede te gaan, het eene jaar weder onbruikbaar vei klaren moet, wat inen in een ander met groote geldelijke opofferingen had aangeschaft. Nederland had steeds den naam van dapper moedig, welberaden, ■onverschrokken te zijn. Het wende al zijne krachten aan, om dien eervollen naam te behouden. Maar het zij op anderen weg dan waarop velen die wenschen te vinden. Laat ons moedig de toekomst tegengaan en het hoofd bieden aan de bezwaren, die wij op den weg der volksontwikkeling ontmoeten dapper strijden voor alles wat volksverlichting en volkswelvaren kan bevorderenvast en welberaden de middelen aan wenden, die de natie de zegeningen van waren vooruitgang kunnen schenken, en wij zullen onver schrokken de vijanden van ons volksbestaan kun nen afwachten. Nederland groot door zedelijke en stoffelijke kracht, zal zijne plaats in Europa waardig blijven beslaan. BINNENLANDSCHE BERIGTEfM. GOES, 16 December 1869. In de avondzitting der tweede kamer van Za- turdag, is door den minister van binnenlandsehe zaken medegedeeld dat men in 1871 tot Ylissingen zal kunnen doorsporen. De kamer is met hoofdstuk V der staatsbegroo- ting nu zooverre gevorderddat de algenieene beschouwingen over de atdeeling onderwijs afge- loopen zijn. De tegenstanders der wet op het onderwijs hebben zich dapper geweerd en de grie ven der minderheid bij vernieuwing laten gelden. Nieuws is er niet bij gezegd, maar bet is daarom ook niet te doen slechts de agitatie moet gaande gehouden en, waar de meerderheid des volks tevre den is, nemen de leiders der minderheid het woord op, in de hoop, dat men meerderen voor het ongunstig oordeel zal winnen. De heer van Was senaar heeft eene motie voorgesteld, waarbij de kamer het bestaan der grieven erkennen zou, maar voorts overging tot de orde van den dag. Die motie is met 50 tegen 27 stemmen verworpen. (Per telegraafJ. Bij den aanvang der zitting van de tweede kamer, dezen morgen, is eene koninklijke boodschap ont vangen, houdende kennisgeving van de aanstaande huwe lijks verbindtenis van prinses Marie, dochter van prins Fre- derik der Nederlanden', met;den prins von Wied. Dezerae- dedeeling is naar de afdeelingen verzonden. Wij hebben ontvangen de staten van de in- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen, gedu rende de maand October 1869, en leggen die als naar gewoonte ter inzage voor belanghebbenden op ons bureau. was de in lompen gehulde vagebond, „het is Fred brik Dokneb. De nachtwaker verzocht hem mede te gaan naar zijne wouing. herbergde hem en liet zich de geschie denis van den knaap verhalen. Maar hoe zeldzaam in het hart van Muller heerschte, even als in dat zijner vrouw, zoo weinig neiging om den knaap afte- staan, dat zij van dag tot dag draalden, de noodige stappen te doen, om de eifenis van den knaap te verzekeren. Schouten handelde in het geheim naar eigenzin; hij mogt, daar Muller hem als de oorspronkelijke redder van Frederik beschouwde, eenige dagen in zijne woning vertoeven, tot hem gelegenheid geschon ken werd, in Leipzig werk te krijgen; tot dank daar voor schreef hij in 'tgeheim aan den scheepskapitein Houtman in Bremen, dat hij den verloren knaap weder gevonden had en dat hij hem wilde terug brengen, wanneer Houtman hem reisgeld zond. In dit geval wilde hij den knaap uit Mullers woning lokken en naar Bremen voeren. treffende de maten gewigten en weegtoestellen. Met het oog daarop hebben de inspecteurs van het lager onderwijs aan alle hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen tabellen toegezonden, waarop de systematische benamingen dier maten en ge wigten voorkomen. Art. 10 en 32 der bedoelde wet luiden als volgt Art. 10. In aankondigingen betrekkelijk onroe rende goederen of van koopwaren, die bij de maat of bij het gewigt worden verkocht, hetzij in dag bladen, aanplakbilletten of op andere wijze, daar onder begrepen de etiketten aan de koopwaren zelve gehecht of daarbij aanwezig, moeten de maten en gewigten vermeld in art. 3 worden ge noemd. Dit voorschrift is niet toepasselijk op buiten 's lands gelegen goederen, noch op koop waren, die naar het buitenland zijn bestemd of die bij de maat worden verkocht in den toestand, waarin zij uit het buitenland zijn ingevoerd, mits zij onaangebroken en niet overgepakt zijn. Deze goederen kunnen naar de buitenlandsche maat ver- kicht worden. Art. 32. Met eene geldboete van een tot vijf gulden wordt gestraft het doen van aankondigin gen in strijd met het voorschrift van art. 10. Jl. Dingsdag avond gaf de heer Winter na zijne vestiging alhier, ais muziekdirecteur zijn eerste con cert, dat wel niet overtollig maar goed bezet was. Onze vorige geachte directeur de heer Kirrwald uit Middelburg met enkele bekende dilettanten adsisteer- den ZEd. Wij beroepen ons op de vele bijvalsbe tuigingen om te moge zeggen, dat de conceitgever geslaagd is om de muziekale wereld door zijne talenten in te nemen, terwijl wij er den algemeenen dank bijvoegen aan hen die ook niet het minst tot dien genotvollen avond hebben medegewerkt. Wij zijn kort en zeker onvoldoende maar vinden ons blad minder dan anderen geschikt om in eene verdere beoordeeling te treden, 't geen wij gaarne anderen overlaten die zich meer op het gebied dier edele kunst bewegen. In den stal van den landbouwer J. van der Ja,ft te Zierikzee, heeft zich bij eenige koeijen de tongblaar geopenbaard. In den avond van Zondag den 12 dezer, is er in de nabijheid van Walsoorden op het oude hoofd een schip gestrand. Het is een tjalk, geladen met rogge van Antwerpen en bestemd naar Rotterdam. Denkelijk zal men misleid geworden zijn door het licht der maan, dat gedurig door de wolken werd weggenómen, daar het anders toch zeer stil weder was. De schade is niet gering, doch naar men ver moed, is schip en lading beide verzekerd. Eene algemeene verslagenheid heerscht thans in de gemeente Bruinissede oorzaak daarvan is, dat een tachtigtal oestervisschers de kennisgeving heb- ken bekomen om de boete van p. m. f 50 per hoofd, benevens de kosten te komen voldoen wegens overtreding van het reglement op de Schelde en Zeeuwsche stroomen in October van het vorig jaar, voor het visschen van kleine oesters. Voor de meesten is de betaling dier som eene onmogelijke zaak, en zullen die de gevangenisstraf van 14 dagen bjj nietbeialing ondergaan. Z. M. heeft den heer T. van A er de te Neuzen, geëxamineerd veearts, gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië, om te worden geplaatst als veearts bij de burger lijke dienst daar te lande. In plaats van geld, kwam op zekeren dag een vreemde heerhet was Max Dorner, de vader van den knaap. De amnestie had hem den terugkeer uit Amerika veroorloofd, nadat zijn broeder hem den dood zijner vrouw had gemeld. Ilij had zich tot kapitein Houtman gewend om alles nader te vernemen en was toevallig nog in Bremen, waar de kapitein zich ook nog bevond, toen Schoutens brief kwam. Tegen de aanspraken van Dorner was niets in te brengenhij nam zijn kind mede en reisde met hem naar Vreugdedal. Schouten was steeds bij hem en kreeg de beloftehem als bediende te mogen verge zellen. In Vreugdedal zocht Dorner de weduwe. Weerman op, en begaf zich toen naar een advocaat om de aanspraken van hem en van zijn kind op het goed van Fehnau te doen gelden. Daar kwam plotseling de onderofficier Pefll uit Sleeswijk. Hij was eerst in Leipzig geweesthad den dood zijner vrouw vernomon en iets van het lot van zijn voor- maligen pleegzoou gehoord. De reden van zijne reis j naar Leipzig wa-s hebzucht 't zij bijzonder onderwijs te helpen bevorderen, met ter zijde stelling van politieke of religeuse donk- wijzen, werden de belangstellenden uitgenoodigd, door middel vau 't teekenen eener presentielijst, blijk te geven van hunne adhaesie. De 19 aanwezigen verklaarden zich allen daartoe bereid. Het vervolgens benoemde bestuur is samen gesteld uit de heeren: mr. J. W. A. Schneiders, voorzitter, dr. E. Vogelvanger, oudervoorzitter, W. P. Koningstem, secretaris-penningmeester, mr. .7. G. van Deinse en 7. 7. Claassenbestuursleden. Alzoo is de eerste stap gedaan tot het bevor deren eener goede maatschappelijke zaak. Men mag hopen en verwachten, dat nog zeer velen, ook van buitengemeenten, zich zullen aansluiten. Men gelieve te dien einde zich slechts te wenden naar een der bestuursleden. Zoowel mannen als vrouwen kunnen lid woiden, terwijl het minimum der jaarli]ksche contributie 50 cents bedraagd. De heer van Motman te Marrum, heeft onder dag- teekening van 6 dezer het volgende adres opgezon den aan den Koning: Nadert door deze met den meesteu eerbied tot Uwe Majesteit F. C. G. van Motmante Marrum, provincie Friesland, en heeft hij de eer aan Uwe Majesteit te kennen te geven; »dat zijn onvermoeid streven thans met den gunstigsten uitslag is bekroond en hij eene ma chine in het groot heeft doen vervaardigen, waar van het resultaat is, dat deze de kracht van den stoom verre overtreftterwijl bovendien bij de noo dige en betrekkelijk geringe krachts-aanwending niets daarvan nutteloos behoeft verloren te gaan; »dat een locomotief, naar zijn model, van 10,000 kilogrammen oneindig meer trekken en snel ler zal werken zoodra hij in zijne volle kracht is dan een van 50,000 kilogrammenterwijlin evenredigheid de moeite afneemt bij zwaarder gewigt om de machine in beweging te brengen reden waarom hij het waagtzijne belangen teveus die van 't algemeennogmaals bij Uwe Majesteit aan te bevelen en Uwe Majesteit met vorigen eerbied verzoekteen onderzoek van des kundigen te willen doen instellen waartoe voor taan de gelegenheid bij hem is opengesteld. (Alg. Dagbl.) De acte van beschuldiging van den löjarigen Troppmann bevat de volgeude punten 1. vergiftiging van Jan Kinck door middel van Pruissisch zuur. 2. Diefstal gepleegd ten nadeele van Jan Kinck of van deszelfs erfgenamen, door zich eene geld som, een gouden horologie en andere voorwerpen toeteëigenen die aan een slagtoffer toehoorden 3. Vervalsching van geschriften en haudteekens, om zich 't geld toe te eigenen dat op de post van Guebwiller voor Jan Kinck aangekomen was. 4. Moord met voorbedachtheid van Gustaf Kinck in den nacht tusschen 17 en 18 September 1869. 5. Zesvoudige voorbedachte moord gepleegd op mevrouw Kinck en hare vijf kinderen in den nacht tusschen 19 en 20 September 11. Hoogst waarschijnlijk zal de beschuldigde nog vóór het einde van dit jaar voor het geregtshof verschijnen. Ook te 's Gravenhage zullen gaarkeukens voor het volk opgerigt worden. Te Christiania is het volgende verhaal in omloop Eene vrouw aldaar, had door allerlei listen en streken aan haar man, die vrijmetselaar was, het geheim der orde ontlokt. Vervuld met het plan om haar echtgenoot aan dit vreeselijk genootschap te ontrukken, ijlt zij voort naar den grootmeester, vertelt hem, dat de broeder" haar alles heeft mee gedeeld en eindigt met de bede: »geef mij mijn man terug!" De grootmeester ontvangt haar in eene zaal, ge heel met zwart behangen. Hij doorsteekt het portret van den broeder met de woorden: »uw man is geen vrijmetselaar meer." Toen zij te huis kwam, vond de rampzalige vrouw het lijk van haar echtgenoot door een dolk doorboord, juist op de plaats waar de grootmeester het getroffen had. Zij werd krankzinnig van smart. Toen zijn hoofdman, de Baron Arnole von Fer- nau bij de bestorming der Dubbelerschans viel, ont nam Prell, die zich naast hem bevond, hem zijn horlogie, geldbeurs en brieftaseh. In deze laatste bevond zich een naauwelijks drie dagen te voren ge schreven stuk, van den Baron, waarin hij den aan Prell toevertrouwden knaap gedacht en hem, als het kind zijner nicht, en bij zijnen dood als erfge naam, aanwees. Met deze geschriften verscheen Prell in Vreug dedal. Max Dorner kon nu met behulp van Prell, Schouten en hunne documenten, de erfregeling spoe dig in orde brengen. Het goed werd niet hciji, maar den knaap toegewezen terwijl hij bestuurder en vruchtgebruiker zou zijn. Max Dorner gaf beide helpers eene aanzienli jke be looning en de lezer ziet uit den loep dezer geschie denis, dat in het leven en drijven der n epösehelyke maatschappij ook schurken vau ee 'g out kunnen zijn. Volgens de laatst afgeloopen volkstelling, bedroeg de bevolking op 1 December 1869 in de gemeente Wissekerke c. a.Aanwezig, wo ende in de ge meente, 1724 m., 1665 v. Tijdelijk aanwezig iu de gemeente, 27 nr., 11 v. Afwezig, 22 m., 7 v. Totaal der bevolking, 1746 m\, 1672 v., zanien 3418. B'i de volkstelling op 31 December 1859 bedroeg het totaal der bevolking: 1395 ni., 1414 v. zanien 2809. Op 1 Januarij aanstaande treedt in werking de wet van 7 April 1869 (Staatsblad no. 57), be- Men meldt uit Hulst, den 11 December. Naar aanleiding eener door de heeren dr. Vogelvanger en mr. Schneiders gedane oproeping, had hier Donderdag avond eene voorloopige vergadering plaats van be langstellenden, ten einde ook te dezer stede eene afdeeling te vestigen van het onlangs te Utrecht opgerigte schoolverbond. Nadat genoemde heeren de aanwezigen met het groote oogmerk hadden bekend gemaakt, dat zich deze vereeniging ten doel stelt, namelijk: om door ge paste en zedelijke middelen, het schoolverzuim zoo veel mogelijk te bestrijden, en 't zij openbaar,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 2