BINiMENLANDSCHE BERIGTEN.
niet moet uitgeven. Laat die slechte uiensclien
maar aan hun lot over. Geef liever duizenden
en millioenen uit om sabels en geweren te koopen,
die niet gebruikt worden, dan om er burgers
mede te bezwarenom soldalen kleederen te maken
en te vermaken; om nijvere handen van den ar
beid te onttrekken; in één woord, om een leger
te bekostigen, dat u geen levensbehoud verzekert.
Voor dat alles geven de kamers geld, maar als
men haar vraagt, om een weinig, tot mensehen-
verbetering, tot een doel waardoor de zelfstandig
beid, de kracht van den staat het best gewaar
borgd worden, is dat voor de staten generaal een
héte iioir
Gelukkig hetzij tot hunne eer gezegd ge
lukkig behoeven niet alle leden der kamer, dat
oordeel op zich toetepassen. Behalve den heer
Moenswaren er nog 27 leden, die den minister
in zoo verre een démenti gaven, als zij, op voor
stel van eerstgenoemden, zich gezind toonden, om
4000, zegge vier duizend gulden meer, voor onder
wijs in de gevangenissen te bestemmenNegen
en dertig leden der kamer, waaronder al de vrome,
de, gemoedelijke, de christelijke vrienden der natie,
waren bang voor het zwarte beest, de verbete
ring van den mensch.
En toch, wat zouden vier duizend gulden ge
weest zijn, op een budget als het onze, waarop
zoo menige som voorkomt, die voor velen nog
vrij wat erger is, dan dit zwarte beest, waarvoor
uien terug schrikt.
Maar de minister had reden, om niet te vragen,
de kamer om niet toetestaan, want de memorie
van beantwoording had verklaard: het onderwijs
- aan volwassene gevangenen levert, in den regel,
niet veel vrucht op.
Wij willen in een volgend artikel over dit re-
geeringsoordeel spreken.
GOES, 9 December 1869.
De eerste kamer heeft zich met allen spoed heen-
gewerkt door de wetsontwerpen, di; haar van de
tweede kamer waren toegezonden, en als wilde zij
daardoor doen uitkomen, dat zij lijdelijk op het
overige zit te wachten zijn hare leden zoolang
naar huis gegaan. Iutusschen doet de tweede ka
mer haar best om voorttewerken en is zij wer
kelijk reeds een eind gevorderd. Niet alleen de
vier eerste hoofdstukken, maar ook de beide on-
derdeelen der hervormde en roomsche eeredienst
zijn bereids aangenomen. Dat van justitie ging
met algeuieene stemmen door, nadat er vooral op
één punt, belangrijk op beknibbeld was. De mi
nister kon de kamer niet overtuigen van de nood
zakelijkheid, om te Arnhem grond te koopen, tot
hoogen prijs, voor bet bouwen van eene gevange
nis en bij mogt evenmin slagen in zijn voorne
men. om de gevangenis van Leeuwarden naar Me-
denblik overtebrengen. Bij de behandeling dezer
beide punten kwamen de finantien en de meerdere
of mindere gezondheid van de Medemblikscbe lucht
bet meest in bet spel. Daarentegen liep de strijd
bij de begrooting voor eerediensten meer over be
ginselen. De questie der scheiding van kerk en
staat was hoofdzaak in bet debat. Dat men het
daarover niet eens werd, laat zich begrijpen, en
dat de kerkelijke partijen zich lieten gelden, was
eeD natuurlijk te verwachten loop van zaken. De
orthodoxen hebben zich dapper geweerd en hun
lievelings denkbeeld van eene staatskerk duidelijk
doen uitkomen, schoon ze, als gewoonlijk, dat ver
borgen onder fraai klinkende redenen. Zeker
uit spijt, dat zij bun doel niet gemakkelijk bereiken
zullen, hebben zij, bij monde van den oud-minister
Reeds den volgenden dag boorde de baron, dat de wed.
Weerman een vreemd kind had, 't welk een onbekende
bij haar had achtergelaten. Hij liet haar verzoeken een
oogenblik naar het heerenhuis te komen en de arme weduwe
was zoo bevreesd, d .t zij dadelijk met het kind op den
arm verscheen
„Wat gaat mij dat kind aanriep de baron op bar-
schen toon Hij beschouwde het iutusschen toch met be
langstelling, en voegde erbij: „Maar wat zult gij er mede
doen, die zeil' naaunelijks genoeg hebt om te leven? Kort
en goed, ik wil barmhartig zijn en het kleine ventje bij
ordentelijke lieden bezorgen. Laat den worm h;cr, ik zal
er voor zorgen; daarvoor zijn wij christenmenschen."
En de weduwe liet hem het kind. Hij liet zijn rijtuig
inspannen, nam de oude Martha mede, en reed naar de
naastbij zijnde stad. Hier leefde zijn voormalige oppasser,
de onderofficier bij de landweer, Preli., met een jonge,
lmpsche vrouw gehuwd, als arbeider in eeiie fabriek. Bij
deze bragt de Baron de knaap.
„Prf.ll is de regie man," dacht hij, „om den kleinen
bengel in het regte spoor te houden dat hij zich niet in
bedde, van voorname afkomst te zijn, en tevens, dat hij
eene goede opvoeding erlange.
„Preli, 1" zeide hij, „hier is een vader- en moederlooze
wees Uit ware barmhartigheid heb ik mij verbonden,
voor de verpleging te zorgen. Gij zult jaarlijks honderd
thaters ontvangen, als gij den knaap houden wilt; maar
zorgt, dat hij niet te weelderig worde.
Wordt vtrviïgd.)
van Lijnden van Sandenburg een amendement voor
gesteld, dat men als eene soort van wraakoefening
kan beschouwen. De post voor het algemeen col-
legie van toezigt was bun een grief, nu zij er op
uit zijn. om de kerkelijke verdeeldheden lieflijk
aantewakkeren, door een ander, orthodox pnz sang,
daar tegenover te stellen. De aanneming van dat
amende inent is gelukt, omdat vele liberalen, voor
standers der scheiding, zeer consequent, die bevoor-
regting van een kerkgenootschap niet wilden.
De orthodoxen juichen daarover nu, alsof hun be
ginsel gezegevierd bad en wij laten bun gaarne-dat
kinderlijk genoegen. Dat de minister het bestreed
was vrij natuurlijk, maar dat men in de aanneming
een nederlaag voor hem ziet, kan alleen uit den
ongelukkigen partijhaat, die de vromen vervult, ver
klaard worden. Wij zijn nu in volle verwachting
van al de gemoedelijke reuevoeringen, die het hoofd
stuk binuenlandsche zaken, en vooral enkele onder
deden zullen uitlokken.
Bij de ingezetenen circuleert bet navolgende
adres aan de tweede kamer der staten-generaal,
hetwelk voor ieder belangstellende op ons bureau
ter teekening wordt gedeponeerd tot Vrijdag avond
10 ure.
2 Aan de leden van de tweede kamer der
staten-generaal.
Geven met verschuldigdea eerbied te kennen de
ondergeteekenden inwoners van Zuid-Beveland
dat zij kennis genomen hebben van de aan uwe
goedkeuring onderworpen begrooting;
dat zij met leedwezen bemerkt hebben, dat voor
de hoofdstukken oorlog en marine weêr bijna
23 millioen wordt aangevraagd, zijnde, na aftrek
van de rente der staatsschuld, ongeveer de helft
van alle gewone uitgaven van bet rijk;
dat naar bun oordeel bij eene dergelijke verdeeling
der staats-uitgaven veel moet nagelaten worden
wat voor de ontwikkeling en de welvaart der
natie zou bebooren te geschieden
dat bovendien daardoor niet alleen niet kan
worden voortgegaan met schulddelging, niet kan
gedacht worden aan de afschaffing van menige
drukkende belasting, maar dat zelfs, zoo de weg
der bezuinigiug niet wordt ingeslagen, nieuwe
lasten aan de natie moeten worden opgelegd;
dat wanneer op die wijze jaarlijks schatten
worden besteed aan oorlogsmaterieel, achteruitgang
der volkswelvaart het noodzakelijk gevolg zijn moet
van de in ons oog wanhopige poging, om onze
strijdkrachten zoo in te rigten, dat wij tegen een
der JËaropesche grootmachten roldoende opgewassen
zouden zijn;
dat de ontwikkeling in den laatsten tijd der
algemeene weerbaarheid^als van zelf eene geschikte
aanleiding geeft tot vermindering der in deze
bedoelde uitgaven
dat toch bij de eindelooze nieuwe ontdekkingen
op dat gebied, de uitgaven voor oorlogsmaterieel
ook steeds zullen blijven stijgen en steeds meer
onze finantieele krachten te boven zullen gaan;
dat, naar der adressanten bescbeidene meening,
het eene scboone roeping voor de regering van
ons land zou zijn, om aan gansch Europa bet
voorbeeld te geven tot eene aanzienlijke vermin
dering der inproductieve uitgaven voor de defensie,
waardoor alle volken thans zoo overmatig gedrukt
worden
dat adressanten zich innig overtuigd houden,
dat men slechts den moed behoeft te hebben om
dat voorbeeld te geven, om de reeds overal ont
wakende beweging tegen het opdrijven dier uit
gaven een' kraebtigen stoot te geven;
dat adressanten met smart gewaar worden hoe
weinig ondersteuning tot nogtoe, dergelijke denk
beelden ondervinden, wanneer zij door een enkel
lid uwer kamer met overtuiging worden voor
gedragen
dat zij daarom het des te meer van bun duren
plicht rekenen, u door bet aanbieden van dit
rekwest bet bewijs te leveren, dat er, zoowel in
het Zuiden als in het Noorden van ons land
mannen gevonden worden, die van ganscber harte
de meening, tot heden slechts door enkelen
in uw midden verdedigd zijn toegedaan.
Redenen waarom zij zich met vertrouwen tot
u wenden met het eerbiedig verzoek de genoemde
hoofdstukken der staatsbegrooting zoodanig te wil
len amenderen, dat de uitgaven voor de defensie
in evenredigheid gebragt worden met de hnantiele
krachten van ons volk."
't Welk doende enz.
Jl. Dingsdag avond werd van wege bet comité
voor volksvermaken in de concertzaal het tweede
St. Nicolaasfeest gegeven. Eene groote schare van
leden en geïntroduceerden was tegenwoordig. De
voorzitter van bet comité sprak een hartelijk wel
kom uitwaaraan hij eenige woorden over den goe
den Sinten de herinneringen, die zijn feest geeft,
vastknoopte. Vervolgens droegen de heeren J. G.
DobbelaereZ. D. van der Bilt La Motthe en 11. J.
Molhoek elk een dichtstuk voor, de eerste »Bij de
vviege van een arm kind door Jan van Beers;
de tweede [wan en Polesco" (eene Poolsche ro
mance); de derde »Eene les over de verkeerde we
reld," door Meester Job. Na de pauze werd eene
tombola gehouden, die menigmaal, door de prijzen,
welke getrokken werden, stof tot lagchen gaf, en
het geheel, afgewisseld door de muzijk van de har
monie de Volhardingschonk een' aangeuamen
avond aan de aanwezigen.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche maatschappij
tot bevordering van nijverheid, beeft aan de depar
tementen de beantwoording verzocht van eenige
vragen betreffende de volksvoeding. Van wege
het d partement Goes, is de betrekkelijke circulaire
met de vragen gesteld in handen eener commissie,
bestaande uit de heeren II. G. Hartman Jz.,
Cli. de Meulemeester en J. J. van den Broecke,
ten einde daaromtrent bet departement te d:enen
van rapport en advies. Gemelde commissie heeft,
naar wij vernemen, reeds eene bijeenkomst ge
houden, en stelt zich voor, in de vergadering van
Januarij a. s. een uitvoerig rapport uittebrengen.
Wij verheugen ons in deze poging der maatschappij,
om tot eene juiste keunis van de volksvoeding in
Nederland te gei aken. Nevens onderwijs en be
schaving is geene zaak, in onzen tijd vooral, ge-
wigtiger dan deze en een goed rapport zal veel
kunnen bijdragen tot bet welzijn des volks, vooral
van dat gedeelte, hetwelk meest door eigen onkunde,
slechts gebrekkig van de eerste behoeften des levens
voorzien wordt.
Bij beschikking van den minister van justitie
is aan Frederik Ekkelboom, op verzoek eervol ont
slag verleend als brigadier der rijks-veldwacht te
Heinkenszand, en de brigadier-titulair der rijks -
veldwacht P. Verdouw van Ylissingen, verplaatst
naar Heinkenszand.
Men schrijft uit Deventer. In antwoord op de
alhier uitgescbrevene prijsvraag voor een schouw
burg enz., zijn twaalf ontwerpen ingekomen, waar
van 7 voor terrein A en 5 voor terrein B. Na
dat deze ontwerpen in jurij gesteld waren, zijn be
kroond: voor terrein A, bet ontwerp, gemerkt
„Architectural van den heer J. Moll, architect te
Hengelo, en voor terrein B, het ontwerp, gemerkt
„Vooruit", van den heer C. Bouma, bouwkundige
en opzigter over de ontmanteling der vesting Venlo.
Herhaaldelijk hoort men gewag maken van bet
afnemen der duinen langs een gedeelte van Wal
cheren, aan de kusten der Noordzee. Te Domburg
schijnt dit door de laatste stormen belangrijk te
zijn geweest; niet evenwel vóór het badpaviljoen,
waar niet veel grond kan gemist worden en waar
men eenige jaren geleden voorzorgsmaatregelen beeft
genomendie gunstige uitkomsten schijnen op te
leveren.
De kiesvereeniging Hoogkerkte Hoogkerk
(boofdkiesdistrict Zuidhorn) heeft evenzeer mr. E.
Cremers tot candidaat voor de tweede kamer gekozen.
Den 17 November 11. had te Groningen de laatste
verkooping van straatvuilnis in 1869 plaats. Ge
durende dit jaar zijn volgens de Landb. Crt. aldaar
verkocht 927 vrachten straatvuilnis a 17700 kilogr.
voor ƒ73836,25; 264i vrachten ier voor 6303,50,
totaal 80139,75. De gemeente heeft daardoor
over 1869 een zuiver voordeel van ongeveer 37000.
Wanneer men daarenboven zegt genoemde
courant de voordeelen in aanmerking neemt, die
er voor den landbouw uit voortvloeijen, en de wel
vaart, die in de gemeente wordt verspreid door
de arbeidsloonen, dan zal 't wel geen betoog be
hoeven, van hoe ontzettend veel gewigt de mest-
verzameling te Groningen is.
Z. K. H. prins Frederik is op den middag van
2 dezer met HD. gast den prins van Wied van
het Loo in de residentie teruggekeerdwegens een
misverstand was HD. rijtuig niet aan bet station
en alzoo was Z. K. H. verpligt, met een huurrij
tuig zich naar HD. paleis te begeven. De voer
man wilde de portecochère van het paleis binnen
rijden, hetgeen hem echter door de schildwacht werd
belet, wiens consigne luidt, dat alléén bofrijtuigen
mogen binnenrijden, terwijl anderen vóór de por
tecochère moeten halt houden.
De prins vroeg met zijne gewone minzaamheid
lagebende aan den schildwachtmag ik dan niet
in mijn eigen buis?" en maakte zich daarop be
kend, de schildwacht tevens geruststellende, dat
hij zijn pligt gedaan bad.
Te 's Bosch is een stuk Udelfangersteen aange-
bragt, ter zwaarte van 11,000 kilo's waaruit de
beeldhouwer Joseph Grave aldaar bet standbeeld
van Piet Hein zal bouwen, hetwelk te Delfsbaven
voor dezen scheepsbevelhebber zal worden opgerigt.
Men meldt uit EeclooDe verbinding van Zee
land met Vlaanderen, door middel van spoorweg-
lijnen, is aan de orde van den dag. Vier vergun
ningen zijn in aanvraag: van IJzendijke naar
Kaprijke, van Breskens naar Watervliet, met zij
tak naar Biervliet, van Breskens naar Maldegbem
en eindelijk ook van Groede naar Watervliet en
Eecloo.