1869. 96. Vrijdag 3 December. 56ste jaargang, MINISTERIE YAN JUSTITIE. AANBESTEDING. BEC IUS, BINNENLANDSCHE BERIGTEN. mmm De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p. p. 1.90 Afzonderlijke nommers 5 c.met bijblad 10 c. COURANT Gewone advertentiën worden 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels h J 1, Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags. Stukken welke inen als ingezondenwenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. provincie zeeland. Op VRIJDAG DEN 17 DECEMBER 1869 des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeu ring, door den Commissaris des.Konings in de pro vincie Zeelandof, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de Gedeputeerde Staten, in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur in het llde district van den Waterstaat, in het locaal van het gewestelijk bestuur te Middelburg worden aanbesteed in twee perceelen Hét" onderhouden van het Huis van Burgerlijke en Militaire Verzekering te Middelburg en van het Huis van Arrest en Bewaring te Goes, gedurende het jaar 1870. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving. Het bestek ligt ter lezing in het locaal van het Ministerie van Justitie, in dat van het gewestelijk bestuur, in de gemelde gestichten en verder op alle plaatsen alwaar gewoonlijk de bestekken van water staats-werken in deze provincie ter lezing gelegd worden. Den zevenden en vierden dag vóór de besteding zal aanwijzing in loco worden gedaan, en nadere infor- matien zijn te bekomen aan het bureau van den Hoofd ingenieur van den Waterstaat te Middelburg, en bij de betrokken Ingenieurs te Vlissingen en te Goes. Middelburg, 27 November 1869. Voor den Commissaris des Konings in de provincie Zeeland, Lid van Gedeputeerde Staten. De oppositie heeft, sedert korten tijd, eene ver andering in haar programma gebragt en is eenen nieuwen weg ingeslagen, om het ministerie te bestrijden. In de laatste jaren hoorden wij van niets an ders dan van het onderwijs. Het volk had ern stige grieven tegen de wet; de regeering weigerde aan die grieven te gemoet te komen, en men achtte zich dus verpligt, om de partij voor de verdrukten optenemen. Ieder herinnert zich den verkiezingsstrijd, waar bij men niets anders hoorde dan: wij moeten mannen kiezen, die verandering brengen in de wet op het onderwijs. De ellenlange en telkens herhaalde redevoerin gen, die dat onderwijs behandelden, klinken ons nog in de ooren, en het voorstel de Brauw ligt daar nog altijd, als eene getuigenis van den ern- stigen toeleg der oppositie, om van deze q lues tie een struikelblok te maken voor het kabinet. Intusschen heeft men ontdekt, dat het wel ge makkelijk gaat, om het volk menige klagt in den mond te leggen, waaraan het niet denkt; maar FEUILLETON. VERLOREN EN GERED. (Vervolg.) IV. Toen de windstilte had plaats gemaakt voor een „stijven bries,'' en het vaartuig spoedig zijne bestemming ?ou bereiken, begon Schouten zijn plan verder uittewerken. Hij deelde zijne vertrouwde mede, dat de kapitein te New-York lading voor Rio de Janeiro wilde innemen, dat de terugvaart van de Roodbaard naar Europa nog wel tot het volgende jaar duren zou, dat hij zelf niet veel lust had, om langer dan in New-York de ontberingen van het scheepsleven te verdragen, en dat hij ook haar aan wal een beter leven bereiden kon Genoeg, hij overreedde haar, om met hem en de kinderen de bark te verlaten, als deze in de haven zou liggen. Naauwelijks was het schip -binnen, of de kapitein bragt de vrouw met de beide kinderèn naar het logement nThe golden Owl," dat hem goed bekend was Schouten* had gelijk gehad, toen hij zeide, dat de Roodbaard met nieuwe lading naar Rio zou gaan. Met het lossen der oude en hetinnemen der nieuwe lading verliepen een paar weken, dat het niet zoo gemakkelijk gaat de menigte in beweging te brengen voor-een zaak, waarvoor zij geene sympathie gevoelt. De schoolwetagitatie is mislukt, althans in zoo verre als zij bedoelde bet volk de stem te doen ver heffen, ten einde de regeering te dwingen, en de vaste krachtige houding van deze heeft doen zien, dat zij zich door geen geschreeuw, van wie ook, vervaard laat maken. Indien de bezwaren werkelijk liadden bestaan; indien men zoo overtuigd, geweest was, dat het geluk des volks eischte om dezen weg te nemen, dan had men den strijd niet moeten opgeven, er was dan een ernstige drang, om, ondanks allen tegenstand, ter volharden. Het tegenovergestelde beeft plaats. Men verneemt, dat de heer de Brauw niet voor nemens is, om weder met zijn voorstel te komen, en bij de begrootingsdiseussien wordt niet, zoo als ten vorige jare, het onderwijs op den voor grond gezet, maar integendeel men zwijgt er van, om nu alleen van den finantieelen toestand te spreken. 'tls nu niet langer: de hoogste belangen der natie worden bedreigdhet geweten word geweld aangedaanmaar de schatkist is in gevaar en nieuwe geldelijke lasten staan voor de deur. 't Is nu niet de minkte». van binnenlandsche zaken, wiens halstarrigheid men wraakt, maar de minister van finantien, wiens bekwaamheid, om uit den finantieelen nood te redden, in twijfel wordt getrokken. Reeds zijn er onder de altijd tegenwerkende leden der kamer geweest, die rondweg zeiden: wij spreken niet over het onderwijs, maar wij rigten het oog alleen naar den fiscus henen. W aarom W aartoe P De eerste vraag vindt hare beantwoording in het boven vermelde, de schoolwetagitatie ging niet naar wensch op. Maar waarom nu juist de finantien op den voorgrond gesteld? Is het alleen uit besef, dat geld de ziel van alle zaken is? Is het omdat men .waarlijk zulk een zwaar hoofd in de toe komst heeft? Is het omdat men andere en betere plannen aan de hand doen wil, dan die de re geering tot hiertoe ontdekte? Wij betwijfelen het eene en het andere. Men heeft eene andere snaar willen treffen en, niet zonder slimheid, die gekozen, die het gemak kelijkst bij de eerste aanraking trilt. De meesten zien er veel meer tegen op, om hooge belasting te betalen, dan om hunne kinderen naar eene neutrale school te zenden, en die zijne stem verheft tegen belastingen, die altijd inpopulair zijn, kan verzekerd wezen, dat men hem veel hooger gedurende welken tijd Houtman's lieveling aan wal zou blijven. Ja, hij was het met zich zelf nog niet eens, of het niet beter ware, dat hij het kind en zijne minne in goede verzorging achter liettot hij terugkeerde. Terwijl zijne zaken en waren gelost werden, ging hij dagelijks naar den gouden Uil, om zijne vaderlijke zorg- valdigheid aan den dag te leggen. Evenzoo deed hij reeds den tweeden dag de volgende advertentie in de New- Yorker Duitsche courant plaatsen„Indien de heer Max Dorner, geboortig uit Berlijn, binnen veertien dagen deze advertentie onder de oogen krijgt, wordt hij verzocht, zich spoedig ill het logement de gouden Uil te willen aanmelden, waar hem inlichtingen omtrent zijne echtgenoote zullen gegeven worden." Ook de scheepskok ging, zoo dikwijls zijne werktaak hem dit veroorloofde, aan wal en '>ezocht zijne vertrouwde. Toen deze hem mededeelde, dat de kapitein had gezegd, of het mogelijk niet beter ware, dat zij met de kinderen op zijne kosten te New-York bleef, tot hij zijne tweede reis volbragt had, spraken beiden met elkander af, daarvan partij te trekken. In dit geval zou hij zich, kort voor het vertrek van het schip, heimelijk van boord verwijderen, en dan eerst later met haar eene andere woning, als die door Houtman bestemd was, betrekken. schat dan den gemoedelijken strijder voor eene bijzondere school. Eene regeering die weigert, naar den zin van enkelen, liet onderwijs te regelen, heeft altijd eene groote schare van verdedigers, maar eene, die zich niet afkeerig toont om geldelijke lasten op teleggen, beeft doorgaans, in de omgekeerde re den een lieirleger van tegenstanders en slechts enkele vrienden onder de mannen van de theorie. En om de regeering te treffen is het te doen. Zij moet in discrediet gebragt, zij moet verwijderd worden. Wat men door het geweten niet vermogt, be proeft men nu door het geld. Men lette er op, boe bezorgd de gemoedelijken zijn voor onze beurzen, als ware nu plotseling de storm van andere zijde opgestoken, als ware ons geluk alleen van de schatkist afhankelijk. Wij ontkennen niet, dat onze finantien veel zorg vereischen en wij hebben reeds vroeger het wen- schelijke betoogd van doortastende maatregelen tot verbetering. Wij hopen dan ook, dat de stem men, die van alle kanten opgaan, den minister bewegen zullen, om de hand aan het werk te slaan. Maar aan den anderen kant gelooven wij ook, dat de toekomst niet zoo donker is, als men baar afschildert en dat er slechts zooveel beweging over gemaakt wordt, om met meer vrucht op positie te voeren. Zeker is het, dat de strijders tegen de wet op het onderwijs, niet veel gevorderd zijn; met welk regt laten zij nu het wapen rusten, vroeger zoo ijverig gehanteerd? Of zij hebben vroeger die zaak overdreven, en dan zou men kunnen den ken: zij kwamen tot inkeer; of zoo zij uit over tuiging, in het welbegrepen volksbelang, handelden, dan moest de strijd worden voortgezet en het meerdere niet aan het mindere opgeofferd worden. GOES, 2 December 1869. De eerste kamer heeft gisteren de nog overige aan de orde gestelde ontwerpen aangenomen. De beraadslaging over de Indische begrooting is be paald op vrijdag ten 11 ure. De tweede kamer schijnt, zonder juist den storm pas aantenemen, toch het kruipen moede. De al- gemeene beschouwingen over de staats begrooting hebben nog al niet lang geduurd en bereids is er al een deel der begrooting zelve achter den rug. Yeel bijzonders valt er niet uit te releveeren, want schoon. gewigtige punten werden aangevoerd, bleef alles bij schermutseling. De ministers schijnën het ook zoo begrepen te hebben en bewaarden hunne krachtige argumenten, ook hunne categorische ver- Na verloop van ongeveer drie weken kon Tiierese werkelijk aan Schouten medcdeelen, dat de kapitein besloten was, haar niet mede te nemen. Evenwel verscheen op zeke ren dag de kok en eischte, ademloos, van zijne vertrouwde, hem zoo spoedig mogelijk met de kinderen te volgen. Brooklijn, waar Therese Beyl vroeger gewoond had, en dat haar bekend was, had men tot voorloopig verblijf gekozen. Van daar wilde Schouten naar Philadelphia en naar Duitschland schrijven. Met de grootste voorzigtigheid werd de vlugt uitgevoerd. De kapitein had denzelfden dag bestemd, om het docu ment omtrent de gestorvene vrouw en zijn kleinen bescher meling, notarieel te doen bevestigen, hetgeen in Amerika zeer gemakkelijk gaat. Hij begaf zich van den notaris naar der\ gouden Uil en vernam hier tot zijnen schrik, dat de vrouw met de kinderen verdwenen was, maar dat een edelman hem wenschte te spreken Nog geheel verstomd over het raadselachtige verdwijnen der minne en kinderen, begaf hij zich naar de algemeene gelagkamer. De waard wees hem een goed gekleed man, met Duitsche gelaatstrekken, die hem naderde, en hem de hand toestak. „Mijn naam is Dorner," begon hij. De kapitein liet een kreet van verrassing liooren.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 1