BUITENLAND.
GEMENGDE BERIGTEN.
ons geene nieuwe vruchten van zijn genie zou te
genieten geven maar werden niet teleurgesteld
waar hij ons op nieuw het vele schoone in zijne
vroegere scheppingen deed opmerken en ons zijn
talent als declamator te bewonderen gaf'. Mogen
ook sommigen liever op eenvoudige wijze zijne ge
dichten hooren lezen om er de details beter van
te kunnen opmerken, het laat zich niet ontkennen,
dat zijne uiterlijke voordragt, in elk opzigt, geache
veerd te noemen is en dat zii het dramatisch ef
fect niet weinig verhoogt. Doch welk genot daar
door ook gesmaakt werd, door hen die vatbaar zijn
om eene zoo schoone uiterlijke voordragt te waar-
deeren hooger nog stellen wij den indruk door
de poëzie van van Heers te weeg gebragt bij zoo-
velen, die in het onberispelijk kleed in den mees
terlijken vorm, de waarachtig schoone en verhevene
denkbeelden van den dichter mogten opmerken.
Het werd door den voorzitter van ons Nuts depar
tement naar waarheid gezegd, dat de strekking van
van Beers gedichten niet de minste waarde daaraan
bijzet, en het woord van hulde en dank den dichter
gebragtwas menigeen uit het hart gesproken.
Sommigen hebben zich aan eene vergelijking ge
waagd van deze voordragt met die van het vorige
jaar. Wij achten ons daartoe onbevoegd deels
omdat wij ons niet v rmeten kunstregters te zijn
deels omdat wij rneenen dat geene vergelijking te
pas komt u aar het schoonheidsgevoel eene zoo
ruime bevrediging vindt. Wie op den voorgrond
steltdat het telkens nog rnooijer moet wezen, ver
geet dat de kunst hare onveranderlijke wetten heeft.
Overigens geldt ook hier, dat de stemming, de op
vatting vooral de vorming van den hoorder be
slissenten invloed heeft op zijn subjectief oordeel.
Maar met genoegen constateereu wij, dat een groot
deel van van Beers auditorium door hem in ver
voering en geestdrift werd gebragt voor den edelen
kunstenaar zoowel als voor de schoone kunst, en
hem gaarne weder hooren zal om zijne poësie des
te beter te verstaandes te rijkelijker daarvan te
genieten.
Men meldt ons uit Ellewoutsdijk, dat jl. Zatur-
dag op klaarlichten dag, schipper S. komende van
Hoedekenskerke, geladen met suikerpi-eën, met zijn
schip is gestooten op de aldaar gezonken Engelsche
ijzeren stoomboot Tanrus, waardoor hetzelve zwaar
lek heeft bekomen en gezonken is. Hoezeer door
de bemanning verlaten heeft de weger P. hooze
nog met groot gevaar beproefd of er pogingen tot
redding der lading konden worden aangewend, het
geen evenwel ondoenlijk bleek. Schip en lading
zullen verloren zijn geen van beide is verzekerd.
Men beklaagt zich meermalen, dat van de zijde van
het hooger bestuur door het plaatsen van bakens
geene voorzorgen genomen worden om dergelijke
ongevallen te voorkomen.
Het denkbeeld, door Z. M. den koning op den
17en November van dit jaar geopperd, om ten
behoeve van 1016 jarige jongens van onvermo
gende ouders een algemeen Nederlandsch opvoe
dingsgesticht te doen verrijzen, dat den naam van
Willem III zou dragen, heeft reeds een begin van
uitvoering verkregen. Woensdag had namelijk, on
der de leiding van den heer minister van oorlog
de eerste bijeenkomst plaats van de leden der
commissie, aan welke Z. M. heeft verzocht, dat
denkbeeld hetwelk in die bijeenkomst door
den heer van Muiken nader werd ontwikkeld
in gezette overweging te nemen en omtrent de
verwezenlijking daarvan nadere voorstellen aan
Z. M. den koning te doen.
Men verneemt, zegt het Nieuwsblad voor den Boek
handel dat bij ministerieële dispositie onlangs is
bepaald dat bij couranten geen ander soort van
drukwerk meer mag gevoegd worden. Indien dit
gedaan wordt valt de courant in de termen van
vap art. 13 der postwet. Als bijvoegsel kan alleen
worden aangemerkt hetgeen van het nommer, het
welk verzonden wordteen integrerend deel uit
maakt.
De kiezers-vereeniging Eenrum' heeft tot kan
didaat voor de tweede kamer in het district Zuid-
hom ter vervanging van wijlen mr. N. Olivier
gekozen den heer U. W. Wierda te Winsum en
wel na loting met mr. E. van Loon.
Het is thans zeker, dat het berigt van het vinden
van Kinck's lijk juist is. De plaats waar het, over
eenkomstig de opgaven van Troppmann gevonden
werd, behoort tot de gemeente YValtwiller in het
arrondissement Belfort. Het vinden van dit lijk, zal
deze, tot dusverre duistere zaak ee.; andere wending
geven en de reeds bevolen nadere instructie over
bodig maken.
Men zou niet kunnen gelooven, zegt een cor
respondent van den Figaro, welk een heilzamen
invloed de reis der keizerin reeds uitgeoefend heeft
op den toestand der vrouwen i het Oosten. Se
dert het vertrek van de »souvereine der Franken"
zij de harems ledig, maar daarentegen wemelen de
straten van Konstantinopel van elegante equipa
ges, waarin de bekoorlijkste odalisken zitten, die,
iets ongehoords, met het aangezicht ongedekt hare
rose sigarette van Stamboul rooken. De sluijers
hebben veel van hunne vroegere dichtheid verlo-
j ren en de moedigsten onder die dames durven ze
reeds tot op het drie vierde der taille opligten.
Komt er nu nog een Westersche vorstin, welligt
zouden die voiles dan geheel ter zijde worden ge
legd. Thans zijn het Turksche Othelloos die niet
te vreden zijn.
De wetgevende vergadering van Frankrijk wordt
heden geopend. Jl. Vrijdag heeft de keizer met
zijne ministers de troonrede vastgesteld. Hoe het
is met de crisis, valt niet te zeggen. Wel heeft
er eene correspondentie plaats tusschen den keizer
eu den heer E nile OlivUrmaar de eerste moet
den laatste, op innemende wijze hebben te kennen
gegeven, dat het hem opregt speet, geen goede
gevolgen te kunnen zien van de op touw gezette
ministeriele combinatiën.
Rochrfort heeft in het wetgevend ligchaam zijne
plaats gekozen in de onmiddelijke nabijheid van
zijn geestverwant Raspail. Zijn nieuw blad de
Marseillaise zal in December verschijnen.
In Engeland wordt weder de opheffing eener
staatskerk te gemoet gezien, en wel in het prins
dom Wallis. Zoo komt men langzamerhand tot
de algeheeie scheiding van kerk en staat. Ove
rigens wordt in dagbladen en brochures den strijd
voortgezet over de beschouwing van het paupe
risme." De arme is door God als zoodanig geschapen,"
zeggen de conservatieven; »het voegt den mensch
niet hem uit zijn stand te rukken; het eeuige wat
wij dom mogen, is, hem door giften voor onder
gang te behoeden." De liberalen daarentegen wil
len een anderen weg inslaan. Geen giften" zeg
gen deze, zonder dat er iets voorgedaan wordt.
De arme moet beschaafd, ontwikkeld worden. Hij
moet zich zelf trachten te helpen. Geef hem goed
onderwijs, dat hij als lid der maatschappij kan op
treden, en de gelden als zoodanig aan hem besteed,
zullen rijke vruchten dragen.
Wij laten het oordeel over deze beide zienswij
zen aan onze lezers over, doch durven gerust voor
spellen, dat zij de frissche en practische aanprijzing
der liberalen zullen kiezen, boven de ziekelijke en
theoretische beschouwingen der conservatieven.
Uit Ecuador in Zuid-Amerika is een berigt ont
vangen, dat de finantieele wereld met verontwaar
diging vervult. De nationale conventie heeft na
melijk de inhouding der 25 pOt. van de inkomende
regten, aan den fondsenhouders toekomende, be
krachtigd, met bijgevoegde mag iging, om zooveel
fondsen onder de 10 pCt. in te koopen, als de re
geering voor eene som, de 10,000 pd. st. niet te
boven gaande, verkrijgen kan. Met andere woor
den wil dit zeggen, dat de regeering van de weder-
regterlijke terughouding van genoemde 25 pCt. moet
weten, gebruik te rnakéji om de buitenlandsche
fondsenhouders verder te plunderen. De Times
zegt dan ookIndien Pingeland en de andere na-
tien dit verdragen en dulden, dat men verdere ge
meenschap onderhoude 'met zulk een bewind, dan
zou het blijken, dat persoonlijke regtschapenheid
ve -1 sterker is dan nationale, want de maatschap
pelijke zwakheid is nog nooit zoo ver gegaan, om
met roovers op gelijken voet te verkeeren.
Uit Egypte zijn de beste ber.gten ontvangen
omtrent het kanaal van Suez. In tien dagen tijds
zijn vijftig schepen met 35000 tonnen last het ka
naal gepasseerd en de beschuldiging, dat de heer
de Li s>eps op nieuw millioenen zou noodig hebben,
om het kanaal in ordete brengen, is voorshands
onwaar.
Ten opzigte van het verschil tusschen den on
derkoning en den sultan van Turkije is thans de
jongste brief van den eerste aan den laatste
bekend. De onderkoning verklaart, dat hij acte
wil nemen van het plan des sultans, om het bud
get van den Egyptischen staat niet te onderzoeken;
voorts, dat hij zich geene autorisatie tot het aan
gaan van leeningen kan laten welgevallen; want
dat daardoor een der vrijheden, aan Egypte reeds
verleend, zou worden verkort. De vorm van den
brief is overigens zeer eerbiedig, en de inhoud
strekt alleen tot handhaving der regten, die de
onderkoning bezit. Het is dan ook zeer onwaar
schijnlijk, dat men te Konstantinopel nog langer
aarselen zal, de goede verstandhouding, die nooit
had moeten ophouden, in alle kalmte te herstellen.
Cm nog even naar Frankrijk terug te keeren,
kunnen wij iets nader melden, omtrent eene ge
heimzinnige figuur in de geschiedenis van dat land.
Be man met het ijzeren masker, bekend, ook door
het beroemde tooneelspel van dien naam, is voor
goed ontmaskerd en het raadsel, dat jaren lang
tot zooveel uiteenloopende gissingen aanleiding gaf,
opgelost, Bij Deutu te Parijs is een werk van
Marius Topin in het licht verschenen waarin op
gezag van een aantal, tot nu toe onbekend geble
ven, documenten, het volste licht verspreid wordt
over de persoonlijkheid van den gevangene der
Bastille. De uitslag van het onderzoek des schrij
vers is, dat de man met het ijzeren masker nie
mand anders geweest is dan gelijk reeds meer
malen werd vermoed graaf Matthioly, minister
van hertog Karei 1V van Mantua, in wiens naam
hij met Lodewijk XIV geheime onderhandelingen
voerde over den afstand der vesting Casale aan
laatst genoemde, en welke zaak hij, vóór dat zij
haar beslag kreeg, aan de vijanden van Frankrijk
had verraden. Hij werd door Catinat in 1679 te
Turijn gevangen genom .u, en eerst naar Pignerol,
later naar het fort Exiles, vervolgens naar de Sint-
Margarethe-eilanden, en eindelijk in de Bastille
gebragt. De heer Topin maakt in zijn weik een
door hem gevonden kabinetsschrijveu van Lodewijk
XIV openbaar, waarin o. a. staat: »il faudra que
personne scache ce que eet homme est devenu." Ver
der bewijst de schrijver dat niet, zooals meD tot
nu geloofde, Matthioly reeds in 1681 in het fort
Exiles gestorven is, maar een zijner medegevan
genen.
Door rijks- en gemeente-veldwachters van Wijk bij Duur
stede was' Vrijdag aldaar gearresteerd en naar de gevangenis
overgebragt J. v. W., vermoedelijk dader der diefstallen van
schapen, vee uit de weide, enz. dezer dagen onder die ge
meente en environs gepleegd. In den nacht heeft de ge
vangene van zijn hemd een strik gemaakt, en zich bovendien
een prop, gevormd van een hemdreep, tot aan de keel in
den mond gestopt, en zich daarna aan de traliën opgehan
gen. De Friesche courant bevat over de feestelijkheid
van 17 Nov. de volgende niet onaardige Nova-Zembla-
parodie
't Was of natuur verbood den toeleg door te drijven;
Zij weigerde mooi weer ter wille van de schijven
Uit deernis met het geld, dat 't grapje kosten zou,
Geeft zij een dikke mist, in plaats van heldre kou.
Doch vrucht'loos is haar wenk op feest-en werkgezellen;
Het was den Haag niet vreemd natuur de wet te stellen.
Van al zijne gasten moet, volgens de Allg. Zeit., de kroon
prins van Pruissen den sultan het best hebben bevallen.
Men had den sultan nog nooit zoo spraakzaam en opgeruimd
gezien als in diens gezelschap. Herhaaldelijk had hij den
prins op den schouder geklopt, uitroepende: „wat ben ik
gelukkig!" Als eene historische kuriositeit wordt door
een der Parijsche bladen gemeld: „In 1848 ontving een com
missaris der regering de volgende depêche:
„Arresteer, door alle mogelijke middelen, den burger Louis
Napoleon, indien hij zich in uw departement vertoont.
(Get.) Ledru-Rollin."
„Een jaar, of vijftien maanden later, ontving de prefect
van hetzelfde departement eveneens eene depêche, aldus
luidende
„Arresteer, door alle mogelijke middelen, den burger
Ledru-Rollin, indien hij zich in uw departement vertoont.
(Get.) Dufaure,"
„minister van Louis Napoleon."
Men leest in de Russische correspondentie van aen Nord:
„Terwijl de winter te St' Petersburg zacht begint, heerscht
hij zeer hevig in het zuiden van Rusland. Alzoo meldt de
Messager du gouvernement, dat in den nacht van 8 op 9 No
vember, negen boeren, bijna allen herders, in de omstreken
van Alexandrof (gouvernement Catherinaslob) bevrozen zijn
gevonden. De onderkoning van Egypte moet het plan
feliad hebben, om het kanaal van Suez te doen inzegenen
oor vertegenwoordigers van alle bekende en onbekende
goden. Aan de eene zijde zouden staan de ulemas met alle
verschillende secten van Mohammed; aan de andere zijde
de rabbijnen en overige geestelijken, en eindelijk de patriarch
van Alexandrië. Op een gegeven oogenblik zouden al de
zegens worden uitgesproken in het Arabisch, Turksch, Arme-
nisch. Koptisch, Engelsch, Latijn, Hebreeuwsch, enz. Het
zou een hartverrukkend schouwspel zijn geweest. Maar de
Latijnsche patriarch heeft de uitvoering dier fantasie van
den khediv voorkomen door te verklaren, dat zulk een
mengelmoes van zegens niet overeenstemde inet de waardig
heid van het catholicisme. Hij heeft geweigerd om op het ge-
feven oogenblk zulk eën zegen uit te spreken. De keizerin
eeft toen haar aalmoezenier Bauer uitgenoodigd den aarts
bisschop te vervangen, en de zegen is op de vermelde wijze
uitgesproken tot groote blijdschap van den heer de Lesseps en
zijne genoodigden. Gelukkig kanaal, dat in acht 'taïen door
zestien secten is ingezegend.
Ingezonden.
WEEZENVERZORGING.
De commissie voor plattelauds-weezen-verzorging heeft
jl. Dingsdag eene vergadering .gehouden, waarbij op uit-
noodiging de onderscheidene armbesturen tegenwoordig
waren. Deze bijeenkomst was belegd met het doel, om
een verslag der werkzaamheden te geven, welke door de
commissie tot hiertoe waren volbragt. De president deed
zulks in korte trekken, en stelde daarbij een ieder in de
gelegenheid datgene te informeren, dat tot het groote werk
de weeshuisstichting in betrekking stond. Veel en doel
matig werd er gevraagd, welke vragen bereidvaardig zijn
beantwoord, en welke met groote belangstelling werden
aangehoord.
De president stelde het der vergadering verder ter keuze,
nu eene andere commissie te benoemen, waartoe evenwel
geene begeerte bestond, zoodat de tegenwoordige in functie
zal blijven. De twee plannen en teekeningen van het te
stichten weeshuis werden mede ter tafel gebragt en ter be-
zigtigiug gesteld, welke ook aller goedkeuring wegdroegen.
Ik mag het tot mijne blijdschap openlijk bekennen, dat
deze bijeenkomst zich bijzonder kenschetste door eendragt,
en, als door eenen geest geleid, zich oploste, door een sterk
verlangen, om het lot onzer plattelandsweezen eene betere
toekomst te doen opdagen. Waren dus de voorbereidende
werkzaamheden der commissie tot heden naar genoegen
der onderscheidene armbesturen volbragt, de gewigtigste
van allen zijn thans bij vernieuwing aan hare zorgen toe
vertrouwd, van welke omstandigheid het afhankelijk zal
gesteld worden of ons weeshuis zijne verrijzenis nabij zal
zijn. Want het is niet genoeg dat het algemeen erkend
wordt, dat de behandeling onzer plattelandsweezen eene
noodzakelijke hervorming moet ondergaanhet is niet ge
noeg dat de tot hiertoe gevolgde mishandeling yan den
armen mensch inderdaad bestaatdat ze vaak als verstoo-
tenen, als lastdieren worden behandeld dat het pronkstuk
der schepping gruwelijk verwaarloosd, en op eene onteerende
wijze wordt bejegenddat alles is niet genoeg er moet gehol
pen worden, en de reddende hand moet toegestoken worden.
Overal verrijzen er weeshuizen voor stads-ouderloozen
maar onze plattelandsweezen worden, helaas! vergeten, en,
het is door mij meermalen openlijk verklaard, zij worden
veronachtzaamd, evenals of het geene menschen waren, en
of zij niet even zoo als alle andere, een' schakel helpen
daarstellen van dien oneindig grooten keten in de natuur.
Laten wij derhalve niet achterlijk staan bij zoovele edele
zielen, die zoo zeer doordrongen waren en zijn van de behoefte
om den armen ongelukkigen wees te helpen. Uit onzen
tijd noemde ik vroeger (1) eenen George Muller te Bris
tol die thans een paar duizend weezen herbergt, en eenen
edelen Franke te Halle, die door eenen heiligen ijver aan
gespoord, het werk der weezen verzorging zich tot levens
taak gemaakt hebben.
En wat behoef ik naar den vreemde te gaan om heil
rijke voorbeelden te noemen van hen, wier menschen liefde
(1) Zie mijne brochure; „Weezenverzorging."