BUITENLAND.
Ten twaalf ure werden in hel Willemspark de 1
tiibunes voor de genoodigden en het terrein van het j
monument geopend. Beiden waren spoedig geuild.
Op een der tribunes merkte men op, behalve onder
scheidene leden der geslachten van van ITogeudorp. van
Limburg Stirum en van der Dnyn, ook drie ouden
van dagen. Het waren Dirk ran Duyne, een Fche-
veninger, die den prins in 1813 van de boot naar
den wal had gebragt, en de gebroeders Bles, de
eenige nog in leven zijnde leden van het Hangsche
orkest, die daarin voor het eerst na de restauratie
het volkslied hadden medegespeeld. Ook nas aan
de leden van het Chineesehe gezantschap cene phiats
ingeruimd.
De drie ouden werden door den heer d'Fngel-
bronner hartelijk toegesproken, en een vers voor
gedragen, door d n heer Burlage aan den eerstge
noemde toegewijd.
Voorafgegaan door de niuzijk der jagers kwamen
weldra de oud-strijders, leden der ereenigingen van
het Zilveren en het Metalen kruis, en schaarden
zich vóór en om de trappen au het monument.
De komst van prins Frederik werd met, daverend
gejuich begroet en de grijze vorst, ontvangen dooi
de leden der hoofdcommissie, reikte aan onderschei
dene hunner het eereblijk van de ridderorde van
den Eikenkroon namens den koning-groothertog over.
Inmiddels kwamen ook de rijtuigen, die tie overige
leden der kon. familie op het terrein bvagten. Eerst
de prins van Oranje, in de uniform van generaal
der cavallcrie daarna prinses Marie, in blaauvv satijn,
met hermelijnen mantel, waarover een breede oranje-
echarpe vervolgens de koning in de nieuwe generaals
uniform, de koningin, in een prachtig poneeau-rood
fluweelen kleed met hermelijnen mantel en breede
oranje-echarpe en eindelijk prins Alexander. Het
rijtuig, 'waarin de kening, de koningin en prins
Alexander gezeten waren, was voorafgegaan door
een detachement cavallerie en gevolgd door eene
eerewacht, gevormd uit eenige jongelieden van adel
lijke geslachten.
Het gedruisch werd spoedig ervaugen door cene
doodsche stilte, toen prins Frederik het woord nam,
en met eene korte toespraak over liet leed en de
klimmende ellende van het Nederlaudsche volk in
het laatst der vorige en het begin der tegenwoordige
eeuw, het monument aanwees als een blijvende her
innering aan dien treurigen toestand, maar ook van
de zegerijke herwinning onzer onafhankelijkheid.
Na die toespraak gaf de prins het sein tot de
onthulling en het monument was zigtbaar voor elks
oog, als een zinnebeeld van de spreuk der Neder-
landsehe natie: Eendragt maakt magt.
Nu werd liet gedenkstuk overgedragen aan de
gemeente 's Gravenhage, en namens deze door den
burgemeester der residentie aanvaard. In zijne rede,
zeide de burgemeester, dat de plaats, waarop het
monument stond, voortaan den uaain zou dragen
van Plein van 1S13. Eene hartelijke dankbetuiging
aan prins Frederik deed een krachtige toejuiching
op deze toespraak volgen. Ook namens de hoofd
commissie werd door den president van orde. de
heer Heemskerk Az., dank aan prins Frederik loe-
gehiagt voor zijne onvermoeide hulp en ondersteu
ning, als eere-voorzitter, aaii de hoofdcommissie
bewezen.
De opwekkende tonen der heide muzijkcorpseu,
die nu het Wilhelmus deden klinken, Mierden de
geestdrift ten top, maar gaven tevens den hoog-
leeraar J. J. van Oosterzee aanleiding tot zijne
rede, waarin hij alles, wat hem op het hart lag en
door den geest voer, zamenvatte in deze drie denk
beelden ootmoedige dank, vernieuwde trouw en hoop
volle wijding.
Toen hij geëindigd had, werden door de vele dui
zenden liet 6e en 8e couplet van het, volkslied
aangeheven, en daardoor het zegel gedrukt op
's redenaars bede: Bewaar o God, den koning lang,
en 't lieve vaderland.
Nu volgde een optogt van verschillende corporatien,
aanvangende met de kinderen uit de weeshuizen van
's Gravenhagedie de "vorstelijke familie bouquetten
en kransen aanboden. Ook de typografische en litho
grafische vereenigingen waren in den optogt verte
genwoordigd, elk met een wagen, waarop eene pers
in werking was. De eerste drukte volksliederen, de
laatste afbeeldingen van liet, monumentdie beiden
onder liet volk verspreid werden.
Inmiddels hadden in de Maliebaan -volksvermake
lijkheden plaats waarvan ook honderden aansehou-
wers genot hadden. Ilier was het in waarheid een
nationaal feest.
De dragers van het «Zilveren Kruis" werden later
in het locaal «de Yereoniging" namens prins Frederik
op ververschiiigen onthaald. En de vreugde steeg ten
top, toen de prins zelf binnentrad en zien eenigen
tijd op minzame wijze met de oude strijders onderhield.
In Diligentia werd ten half vijf ure door prins Fre
derik aan de afgevaardigden van de verschillende
plaatselijke commission een diner aangeboden, dat ten
half negen ure afliep. Onderscheidene toasten op de
leden van liet vorstelijke huis, vooral op den gastheer,
maar ook op de natie en op de eendragt van de
zonen van hetzelfde vaderland werden daar uitgebragt.
De prins ging daarna zijne gasten voor naar den
muzijktempel op liet Buitenhof, waar de feestcantate
(woorden van Nieo'nas Beets, compositie van Nicolaï
werd uitgevoerd. Ook hier was de prins de held van
het feest en deed zich door zijne bekende minzaam
heid op nieuw kennen en waarderen.
En daar buiten De illuminatie was ontsto
ken, en de vorstelijke familie nam haar met de dui
zenden en duizenden, die zich door de straten bewo-,
gen, in oogensehouw. Ook had er een gecostumeerde
optogt plaats voorstellende de onderscheidene tijd
vakken van ons volksbestaan, sedert prins Willem I.
In den schouwburg werd ter eere van de Haagsche
scherpschutters eene voorstelling gegevendie door
de leden, welke zulks verlangden, op kosten van den
kommandautgratis kon worden bijgewoond. De
koning niet de prinsen vertoefden ook nog eenigen
tijd in den schouwburg.
Ziedaar in korte, vlugtige trekken iets van de feest
viering-, waarmede het nationaal monument is onthuld.
O'
Bij de Tweede Kamer is dezer dagen ingekomen
een wetsontwerp tot regeling der schutterijen,
waarbij het beginsel van algemeene dienstpligtig-
heid op den voorgrond wordt gesteld. De leeftijd
is beperkt van het 25 tot liet 39ste. levensjaar.
Plaatsvervanging is afgeschaftalleen verwisseling
tusschen schutters die tot de mobiele en tot de
reserve-schutterij behooren is geoorloofd. De oefe
ningen zijn van 80 uren in het jaar voor onge-
oefendenvan 20 voor geoefenden. De kosten der
schutterij worden aan de gemeente vergoed tot
een maximum van 5 voor ieder dienstdoend
schutter.
Tot 2 hulponderwijzer aan de gemeenteschool
te Wenreldinge is benoemd de heer JG. Kloppets.
Vervolg en slot van Int verslag der zitting van
de Prov. Staten van Zeeluid.
De Voorzitter stelde aan de orde de lreui door
ged staten opgedragen beantwoording der door den
heer Verhagen gedane interpellatie, betrekkelijk de
kunstmatige oesterteelt.
Ilij doet iu de eerste plaats opmerken dat de zaak
der visscherij op de Schelde en Zeeuwsche stroomen
niet behoort tot de onderwerpen, die aan het provinci
aal bestuur ter behandeling zijn opgedragen, maar
tot het dep van fin., het bestuur der domeinen en
het collegie voor de visscherijen. Slechts in en
kele gevalleno. a. op de adressen tot wijziging
van het reglement van 1825, is het gevoelen van
ged. staten geviaagd. Daarbij hebben zijmet het
oog op de geschi denis, geineend, hoofdzakelijk op
het belang der visschers van beroep te moeten letten.
Het wenschelijko der verbetering en u tbreiding
van de kuiitsuiatige oesterteelt zijn ged. staten
to -gedaan. Het kou. besl. van dit jaar omtrent
die zaakheeft men waarschijnlijk ie danken aan
hun advies.
De voorzitter heeft zich om meer op de hoogte
te zijn, gewend tot den voorzitter van het collegie
voor de visscherijene.i d ze heeft hem het rap
port der commissie medegedeeld omtrent de oes
terteelt in bet algemëeff en tie vroeger genomeue
proeven. Ook was hein bekend geworden, dat het
bestuur der visscherij te Tliolen in briefwisseling
was met den minister van finautien, en dat deze
voornemens was naar Zeeland te komen, hetgeen
echter nog niet geschied is.
Na bet besluit van 5 Nov. 1868 zijn alle stuk
ken aan ged. staten overgelegd, en deze hebben
i
gemeld collegie overtuigd, dat het in de gegeven
omstandigheden niet wel doenlijk is, meer te doen,
zonder de belangen der visscht rs in de waagschaal
te stellen.
Hij erkent evenwel en vraagt daarvoor verschoo
ning, dat hij zich eenigzins heeft vergist, toen hij
in de zitting vau 3 Nov. 1S68 zeide, dat ged.
staten in den geest van hut adres hadden gead
viseerd; ten deele was dit juist, maar het advies
betrof uitsluitend het geven van vergunning aan
visschers van beroep, terwjjl adressanten concessie
verlangden ook voor particulierengeen visschers
van beroep.
De heer Verhagen verklaart slechts betrekkelijk
dankbaar, maar zeer zeker niet voldaan te zijn voor
de ontvangen inlichtingen. Het spijt hem, dat de
voorzitter zich den 3 Nov. 1868 heeft vergist, want
diens verklaring van toen is oorzaak, dat in het
depart. oes der maatsch. van Nijverheid geen nader
voorstel is gedaan. De kunstmatige oesterteelt is
voor deze provincie van het hoogste gewigt, en de
uitkomsten kunnen zeer bevredigend zijn. Spreker
wijst op hetgeen iu Frankrijk is geschied. In de
baai Arcachon zijn door de regering iu I860 drie
oesterperken aangelegd, zaïn n ter grootte van 26
liektaresen deze leverden bij den aanvang van
1868 pp; 34.060.000 oesters of eene waarde van
p. m. 700.000 of f 25.000 per hektare in acht
jaren. Behalve die drie rijksperken zijn in diezelfde
baai nog 116 perken in concessie uitgegeven, te
zamen 370 hektaresen deze geven jaarlijks eene
winst van f 500 tot 800 per hektaie Alle eon-
cessien van den laatsten tijd gelukken, mits kapitaal
noch ijver ontbreekt. Hetzelfde geldt voor Engeland
En nu liggen meer dan 1000 liektares op het
verdronken Zuid-Beveland, die volgens verklaring
van een Franseh deskundige bijzonder tot exploi
tatie geschikt zijn. Spreker herinnert vei der het
voorgevallene in de vergadering van de prov. staten
van het vorige jaar en gelooft dat men zijn ver
klaring zal billijken dankbaar maar niet voldaan.
Hij voegt er bij, dat lip veel liever, even als in
Groningen, had gezien, dat men gelden voor deze
industrie had toegestaan, dan, zoo als hier geschied
is, eene som van/'1000 te geven voor het bezoek
van handswerkliedi n aan de tentoonstelling te Am
sterdam. Hij doet ten slotte het
staten andermaal uittenoodigen, hun
komst te verleeuen en niets onbepr
om de hooge regering van het we.
overtuigen, dat zoo spoedig mogelijk alle bestaande
belemmeringen opgeheven worden, waardoor particu
lieren, geen visschers van beroep zijnde, verhinderd
worden, de kunstmatige oesterleelt ook in onze pro
vincie te beproeven.
Nu voeren nog het woord: de Voorziter en de
heeren van lJsselsteyn, de Jonge van Ellemeet en
de voorsteller. Na de verzekering van den Voor
zitter, dat ged. staten gereed zijn tot onderzoek
wordt de beraadslaging gesloten.
Vervolgens wordt nog aangenomen het voorstel
tot eenige wijziging in de begrooting voor 1870.
Na afloop der werkzaamheden brengt de heer
de Jonge van Lllemeet nog ter sprake de ongere
gelde aankomst der posten op Walcheren, en wenscht
'at zijne klagt in de notulen opgenomen en een
afschrift daarvan aan den min. van finantien ge
zonden worde.
De Voorzitter zegt, dat ged. staten niets met
de posterijen te maken hebben.
De heer Verhagen oordeelt, dat zoodanige klagt
niet in de notulen te huis behoort.
De heer Fransen van de Putte is het eens met
dit oordeel.
De Voorzitter doet opmerken, dat alles, wat in
de vergadering gesproken wordt, ook in de notulen
wordt opgenomen en dat hij geen bezwaar tegen
het verzoek van den heer de Jonge van Ellemeet
heeft.
De vergadering is daarna, in naam des koniugs,
gesloten.
Te 's Hage is een man, terwijl hij bezig was
de vlag uit het paleis van Z. M. den koning te
ontrollen, van boven neergevallen. Hij was onmid
dellijk een lijk.
Niettegenstaande de tongblaar zich ook in do
Langstraat al meer en meer begint te verto men
gaan veehouders toch voort met belangrijke aiin-
koopen te doen, en wel tot zeer hooge prijzen.
Vette koeijen worden sedert eenige dagen tot
verminderde prijzen verkocht. Ook de vette var
kens zijn vrij wat minder in prijs, zoodat men
thans tot 63 a 64 cents per kilogram vrij zware
varkens kan koopen.
Het provinciaal gevegtshof in Drenthe heeft
vernietigd het vonnis der arrondissements regtbauk
te Assen, waarbij mr. M. Oldenhuis Grata mg ver
oordeeld is tot gijzeling, omdat hij liet advies,
door hem als advokaat aan ea beschuldigde ge
geven, niet wilde openbaren.
Het ministerie in Bei.gie is geinterpelleerd dooi
den heer Dumourtier, die beweerde, dat de oorzaak,
waarom er bij de opening der kamers geene troon
rede was uitgesproken, moest gezocht worden in
oneenigheid tusschen den koning en de ministers.
Hij vroeg dan ook, waarom het ministerie niet af
trad. Ook verlangde hij inlichtingen, aangaande de
Franseh—Belgische spoorweg-aangelegenheid en
wenschte de overlegging d-r daarop betrekkelijke
stukken. De minister van finantien heeft geant
woord en ontkent, dat er eenig verschil van gevoelen
tusschen den koning en zijne raadslu dep is. De aftre
ding zou doelloos zijn, want het ministerie vertegen
woordigde de meerderheid, en de onderhandelingen
over de spoorwegkwestie waren mondeling gevoerd,
zoodat geene stukken konden overgelegd worden.
De kamer nam genoegen met deze inlichtingen en
ging over tot de beraadslagingen over de begrooting.
De berigten uit Frankrijk spreken nog gedurig
van de opgewondenheid die er onder de kiezers
heerscht. Het houden van meetings was aan de orde
van den dag, doch dit zal nu geëindigd zijn, daar
vijf dagen vóór de verkiezing geene openbare ver
gaderingen meer mogen plaats hebben.
Rochefort zal een nieuw blad uitgaven, dat den
naam zal dragen van la Marseillaise. Als een bewijs
van zijn karakter kan dienen, dat toen hij aan de
prefecteur van politie kwam, om den naam van zijn
blad bekend te maken, hij zich veroorloofde aan een
redacteur van de Pays, die daar ook was, de spot
tende opmerking toe te voegendat deze zeker
kwam, om het loon voor zijne schandelijke artikelen
te ontvangen. Deze opmerking bezorgde hem da
delijk eene uitdaging.
Uit Ismaïla wordt onder dagteekening van 18 No
vember een telegram medegedee'd omtrent het feest
maal, den vorigen dag door den heer de Lesseps aan
geboden aan de leden van het handelscongres, de
kamers van koophandel en de administratie van het
Suez-kauaal. De Lesseps hield eene rede, waarin hij
zeide, dat de arbeid aan het kanaal zelf geëindigd
wasmaar dat men de tegenwoordige organisatie
der justitie in Egypte moest hervormen, welke de
krachten der compagnie verlamt en den handel
knelt. De regering van Egypt wil haar dan ook
in overeenstemming met de mogendheden hervor
men. Maar de Lesseps constateert met leedwezen,
dat het de regering van Frankrijk is, die den mees
ten tegenstand biedt aan het voorstel tot hervor
ming, welke toch zoo noodzakel k is voor de com
pagnie, d° inwonende vreemdelingen en de inboor-