51
gevraagd: wie zal voor de armen betalen? Het spreekt van zelf,
dat ik nooit mijne stem zou schenken aan een voorstel, dat de
armen den last oplegde, tot voldoening van schoolgeld, maar
wat aan de armen wordt kwijtgescholden zou ik willen laten
dragen door de andere leerlingen der school, die betalen konden.
Men heeft mij toegeroepenwaartoe de ontevredenheid der
burgerij opgewekt? Maar ik ben mij bewust, zulks niet gedaan
te hebben. Of zoekt men dat als doel in mijne gisteren uitge
sproken rede? Welnu het zij zoo; doch ik verklaarplegtig.dat
het bij mij een beginsel geldt, waarvoor ik zal strijden, zoolang
ik kan. Ook de Voorzitter heeft gezegd, dat er nimmer eene
inrigting is tot stand gebragt voor de rijken, in de kosten
waarvan de armen moeten dragen. Dit is niet mijne bedoeling
geweest, maar ik heb alleen willen zeggen, dat zij, die van de
inrigting gebruik maken, niet dragen in de kosten, naar even
redigheid dat zij er van genieten.
De heer Fransen van de Putte erkent zeer gaarne, dat de uit
gaven voor het lager onderwijs in de laatste twee jaren hoog
zijn geweest. Doch men vergete niet, dat zij alleen zijn aan
gewend om aan het imperatief voorschrift der wetuitvoering
te geven, 't welk vordert, dat er voldoend openbaar onderwijs
worde gegeven. En wat was de oorzaak dier uitgaven? Doordat
het bijzonder onderwijs in deze gemeente niet voldoet, en alle
leerlingen naar het openbaar onderwijs toestroomen. En dit is
zeer begrijpelijk. Het bijzonder onderwijs strekt zich slechts uit
tot wat het bestuur der school goedvindt; het openbaar onderwijs
omvat alle vakken, in de wet opgenoemd. Bovendien denke
men ook aan het dispunt dat onder de bestuurders vau het
bijzonder onderwijs alhier bestaan heeft, zoo, dat op een goeden
dag de school gesloten was en velen aan de openbare school
kwamen aankloppen. Is het dan eene willekeurige handelwijze
van het gemeentebestuur, als men die aankloppenden binnenlaat?
De heer Pompe heeft ook nog het gratis onderrigt aan armen
besproken. Tot zijne geruststelling kan ik hem mededeelen, dat
daarmede met de uiterste naauwgezetheid wordt omgegaan. Er
bestaat eene commissie, die de leerlingen in drie klassen ver
deelt; gegoeden, die het volle schoolgeld betalen, minder ver
mogenden, die de school der 2e klasse bezoeken, en dus een
minder schoolgeld voldoen en armen van wie niets gevorderd
wordt. Hoe die commissie handelt, kan de heer Pompe het
best van zijn schoonvader, de heer Saaymans Yader, vernemen,
die zelf van die commissie lid is geweest. Maar de bewering
dat het bijzonder onderwijs, ten koste van het openbaar, onder
drukt wordt, mag niet geduld worden.