50 eq de hoofdelijke omslag is van 1 tot 6 gestegen. Ik erken, dat het moeijelijk is om daarin verandering te brengen, maar men kan toch niet ontkennen dat de belastingen vermeerderd zijn juist ten koste van het onderwijs. De heer rar. de Laat de Kanter zegt, ten vorigen jare eene statistiek van de leerlingen der Hoogere Burgerschool opgemaakt te hebben, en dat daarop één leerling voorkwam, wiens ouders niet in den H. O. waren aangeslagen. Hij vraagt of het niet wat te ver gedreven is, om te beweren, dat de verhoogiiig van den H. O. geheel ten koste van het middelbaar onderwijs ge schiedt De Voorzitter vraagt, ter wederlegging van het beweren, dat men inrigtingen in het leven roept alleen voor de rijken, of, als men het schoolgeld verhoogde, de burgerij niet nog meer van den toegang tot die inrigtingen verstoken zouden zijn? De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort repliceert: De woor den van den heer Fransen van de Putte, dat mijn optreden als lid van den raad met genoegen was begroet waren mij regt aangenaam. Doch minder aangenaam was mij de reden, die er op volgde: dat men den vijand voortaan met open visier kon te gemoet tredeu, die vroeger achter de schermen streed. Behalve dat dit weder een algemeene term is, is die reden ook gisteren ter sprake gebragt en ik zal er daarom van zwijgen. Men zegt, dat het niet ter goedertrouw is. te beweren, dat al de belastin gen voor het onderwijs zijn aangewend, want er zijn ook andere uitgaven. Dit wederlegt nog niet, wat ik gisteren heb gezegd, dat het onderwijs gedurig meerdere kosten vordert en daardoor de belastingen vermeerderd zijn. Ik wil niet zeggen, dat er geen uitgaven voor het onderwijs moeten gedaan worden, maar ik wil, dat zooveel mogelijk de uitgaven en de inkomsten van het onderwijs in evenredigheid met elkander zijn, en dat kan ver kregen worden door verhooging van het schoolgeld. Ik beroep mij op het verslag van het onderwijs ten vorige jare door de regering overgelegd. Daaruit blijkt, dat waar een matig school geld van de leerlingen der openbare lagere scholen geheven wordt; viermaal meer kinderen van het bijzonder onderwijs gebruik ma ken dan waar het openbaar onderwijs kosteloos verstrekt wordt. Daarom blijf ik beweren, dat het bijzonder onderwijs gedrukt wordt. Ik kom ten sterkste op tegen de aantijging, dat het mijne bedoeling zou zijn het dag. bestuur van iets te beschuldigen, maar waar men naar feiten vraagt, waardoor het bijzonder onder wijs onderdrukt wordt, dan wijs ik op de g roote uitgaven voor het openbaar onderwijs, waaraan ook zij moeten bijdragen, die alleen van het bijzonder onderwijs gebruik maken. Men heeft

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 10