33 rekening en het daarop ontvangen antwoord van burg. en weth en zegt: Het spijt mij, dat de bedoeling' der commissie omtrent de brikbeglooijing niet begrepen is. lo. De commissie meende, en ik verkeer nog in dit denk beeld dat de brikbekleeding en het utbaggeren bij aanneming kan geschieden. Welk voordeel loch voor de rigtige uitvoering van het werk, heeft men, bij het doen verrigten dier werken in daggeld? Noch van den ambtenaar, belast met het toezigt, noch van den wethouder, kan gevorderd worden, dat hij daarop zoo surveilleert, dat men niets zonder hem verrigt. De commissie zeide in haar rapport, dat als men had aanbesteed, de post welligt niet met 378 zou overschreden zijn. Waarom zou het bag geren in de haven niet even goed bij aanbesteding kunnen wor den uitgevoerd als het baggeren in de vest? Br is gezegd, dat ds scheepvaart mogelijk zou gestremd worden maar als het ge bleken is, dat die stremming kan vermeden worden bij het werken in daggeld, dan kan dit ook bij publieke aanbesteding. 3°. Hetzelfde geldt van de windwerken. Burg. en weth. zeg gen dat nu voor het onderhoud wordt ingestaan. Waarom kan dat onderhoud niet als voorwaarde aan de aanbesteding verbon den worden 3°. Een hoofdpunt: de 110,toelage aan den Sasmees- meester voor zooals burg. en weth. zeggen adsistentie en toezigt bij het in- en uithangen der deuren Ik wil aan den sasmeester geene belooning ontzeggen, maar constateer alleen, dat 14,a 15,daags is betaald voor adsistentie en toezigt bij een werk, dat met de gereedschappen der gemeente, in zeven dagen en door twee arbeiders is "verrigt De heer 'Fransen van de Putte vraagt het woord om eene motie van orde te doen. De heer Verhagen heeft de beleefdheid om te spreken over eene nota van inlichting op het rapport der finan- tieele commissie omtrent de rekening over 1888. Maar wij be handelen nu de begrooting voor 1870. Ik stel daarom als motie van orde voor, dat de heer Verhagen zijne bedenkingen schrif telijk indiene bij burg. en weth. en dat die later dan behan deld worden, terwijl nu met de behandeling der begrooting worde voortgegaan. De heer Verhagen doet opmerkenWij behandelen de begroo ting van 1870 en ik spreek over het uit- en inhangen der sas- deuren. Wanneer kan men meer gepast over dit onderwerp dis cussieeren, dan als men daarmede bezig is Het behoort toch ook tot de haven- en kanaal werken.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 8