BINNENLANJDSCHE BERIGTEN.
BUITENLAND.
dan nog liever eene wet, die verbiedt, dat kinde
ren beneden 13 jaren zullen arbeiden, alleen met
uitzondering van den arbeid, dien zij tusschen de
schooltijden kunnen verrigten.
Maar waar blijft dan de vrijheid, als men zegt
ouders uwe kinderen worden niet gedwongen om
ter school te gaan, maar voor hun 13e jaar moogt
gij ze niet tot een of anderen arbeid uitzenden,
Wij laten daar, dat, bij zulk eene bepaling,
zeker houderde stemmen zich verheffen zouden
van ouders, die beweeren, dat zij bij hun sober
inkomen, niet kunnen bestaan, tenzij de kinderen
ook wat verdienen. Wij zouden ook wenschen,
dat de ouders hunne kinderen wat langer van
het schoolonderwijs lieten genieten, maar zien geen
kans, om het bezwaar wegtenemen, dat door die
ouders niet zonder grond gemaakt wordt.
Maar ons dunkt, dat zij, die uit zucht naar
vrijheid de schoolpligtigheid niet willen, die daarin
een gewetensdwang zien, zonder inconsequentie
niet kunnen wenschen, dat de ouders gedwon
gen zullen worden, om hunne kinderen van den
arbeid terug te houden, tot op zekeren leeftijd^
terwijl die ouders misschien, naar hun gevoelen,
in den arbeid de beste gelegenheid tot ontwik
keling voor hunne kinderen zien.
Als men in het eene geene belemmering wil,
dan moet men die niet in andere opzigten
willen opleggen.
Zoo voert de vrees voor het eene kwaad soms
een ander te gemoetdat men ongemerkt bedrij -
ven zou, maar waardoor men tevens hoogst onbil
lijk zou worden.
Wij gelooven, dat het voorshands het beste is,
om te wenschen, dat het schoolverbond weldra
op flinke wijze zal gaan werken; en dat wij voorts
allen de pogingen tegen het schoolverzuim, waar
wij kunnen, ondersteunen. Dit toch mogen wij wel
aannemen, zonder gevaar van tegenspraak, dat,
hoe meer wij de menschen zoeken te ontwikkelen,
en hoe verder de menschheid voortsnelt op de
baan der beschaving, des te eerder al die mid
delen onnoodig zullen worden, die nu door velerlei
verzuim en onkunde en onwil noodzakelijk wor
den gemaakt. Als op de scholen een flink geslacht
is gevormd, zal het de volgende daarhenen zenden
zonder schoolverbond, uit eigen overtuiging, op
grond van eene gelukkige ervaring.
GOES den 1 November 1869.
Aan de burgemeesters der gemeenten in Noord-
Holland is door den commissaris des konings in
dat gewest, bij circulaire dd. 26 October 1869, het
volgende berigt:
Het is te mijner kennis gekomendat in som
mige gemeenten dezer provincie de longziekte onder
het rundvee zich wederom heeft vertoond. Met het
oog vooral op de aanstaande groote veemarkten is
het van het grootste belang, dat geen vee, aan die
ziekte lijdende of daarvan verdacht, vervoerd worde.
Ik dring daarom weder ten zeerste bij u aan op
de s iptste naleving der artt. 459 en volgende van
den Code Pénal."
In de Staatscourant van Vrijdag zijn opgeno
men de besluiten tot vaststelling van een reglement,
betreffende den vorm, de zamenstelling en de af
metingen der maten en ge wigten, tot het justeeren
der gewigten, en tot regeling van het examen van
ijker of adjunct-ijker der maten en gewigten.
De StaatsCourant bevat de voorwaarden voor
eene vergunning tot den aanleg en het gebruik van
„Zoo, zoo, op de vlugt? En gij denkt, dat ik haar
heimelijk zal medenemen?"
Nu deed de gesluijerde dame zelf den mond open.
„Geloof niet, lieve heerzeide zij met eene melodi
sche stem, „dat gij met eene misdadige te doen heb.
Treurige familierelatien dwingen mij tot dit zoo ver
dacht geheim."
„Aha, ik merk het! Gij wilt misschien wel een
gestreng echtgenoot ontwijken?"
"Neen, neen," hernam de dame ras; „integen
deel, ik wil naar mijn man, die zich reeds sedert zes
maanden te Philadelphia bevindt."
„Ik vaar naar New-York, Mevrouw! Gij ziet dus
dat het niet gaat. En bovendien is het mij toch on
begrijpelijk, waarom eene vrouw, die naar haren man
wil gaan, niet openlijk zou kunnen vertrekken, indien
zij geene misdaad bedreven heeft."
„Gij wantrouwt mij," antwoordde de vreemde op
angstigen toon, terwijl zij bij voortduring schuw ron
dom zich zag, „maar ik zweer u, dat gij geene reden
hebt, om mij te verdenken. Slechts de boosheid mijner
betrekkingen, die mij naar het leven staan, om mijne
nalatenschap te veroveren, hebben mij tot deze ge
heime vlugt gedreven. Hoor mij slechts eenige mi
nuten aan, en ik mag vertrouwen dat uw hart, het
welk zoo goed en welwillend ismet mij bewogen
zal zijn. Als er een is, die het doed, dan is het de
heer Houtman zeide deze brave manaan wien ik
mij toevertrouwde. Zou hij zich in u bedrogen heb-
inn rainsfp.
eene telegrafische verbinding van Nederland met
Noord-Amerika aan den heer W. Cornell Jewett
van Washington.
Bij het laatst gehouden examen van onderwijzers
en onderwijzeressen te Middelburg, zijn toegelaten
onder meerderen: tot onderwijzeres in de Hoog-
duitsche taal mevr. de wede. Besta, geb. van Beek
en tot hulponderwijzer dhr. A. Kok.
Ten opzigte van het al of niet g oorloofde van
het opnemen in de bladen, van advertentiën betref
fende buitenlandscbe loterij-leeningengeeft de
N. 11. C. te kennen, dat de arresten van den
hoogen raad van 14 Jan. 1851 en Junij 1859
genoegzaam hebben uitgemaakt, welke loterijen
onder bereik van het besluit van 22 Julij 1814
vallen. Volgens die arresten kunnen alle premie-
leeningen van vreemde staten of steden, waarbij
zekerheid bestaat, dat altijd en in ieder geval,
hetzij vroeger of later, het ingelegde kapitaal wordt
terug ontvangen, niet a!s verboden loterijen worden
aangemerkt, maar wel de speculatiën van bankiers,
op die geldleening en hunne aflossingen gebaseerd,
en van de verhuringen, door vreemde bankiers aan
gekondigd.
Uit Esbjerg in Jutland wordt het volgende
medegedeeld: bij gelegenheid dat men hier, bij
de werkzaamheden voor het aanleggen van eene
haven, tot op eene aanmerkelijke diepte beneden
de oppervlakte der zee den grond had uitgegraven
stiet men op een woud, bestaande meerendeels uit
qiken, die eenige ellen boven de wortels door eene
onmetelijke kracht waren afgebroken en waarvan
de stompen voor een zeer groot gedeelte waren
blijven staan. Velen waren verbrijzeld, uit den
grond gerukt en lagen tusschen de stronken ver
spreid. Het hout was buitengewoon hard, als ebben
hout, en had er tevens de kleur van. Opmerkelijk
is het, dat dit verbrijzelde woud wordt aangetroffen
tusschen modder- en zandlagen, alsof het elders
had gestaan, uit den bodem was gerukt, later hier
gestrand en onder de in vervolg van tijd gevormde
lagen was bedolven geworden.
De Arnli. Courant meldt het volgende:
Onze stadgenoot van Hom de man die op de
Internationale Tentoonstelling te Amsterdam zijn
model houtzaagmolen heeft geëxposeerd, is onlangs
uit Londen teruggekeerd, waar hij zijn arbeid eigen
handig heeft opgeslagen in het Polytechnical Mu
seum. Hij heeft bovendien de voldoening gehad
dat zijne inzending met eene zilveren medaille is
bekroond; van Horn is, gelijk men zich herinnert,
een eenvoudig werkman, op de werf van den heer
Coers en vervaardigde zijn model in vrijen tijd.
Volgens de Independence Beigeis de persoon,
wiens arrestatie is gemeld, en die verdacht wordt
van de misdaad, gepleegd in de rue de Brabant
op de dames van der Poelnaar men verzekert,
een inwoner van Leuven. Hij is gevankelijk te
Brussel binnengebragt.
De feestelijkheden in Egypte, ter gelegenheid van
de inwijding van het Suez-kanaal zullen te Port
Said een aanvang nemen in den ochtend van den
KJden November. Den volgenden morgen, 17den No
vember, 'zullen al de schepen naar Ismaïla vertrek
ken waar zij tot en met den 18den zullen blijven.
Den 19den vertrekken zij naar Suez, in welke laat
ste stad de feesten zullen worden gesloten.
Volgens berigten uit Peruloopende tot het
einde van September, waren alle inwoners van
Callao, de haven van Lima, door eene Panische
schrik bevangen. De geheele stad was verlaten
en werd steeds door patrouilles doorkruist om te
voorkomen, dat andere dan de regtraatige eigenaars
bezit namen van het acbtergelatene. De geheele
zuidelijke kust was ontvolkt en alle zaken stonden
heden nog aan boord van een schip zijn want ik
word vervolgd. Zoo als ik zeker weet, zijn reeds
toebereidselen gemaakt, om mij in de haven, waaruit
stoombooten en zeilschepen met passagiers naar zee
gaanvast te houden en terug te brengen. Dan ben
ik verloren, en ook het kind, dat ik onder het hart
draag, en op hetwelk men het vóór alles voorzien
heeft. Een oom, die naar het bezit van mijn vaderlijk
erfgoed hunkert, doet alles om mij en mijn ongeboren
kind te ruïneren. Hij had vergif voor mij bereid, hij
was van plan mij als waanzinnige in een krankzinnigen
gesticht te laten opsluiten. Ik moest vlugten. Naar
mijn man wil ik terugkeeren of in Amerika door reg-
terlijke bemiddeling beproeven, mijn vermogen terug
te bekomen."
„Maar, lieve Mevrouw! waarom kwam uw echt
genoot niet over? Waarom heeft hij u verlaten?"
„Hij heeft mij niet verlaten. Ik huwde hem tegen
den wil mijner betrekkingen. Het gelukte hun, hem
als een staatkundig misdadiger te brandmerken en
hij moest vlugten, om den kerker te ontgaan. Neem
mij op, ik bezweer het u bij alles, wat u heilig is, ik
vraag het u op mijne knieën, red mij! Dan zal
ik u alles openbaren
„Maarbeste Mevrouw ik kon wel eens in des
duivels keuken komen!" hernam de goede kapitein.
„Help haar toch, patroon Een brave zeeman vreest
niet voor landrotten."
„Ei wat, gij hebt goed praten, Knapperman! Ik
.him met eere griis geworden en als het dan eens
stil. Allen zagen met vreezen en beven de dagen
tusschen 30 Sep. en 5 Oct. te gemoet, gedurende
welken tijd de abt Falb voorspeld had, dat het
land door aardbevingen en vulcanische uitbarstin
gen zou verwoest worden. Zelfs de oorlogschepen
hadden zich uit de haven verwijderd in afwach
ting van hetgeen gebeuren zou. Werkelijk deden
zich door geheel Peru reeds schokken van aard
beving gevoelen, welke ook opgemerkt werden te
Guayaquil en door geheel Ecuador.
BENOEMINGEN en BESLUITEN!
Op verzoek eervol ontslagen als burgemeester der ge
meente Hoedekenskerke de lieer, C. Goud en tot burgemeester
dier gemeente benoemd de heer H. K. Persant Snoep.
De gemeenteraads-verkiezingen in Belgie zijn
afgeloopen. De clericale partij is op verreweg de
meeste plaatsen geslagen, ondanks de pogingen die
voor hare candidaten, zoo in het openbaar als in
het verborgen, werden aangewend.
De nieuwsbladen in Frankrijk spreken altijd nog
van den 26® October en verheugen zich, althans
wat de liberale en onafhankelijke bladen betreft
over den rustigen afloop. Indien men echter hoopte,
dat de keizer, tevreden als hij is over dien afloop,
de opening van het wetgevend ligchaam zou ver
vroegen, heeft men buiten den waard gerekend. Wel
is er een minister-raad gehouden, waarin ook de
heer Schneiderpresident van het wetgevend lig
chaam, tegenwoordig was, en waarin deze met de
ministers Magne en Chasseloup-Loubat voor de ope
ning op 8 November ijverde, doch na een ernstig
debat werd het besluit genomen om bij het vast
gestelde tijdstip van 29 November te blijven.
Dat men echter voor de toekomst nog niet ge
rust is, kan onder anderen daaruit blijken, dat de
minister van oorlog aan de generaals in de ver
schillende provinciën eene circulaire gerigt heeft,
om hen te herinneren, dat zij zich, zonder bepaald
verlof, niet van hunne garnizoensplaatsen mogen
verwijderen. De minister voegt er bij, dat thans,
meer dan ooit, hun onafgebroken verblijf in de
garnizoensplaatsen noodzakelijk is. Waartoe kan
die circulaire anders dienen, dan om te verhoeden,
dat niet de bevelhebber der troepen ontbreekt bij
het ontstaan van ongeregeldheden?
De wets-ontwerpen, die als gevolgen der onlangs
aangenomen wet op de hervorming, moetea inge
diend worden zijn bij den minister-raad in behan
deling, Het ontwerp, waarbij bevolen wordt dat
de maires voortaan uit den kring van de gemeente
raadsleden zullen gekozen worden, alsmede dat, om
trent het kosteloos verstrekken van onderwijs op
de volksscholen, zijn beiden reeds bij den staats
raad ingediend.
Uit Spanje meldt men, dat de unionisteu of mid
denpartij zich voor de candidatuur van den hertog
van Genua als koning des lands verklaard hebben. Zij
worden, naar men meldt, ondersteund door de pro
gressisten en democraten. In eene dezer dagen van de
laatsten gehouden vergadering werden 102 stemmen
op den hertog van Genua uitgebragt, terwijl de her
tog van Montpensier er 2 erlangde. Volgens eene
berekening in het dagblad VImparcial zullen in de
cortes 166 van de 209 monarchaalgezinden voor den
hertog van Genua stemmen. Geschiedt ditdan
zal, naar men vermoedt, deze prins Herman Victor
Albert van Savoyegeboren 6 Febr. 1854) meerder
jarig verklaard en het regentschap opgeheven wor
den. Eene poging, om die candidatuur te bestrijden
en de natie aantesporen, om generaal Prim, onder
den titel van Juan I, tot den troon te verheffen
is door de regering zelf tegengewerkt. Het mani
fest, dat met dit doel was verspreid en aangeplakt,
is door de politie opgehaald en afgescheurd. De
Epoca zegtdat het is een stuk van zoodanigen
vorm en inhoud, dat het niet meer dan eene een
voudige vermelding waardig is en geene beoordee
ling verdient." Het schijnt niet bekend te zijn, van
welke zijde het gekomen is.
gezegd werd dat ik ten laatste in het werk der
justitie had gegrepen
„Niets daarvan, bij God in den hemel!" beduidde
de vreemde. „Laat mij toch niet troosteloos gaan
„Maar bedenk dan toch, dat er geene enkele vrou
wenhut op mijn notendop is en dat ik in het geheel
niet weetwaar ik met haar blijven zal."
„Ik ben met het geringste plaatsje tevreden, kapi
tein ik heb moed en kracht, en God zal mij op de
zeereis geleiden."
„Nu danik wil het wagenzeide Houtman na
nog eenig gesprek. „Kom dan maar mede naar boord.
Ik wil u in mijne eigene kajuit herbergen en mij
zeiven behelpen het ga dan zoo het wil. Welligt
doe ik daarbij toch een goed werk en dat kan een
oud man altijd op zijn kerfstok gebruiken. Gaat het
evenwel niet goed, en bedriegt gij mij, bedenk dan,
Mevrouwdat gij nimmer kunt verantwoorden, mijn
goeden naam geschandvlekt te hebben. In Gods naam
dan, volg mijIk was eerst van plan hier binnen te
gaan; nu willen wij ons echter niet ophouden, als gij
gelooft, dat gij werkelijk nog in de laatste ure ont
dekt zou kunnen worden."
De oude kapitein geleidde de gesluijerde naar zijne
jolterwijl Knapperman hare zware reistasch droeg.
Zij gaf deze bij het instijgen in de boot een aanzien
lijk geschenk, drukte hem met warme woorden van
dank de ruwe, vereelde hand en zonk toen zwij
gend op eene bank van het schommelende vaartuig
neder. Wórdt vervolgd.)