40
eng. Begraafplaats- 193,
Bij het noemen van het totaal cijfer van art. 1vraagt de
heer van den Bosch of, aangezien, al de onderdeelen in stem
ming zijn gebragt, het geheel nog wel behandeling behoeft. Na
het aangevoerde door den voorzitter dat het dagelijksch bestuur
niet gebonden is aan al de onderdeelen, acht hij wel de behan
deling van deze laatsten goed, doch de stemming daarover on-
noodig.
De Voorzitter doet opmerken, dat de onderdeelen juist instem
ming zijn gebragt, om de leden gelegenheid te geven, zich daar
tegen te verklaren, wanneer zij zich niet met een post konden
vereenigen.
Art. 1, zijnde het eenig artikel van Afd. I, wordt daarna goed
gekeurd tot een bedrag van f 10882,
Afd. II, art. 1. Yier nieuwe zinkputten in de bestaande ri
olen 300,
De Voorzitter zegt: de commissie voor de finantien heeft ver
langd dezen post te doen wegvallen. Burg. en Welh. kunnen zich
daarmede niet vereenigen. Dé plaatsen, waar zij komen zullen,
zjjn in de mem. van toel. opgegeven en het maken van putten
is niet alleen onmisbaar, maar urgent. Het staat in verband met
het eventueel in te voeren rioolstelsel en is dus, als het ware, een
prelevemerit op dat werk. Nog heden morgen heeft de bouwmees
ter, in de vergadering van burg. en weth. de noodzakelijkheid
van het werk betoogd.
De heer van den Bosch betuigt met genoegen het woord even
tueel gehoord te hebben en vervolgt: ik heb een deskundige gespro
ken, maar deze was geenzins zoo met het rioolstelsel ingenomen,
en verhaalde mij, dat men in verschillende piaatsen tot het oud
systeem terugkeert. De ondervinding heeft geleerd, dat, o. a. te
Groningen, bij het uitbreken van cholera of andere ziekten, deze het
hevigst zijn, waar bedekte riolen gevonden worden. Ook wordt
de stank er niet door weggenomen. De lucht is bij de plaats,
waar ik woon, en waar overdekte riolen zijn, gedurende den af-
geloopen zomer meermalen verpest geweest.
De Voorzitter zegt, dat dit bezwaar juist door de vangput-
ten weggenomen wordt. Vóór dat er schadelijke dampen uit voort
komen, worden zij geledigd. In de straat, waaraan mijne woning
gelegen is, bestaat een vangput, waarmede veel goeds is gedaan,
en men stelt zich van de voorgedragen putten hetzelfde voor.
De heer van den Bosch geeft te kennen, dat het moeijelijk is
van het rioolstelsel te spreken, zonder af te dwalen van het punt