37
polder, enz., te verminderen tot op j 200,en daarentegen de
600,voor de straten te verhoogen tot op 800,Ik
zou gaarne zien, dat de straten werden verbeterdieder zal erken
nen, dat zij slecht zijn, maar het gaat niet aan, om het bedrag voor
de wegen te verminderen.
Het waterschap de Breede Watering bewesten Terseke en de Goes-
sche polder hebben daarvoor gelden aan de gemeente afgestaan;
zij hebben dus regt op het in orde maken en houden der we
gen. De wethouder, speciaal met het toezigt daarop belast, heeft
verklaard, voor de som van 200,aan die verpligting niet
te kunnen voldoen.
De heer Verhagen geeft te kennen: Nu dit punt aan de orde
is, wil ik mededeelen, wat aanleiding bij de finantieele commis
sie gegeven heeft tot het voorstel. Zij vertrouwde, dat geen
400,voor de wegen zou worden aangevraagd, indien deze
niet noodzakelijk waren, en dit te meer, daar in de begrooting
de strekking van bezuiniging niet is te ontkennen. Zij meende die
bezuiniging ook terug te vinden in de aangevraagde f 600,
voor de straten, maar achtte deze laatste in vergelijking met de
eerste te gering. En nu deed ik een beroep op mijne mede
leden, om de aandacht op de stralen in de stad te vestigen, en
eene verandering voortesteilen, op de wijze als geschied is, in
dien men maar 1000,voor die beide posten kan besteden.
De verbetering der straten is dringend noodzakelijk, voor de we
gen is dit slechts een uitstel van een jaar. Zonder te weten of
de commissie bij haar voorstel zal persisteren, blijf ik persoon
lijk op de verandering aandringen.
De heer Fransen van de Putte zegt: het is bevreemdend, dat
na het gesprokene ten vorigen jare, bij de behandeling der be
grooting, de commissie nu weder op het toen gedaan voorstel
terugkomst, en wel, nu ongemotiveerd, om den post voor de wegen
met 200,te verminderen. Ik zal niet herhalen, wat ik in
de zitting aan 7 December 1868 gesproken heb, maar wil alleen
nogmaals wijzen op het feit, dat de wettelijke verpligting op de
gemeente is overgegaan, om de wegen in den Poel in goeden
staat te brengen en te onderhouden, toen de voordeelen, door de
verpachting van de grasetting daarvan ten bate der gemeente
kwamen. Ik erken, de straten verkeeren in slechten toestand, maar
daarvoor bestaan verschillende oorzaken. Vooreerst de slechte
onderbodem, ten tweede geen gehakte maar Drentlische veldkei-
jen, ten derde de menigvuldige ontgravingen voor de gazbui-
zen, ten vierde, misschien, de mindere geschiktheid van den