35 jing met 700 M. voorttezettendoor mij is dit verminderd op 500 M. Er zijn gedeeltendie men nog een jaar kan uitstellen, anderen zijn zeer urgent. Het spreekt van zelf, dat geene uit gaven geschiedenals die niet dringend r.oodig zijn. De kosten worden geraamd op 2,per strekkende M. in plaats van 3,a 3,50, zoo als vroeger besteed werd. Er zijn wel brikken te verkrijgen ad 1,50, maar die men voor de be- glooijing noodig heeft, moeten van de beste soort en schoonge maakt zijn. Ik laat echter aan de vergadering de beslissing, maar bij afstemming ook de verantwoordelijkheid over. De heer Fransen van de Putte zegt: De 250,waarover daareven gesproken is, strekken tot onderhoud van de bestaande glooijingen, dat zoo urgent is, dat bij gemis van dit onderhoud, elke calamiteit tot grooter uitgaven leiden zou. Ik stem toe dat het dagelijkseh bestuur vrij is in zijne handelingen, als het zich maar beweegt binnen de perken van den post der begroo ting, maar waar reeds zoo ruimschoots bezuinigd is op de be grooting van den bouwmeester, daar moet ik, met mijn mede-lid van het dagelijkseh bestuur, de verantwoording aan den raad overlaten, indien de post voor brikbeglooijing geschrapt wordt. De Feorzitter verdedigt nog den post, ook op hetgeen de bouwmeester omtrent het noodzakelijke heeft medegedeeld aan burg. en weth. De heer dr. v. Renterghem zegtDe leden zullen het allen met mij eens zijn, dat de haven een der voornaamste onderwer pen is, die wij moeten in stand houden, om mede te werken aan de bronnen van welvaart der ingezetenen. Het komt mij be droevend voor, dat om die haven zooveel deliberatien plaats hebben. Ik voor mij, zal voor het behoud van den post op de begrooting zijn. De heer mr. de KnoJcke van der Meiden zegt, dat hij, na de inlichtingen van het dagelijkseh bestuur geene vrijheid vindt, zich tegen het behoud van den post te verklaren. Achtereenvolgens worden nu de voorgestelde amendementen in omvraag gebragt en verworpen: dat van den heer mr. de Laat de Kanter tot algeheeele afvoering van den post der brikbeglooi jing met 9 stemmen, tegen die van den voorsteller; dat van den heer Verhagen, om het bedrag tot op de helft te verminderen met 8 stemmen tegen die van den voorsteller en den heer mr. de Laat de Kanter. De heer mr. de laat de Ranter stelt als motie van orde voor. de verdere behandeling der begrooting te verdagen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 11